Base description which applies to whole site

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS en netwerkgebonden kosten. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in het jaarverslag van Infrastructuur en Milieu (Hoofdstuk XII) bij beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (bedragen x € 1.000)

12. Hoofdwegennet

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2012

2013

2014

2015

2016

2016

2016

 

Verplichtingen

4.219.392

1.698.213

3.407.686

2.108.154

2.998.493

2.917.637

80.856

1)

Uitgaven

2.659.773

2.481.851

2.568.873

2.393.669

2.089.020

2.011.120

77.900

 

12.01 Verkeersmanagement

30.768

21.794

21.589

14.510

10.502

9.691

811

 

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

567.308

544.354

665.071

662.460

636.513

678.756

– 42.243

 

12.02.01 Beheer en onderhoud

474.922

456.913

533.514

433.574

512.618

498.217

14.401

2)

12.02.02 Servicepakket B&O

56.993

0

0

0

0

0

0

 

12.02.04 Vervanging

35.393

87.441

131.557

228.886

123.895

180.539

– 56.644

3)

12.03 Aanleg

1.254.029

1.065.903

873.067

618.288

528.355

443.676

84.679

 

12.03.01 Realisatie

1.254.021

1.060.444

863.803

600.289

475.612

351.349

124.263

4)

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

8

5.459

9.264

17.999

52.743

92.327

– 39.584

5)

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

335.772

412.956

601.189

655.822

333.509

371.932

– 38.423

6)

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

438.842

436.844

407.957

442.589

580.141

567.712

12.429

 

12.06.01 Apparaatskosten RWS

383.570

381.576

355.573

345.456

459.269

446.542

12.727

7)

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

55.272

55.268

52.384

97.133

120.872

121.170

– 298

 

12.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

– 60.647

60.647

8)

12.09 Ontvangsten

165.700

150.887

132.430

592.926

71.523

55.525

15.998

9)

  • Ad 1) Per saldo is meer verplicht. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van onder andere de contract close op de DBFM-projecten A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A6 Almere) (€ 142,5 miljoen), A27/A1 Utrecht Noord–knooppunt Eemnes–Aansluiting Bunschoten (€ 110,4 miljoen) en N18 Varsseveld–Enschede (€ 71,5 miljoen). Het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 is gegund (€ 391,5 miljoen). De verplichtingen zijn hiermee in lijn gebracht. Daar tegenover staan lagere verplichtingen voornamelijk veroorzaakt door het aansluiten van de verplichtingen bij de actuele planning van het project A12/A15 Ressen–Oudbroeken (excl. tolopgave) (€ – 455,2 miljoen). De planning voor openstelling in het najaar 2015 is bij het Ontwerp Tracébesluit bijgesteld naar 2021–2023 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 A nr. 17). Daarnaast vallen de verplichtingen lager uit op het project het project ZSM Spoedwet Wegverbreding (€ – 37,7 miljoen) en het project A15 Maasvlakte–Vaanplein (€ – 72,7 miljoen) vanwege het doorschuiven van verplichtingenruimte voor nadeelcompensatie, resterende werkzaamheden na de voltooiing en risicoreservering. Op de Aflossing tunnels (€ – 38,2 miljoen) is de aangegane verplichting met betrekking tot tunnel de Noord en de Wijkertunnel bijgesteld als gevolg van tariefswijziging voertuigpassages. Tot slot zijn er diverse kleinere afwijkingen optellend tot € – 31,2 miljoen.

  • Ad 2) De hogere realisatie is voornamelijk het gevolg van hogere kosten voor het herstel van schade (€ 16,0 miljoen). De bedragen die RWS ontvangt van automobilisten en hun verzekeringsmaatschappijen voor schades die zij veroorzaken aan wegen, zijn niet toereikend om de kosten van deze schades te dekken. Daar tegenover staat een overboeking naar begrotingshoofdstuk XII van € 2,5 miljoen in het kader van een opdracht aan de ILT voor uitvoering van het toezicht op overbelading.

  • Ad 3) In 2015 zijn meeruitgaven gemaakt (€ 23,0 miljoen) hoofdzakelijk bij het project Galecopperbrug, vanwege het opvullen van het wegdek met hogesterktebeton, is de eerste termijn van de vaststellingsovereenkomst Ewijk al in 2015 betaald (€ 8,0 miljoen) en vanwege de langere sluiting Velsertunnel (€ 32,6 miljoen). Deze hogere uitgaven zijn opgevangen binnen het beschikbare budget van 2016.

  • Ad 4 + 5) Door de overgang van projecten van planuitwerking naar realisatiefase neemt het budget op het planuitwerkingsartikel 12.03.02 af. Dit bedrag is overgeboekt naar 12.03.01 en zorgt daar voor een ophoging. Voor een specifieke toelichting per project wordt verwezen naar het projectenoverzicht behorende bij artikel 12.03.01. Ook wordt het verschil verklaard door overboekingen naar decentrale overheden (via gemeente- of provinciefonds) en de omzetting van DBFM-contracten. Ten slotte is een deel van de beschikbare middelen van Beter Benutten doorgeschoven naar 2017.

  • Ad 6) De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door A15 Maasvlakte–Vaanplein, A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere, deeltraject A9 Gaasperdammerweg (deel 3) en A12 Ede–Grijsoord. Voor een specifieke toelichting per project wordt verwezen naar het projectenoverzicht behorende bij artikel 12.04.

  • Ad 7) De hogere apparaatskosten worden veroorzaakt door de structurele verwerking van het loonruimteakkoord 2015 en de loon-/prijsbijstelling 2016.

