Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 5 Jeugd

Kinderen in Nederland groeien gezond en veilig op, ontwikkelen hun talenten en doen mee aan de samenleving.

Ouders /verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen.Als ouders of het ondersteunende sociale netwerk hun rol niet kunnen vervullen, is er een taak weggelegdvoor de overheid om jeugdigen met hulp op maat naar een zelfstandige toekomst te leiden. Kinderen wiens veiligheid in het geding is of die in hun ontwikkeling worden bedreigd, moeten passende hulp krijgenen indien nodigin bescherming wordengenomen.

Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de ondersteuning, hulp en zorg van jeugdigen (jeugdhulp). De ministers van VWS en JenV zijn systeemverantwoordelijk voor het gedecentraliseerde stelsel van jeugdhulp, waaronder het wettelijk kader (de Jeugdwet).

De minister is verantwoordelijk voor:

Regisseren: van het wettelijk kader. De Jeugdwet bevat regels voor de inrichting van het jeugdstelsel waaraan gemeenten, jeugdhulpaanbieders en andere partijen moeten voldoen, onder andere op het gebied van toegang, kwaliteit en beleidsinformatie. De minister voert bestuurlijk overleg met de relevante actoren gericht op het realiseren van de maatschappelijke doelen van het jeugdstelsel. De Inspectie Gezondheidszorgen Jeugd (IGJ) en de Inspectie van Justitie en Veiligheid (JenV) zijn verantwoordelijk voor onafhankelijk toezicht op de aanbieders van jeugdhulp. De Jeugdautoriteit heeft de taak om risico's met betrekking tot de continuïteit van cruciale zorg voor jeugdigen te signaleren,  tevoorkomen en op te kunnen vangen. De minister is bovendien verantwoordelijk voor het monitoren en evalueren van de werking van het jeugdstelsel.

Financieren: van de gemeenten via het gemeentefonds en uitkeringen om hun verantwoordelijkheid voor jeugdhulp op grond van de Jeugdwet waar te kunnen maken. Uitvoeren van de Subsidieregeling schippersinternaten en subsidiëren van vertrouwenswerken de kindertelefoon.

Stimuleren: de minister bevordert dat de actoren in het jeugdstelsel de jeugdhulp merkbaaren meetbaar beter maken voor de cliënt,de kwaliteit van de jeugdhulp borgen en waar nodig verbeteren. Verbetering van de samenhang tussen beleiden uitvoering op de terreinen van zorg, school en werk. Zorgen voor een landelijke kennisinfrastructuur voor  beleidsontwikkeling en -implementatie en zorgvernieuwing.

Hervormingen jeugdzorg

Op 19 juni 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld.74 Deze agenda, die gemeenten, aanbieders, professionals, cliëntorganisaties en het Rijk gezamenlijk hebben opgesteld, bevat maatregelen om het jeugdzorgstelsel kwalitatief te verbeteren, maar ook financieel houdbaar te krijgen, zodat voor jeugdigen die dat nodig hebben tijdig passende zorg en ondersteuning beschikbaar is. Met de Hervormingsagenda beogen we knelpunten structureel aan te pakken:75

  • We helpen jeugdigen en hun gezin als dat écht nodig is.

  • We maken expliciete keuzes over de reikwijdte van de jeugdhulpplicht en werken aan het normaliseren van vraagstukken waar jeugdigen tegenaan lopen.

  • We versterken de sociale en pedagogische basis en zorgen voor een integrale aanpak bij problematiek in een gezin, al in de toegang en zetten in op het verbeteren van de kwaliteit en effectiviteit van jeugdzorg.

  • We maken de beweging naar de voorkant: we versterken het wijkgericht werken, waar hulp en ondersteuning integraal wordt aangeboden aan jeugdigen én hun gezin, en zetten in op brede preventie;we zorgen ervoor dat hulp beschikbaar is voor de meest kwetsbare jeugdigen.

  • We gaan de specialistische jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen beter (en dus op grotere schaal) organiseren.76

In dat kader zijn verschillende maatregelen uitgevoerd, zoals beschreven in de Voortgangsbrief Jeugd van 18 december 2023.77 Het betreft onder andere de volgende maatregelen:

  • Er is gewerkt aan een wetsvoorstel met betrekking tot de reikwijdte, dat gemeenten meer handvatten moet geven om jeugdhulp in te zetten voor jeugdigen en gezinnen in de meest kwetsbare situaties. Het streven is het wetsvoorstel zo snel mogelijk in consultatie te brengen. Ook is gewerkt aan een handreiking (die begin 2024 beschikbaar is) met daarin concrete aanbevelingen voor de wijze waarop gemeenten in hun verordening de reikwijdte kunnen aanpassen binnen de mogelijkheden van de huidige Jeugdwet.

  • Samen met de ministeries van OCW en SZW en met een groot aantal veldpartijen werkt het ministerie van VWS aan de verbindingsroute opvang, onderwijs en zorg om de samenwerking in de pedagogische basis te verbeteren en meer collectieve ondersteuning te realiseren.

