Op dit artikel worden de producten op het gebied van instandhouding verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Integraal Waterbeleid op de Begroting hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | ||
Verplichtingen | 179.822 | 138.955 | 222.293 | 268.281 | 330.693 | 363.954 | ‒ 33.261 | 1 |
Uitgaven | 194.722 | 143.892 | 229.412 | 261.437 | 338.169 | 371.642 | ‒ 33.473 | |
3.01 Exploitatie | 7.411 | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.028 | ‒ 724 | |
3.01.01 Exploitatie watermanagement | 7.411 | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.028 | ‒ 724 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 7.411 | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.028 | ‒ 724 | |
3.02 Onderhoud en vernieuwing | 187.311 | 136.434 | 221.603 | 253.409 | 330.865 | 363.614 | ‒ 32.749 | 2 |
3.02.01 Onderhoud waterveiligheid | 135.784 | 91.761 | 177.644 | 144.350 | 224.046 | 253.507 | ‒ 29.461 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 135.784 | 91.761 | 177.644 | 144.350 | 224.046 | 253.507 | ‒ 29.461 | |
3.02.02 Onderhoud zoetwatervoorziening | 27.744 | 29.190 | 34.797 | 99.251 | 87.700 | 94.939 | ‒ 7.239 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 27.744 | 29.190 | 34.797 | 99.251 | 87.700 | 94.939 | ‒ 7.239 | |
3.02.03 Vernieuwing | 23.783 | 15.483 | 9.162 | 9.808 | 19.119 | 15.168 | 3.951 | |
3.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 4.714 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De per saldo lagere verplichtingen (€ -33,2 miljoen) is het gevolg van:
• het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn gebracht met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023)
(€ -51,4 miljoen);
• door vertraging in het project zal de verplichtingenbudget naar 2024 gaan ten behoeve van de gunning voor de renovatie Krammersluizen naar (€ -14,3 miljoen);
• verrekening herstelmaatregelen hoogwater Limburg. Vrijwel alle schademeldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget is teruggegeven aan Ministerie van Financiën (€ -8,2 miljoen);
• loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 17,1 miljoen);
• schuif van verplichtingenbudget naar 2023 voor de vervanging van de pompen IJmuiden (€ 17,0 miljoen)
• loon- en prijsbijstelling 2022, nacalculatie naar aanleiding van Kabinetsbesluit bij Najaarsnota 2022 (€ 2 miljoen);
• het restant betreft mutaties < € 1 miljoen (€ 4,6 miljoen).
9. De lagere realisatie op onderhoud waterveiligheid (€ -29,5 miljoen) is het gevolg van:
• het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn gebracht met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023)
(€ -36,3 miljoen);
• verrekening herstelmaatregelen hoogwater Limburg. Vrijwel alle schademeldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget is teruggegeven aan Ministerie van Financiën (€ -8,2 miljoen);
• loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 12,0 miljoen);
• loon- en prijsbijstelling 2022, nacalculatie naar aanleiding van Kabinetsbesluit bij Najaarsnota 2022 (€ 2,0 miljoen)
• diverse kleinere mutaties per saldo € 1,0 miljoen.
De lagere realisatie op onderhoud zoetwatervoorziening (€ -7,2 miljoen) is het gevolg van:
• het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn gebracht met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023) (€ -13,9 miljoen);
• loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 4,6 miljoen);
De hogere realisatie op vernieuwing (€ 3,9 miljoen) is het gevolg van:
• uitgaven voor vervanging pompen IJmuiden (€ 2,4 miljoen);
• uitgaven voor de planuitwerking en voorbereiding van de realisatie bediening en besturing Maas objecten (€ 1,5 miljoen).
Het restant betreft met name de verschuiving van de projecten Sturenmaas, waar meer tijd wordt genomen voor de planfase en de kasschuif naar latere jaren.
3.01 Exploitatie
Motivering
Met exploitatie streeft IenW naar:
– Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;
– Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater;
– Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Producten
Over exploitatie worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
– Monitoring waterstanden, waterkwaliteit en informatievoorziening;
– Crisisbeheersing en -preventie;
– Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
– Het nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);
– Regulering waterverdeling (operationele modellen actualiseren en toepassen, bediening (stormvloed)keringen, stuwen, gemalen en spuien).
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de Rijkswateren zijn:
– Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
– Het kunnen beschikken over voldoende water in de Rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties.
Daarnaast is zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het water systeem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater , naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.