  • Ad 8) De minregel als gevolg van het niet (volledig) toekennen van de prijscompensatie 2013 en 2014 worden middels een kasschuif via het aanlegprogramma ingepast.

  • Ad 9) De hogere ontvangsten hebben diverse oorzaken. Er zijn hogere ontvangsten op het project A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (€ 24,8 miljoen) voornamelijk door eerdere ontvangsten van gemeenten, het project N35 Nijverdal–Wierden (€ 10,8 miljoen) doordat de uitvoering in 2016 is gestart in plaats van 2015 waardoor de bijdrage van de provincie Overijssel naar 2016 is verschoven. De vertraging is veroorzaakt doordat meer tijd nodig was voor het maken van afspraken met de regio over de uit te voeren maatregelen ter verhoging van de verkeersveiligheid en bereikbaarheid op dit tracé. De ontvangsten op het project A4 Delft–Schiedam (€ 7,9 miljoen) vallen hoger uit door de indexering van de bijdrage van de regio. Tegenover de hogere ontvangsten staan lagere ontvangsten op het project A9 Badhoevedorp (€ – 28,9 miljoen). Op verzoek van de Stadsregio en de provincie Noord-Holland vinden de regionale projectbijdragen niet in 2016 maar in 2017 plaats.

Financiële toelichting

12.01 Verkeersmanagement

Motivering

Met verkeersmanagement streeft IenM naar een optimaal en veilig gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Dit draagt bij aan het realiseren van de beleidsdoelen voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid in Nederland.

Producten

De uitgaven voor verkeersmanagement betreffen onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, gebruik van spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen zijn ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking. Ook in 2016 zijn deze reguliere beheertaken uitgevoerd.

Sinds 1 januari 2014 werkt het uitvoeringsprogramma Connecting Mobility als katalysator aan de realisatie van de Routekaart Beter Geïnformeerd Op Weg (looptijd t/m 2023). Deze opdracht is destijds door DGB verstrekt aan RWS, en wordt in de praktijk uitgevoerd door Connecting Mobility. In eerste instantie is Connecting Mobility gestart met een driejarenplan dat eind 2016 is afgelopen. Medio 2016 is Connecting Mobility en het proces rond de Routekaart geëvalueerd middels een Gateway Review in opdracht van DGB. De twee belangrijkste conclusies over Connecting Mobility zijn dat:

  • Het programma Connecting Mobility een waardevolle bijdrage geleverd heeft aan het mobiliseren van stakeholders en het mogelijk maken van een publiek-private dialoog op basis van de Routekaart.

  • Het programma Connecting Mobility dient te evolueren van aanjager naar gezaghebbende coördinator. IenM en RWS dienen daarvoor de onafhankelijke positie van het programma Connecting Mobility te bewaken. Met speciale aandacht voor (1) Nadere concretisering van de Routekaart, (2) Verkenning inrichting/vereenvoudiging ecosysteem Smart Mobility, (3) Invulling van de onafhankelijke rol (onder andere wat betreft sturing en mogelijk ook huisvesting) en (4) Verder brengen van de transitie bij wegbeheerders door empowerment.

In 2016 is ook uitvoering gegeven aan de internationale ITS-corridor (Intelligent Transportation Systems) Rotterdam–Frankfurt–Wenen, met als doel coöperatieve diensten te ontwikkelen en te realiseren. Deze diensten zijn gebaseerd op draadloze communicatie tussen voertuigen en wegkantsystemen. Daarbij gaat het concreet om het waarschuwen bij wegwerkzaamheden en het verzamelen van data uit voertuigen ten behoeve van meer veiligheid voor weggebruikers en wegwerkers.

De uitgaven voor verkeersmanagement op artikel 12.01 en 12.02 hebben directe samenhang met uitgaven voor verkeersmanagement op het realisatieartikel (12.03) in het kader van programma’s zoals beter benutten.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Eenheid

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Begroting

2016

Realisatie

2016

 

Verkeerssignalering op rijbanen

km rijbaan

2.637

2.675

2.674

2.716

1)

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

6

 

Spits- en plusstroken

km

336

338

347

324

2)

Bron: Rijkswaterstaat, 2016

Toelichting:

  • Ad 1) De verkeerssignalering is met name toegenomen door de «A2 Passage Maastricht» en daarnaast door de versnelde oplevering van de parallelbanen op de A6 (A1/A6 Diemen–Almere Havendreef).

  • Ad 2) De in de begroting 2016 genoemde netto toename van de lengte spits- en plusstroken is conform planning gerealiseerd. De afname van de lengte spits- en plusstroken komt doordat in 2016 een drietal spitsstroken is vervallen door de start van twee projecten: op de A9 (Holendrecht–Diemen Gaasperdammerweg) en op de A6 (A1/A6 Diemen–Almere Havendreef). Deze afname was niet in de begroting verwerkt.

Indicator verkeersmanagement

Eenheid

2014

2015

Streefwaarde 2016

Realisatie 2016

Op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis- en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders.

% van bemeten rij baanlengte

89%

94%

89%

96%

Bron: Rijkswaterstaat, 2016

Toelichting:

Deze indicator geeft aan in welke mate RWS intensiteit- en snelheidgegevens van de meetlocaties beschikbaar heeft en het tijdig doorgeeft aan de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW). In 2016 ligt de realisatie net als in 2015 ruim boven de streefwaarde. Daar waar in 2013 en 2014 nog software problemen voorkwamen, kent Rijkswaterstaat nu een vrij stabiele levering van de verkeersgegevens.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Met het budget voor beheer, onderhoud en vervanging zijn in 2016 uitgaven gedaan die nodig zijn om het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in de staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie. Deze functie is het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen, onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier beheer en onderhoud enerzijds en vervangingen en renovaties anderzijds.