  • VNG is met gemeenten en relevante partijen gestart met de uitwerking van een richtinggevend kader voor de toegang en lokale teams, waarin ook de overgang van 18- naar 18+ wordt meegenomen. Tegelijkertijd is een ondersteuningslijn ‘stevige lokale teams’ gestart met ondersteuningstrajecten richting gemeenten.

  • In 2023 is het wetsvoorstel ‘Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg’ voor advies ingediend bij de Raad van State. Half december is het advies ontvangen. VWS bekijkt of dit leidt tot aanpassing van wetsvoorstel en/ of de toelichting.

  • In 2023 hebben de Tweede en Eerste Kamer met het wetsvoorstel ‘Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp’ ingestemd. De wet is met ingang van 1 januari 2024 van kracht geworden. Op basis van de wet heeft VWS nadere voorwaarden verbonden aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de gesloten jeugdhulp. Die heeft VWS verder uitgewerkt in het gewijzigde Besluit Jeugdwet. Tot de door VWS opgestelde wijzigingen behoren ook nadere regels voor het borgen van de fysieke en sociale veiligheid van jeugdigen en jeugdhulpverleners in de gesloten jeugdhulp. Daarnaast heeft VWS in 2023 een wijziging van de Regeling Jeugdwet voorbereid waardoor het zak- en kleedgeld van jeugdigen in de residentiële jeugdhulp geregeld is.

  • Voor het verbeteren van de kwaliteit en het ‘blijvend leren’ in de jeugdhulp is een duurzame infrastructuur ingericht. Hierdoor kunnen aan de hand van een onderzoeks- en implementatieagenda gedragen kwaliteitskaders voor (het merendeel van) de jeugdhulp worden ontwikkeld en is ondersteuning beschikbaar. Het vormt daarmee een onderlegger voor beleid en uitvoering in het kader van de jeugdhulp.

  • Om handelingsperspectief te bieden aan de partijen die aan de slag zijn en gaan met de implementatie van de Hervormingsagenda, is in november 2023 een implementatieplan vastgesteld.

  • Het Rijk en de VNG hebben gewerkt aan de inrichting van de deskundigencommissie. Het streven is de inrichting begin 2024 gereed te hebben. De commissie zal in 2025 en 2028 advies geven over de stand van de uitvoering van de Hervormingsagenda, waaronder of de beoogde beweging in het stelsel tot stand komt en hoe om te gaan met een afwijkende uitgavenontwikkeling.

Daarnaast is onder andere gewerkt aan:

  • De kabinetsbrede aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal» is samen met lokale overheden en maatschappelijke partners voortgezet in 2023 met als doel de veerkracht van inwoners (en in het bijzonder van jongeren) te versterken.

  • De subsidieregeling «continuïteit cruciale jeugdzorg» is ook in 2023 verlengd.78 De regeling maakt tijdelijke liquiditeitssteun aan aanbieders van cruciale jeugdzorg in financiële problemen mogelijk.

  • Samen met de Nationale Jeugdraad (NJR) is gewerkt aan het proces om tot een nationale jeugdstrategie te komen.

  • In 2023 is een jaarlijkse cyclus in het leven geroepen om over de volle breedte van beleid de naleving van kinderrechten in Nederland te versterken.

Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld

Kinderen moeten veilig kunnen opgroeien. Als een kind thuis onveilig is of in zijn of haar ontwikkeling wordt bedreigd hebben professionals, gemeenten en organisaties een rol bij het signaleren, ondersteunen van ouders en jeugdigen en zorgen voor duurzame oplossingen. Verbeteringen zijn nodig en daarom zijn deze partijen in 2023 op verschillende manieren ondersteund. 

Professionals in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie zijn geholpen bij de verschillende dilemma’s die zij kunnen ervaren bij de toepassing van de meldcode met de campagne «Wijzer met de meldcode». Deze campagne is in oktober 2023 afgerond. In deze campagne zijn bijna 3.000 professional gevraagd naar belemmeringen bij het toepassen van de meldcode waarna er onder andere een gesprekstool is ontwikkeld. In totaal hebben meer dan 40.000 professionals actief meegedaan aan de campagne.

In 2023 is het onderzoek verschenen naar hoe het in 13 regio’s gaat met gezinnen waarover een melding is gedaan bij Veilig Thuis: "Huiselijk geweld; een complex en hardnekkig probleem". De studie laat een positieve trend zien in het effectief stoppen van geweld en het verminderen van ernstig en veelvuldig geweld, maar in veel gezinnen en relaties duurt het geweld nog voort.

