De overheid biedt jonggehandicapten arbeids- en inkomensondersteuning.
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) bestaat met ingang van 2021 uit twee groepen jonggehandicapten: personen met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie en personen die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
De groep met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie bestaat uit jonggehandicapten die zijn ingestroomd vanuit de «oude Wajong» (tot 2010) en de «Wajong2010» (2010 tot 2015). Voor deze groep staat arbeidsparticipatie centraal. De overheid zet in op het vergroten van de arbeidsparticipatie van deze groep via arbeidsondersteuning. Daarnaast zet de overheid in op inkomensondersteuning, waarbij (meer) gaan werken moet lonen. Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom meer van jonggehandicapten met mogelijkheden tot arbeidsparticipatie in de Wajong. Deze groep komt nu doorgaans in aanmerking voor de Participatiewet.
De tweede groep heeft duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Deze groep bestaat uit mensen die vanuit de «oude Wajong», «Wajong2010» en de «Wajong2015» (sinds 2015) zijn ingestroomd. De overheid heeft voor deze groep als doel te voorzien in een inkomensvoorziening.
Als het totale inkomen van een persoon met een Wajong-uitkering en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.
De Minister stimuleert het vinden van werk met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan UWV en een subsidieregeling voor scholing aan jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. De Minister financiert de inkomensondersteuning via het verstrekken van uitkeringen. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de uitkeringen uit hoofde van de Wajong;
– het ter beschikking stellen van middelen voor het aan het werk helpen van mensen die arbeidsmogelijkheden hebben;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV.
De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de fiscale wet- en regelgeving. Wanneer fiscale instrumenten worden ingezet om doelstellingen in het kader van het jonggehandicaptenbeleid te realiseren, zoals bijvoorbeeld de jonggehandicaptenkorting, is de Minister van SZW hiervoor medeverantwoordelijk.
In 2023 is het experiment bredere inzet re-integratie instrumenten gestart. In het Tijdelijk besluit experiment bredere inzet re-integratie instrumenten is geregeld dat, bij wijze van experiment, tijdelijk afgeweken mag worden van een aantal wettelijke bepalingen met betrekking tot de inzet van re-integratie instrumenten, om te onderzoeken of op deze wijze de arbeidsparticipatie van personen die zijn aangemerkt als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt kan worden bevorderd. Dat betekent dat UWV instrumenten zoals proefplaatsing en loondispensatie kan inzetten voor mensen in de Wajong en WIA die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 717).
Het experiment wordt volgens planning in twee delen geëvalueerd. Voor 1 april 2026 volgt een tussentijdse evaluatie en uiterlijk op 1 juli 2029 volgt een eindevaluatie.
Het kwalitatieve onderzoek naar de beleving van mensen met een Wajong-uitkering van de Wet vereenvoudiging Wajong heeft vertraging opgelopen. Dit onderzoek wordt nu voorzien in 2024. Hetzelfde geldt voor het syntheserapport Wajong-dienstverlening. Deze onderzoeken zijn input voor de wetsevaluatie Wet vereenvoudiging Wajong en de periodieke evaluatie Wajong, welke beide in 2025 worden opgeleverd.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 3.329.000 | 3.430.369 | 3.567.679 | 3.717.894 | 4.139.039 | 3.763.461 | 375.578 |
Uitgaven | 3.329.000 | 3.430.369 | 3.567.679 | 3.717.894 | 4.139.039 | 3.763.461 | 375.578 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
Wajong | 3.237.900 | 3.344.369 | 3.500.579 | 3.640.394 | 4.064.100 | 3.682.442 | 381.658 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
Re-integratie Wajong | 91.100 | 86.000 | 67.100 | 77.500 | 74.939 | 81.019 | ‒ 6.080 |
Ontvangsten | 24.026 | 22.340 | 28.494 | 4.901 | 41.861 | 0 | 41.861 |
Ontvangsten | |||||||
Restituties | 24.026 | 22.340 | 28.494 | 4.901 | 41.861 | 0 | 41.861 |
Inkomensoverdrachten
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong biedt inkomensondersteuning aan mensen die voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geworden en geen arbeidsverleden hebben en aan hen die tijdens hun studie voor het bereiken van de 30-jarige leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geworden. De Wajong wordt uitgevoerd door UWV.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten Wajong zijn € 382 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door indexatie van de uitkeringsbedragen (circa € 463 miljoen). Het resterende verschil (- € 81 miljoen) kan worden verklaard door een neerwaartse bijstelling op de instroom Wajong2015 naar aanleiding van realisatiecijfers en een neerwaarste bijstelling van de gemiddelde jaaruitkering door relatief meer werkende uitkeringsgerechtigden met arbeidsvermogen.