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales). Binnen het beschikbare onderhoudsbudget worden daartoe de noodzakelijke maatregelen opgenomen in de onderhoudsprogrammering.

Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen, waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn veel kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. Vervolgens worden deze opgenomen in het programma VenR.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

De in de bijlage instandhouding bij de ontwerpbegroting 2017 van het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II 2016–2017 34 550 A, nr. 2) geschetste aanpak voor het in stand houden van de infrastructuur leidt er toe dat de planning van onderhoudswerkzaamheden flexibel van aard is. Met uitstel en vervroegen van onderhoud wordt beoogd om efficiënter en met minder hinder te werken. Doordat er minder afsluitingen nodig zijn bij combineren van werkzaamheden wordt de hinder voor de gebruiker beperkt en is het in de meeste gevallen goedkoper doordat de kosten hiervan voor een deel worden vermeden.

Het bepalen van de omvang van het uitgesteld onderhoud is geoperationaliseerd door te kijken welke onderhoudsmaatregelen per 1 januari 2017 een geadviseerd onderhoudsmoment hadden in 2016 of eerder. De omvang van het uitgesteld onderhoud beloopt voor het hoofdwegennet: € 226 miljoen per 1 januari 2017. Er is sprake van uitgesteld onderhoud, omdat er in veel gevallen mogelijkheden zijn om werkzaamheden te combineren met andere onderhouds- en aanlegmaatregelen, waardoor een deel later wordt uitgevoerd. De keuze tot uitstel van onderhoud wordt gebaseerd op informatie uit risicogestuurde inspecties waarmee de werkelijke staat van objecten wordt bijgehouden. Uitgangpunt is dat de assets blijven voldoen aan geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken.

De komende jaren wordt de omvang van het uitgesteld onderhoud jaarlijks gemonitord. Na een aantal jaren kan dan worden bezien of er een norm uit af te leiden valt hoeveel uitgesteld onderhoud acceptabel is. Dit past in de lijn die is uitgedragen in de bestuurlijke reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer over de Instandhouding van het Hoofdwatersysteem dat eerst ervaring wordt opgedaan en dat inzichtelijke informatie werkende weg zal worden aangescherpt.

Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatregelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. De omvang van het achterstallig onderhoud beloopt per 1 januari 2017 voor het hoofdwegennet: € 15 miljoen. Achterstallig onderhoud wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van de netwerken.

Het uitgestelde en achterstallige onderhoud loopt mee in de programmering van de noodzakelijke werkzaamheden in de opeenvolgende service level agreements.

De in 2016 gerealiseerde uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan vooral uit uitgaven voor het:

  • onderhoud van verhardingen

  • herstel van schade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan

  • onderhoud van kunstwerken

  • onderhoud aan dynamisch verkeersmanagementsystemen zoals matrixborden

  • vast/klein variabel onderhoud (zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting)

De uitgaven betreffen zowel preventief als correctief onderhoud.

Meetbare gegevens

Areaal rijkswegen
   

Eenheid

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Begroting 2016

Realisatie 2016

 

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5.801

5.800

5.805

5.803

1)

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.587

1.616

1.605

1.650

2)

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

76

76

76

76

1)

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

13

13

13

14

2)

Groen areaal

 

km2

201

199

201

182

3)

Bron: Rijkswaterstaat, 2016

Toelichting:

  • Ad 1) De rijbaanlengte (hoofdrijbaan) is met name toegenomen door de tunnel in «A2 Passage Maastricht». De rijbaanlengte is minder toegenomen dan bij begroting 2016 was voorzien door de versnelde verlegging van de A1 bij A1/A6 Diemen–Almere Havendreef. Dit tracé is iets korter dan het oude.

    Het areaal asfalt (hoofdrijbaan) is enigszins toegenomen, met name door de verbredingen van de A12 Ede–Grijsoord, A1/A6 Diemen–Almere Havendreef, en de gedeeltelijke openstelling van A9 Omlegging Badhoevedorp. Dit valt echter binnen de afronding.

  • Ad 2) De grootste toename in 2016 is ten gevolge van de nieuwe parallelbanen op de A6 in het kader van A1/A6 Diemen–Almere Havendreef. Deze versnelde deelopenstelling was bij het opstellen van de begroting nog niet meegenomen, evenals de versnelde deelopenstelling van A9 Omlegging Badhoevedorp. Daarnaast hebben met name de projecten A59 Brug Drongelens Kanaal en de A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop bijgedragen aan de toename.

  • Ad 3) De oppervlakte groen is feitelijk nauwelijks gewijzigd, het is nu alleen beter administratief geïnventariseerd. Van een aantal groenoppervlakken was in het bronbestand niet goed ingevuld wie de beheerder was. Daardoor kwam de optelling van alle groenoppervlakken in beheer van Rijkswaterstaat te hoog uit. Afgelopen jaar is een verbeterslag uitgevoerd waarbij de beheerder beter is ingevuld, conform uniforme definities. Hierdoor is het door RWS beheerde groenoppervlak administratief afgenomen van 201 km2 (jan-2016) naar 182 km2 (jan-2017). Het nieuwe getal geeft nauwkeuriger de fysieke oppervlakte weer.