3.01.01 Exploitatie Watermanagement
Omvang Areaal | Areaaleenheid | 2020 | 2021 | 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Watermanagement | km2 water | 90.189 | 90.187 | 90.219 | 90.213 | 90.188 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
In 2023 is de te beheren omvang van het water afgenomen, met name op het Markermeer: enerzijds door de aanleg van de wijk Strandeiland (gemeente Amsterdam) en anderzijds zijn de Markerwadden nu definitief ingetekend in de systemen. Beide wijzigingen waren niet meegenomen in de begroting 2023. De kleine toename voorzien in de begroting ten gevolge van de KRW maatregelen is deels gerealiseerd. De toename ten opzichte van de begrotingcijfers komt door verbeterde registratie van de kust van het Haringvliet en de Maasvlakte en de water- en oeverlijn van de Westerschelde in 2022 en is reeds toegelicht in het Jaarverslag 2022.
Indicatoren | 2020 | 2021 | 2022 | Realisatie 2023 | Streefwaarde 2023 | toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen. | 100% | 96% | 100% | 99% | 95% | 1 |
Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden | 50% | 100% | 75% | 100% | 100% | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen, voldoende wateraanvoer en bestrijden verzilting.
1. De eerste indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. RWS verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen. De informatievoorziening voldeed in 2023 aan de norm.
2. De streefwaarde voor ‘Waterhuishouding op orde’ is gesteld op 100%, die gerealiseerd wordt als alle vier onderliggende indicatoren voldoen aan de prestatieafspraak. De totale PIN scoort lager dan 100% zodra overlast ontstaat door het onvoldoende realiseren van afspraken die zijn vastgelegd in Waterakkoorden en Peilbesluiten.
In 2023 zijn de streefwaarden van alle vier onderliggende indicatoren gehaald.Ten aanzien van de indicator «Waterhuishouding op orde» is nog het volgende op te merken:
– De stuwen Lith en Borgharen kunnen sinds medio november 2023 niet volledig gestreken worden. Bij elk van de stuwen is een van de schuiven onbruikbaar als gevolg van een defect. Daardoor wordt water stroomopwaarts opgestuwd bij afvoeren vanaf circa 1.000 m³/s . Het herstel van de schuiven zal na de hoogwaterperiode plaatsvinden.
– Het is in september 2023 enkele malen voorgekomen dat drie van de zes pompen van gemaal IJmuiden niet binnen de gestelde tijd beschikbaar waren bij een significante neerslagverwachting. Het leidde niet tot peiloverschrijdingen.
– Bij Sluis IV in Haghorst op het Wilhelminakanaal is in november 2023 een storing opgetreden aan de spuivoorziening, waardoor de vaarweg gestremd moest worden. Door met spoed beheersmaatregelen uit te voeren is de waterbeheersing niet in gevaar gekomen. Om de waterstand te kunnen blijven reguleren, wordt bij Sluis IV gespuid door de scheepvaartkolk, waardoor de scheepvaart sinds zaterdag 18 november 2023 gestremd is. Op dit moment is nog niet in te schatten hoe lang het herstelwerk gaat duren.
3.02 Onderhoud en vernieuwing
Motivering
Onderhoud en vernieuwing omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening. Het is gericht op het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.
Producten
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangegeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.
Voor het Hoofdwatersysteem beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2023 € 260 miljoen, daarvan was € 30,3 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2022 is het achterstallig onderhoud met € 14,3 miljoen toegenomen
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar de bijlage 1 'Instandhouding netwerken Rijkswaterstaat' bij dit Jaarverslag
Meetbare gegevens
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdwatersysteem | 106 | 8 | 159 | 1 | 190 | 3 | 249 | 16 | 260 | 30 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2017).
2. Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
3. Beheer en onderhoud uiterwaarden.
RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de storm vloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn. De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats. Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Er wordt hier alleen gerapporteerd over het areaal dat in beheer van het Rijk is.
ad 1. Kustlijnhandhaving Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu tekort aan zand mede als gevolg van de zeespiegelstijging. Tevens wordt ook extra zand in het kustfundament gesuppleerd om de zandverliezen deels te compenseren. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stroomvloedkeringen
– Rijkswaterkeringen: RWS beheert en onderhoudt 202 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
– Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen, omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Voor wat betreft de Rijkskeringen gaat het met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid Holland. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 604 kilometer niet-primaire waterkeringen (voornamelijk kanaaldijken) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2015 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies. In 2021 is de toetsing van de regionale Rijkskeringen afgerond en aangeboden aan de Tweede Kamer. In 2022 is een eerste voortrollend versterkingsprogramma voor de regionale keringen opgesteld.