Beleidsrelevante kerncijfers.
Het aantal Wajonguitkeringen valt iets lager uit dan bij de begroting 2023 is geraamd. Dit komt door een lager aantal uitkeringen bij de oude Wajongregelingen (oude Wajong en Wajong2010).
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Begroting 2023 | Verschil 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen, ultimo) | 2441 | 2431 | 2432 | 2442 | 2451 | 247 | ‒ 2 | ||
waarvan oude Wajongregelingen | 2321 | 2271 | 2232 | 2192 | 2152 | 216 | ‒ 1 | ||
waarvan met arbeidsvermogen (%) | 501 | 491 | 492 | 492 | 492 | 49 | 0 | ||
waarvan Wajong2015 | 121 | 161 | 212 | 252 | 302 | 30 | 0 | ||
Instroom Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen)1 | 5,8 | 6,4 | 6,23 | 6,4 | 6,8 | 6,8 | 0,0 | ||
Uitstroom Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen)1 | 6,8 | 7,5 | 5,74 | 5,5 | 5,6 | 5,1 | 0,5 | ||
Aandeel Wajongers met arbeidsvermogen dat werkt (%)1 | 51 | 49 | 54 | 55 | 56 | 54,2 | 1,8 |
Handhaving
De gepercipieerde detectiekans is wederom iets verder toegenomen. Het aantal onderzochte en geconstateerde overtredingen is in 2023 gelijk gebleven ten opzichte van 2022. Het totale benadelingsbedrag is daarentegen iets hoger.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Preventie | Gepercipieerde detectiekans (%) | 721 | ‒2 | 553 | 563 | 583 | |||||
Kennis van de verplichtingen (%) | 851 | ‒2 | 883 | 893 | 893 | ||||||
Opsporing4 | Aantal beslissingen op onderzoekswaardige signalen (x 1.000) | 3,6 | 2,3 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | |||||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)5 | 2,3 | 1,4 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | ||||||
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 5,6 | 4,4 | 1,8 | 1,1 | 1,3 | ||||||
Sanctionering4 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | 0,7 | 0,5 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |||||
Aantal boetes (x 1.000) | 1,0 | 0,7 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | ||||||
Totaal boetebedrag (x € 1 mln) | 0,7 | 0,6 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | ||||||
Ontstaansjaar vordering | |||||||||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||||||
Terugvordering4 | Incassoratio vorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2023 (%) | 56 | 41 | 28 | 19 | 3 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Re-integratie Wajong
Voor jonggehandicapten is onder artikel 4 een begrotingsgefinancierd re-integratiebudget beschikbaar om hen zo nodig te begeleiden op weg naar werk en te ondersteunen zodra zij werk hebben. Dit budget is bestemd voor de inzet van trajecten gericht op het vinden van werk, voorzieningen na werkaanvaarding (waaronder jobcoaching) en voor de financiering van de subsidieregeling voor scholing aan jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. Jonggehandicapten met arbeidsvermogen zijn verplicht om mee te werken aan re-integratie.
UWV beschikt over één taakstellend re-integratiebudget voor de inzet van trajecten en voorzieningen voor de ondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wajong, WIA, WAO, WAZ, ZW en WW). Het premiegefinancierde deel van het re-integratiebudget heeft betrekking op de WIA, WAO, WAZ, ZW en WW en wordt verantwoord in artikel 3. In tabel 39 is het totale budget dat voor UWV beschikbaar is voor de inkoop van re-integratietrajecten en werkvoorzieningen te zien, voor zowel WIA/WAO/WAZ/ZW/WW als Wajong.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie van het begrotingsgefinancierde re-integratiebudget is € 6,1 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Deze middelen zijn incidenteel naar beneden bijgesteld op basis van prognoses van UWV.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen een terugbetaling van UWV aan te veel ontvangen middelen in 2022. Het voorschot dat in 2022 aan UWV is overgemaakt ten behoeve van de Wajong bleek op basis van het jaarverslag circa € 42 miljoen hoger dan de daadwerkelijke uitgaven in 2022. Dit kan worden verklaard doordat de gemiddelde jaaruitkering te hoog lag en een daling van de instroom van de Wajong2015. Dit bedrag is in 2023 terugbetaald.