Omvang Areaal
 

Areaal

Eenheid

Begroting 2016

Omvang 2016

Budget

x € 1.000

2016

Realisatie

x € 1.000

2016

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek1

km2

89

90

497.155

512.618

Bron: Rijkswaterstaat, 2016

1

exclusief verzorgingsbanen

Toelichting:

Het oppervlakte wegdek is meer toegenomen dan bij begroting 2016 was voorzien. Dit komt met name doordat voor een tweetal projecten onderdelen versneld zijn opengesteld, te weten A1/A6 Diemen–Almere Havendreef, en A9 Omlegging Badhoevedorp. De exacte fasering was bij het opstellen van de begroting 2016 nog niet bekend.

Indicatoren Beheer en Onderhoud
 

2014

2015

streefwaarde 2016

Realisatie 2016

De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud t.o.v. totale verstoringen (1)

4%

4%

10%

3%

Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten of een snelheidsbeperking is ingesteld door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement (2)

99%

98%

90%

99%

Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding en neemt tijdig, na constatering, maatregelen bij het (tijdelijk) niet voldoen van de norm bij wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels (eenheid: % van de gevallen) (3)

96%

99%

98%

99%

Bron: Rijkswaterstaat, 2016

Toelichting:

  • Ad 1) De verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud worden als percentage van de totale filezwaarte uitgedrukt. Een toename van de totale filezwaarte, bij een ongeveer gelijkblijvende absolute omvang van files door werk in uitvoering, drukt het percentage omlaag. Het hinderpercentage blijft dan ook fors onder de 10%.

  • Ad 2) De technische beschikbaarheid van de weg is met 99% ruim boven de gestelde norm. Dit komt doordat de berekeningen en het referentiejaar (2012), die aan de basis hebben gestaan voor de gekozen streefwaarde, relatief laag waren.

  • Ad 3) De gerealiseerde waarde (99%) is iets hoger dan de streefwaarde. Hiermee wordt voldaan aan de norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding. De gerealiseerde waarde (99%) is iets hoger dan de streefwaarde, dit komt met name door de prestatie op het tijdig preventief gladheid bestrijden. Hiermee wordt voldaan aan de norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding.

12.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging vallen uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp was voorzien, zal geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan. Het MIRT-projectenoverzicht bevat een uitgebreid overzicht van de projecten binnen dit programma. Onderstaande tabel geeft een geactualiseerd overzicht van de in de begroting 2016 opgenomen tabel.

Weg. nr.

Object

Begroting

Huidig

 

A50

Brug tussen de knooppunten Valburg en Ewijk

2016

2016

 

div.

Tunneltechnische Installatie tunnels in Zuid- en Noord-Holland

2016

2018

1)

A27

Renovatie A27 Stichtse brug-Knooppunt Almere

2016

2016

 

N3

Wantijbrug tussen Papendrecht en Dordrecht

2017

2020

2)

N15

Suurhoffbrug tussen Europoort en Oostvoorne

2017

2020

2)

A59

Brug Drongelens kanaal en Viaduct Hoogeinde / Drunen

2017

2016

 

A22

Velsertunnel

2017

2017

 

N200

Rijnlandse Boezemwaterbruggen

2018

2018

 

A44

Kunstwerken A44 / zuidelijke en noordelijke Kaagbruggen / Hoofdvaart / Lisserweg

2018

2018

 

N3

Dordrecht Zuid–Papendrecht, vervanging wegfundering

2019

2019

 

A6

Lelystad Noord-Ketelbrug, vervanging wegfundering

2020

2020

 

A16

Brienenoordbrug tussen de knooppunten Ridderkerk en Terbregseplein

2020

2020

 

A76

Zuidelijk viaduct Daelderweg/Nuth

2020

2020

 

Bron: Rijkswaterstaat

Toelichting:

  • Ad 1) De vervanging van tunneltechnische installaties wordt gefaseerd uitgevoerd. Fase 1 is inmiddels afgerond. Inmiddels is de scope van de tweede fase van het project uitgebreid en vastgesteld en in uitvoering genomen. De uitvoeringsperiode loopt tot en met 2018.

  • Ad 2) De wijzigingen in de planning zijn het gevolg van een langere voorbereidingstijd, alsmede door wijzigingen in de scope van deze projecten. Bij onderzoeken naar de technische staat van deze bruggen is gebleken dat een andere/grootschaliger aanpak nodig was dan voorzien.

12.03 Aanleg

Motivering

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Producten

Mijlpalen Realisatieprojecten

In 2016 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd, die betrekking hebben op de realisatie van projecten:

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

 

Start realisatie

– N 18 Varsseveld–Enschede

 
 

– A1 Apeldoorn Zuid–Beekbergen

 
 

– Zuidelijke Ringweg Groningen

1)

Openstelling

– A2 Passage Maastricht

 
 

– N50 Ens–Emmeloord

 
 

– A12 Ede–Grijsoord

 
 

– A59 Brug Drongelens Kanaal

 

Toelichting:

  • Ad 1) Nieuw ten opzichte van de begroting. Voorbereidende werkzaamheden zijn gestart en het project is gegund aan de aannemer. Na besluitvorming tussen Rijk en regio over aanvullende werkzaamheden wordt begin 2017 gestart met de realisatie van het hoofdbouwcontract wordt begin 2017 gestart.