– Stormvloedkeringen: Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn primaire waterkeringen die vallen onder de Waterwet. Het Rijk heeft sinds 2018 zes stormvloed keringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandsche IJsselkering, de stormvloedkering Ramspol en de Haringvlietsluizen. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van schuiven en overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties uitgevoerd.
ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Het Rijk beheert 5.183 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren.
3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. De beoogde functies voor waterverdeling zijn opgenomen in het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 (voorheen Beheerplan voor de Rijkswateren).
Dit betreft onder meer het beheer en onderhoud aan:
– Waterverdeling en peilbeheer;
– Stuwende en spuiende kunstwerken;
Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk «Anders omgaan met water; Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21) en de maatregelen in het kader van Natura-2000. Natura-2000 streeft naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken.
Binnen het Deltaprogramma Zoetwater worden de functies voor waterverdeling geanalyseerd om knelpunten op te sporen. Dit gebeurt aan de hand van het instrument waterbeschikbaarheid. Door middel van een dialoog met gebruikers zijn de functies voor waterverdeling en de daaraan gekoppelde activiteiten in 2023 en de jaren daarvoor in beeld gebracht en zijn waar mogelijk geoptimaliseerd.
Meetbare gegevens
Beheer en onderhoud
In onderstaande figuur is een verdeling gegeen van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringe, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Omvang Areaal | Eenheid | Realistie omvang 2020 | Realisatie omvang 2021 | Realisatie omvang 2022 | Realisatie omvang 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Kustlijn | km | 293 | 293 | 293 | 293 |
Stormvloedkeringen | stuks | 6 | 6 | 6 | 6 |
Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.: | |||||
– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen | km | 195 | 201 | 201 | 202 |
– Niet-primaire waterkeringen/duinen | km | 625 | 623 | 604 | 604 |
– Uiterwaarden in beheer Rijk | ha | 5.185 | 5.183 | 5.182 | 5.183 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
De werkelijke lengte van de primaire waterkeringen is in 2023 iets afgenomen door de sloop van de Roggebotsluizen. Dit was gepland voor 2022, maar is pas in 2023 gerealiseerd. De netto toename wordt veroorzaakt door kleine administratieve verbeteringen.
Een kleine toename van de niet-primaire-keringen, die was voorzien in de begroting 2023 (Verbreding Twentekanalen, fase 2) is doorgeschoven naar 2024. Hierdoor is de werkelijke lengte gelijk gebleven. De hernieuwde inventarisatie van de duinen in 2022 zorgde voor een afname ten opzichte van de begroting 2023 (reeds vermeld in Jaarverslag 2022).
Het oppervlak uiterwaarden is in 2023 netto iets toegenomen. Enerzijds is er een toename door de sloop van de Roggebotsluis en uitbreiding van de uiterwaarden eromheen. Anderzijds hebben diverse realisaties van nevengeulen (KRW) geresulteerd in een afname van de uiterwaarden, zoals bij het Zwarte Water. De afname is lager dan in de begroting was voorzien omdat de realisatie van een aantal KRW-projecten nog niet in 2023 heeft plaatsgevonden.
Indicator | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Streefwaarde 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn). | 91% | 90% | 91% | 93% | 90% | 1. |
De zes stormvloedkeringen zijn tijdens het stormseizoen steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. De Indicator is het percentage van het aantal stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis of het beschermingsniveau. | 83% | 83% | 83% | 100% | 100% | 2. |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
1. De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken. De ligging van de basiskustlijn wordt iedere 6 jaar herijkt, voor het laatst in 2017. Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan en worden door middel van het programma voor kustsuppletie gecorrigeerd. Deze kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat tenminste 90 procent van de kustlijn op zijn plaats blijft. Ook in 2023 is deze streefwaarde gehaald.
2. De indicator Stormvloedkeringen is erop gericht dat de zes stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkanseis of voldoen aan de toetsing op de wettelijk vastgestelde eis m.b.t. het overstromingsrisico (Oosterscheldekering, Haringvlietsluizen). Realisatie op deze indicator is 100% in 2023.
