Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de beleidsbegroting 2010 (XII) bij beleidsartikelen:

  • artikel 32: Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;

  • artikel 34: Betrouwbare netwerken, voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid;

  • artikel 35: Mainports en logistiek;

  • artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit.

Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering

Overzicht van de budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

13 Spoorwegen

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen

771 360

2 389 717

2 563 179

2 838 755

2 708 975

1 875 719

1 739 657

Uitgaven

2 077 325

2 656 358

2 435 678

2 231 194

2 304 708

2 388 046

2 549 266

13.01 Railverkeersleiding

       

13.02 Onderhoud en vervanging

1 410 334

1 712 257

1 497 363

1 229 270

1 191 418

1 292 174

1 487 035

13.02.01 Regulier onderhoud

818 987

903 638

620 373

457 501

483 065

606 974

595 876

13.02.02 Grote onderhoudsprojecten

383 168

514 162

468 124

294 094

320 692

373 315

646 749

13.02.03 Rentelasten

124 150

70 260

46 570

46 570

47 760

48 950

48 950

13.02.04 Betuweroute

39 068

50 053

37 589

36 950

36 830

33 520

33 817

13.02.05 Kleine infra en overige proj.

44 961

174 144

324 707

394 155

303 071

229 415

161 643

13.03 Aanleg

516 059

747 593

748 762

705 561

610 310

533 916

434 009

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

490 627

731 300

725 853

682 394

582 304

503 850

403 504

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

25 432

16 293

22 909

23 167

28 006

30 066

30 505

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

133 760

143 464

140 179

141 489

142 776

144 040

145 099

13.05 Verkenningen en planstudies

17 172

53 044

49 374

154 874

360 204

417 916

483 123

13.05.01 Planstudieprogramma personenvervoer

16 424

43 647

43 357

127 157

288 104

342 916

439 023

13.05.02 Planstudieprogramma goederenvervoer

748

9 397

6 017

27 717

72 100

75 000

44 100

13.05.03 Verkenningenprogramma.

       

Van totale uitgaven

       

Apparaatsuitgaven

2 651

7 631

3 000

0

0

0

0

Restant

2 074 674

2 648 727

2 432 678

2 231 194

2 304 708

2 388 046

2 549 266

13.09 Ontvangsten

184 255

17 775

29 000

86 146

174 105

186 489

186 489

HSA

 

0

0

66 146

144 105

156 489

156 489

Overig

184 255

17 775

29 000

20 000

30 000

30 000

30 000

Budgetflexibiliteit

Absolute budgetflexibiliteit in € x 1 000

13.02 Onderhoud en vervanging

  

juridisch verplicht

1 497 365

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

 

beleidsmatig nog niet ingevuld

beleidsmatig verplicht

   
    

13.03 Aanleg

   

juridisch verplicht

699 757

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

49 003

beleidsmatig nog niet ingevuld

beleidsmatig verplicht

   
    

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

 

juridisch verplicht

140 179

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

 

beleidsmatig nog niet ingevuld

beleidsmatig verplicht

   
    

13.05 Verkenning en planstudie

  

juridisch verplicht

 

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

46 374

beleidsmatig nog niet ingevuld

beleidsmatig verplicht

   

13.02 Onderhoud en vervanging

Dit betreft de jaarlijkse beschikking aan ProRail voor beheer en instandhouding spoor.

13.03/13.05 Aanleg en Verkenning en planstudie

Dit betreft de realisatie van aanlegprojecten personen- en goederenvervoer. Voor het bestuurlijk gebonden gedeelte worden beschikkingen afgegeven aan ProRail.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Het betreft het contract met HSA.

13.02 Beheer en instandhouding

Motivering

VenW is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud (inclusief vervangingen) van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding van dit goed is de eerste prioriteit. Beheer en instandhouding zijn noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor verder te verbeteren.