Overige maatregelen

Meer veilig

In 2015 is gestart met de realisatie van het programma Meer Veilig 3 met een uitvoeringsperiode van 2015–2018. Het programma bevat naast kosteneffectieve maatregelen voor het oplossen van verkeersonveilige locaties ook maatregelen voor het oplossen van onveilige situaties op routes. In 2014 is een eerste tranche maatregelen vastgesteld en is gestart met de voorbereiding van de uitvoering van deze maatregelen. In 2016 was een groot aantal van deze maatregelen in uitvoering. Op 31 december 2016 zijn van deze tranche 13 maatregelen gerealiseerd.

In 2015 is de tweede tranche maatregelen vastgesteld. In 2016 is vooral gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering van deze maatregelen. Het totaal aantal maatregelen in Meer Veilig 3 is momenteel 75.

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. Het pakket is thans in uitvoering. In 2016 zijn op een groot aantal locaties de geplande capaciteitsuitbreidingen reeds gerealiseerd en is gestart met de uitvoering van de maatregelen gericht op kwaliteitsverbetering.

Meer Kwaliteit Leefomgeving

Dit pakket betreft het deel van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) dat betrekking heeft op het hoofdwegennet. In 2016 zijn in het kader van het MJPO 9 knelpunten geheel opgelost. Zoals een kleine faunatunnel onder de A27 bij Dorst, zodat amfibieën en dassen zich vrijer tussen de oostkant en westkant van de weg kunnen begeven. Onder het spoor en de A13 in Midden-Delfland zijn meerdere duikers met doorlopende oevers gerealiseerd. Hierdoor kunnen zoogdieren en amfibieën zich heen en weer bewegen tussen de Ackerdijkse Plassen en de Vlaardingse Vlietlanden. Ook hebben er meerdere aanbestedingen plaatsgevonden van een aantal MJPO-ecoducten, die in de komende jaren worden gerealiseerd. Het jaarverslag MJPO 2016, dat uitgebreide informatie bevat over de voortgang van het MJPO zal, halverwege 2017 aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Projectoverzicht realisatieprogramma Hoofdwegennet (12.03.01) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

   

2016

 

2016

   

Projecten Nationaal

               

Kleine projecten / Afronding projecten

5

2

– 3

61

62

nvt

nvt

 

Programma 130 km

0

4

4

56

56

 

Programma aansluitingen

25

1

– 24

99

113

nvt

nvt

1)

Quick Wins Wegen

0

0

0

37

12

 

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

8

9

1

1.752

1.543

2016

2016

 

Projecten Noordwest-Nederland

               

A10 Amsterdam praktijkproef FES

6

3

– 3

51

51

2015–2018

2018

 

A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere

11

61

50

1.673

1.587

2024

2024–2026

2)

A9 Badhoevedorp

39

70

31

340

340

2018

2018

3)

A2 Holendrecht–Oudenrijn

5

3

– 2

1.219

1.216

2012

2012

 

A28 Utrecht–Amersfoort

3

0

– 3

224

202

2013

2013

 

A28 Knooppunt Hoevelaken

7

24

17

741

743

2022–2024

2023–2025

4)

A1 Bunschoten–Knooppunt Hoevelaken

1

1

0

24

24

2015

2015

 

N50 Ens–Emmeloord

3

15

12

16

16

2016

2016

5)

A7/A8 Purmerend–Zaandam–Coenplein

3

7

4

21

21

2015–2018

2015

 

A27/A1 Utrecht.N.–knp. Eemnes–asl.Bunschoten

18

6

– 12

261

261

2018–2020

2018–2020

6)

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel

 

3

3

 

297

 

2028

 

Projecten Zuidwest-Nederland

               

A24 Blankenburgtunnel (excl. tolopgave)

 

14

14

 

774

 

2022–2024

7)

A4 Burgerveen–Leiden

2

1

– 1

548

547

2015

2015

 

A4-A44 Rijnlandroute

36

30

– 6

551

552

Regio

Regio

8)

A4 Delft–Schiedam

38

54

16

658

658

2015

2015

9)

A4 Vlietland–N14

 

0

0

 

14

 

Regio

 

N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

2

0

– 2

11

11

2020

2020

 

N61 Hoek-Schoondijke

2

2

0

118

119

2015

2015

 

Projecten Zuid-Nederland

               

A4 Dinteloord–Bergen op Zoom

8

1

– 7

275

258

2014

2014

10)

A67 Aanpak toerit Someren

1

0

– 1

6

6

2015

2015

 

A2 Maasbracht–Geleen, 1e fase

 

0

0

154

154

2013

2013

 

A2 Passage Maastricht

2

2

0

678

678

2016

2016

 

A76 Aansluiting Nuth

1

0

– 1

64

59

Regio

Regio

 

Projecten Oost-Nederland

               

A50 Ewijk–Valburg

3

0

– 3

270

270

2017

2017

 

N35 Combiplan Nijverdal

 

3

3

321

321

2015

2015

 

N18 Varsseveld–Enschede

55

20

– 35

337

337

2019–2021

2019–2021

11)

N35 Wijthmen–Nijverdal

 

0

0

15

15

2018

2018

 

A1 Apeldoorn Zuid–Beekbergen

14

6

– 8

31

31

2016–2018

2017

12)

N35 Zwolle–Wijthmen

 

4

4

 

48

 

2018

 

Projecten Noord-Nederland

               

N31 Leeuwarden (De Haak)

4

7

3

217

217

2014

2014

 

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

29

35

6

666

670

2019–2021

2019–2021

13)

Overige maatregelen

               

Meer kwaliteit leefomgeving

16

16

0

109

176

     