Deze gegevens zijn verwerkt in de impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2023.79 Over specifieke problematiek, aanpak seksueel geweld en aanpak van mensenhandel bij jeugdigen, is de Tweede Kamer geïnformeerd.808182

Over de voortgang van bovenstaande en andere onderdelen in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is de Tweede Kamer in september 2023 geïnformeerd.83

In opdracht van de ministeries JenV, VWS en de VNG heeft in 2023 het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming verder gewerkt aan een kwalitatief verbeterde en vereenvoudigde kind- en gezinsbescherming. In 11 proeftuinen is gewerkt aan nieuwe manieren van samenwerken tussen lokale teams, Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Gecertificeerde Instellingen en organisaties in aanpalende domeinen zoals volwassenen – GGZ en justitie. In juni 2023 en in december 2023 zijn er voortgangsrapportages aan uw Kamer gezonden.84

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

110.659

121.864

206.492

105.723

150.768

124.575

26.193

         
 

Uitgaven

90.989

136.507

217.167

101.156

108.317

124.575

‒ 16.258

         

5.30

Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

90.989

136.507

217.167

101.156

108.317

124.575

‒ 16.258

 

Subsidies (regelingen)

84.840

78.427

74.910

59.526

67.461

87.711

‒ 20.250

 

Kennis en informatiebeleid

12.531

12.550

12.282

13.937

15.248

13.054

2.194

 

Jeugdbeleid

55.372

50.355

24.962

14.831

18.716

46.044

‒ 27.328

 

Jeugdstelsel

16.937

15.522

37.666

30.758

33.497

28.613

4.884

 

Opdrachten

4.849

11.039

8.596

11.484

8.229

10.182

‒ 1.953

 

Kennis en informatiebeleid

1.382

1.295

1.318

1.484

1.595

2.337

‒ 742

 

Jeugdbeleid

3.467

9.631

6.536

9.507

6.492

7.307

‒ 815

 

Jeugdstelsel

0

113

742

493

142

538

‒ 396

 

Bijdrage aan agentschappen

1.300

1.577

1.714

1.721

1.863

1.439

424

 

Overige

1.300

1.577

1.714

1.721

1.863

1.439

424

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

45.464

131.947

28.425

30.764

25.000

5.764

 

Overige

0

45.464

131.947

28.425

30.764

25.000

5.764

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

243

‒ 243

 

Overige

0

0

0

0

0

243

‒ 243

         
 

Ontvangsten

4.650

7.746

11.559

3.244

8.015

2.085

5.930

 

Overige

4.650

7.746

11.559

3.244

8.015

2.085

5.930

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

Subsidies

Kennis in informatiebeleid

De realisatie onder dit budget is € 2,2 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt onder andere doordat er middelen vanuit andere onderdelen van de begroting hiernaartoe zijn overgeboekt, die zijn ingezet voor diverse subsidies rondom het thema kennis en informatiebeleid.

Jeugdbeleid

Hiervan is € 17,2 miljoen overgeboekt aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) voor de uitvoering van de tegemoetkomingsregeling slachtoffers jeugdhulp, naar aanleiding van de maatregelen uit het rapport cie. de Winter. Het restant van € 7,1 miljoen is vrijgevallen. Dit is ook toegelicht in de 2e suppletoire begroting.

De overige mutaties voor dit budget van ca. € 3 miljoen, betreffen diverse posten in het kader van (inter)departementale samenwerkingen op het terrein van jeugdhulp en zijn reeds benoemd in de 2e suppletoire begroting.

Het verschil tussen de begrote middelen en de realisatie betreft in totaal € 27,3 miljoen.

Jeugdstelsel

De realisatie valt € 4,9 miljoen hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit komt onder andere doordat er middelen vanuit andere onderdelen van de begroting zijn overgeboekt. Deze middelen zijn ingezet voor diverse subsidies ten behoeve van jeugdstelsel ondersteunende activiteiten.

De overige mutaties op dit betreffen diverse overboekingen en mutaties ten behoeve van (inter)departementale samenwerkingen op het gebied van jeugdhulp, zoals gemeld in de 2e suppletoire begroting.

Bijdragen aan mede overheden

Het verschil tussen de oorspronkelijk vastgestelde begroting en de realisatie betreft € 5,8 miljoen. Vanuit het Gemeentefonds zijn middelen overgeboekt om in te zetten op de plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp en de academische centra kinder- en jeugdpsychiatrie van de SPUK randvoorwaardelijke functies jeugdhulp.

Ontvangsten

In 2023 zijn meer ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door ontvangsten van niet volledig uitgeputte project- en instellingssubsidies, die zijn vastgesteld. De doelen van deze subsidies zijn wel gerealiseerd.

74

Kamerstukken II 2022/2023, 31839, nr. 964

75

Kamerstukken II 2022/2023, 31839, nr. 964

76

Er is uiteraard ook hulp nodig als er sprake is van een levenslange en levensbrede beperking.

77

Kamerstukken II 2022/2024, 31839, nr. 990

78

Zie o.a. Stand van de jeugdzorg (Jeugdautoriteit), bijlage bij Kamerbrief 20 juni 2023 (Kamerstukken II, 2022/23, 31839, nr. 964 en Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2023 (EY)

79

https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2023/impactmonitor-aanpak-huiselijk-geweld-en-kindermishandeling-2023

80

Kamerstukken II 2022/2023, 31015 nr. 271

81

Kamerstukken II, 34843 nr. 76

82

Kamerstukken II, 28638 nr. 233

83

Kamerstukken II, 31015 nr. 269

Licence