Stormvloedkeringen | Type norm | Realisatie 2023 | Streefwaarde 2023 | Norm waterwet |
---|---|---|---|---|
Maeslantkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:105 | 1:100 | 1:100 |
Hartelkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:13 | 1:10 | 1:10 |
Hollandsche IJsselkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:1344 | 1:200 | 1:200 |
Ramspolkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:257 | 1:100 | 1:100 |
Oosterscheldekering | Faalkans per jaar | 1:10.000 | 1:10.000 | 1:10.000 |
Haringvlietsluizen | Faalkans per jaar | 1:1.00 | 1:1.000 | 1:1.000 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijktrajecten, ook wel aangeduid als het «achterland». Gegeven de veiligheidseis aan het achterland, en de hoogte en sterkte van de waterkerende objecten die het achterland beschermen kan afgeleid worden welke aanvullende veiligheid, in termen van waterstandsverlaging, de keringen moeten borgen. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.
Voor stormvloedkeringen met maximaal twee kerende deuren of balgen, kan het effect op de waterveiligheid van het achterland direct worden door vertaald naar de prestatie-eis. Dit geldt voor de Ramspolkering, de Maeslantkering, de Hartelkering en de Hollandsche IJsselkering. De Maeslantkering mag bijvoorbeeld per honderd sluitvragen hooguit één keer falen (1:100).
De methodiek van faalkansberekening is bij de Oosterscheldekering en Haringvlietsluizen afwijkend van de andere stormvloedkeringen vanwege de constructie met 62 resp. 17 schuiven. Bij deze keringen is het van belang dat de combinatie wordt gemaakt van de verschillende faalscenario’s (partieel falen) en het gecombineerde effect daarvan op de waterstanden achter de keringen. Als de berekende prestatiepeilen onder de gehanteerde beoordelingspeilen liggen voldoen deze keringen aan de wettelijk vastgestelde eis m.b.t. het overstromingsrisico, waarbij de kans wordt uitgedrukt in jaren (Bijvoorbeeld 1: 10.000 jaar).
Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de basiskustlijn is overschreden.
Figuur 4
Toelichting
Het streven is dat minimaal 90% de kustlijn zeewaarts ligt van de basiskustlijn. In Figuur 4 is weergegeven hoe afgelopen jaren gepresteerd is op dat onderdeel, hoeveel zand er gesuppleerd is. In 2023 is er 12,9 mln. m³ gesuppleerd.
Suppleren voor kustlijnzorg Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven, is een zandsuppletieprogramma opgesteld en worden meerjarige contracten afgesloten. Het suppletieprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van de laatste kustmetingen. De inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang de specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd, is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met meerjarige contracten. Binnen het contract hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden.
Suppleren voor kustlijnzorg
Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven, is een zandsuppletieprogramma opgesteld en worden meerjarige contracten afgesloten. Het suppletieprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van de laatste kustmetingen. De inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang de specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd, is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met meerjarige contracten. Binnen het contract hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden.
Realisatie in miljoen m3 | Prognose in miljoen m3 | Prognose in miljoen m3 | |
---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | |
Handhaven basiskustlijn en kustfundament | 12,9 | 12,7 | 7 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
In 2023 is er 12,9 Mm³ gesuppleerd, ongeveer gelijk aan de verwachting. De prognose voor 2024 is dat in totaal 4,1 Mm³ wordt gesuppleerd. In 2024 zal er dus relatief weinig gesuppleerd worden. Dat komt doordat 2024 het startjaar is van een nieuw programma. Dit betekent dat er de jaren erna meer gesuppleerd zal worden, om tot een totaal van 40 Mm³ in 4 jaar te komen.
Areaal Zoetwatervoorziening | Eenheid | Omvang gerealiseerd 2023 | Omvang begroot 2023 | Gerealiseerd budget 2023 x € 1 mln | Totaal budget 2023 x € 1 mln. |
---|---|---|---|---|---|
Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen)1 | km2 | 3.024 | 3.045 | ||
Aantal kunstwerken | stuks | 117 | 116 | ||
Totaal | 99.251 | 97.102 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2023
Toelichting
Het werkelijk aantal kunstwerken (Spuisluizen, Stuwen en Gemalen) is in 2023 met twee afgenomen, door de sloop van de Roggebotspuisluizen. Dit was gepland voor 2022, maar is pas in 2023 gerealiseerd. De toename ten opzichte van de begroting wordt verklaard door administratieve verbeteringen in de classificatie van objecten, zoals een tweetal objecten die als waterreguleringswerk in de systemen stonden, maar volgens de definitie spuisluizen zijn.
3.02.03 Vernieuwing
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk zal toenemen.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Meetbare gegevens
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige verantwoordingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de Stuwen Maas, Landelijk Meetnet Water, Sluiscomplex IJmuiden, o.a. nieuwe pomp, Bediening en Besturing Maasobjecten, Onderzoeksprogramma, Kennisprogramma Natte Kunstweken en Sluisjes ARK.