Meer veilig 3

10

10

0

37

37

     

Verzorgingsplaatsen

10

10

0

25

25

     

Reservering snelfietsroutes

19

0

– 19

19

19

     

Afrondingen

 

2

2

         

Totaal uitvoeringsprogramma

386

426

40

11.685

12.540

     

Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

65

50

– 15

         

Programma Realisatie (IF 12.03.01)

451

476

25

         

Budget Realisatie (IF 12.03.01)

351

476

125

         

Overprogrammering (–)

– 100

0

100

       

14)

Toelichting:

  • Ad 1) Met de provincie Zuid Holland en de Gemeente Dordrecht zijn aanvullende afspraken gemaakt over de verbetering van de aansluiting A16/N3 op het bedrijventerrein Dortse Kil. Dit heeft er toe geleid dat het project later start dan was gepland, met als gevolg dat in 2016 minder is uitgegeven.

  • Ad 2) De gunning van deelproject A9 Gaasperdammerweg is in 2014 voorspoedig verlopen. Voor de voortgang van het project is budget uit latere jaren naar voren gehaald. Hierdoor is in 2016 meer gerealiseerd door vastgoedaankopen en andere centrale projectuitgaven.

  • Ad 3) De hogere uitgaven worden veroorzaakt door een versnelling van de uitvoering door de aannemer, uitgaven voor het verwijderen van niet gesprongen explosieven en door hogere grondprijzen in enkele onteigeningszaken.

  • Ad 4) De hogere uitgaven worden veroorzaakt doordat dit jaar al voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd door de opdrachtnemer.

  • Ad 5) Technische tegenvallers in de uitvoering en doorgeschoven budget uit 2015 leiden tot hogere uitgaven in 2016. Met de financiers van het project, vindt overleg plaats over de kostenstijgingen. De tegenvallers worden onder andere veroorzaakt door de (extra) kosten van verkeersmaatregelen, extra teerhoudend asfalt, niet actuele areaalgegevens en hogere uitgaven voor het verleggen van kabels en leidingen.

  • Ad 6) De aanbesteding is later voorzien door de langere voorbereiding van het DBFM-contract. De uitgaven zijn daardoor in 2016 lager uitgevallen. Dit heeft geen effect op de openstelling.

  • Ad 7) Dit project is overgeheveld van de planuitwerkingsfase artikel 12.03.02 naar de realisatiefase artikel 12.03.01.

  • Ad 8) De onderuitputting in 2016 wordt veroorzaakt doordat de afdracht aan het BTW-compensatiefonds pas in 2017 zal plaatsvinden.

  • Ad 9) Om de tunnel eind 2015 veilig te kunnen openstellen, is er meerwerk verricht en zijn er aanvullende beheersmaatregelen getroffen. Na de openstelling zijn de restpunten aan de tunneltechnische installatie en de aansluiting op de verkeerscentrale Rhoon opgepakt.

  • Ad 10) Er heeft een meevaller plaatsgevonden, doordat er minder risico’s zijn opgetreden.

  • Ad 11) De DBFM-conversie van de N18 Varsseveld–Enschede wordt pas in het voorjaar 2017 verwerkt, in plaats van het najaar 2016. Als gevolg hiervan schuift het aanlegbudget 2016 door naar 2017.

  • Ad 12) Het project is in 2016 gegund. De planning is hier op aangepast.

  • Ad 13) De hogere realisatie is het gevolg van sneller dan verwachte afwikkeling van grondverwerving en facturering van kabels en leidingen.

  • Ad 14) De vooraf ingeschatte autonome vertraging heeft zich voorgedaan, waardoor de realisatie in lijn met het budget is uitgekomen.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Hieronder is het Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen opgenomen.

Projectoverzicht verkenningen en planuitwerkingen Hoofdwegennet (12.03.02) (bedragen x € 1 mln)
 

Projectbudget

Planning

       
     

TB

 

Openstelling

 

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2016

 

2016

 

2016

   

Verplicht

             

Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 285

– 256

   

nvt

   

Projecten Nationaal

             

Beter Benutten

304

464

   

nvt

 

1)

Geluidsaneringprogramma – weg

260

260

   

nvt

   

Lucht – weg (NSL hoofdwegennet)

212

196

   

nvt

   

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

122

192

   

nvt

   

Projecten Noordwest-Nederland

             

A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere, deeltraject A9 Amstelveen (deel 4)

596

709

2018

2017

2024–2026

2024–2026

2)

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel

297

 

2016

2016

2028

2028

 

A12/A27 Ring Utrecht

1.138

1.141

2017

2017

2024–2026

2024–2026

 

Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht

166

166

nvt

 

Regio

Regio

 

Stedelijke Bereikbaarheid Almere

26

26

nvt

 

nvt

   

Projecten Zuidwest-Nederland

             

A16 Rotterdam (excl. tolopbrengsten)

979

974

2016

2016

2021–2023

2021–2023

 

A4 Vlietland–N14

14

 

2014

2014

2020–2022

2020–2022

 

A24 Blankenburgtunnel (excl. tolopgave)

857

 

2016

2016

2022–2024

2022–2024

 

A58 Aansluiting Goes

9

0

nvt

 

nvt

   

A15 Papendrecht–Sliedrecht

 

6

 

2017

 

2018–2020

 

Rijksbijdrage aan kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding

 

26

         

Projecten Zuid-Nederland

             

A2 't Vonderen–Kerensheide

261

262

2017

2017

2025–2027

2025–2027

 