Producten

De Beheer en instandhoudingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoor-verkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement en capaciteitsstudies.

In lijn met de beheerconcessie heeft de minister van VenW besloten per 1 januari 2008 over te gaan op outputsturing voor ProRail. Dat betekent voor een groot deel van de in het beheerplan 2008 opgenomen indicatoren een resultaatsverplichting in plaats van een inspanningsverplichting.

ProRail ontvangt voor de uit te voeren taken van het Rijk een bijdrage. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor het onderhoud spoor wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In het onderhoudsbudget wordt een onderscheid gemaakt tussen

  • Regulier onderhoud (waaronder beheer);

  • Grote onderhoudsprojecten (waaronder vervangingen);

  • Rentelasten;

  • Exploitatie Betuweroute;

  • Kleine infra en overige projecten.

In reactie op de motie Cramer heeft ProRail in overleg met VenW een versnellingspakket ontwikkeld ter verbetering van de vitaliteit van de sector. Deze versnelling is verwerkt in de begrotingsreeksen.

In 2009 is vanuit het superdividend NS € 1,4 miljard beschikbaar gekomen voor het (vervroegd) aflossen van leningen van ProRail bij het ministerie van Financiën. Dit heeft bij ProRail geleid tot een jaarlijkse rentevrijval van € 77 mln (incl. BTW), wat leidt tot een verlaging van de uitgaven op artikel 13.02.03 (rentelasten). Dit wordt ingezet voor de financiering van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Zie ook de toelichting bij artikel 18.05.

Voor Beheer en Instandhouding is in de periode 2012–2015 sprake van een tijdelijke spanning tussen beschikbaar en benodigd budget, na 2015 is er sprake van overschotten. Voor 2011 is het budget op het niveau Beheerplan 2011 gebracht. Komend jaar zal worden bezien hoe met de spanning om te gaan. Daartoe zullen onder andere alternatieve scenario’s voor Beheer en Instandhouding worden opgesteld.

Actieplan Groei op het spoor

De uitvoering van de acties van het actieplan «Groei op het spoor» (Kamerstukken II, 2007–2008, 29 644, nr. 85 en Kamerstuk II 2009–2010, 29 984, nr. 216) ligt op schema. In 2010 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de midtermreview en het nieuwe actieplan Groei op het Spoor. De maatregelen zijn ondergebracht in vijf clusters: voor- en natransport, informatievoorziening, kaartjes en kennismaking, treinaanbod en spreiding van mobiliteit.

Op het moment van de midtermreview was er van het totale budget van € 207 mln. nog € 62,6 miljoen beschikbaar voor nieuwe maatregelen en uitbreiding van bestaande (voor de totale lijst zie bovengenoemd kamerstuk). De reizigersgroei voor 2009 op het hoofdrailnet bedroeg 0,8%. De ontwikkeling van de trein laat nog groei zien, terwijl de totale mobiliteit daalt, De beperkte groei hangt vooral samen met de gevolgen van de economische recessie.

Toegankelijkheid Spoor

NS en ProRail werken samen aan het toegankelijk maken van het spoorsysteem voor mensen met een functiebeperking. In 2009 is begonnen met de versnelde uitvoering van het Implementatieplan Toegankelijkheid Spoor (Kamerstukken II, 2006–2007, 23 645, nr.144), zodat de doelstellingen uit het implementatieplan zo veel als mogelijk voor 2020 gerealiseerd worden. Oorspronkelijk was 2030 de einddatum. De versnelling betreft voornamelijk maatregelen ten behoeve van mensen met een motorische beperking: aanpassing van de perronhoogte op 220 stations ten behoeve van gelijkvloerse instap naar de trein. Daarnaast kunnen op circa 75 stations liften versneld worden ingebouwd. De overige maatregelen zijn in 2011 afgerond. Om voldoende stations per jaar aan te kunnen passen, zal de fasering van de werkzaamheden vooral gericht zijn op het benutten van de mogelijkheden en capaciteiten. Dit heeft echter wel tot gevolg dat de oorspronkelijke faseringscriteria uit het Implementatieplan (effectiviteit, aansluiten op instroom toegankelijk materieel) moeten worden losgelaten.

