Base description which applies to whole site

5.2 Niet-beleidsartikel 95 Apparaat Kerndepartement

Tabel 67 A. Budgettaire gevolgen artikel 95 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

234.043

250.379

266.515

280.987

281.530

277.179

4.351

Uitgaven

234.542

250.379

266.317

280.933

281.554

277.179

4.375

               

Personele uitgaven

189.432

185.942

197.662

209.866

212.310

210.845

1.465

-eigen personeel

180.150

177.316

188.890

202.862

204.681

200.744

3.937

- inhuur externen

4.884

5.190

5.614

4.185

5.330

5.930

‒ 600

- overige personele uitgaven

4.398

3.436

3.158

2.819

2.299

4.171

‒ 1.872

Materiële uitgaven

43.979

63.217

67.336

69.661

67.740

66.334

1.406

- ICT

17.833

23.442

23.719

12.414

17.941

20.547

‒ 2.606

- bijdrage aan SSO's

14.687

15.121

15.926

22.553

22.088

16.303

5.785

- overige materiële uitgaven

11.459

24.654

27.691

34.694

27.711

29.484

‒ 1.773

Begrotingsreserve schatkistbankieren

1.131

1.220

1.319

1.406

1.504

0

1.504

Ontvangsten

3.000

2.428

1.980

3.192

3.653

567

3.086

1

Stand inclusief amendementen, moties, NvW en ISB

Het Ministerie van OCW heeft de apparaatskosten technisch verdeeld naar instrumenten (Personeel en Materieel) op basis van de realisatiecijfers van voorgaande jaren. Het Ministerie van OCW stuurt op het totaal toegewezen budget aan de organisatieonderdelen en niet per instrument.

Uitgaven

De uitgaven voor de apparaatskosten van het Ministerie van OCW zijn in 2021 € 4,4 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit is het saldo van een groot aantal mutaties die grotendeels in de Suppletoire Begrotingen zijn toegelicht:

  • de personele uitgaven zijn per saldo € 1,5 miljoen hoger dan begroot. De materiële uitgaven zijn per saldo € 1,4 miljoen hoger dan begroot. Dit is vooral het gevolg van loon- en prijsontwikkelingen;

  • de ontvangen risicopremie in 2021 bedraagt € 1,5 miljoen. Het Ministerie van OCW staat garant voor onderwijsinstellingen en rijksmusea die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat het Ministerie van OCW hierdoor loopt, wordt een vergoeding (risicopremie) ontvangen. Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren. In de saldibalans is bij de post begrotingsreserve voor risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen een tabel opgenomen met de stand en de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten is in 2021 € 3,1 miljoen hoger dan geraamd. Voor € 1,5 miljoen betreft dit de risicopremie die het Ministerie van OCW ontvangt voor het garant staan voor onderwijsinstellingen en rijksmusea die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Verder betreft het extra terugontvangsten uit voorgaande jaren van uitvoeringsorganisaties en voor uitgaande detacheringen.

Tabel 68 B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en zelfstandige bestuursorganen/rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1 miljoen)
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

234,5

250,4

266,3

280,9

281,6

277,2

4,4

Kerndepartement

131,8

143,1

154,7

160,8

168,0

166,1

1,9

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

32,9

34,9

36,8

42,0

39,9

37,0

2,9

Inspectie van het Onderwijs

61,5

64,6

66,5

66,7

63,7

66,6

‒ 2,9

Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

2,4

2,3

2,5

3,7

3,9

2,4

1,5

Onderwijsraad

2,3

2,2

2,4

2,4

2,2

2,4

‒ 0,2

Raad voor Cultuur

2,5

2,0

2,2

4,0

2,5

2,1

0,4

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

1,1

1,3

1,2

1,3

1,4

0,6

0,8

               

Totaal apparaatskosten agentschappen

             

Dienst Uitvoering Onderwijs

314

327

319

324

356

295

61,1

Nationaal Archief

37

39

41

42

43

42

0,6

             

0,0

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's

           

0,0

Stichting Fonds voor de Podiumkunsten

6,1

7,0

7,9

7,1

PM1

5,7

PM

Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

2,6

2,8

3,5

5,6

PM1

4,3

PM

Stichting Mondriaanfonds

2,9

3,2

3,2

3,5

PM1

4,3

PM

Stichting Nederlands Filmfonds

3,9

4,3

4,5

4,9

PM1

4,8

PM

Stichting Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie

1,9

2,0

2,6

2,8

PM1

2,8

PM

Stichting Nederlands Letterenfonds

2,7

2,8

3,1

3,2

PM1

3,3

PM

Bureau Architectenregister

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Commissariaat voor de Media (CvdM)

7,4

6,6

4,9

4,8

4,9

4,8

0,1

Nederlandse Publieke Omroep (NPO)

1,5

2,1

2,4

2,6

PM1

2,3

PM

Stichting Regionale Publieke Omroep (RPO)

1,5

1,0

1,0

1,0

PM1

1,1

PM

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

3,6

4,3

4,9

4,6

4,1

4,5

‒ 0,4

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)

14,1

54,2

56,7

53,9

PM1

61,7

PM

Koninklijke Bibliotheek (KB)

36,7

63,1

60,7

60,2

PM1

65,8

PM

Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

47,4

208,0

219,1

214,5

PM1

213,5

PM

Stichting Participatiefonds

2,1

2,0

2,0

2,0

PM

2,0

PM

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

15,3

15,3

15,3

15,3

PM1

15

PM

Stichting Vervangingsfonds

2,8

2,7

2,7

2,7

PM1

2,7

PM

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

0,5

0,6

1

0,5

PM1

1

PM

1

De realisatiecijfers van 2021 zijn nog niet bekend.

Licence