A27 Houten–Hooipolder

810

860

2017

2017

2023–2025

2023–2025

3)

N65 Vught–Haaren

46

46

         

Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: InnovA58

 

401

         

Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: ITS en Smart Mobility

 

30

         

Projecten Oost-Nederland

             

A12/A15 Ressen–Oudbroeken (excl. tolopbrengsten) (ViA15)

555

541

2016

2017

2019–2021

2021–2023

4)

Terugbetaling regiobijdrage ViA15 (maatregelen OWN)

 

35

         

N35 Zwolle–Wijthmen

48

 

2015

2015

2017–2018

2017–2018

 

N35 Nijverdal–Wierden

122

104

nnb

2018

nnb

2022–2024

5)

A1 Apeldoorn–Azelo

421

424

2017

2017

fase 1: 2019–2021

2020–2022

 
         

fase 2: 2026–2028

2026–2028

 

A1/A30 Barneveld

 

10

       

Projecten Noord-Nederland

             

N33 Zuidbroek–Appingedam

11

96

 

2018

 

2021–2023

6)

Gebonden

             

Projecten Nationaal

             

Reserveringen voor LCC

127

150

   

nvt

 

7)

Tolreservering Blankenburgverbinding en ViA15

108

108

   

nvt

   

Reservering Nalevingskosten SWUNG

 

79

         

Projecten Noordwest-Nederland

             

A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn

300

300

         

Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport

51

49

         

Reservering BenO A6 aansluiting Lelystad

 

1

         

Projecten Zuidwest-Nederland

             

A4 Haaglanden (passage en poorten & inprikkers)

447

448

         

Reservering BenO A4 Vlietland–N14

2

     

nvt

   

Reservering BenO Rijnlandroute

15

     

nvt

   

Reservering BenO Blankenburgverbinding

79

0

   

nvt

   

Reservering BenO A15 Papendrecht–Sliedrecht

 

2

         

Projecten Zuid-Nederland

             

A58 Eindhoven–Tilburg

318

           

A58 Sint Annabosch–Galder

117

           

Reservering BenO A58 Sint Annabosch–Galder

 

11

         

A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken

5

5

         

Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport

25

25

         

Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: A67 Leenderheide-Zaarderheiken

 

150

         

Projecten Oost-Nederland

             

Reservering BenO N35 Wijthem–Nijverdal

1

     

nvt

   

Reservering BenO A1 Apeldoorn–Azelo

19

19

   

nvt

   

Reservering BenO N35 Nijverdal–Wierden

1

1

   

nvt

   

Reservering Terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn–Azelo

29

29

   

nvt

   

Projecten Noord-Nederland

             

Reservering BenO N33 Zuidbroek–Appingedam

4

4

   

nvt

   

Bestemd

355

324

         

Projecten in voorbereiding

             

Projecten Nationaal

             

Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken

             

Projecten Zuidwest-Nederland

             

A20 Nieuwerkerk–Gouwe

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde Risico's

             

Afrondingsverschillen

 

1

         

Totaal programma planuitwerking en verkenning

8.972

8.418

         

Begroting (IF 12.03.02)

8.972

8.418

         

Toelichting:

  • Ad 1) Op artikel 18 stonden budgetten voor Beter Benutten. IF Artikel 18 is zoveel mogelijk toebedeeld over de modaliteiten. Voor meer samenhang is het budget voor Beter Benutten overgeboekt van artikel 18.02 naar artikel 12.03 Verkenningen en Planuitwerkingen, omdat bij Wegen het zwaartepunt ligt.

  • Ad 2) Een overschot binnen het programma A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere in realisatie wordt ingezet voor het deeltraject A9 Amstelveen. Daarnaast is er een scopewijzigingen verwerkt van € 23 miljoen (toevoeging budget).

  • Ad 3) Het taakstelllend budget van de A27 Houten–Hooipolder is met € 48,3 miljoen opgehoogd. Bij uitwerking van het OTB bleek dat op delen van het traject de eerdere versobering teveel impact heeft gehad, en er aanvullend budget nodig is om een robuust ontwerp te kunnen realiseren voor een goede doorstroming en veiligheid.

  • Ad 4) In het najaar 2015 zijn bij vaststelling van het ontwerp-tracébesluit nadere afspraken gemaakt voor het project A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15). Als onderdeel van de afspraken is de bijdrage van de provincie Gelderland aan het project met € 35 miljoen verlaagd om maatregelen te nemen op het onderliggend wegennet nabij het project ViA15. Daarnaast is de meevaller van € 20 miljoen bij het project A12 Ede–Grijsoord conform de bestuurlijke afspraken uit 2013 ingezet voor dit project.

  • Ad 5) Het taakstellend budget van het project N35 Nijverdal–Wierden is gecorrigeerd (€ 18 miljoen) voor verschillende posten die geen onderdeel zijn van de aanleg van de N35 Nijverdal–Wierden. In de gemelde € 122 miljoen zitten verschillende posten die geen onderdeel zijn van het taakstellend budget, waaronder de kosten voor de verkenning en de bijdrage voor N35 Salland–Twentetunnel. Het taakstellend budget voor het project bedraagt € 104 miljoen.

  • Ad 6) Het taakstellend budget voor het project N33 Zuidbroek–Appingedam is opgenomen inclusief de bijdrage van de regio. In de bestuurlijke afspraken is vastgelegd dat de provincie Groningen € 88 miljoen bijdraagt aan het project.