Evaluatie spoorwegwet

In 2008 is de evaluatie van de spoorwegwet van start gegaan. Het kabinetsstandpunt (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 987, nr. 1) is de voor de zomer aan de Tweede Kamer verzonden. In het kabinetsstandpunt is een ambitieuze verbeteragenda opgenomen. In het kabinetsstandpunt worden de volgende maatregelen aangekondigd:

  • Spelregels voor gebruik spoor verbeteren:

    • Capaciteitsverdeling: decentraal personenvervoer in de spits voorrang boven goederen op die baanvakken waar dat geen onoverkomelijke problemen voor het goederenvervoer oplevert.

    • Gebruiksvergoeding: beleidskader uitgangspunten tarieven: stabiele tariefontwikkeling mogelijk maken, zodat de reiziger en verlader niet te maken krijgen met ongewenste prijsstijgingen.

  • Aansturing NS en ProRail versterken: o.a. handhavingsinstrumentarium uitbreiden

  • ProRail is een publieke dienstverlener.

    • Focus op de kerntaak namelijk beheer en onderhoud infrastructuur.

    • Geen branchevreemde commerciële activiteiten.

    • Hiertoe worden de statuten en de beheerconcessie aangepast.

    • Juridisch eigendom infrastructuur naar de Staat

  • NS is personenvervoerder op hoofdrailnet:

    • Concessieprijs laten betalen, financiële informatievoorziening verbeteren.

    • Onderzoek reikwijdte HRN (hoofdrailnet): onderzoek naar alternatieve modellen voor de reikwijdte van het Hoofdrailnet en de verschillende keuzen die daarbij gemaakt kunnen worden conform de aanbevelingen van de visitatiecommissie van mevrouw Sorgdrager.

    • Nu nog geen beslissing verlening concessie na 2015: eerst aansturing aanscherpen en onderzoek HRN afronden.

  • Decentrale overheden en vervoerders betere positie geven ten opzichte van NS en ProRail

    • Profileren op regionale stations met eigen huisstijl (Veolia in plaats van NS bord), commerciële activiteiten op perrons.

    • Beschikbaar stellen ban voorzieningen en diensten aan regionale vervoerders.

    • Meer maatwerk van ProRail voor klanten bijvoorbeeld bij kleine bouwprojecten voor DO’s (decentrale overheden).

  • Betere inspraakmogelijkheden op vervoer- en beheerplan

13.03 Aanleg Spoorwegen

Motivering

VenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit hoofdproduct worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • de uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor.

  • de voorbereiding van de uitvoering van deze projecten.

Realisatie programma aanleg personenvervoer

Producten

Aanbestedingsresultaten

ProRail heeft aangegeven voor € 238 mln. aan aanbestedingsresultaat aanleg spoor te verwachten in de periode 2005–2012.Tot het voorjaar 2009 is hiervan € 198 mln. gerealiseerd. In aanvulling op deze al gerealiseerde aanbestedingsmeevallers worden de onderstaande aanbestedingsmeevallers verwerkt:

  • Vleuten–Geldermalsen 4/6 sp. (€ 8,8 mln.)

  • Knelpunt Baarn (€ 2,4 mln.)

Het restant (€ 29 mln.) is technisch verwerkt op het project 2e fase Betrouwbaar Benutten.

Nieuw opgenomen in het realisatieprogramma

Spoorzone Ede

Eind 2009 is een beschikking ad € 40,9 mln. (pp 2009) afgegeven als bijdrage in de voorbereidings- en realisatiekosten van het project Spoorzone Ede. Onderdeel van de beschikking is een samenwerkingspilot tussen VenW, ProRail, NS-Poort en de gemeente Ede om door een andere wijze van samenwerken tot een betere risicobeheersing te komen. De financiering van deze bijdrage is afkomstig vanuit de resterende middelen van de (inmiddels afgeronde) «regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen.»