  • Ad 7) De reservering voor LCC (kosten BenO door nieuwe aanlegprojecten) is opgehoogd vanwege de vrijval bij reserveringen voor Beheer en Onderhoud voor specifieke projecten (A24 Blankenburgverbinding).

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen en huisvestingsprojecten boven de € 25 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Het eerste DBFM-contract loopt af in 2022: de N31 Leeuwarden–Drachten.

Inmiddels is wel duidelijk dat mijlpalen rond tijdige beschikbaarheid bij deze projecten gehaald zijn. Zo zijn in 2016 conform planning voltooiingscertificaten afgegeven voor de A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord en de A15 Maasvlakte–Vaanplein. Ook de hoeveelheid meerwerk gedurende de bouwfase is beperkt gebleven. In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 zijn indicatoren opgenomen om de prestaties van (het contractmanagement van) DBFM te monitoren. Het gaat daarbij om prestatie indicatoren zoals tijdigheid (openstelling van het project), beschikbaarheid, wijzigingen en kortingen. Het kabinet heeft daarbij de ambitie geformuleerd om de KPI’s verder uit te breiden en te ontwikkelen, de komende jaren te monitoren en de trendontwikkeling te analyseren.

In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beperken.

Producten

Bij de projecten N31 Leeuwarden Drachten, A12 Lunetten–Veenendaal, 2e Coentunnel en N33 Assen–Zuidbroek, A15 Maasvlakte–Vaanplein en A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord is sprake van volledige beschikbaarheidsvergoedingen. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.

Het afgelopen jaar zijn de aanbestedingen van de A27/A1 Utrecht Noord–Eemnes–Bunschoten, de A6 Almere en de N18 Varsseveld–Enschede afgerond met de Financial Close mijlpaal. De projecten A1/A6 Diemen–Almere Havendreef en de A9 Holendrecht–Diemen (Gaasperdammerweg) verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.

Het afgelopen jaar zijn verder de aanbestedingen gestart van de projecten A16 Rotterdam en de Blankenburgverbinding. De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, zal plaatsvinden na de «financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.

Projectoverzicht Geïntegreerde contractvormen Hoofdwegennet (12.04) (bedragen x € 1 mln)
 

Kasbudget 2016

Projectbudget

Openstelling

Eind contract

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

   

Projectomschrijving

2016

   

2016

 

2016

     

Projecten Noordwest-Nederland

                 

Aflossing tunnels

54

46

– 8

1.237

1.239

 

1)

A10 Tweede Coentunnel

54

59

5

2.221

2.224

2013

2013

2037

2)

A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A1/A6)

36

35

– 1

1.731

1.737

2019

2019

2042

 

A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg)

30

22

– 8

1.066

1.068

2021

2021

nnb

3)

A12 Lunetten–Veenendaal

24

26

2

641

642

2012

2012

2033

 

Projecten Zuidwest-Nederland

                 

A15 Maasvlakte–Vaanplein

142

119

– 23

2.058

2.060

2015

2015

2035

4)

Projecten Zuid-Nederland

                 

A59 Rosmalen–Geffen, PPS

0

0

0

288

288

2005

2005

   

Projecten Oost-Nederland

                 

A12 Ede–Grijsoord

12

7

– 5

166

166

2016

2016

2032

5)

Projecten Noord-Nederland

                 

N31 Leeuwarden–Drachten

6

6

0

166

166

2007

2007

2022

 

N33 Assen–Zuidbroek

13

15

2

350

350

2014

2014

2034

 

Tolgefinancierde uitgaven (NCW)

                 

Tolgefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel

 

0

0

 

316

 

nvt

   

Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen–Oudbroeken (ViA15)

 

0

0

 

286

 

nvt

   

Afrondingen

1

– 1

– 2

           

Totaal

372

334

– 38

9.924

10.542

       

Begroting (IF 12.04)

372

334

– 38

           

Toelichting

  • Ad 1) De jaarlijks aflossing van de Wijkertunnel wordt bepaald op basis van het tarief en de passerende voertuigen. Als gevolg van minder voertuigpassages vallen de uitgaven voor de aflossing van de Tunnel de Noord en de Wijkertunnel lager uit dan geraamd. Daarnaast is de aflossing Wijkertunnel bijgesteld. De nieuwe (lagere) tarieven gelden voor de laatste 10 jaar van het contract.

  • Ad 2) De hogere uitgaven voor A10 Tweede Coentunnel / Westrandweg hebben betrekking op vastgoeduitgaven, en meerwerk voornamelijk op het gebied van tunneltechnische installaties.

  • Ad 3) In 2016 was minder budget nodig als gevolg van het opschuiven van watercompensatie Bijlmerweide en het later afrekenen van het verleggen van kabels en leidingen.

  • Ad 4) De lagere realisatie is het gevolg van een opgelegde korting op de beschikbaarheidsvergoeding door mechanische storingen aan de omloopwielen van de Botlekbrug, alsmede niet gerealiseerde nadeelcompensatie, grondruil gemeente Rotterdam en het niet (tijdig) indienen van eindafrekeningen van kabels en keidingen van beheerders.

  • Ad 5) Doordat geen overeenstemming is bereikt met derden, is in 2016 minder uitgegeven voor Nadeelcompensatie en Boscompensatie. Daarnaast zijn in 2016 minder onvoorziene kosten gemaakt. De post onvoorzien / risicoreservering is naar latere jaren verschoven.

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van RWS en de overige netwerkgebonden kosten verantwoord

12.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord.

Zie toelichting bij Ad 8) onder Tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering.

Licence