OV SAAL Korte termijn

Op 20 maart 2008, (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 089, nr. 14) heeft het kabinet haar besluit over de afronding van de eerste fase OV SAAL aan de Tweede Kamer aangeboden. Op korte termijn zijn maatregelen nodig om het aanbod van treindiensten op deze corridor uit te kunnen breiden en de kwaliteit van de treindienst in termen van reistijd en betrouwbaarheid te verbeteren.

In het kader van de planstudie is de ruimtelijke procedure van start gegaan na ondertekening in maart 2009 van de aanvangsbeslissing door de minister van VenW, mede namens zijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. In mei 2010 is een tracébesluit gepubliceerd voor het onderdeel OV SAAL KT cluster c (met name spoorverdubbeling op de Zuidtak in Amsterdam), in juni 2010 is Prorail een beschikking verleend en in het najaar van 2010 wordt met de uitvoering van het project begonnen. De kosten van OV SAAL KT cluster c zijn € 621,6 mln, waarvan € 16,5 mln planstudiekosten. De kosten van cluster c zijn hoger dan eerder gemeld, omdat in cluster c werkzaamheden voor diverse andere projecten zijn meegenomen. Dit betekent dat uit deze projecten budget wordt overgeheveld naar OV SAAL:

  • Zuidas € 233 mln voor spoorverdubbeling tussen station Amsterdam-RAI en de Utrechtboog en voor toekomstvaste investeringen (met name zettingsvrije plaat);

  • Goenoord € 6 mln voor aanpassing van de beveiliging en geluidsmaatregelen tussen Gaasperdam en Duivendrecht

  • Actieprogramma groei op het spoor € 1,7 mln voor perronverlening station Amsterdam-Zuid.

Daarnaast is het budget met € 67,7 mln opgehoogd voor een scopeuitbreiding ad € 19,1 mln (dubbele vork Utrechtboog), voor extra onvoorzien om een snellere uitvoering mogelijk te maken (€ 24 mln) en om een hogere kostenraming te compenseren (€ 24,6 mln). Dat is t.l.v. het budget voor maatregelen op middellange termijn en beheer en onderhoud gebracht.

Overige toelichtingen

Geluidsanering Spoorwegen

Het projectbudget is opgehoogd met € 10 mln. (dekking via geluidprogramma IF 12). Met deze toevoeging kunnen ook de grote groeigevallen langs spoorwegen gesaneerd worden. Deze grote groeigevallen zijn de derde groep woningen (naast de 70+-woningen en de woningen op de eindmelding) die onderdeel uitmaken van het Meerjarenprogramma Geluidsanering Spoorwegen.

Geluid

Er heeft een overheveling plaatsgevonden van € 0,5 mln naar IF 13.03.02 ter dekking van het geluidproject LL blokken verzamelproject.

Kleine projecten

Op het project Knelpunt Baarn, onderdeel van deze post, is een aanbestedingsmeevaller verwerkt van € 2,4 mln. Het project Hilversum is toegevoegd aan de post Nazorg gereed gekomen lijnen/halten.

HSA Claim

Vanwege de verschuiving van de contractuele aanvangsdatum voor de HSL-Zuid van 1 oktober 2008 naar 1 juli 2009 wordt aan HSA de schade vergoed die zij oploopt door deze verschuiving (Kamerstukken II, 2008–2009, 22 026, nr. 298. De hoogte van de schadevergoeding zal worden vastgesteld op basis van een onderbouwing van HSA welke door de Staat extern zal worden getoetst. De finale afrekening is voorzien voor het tweede kwartaal 2010.

Kleine Stations

Vanuit het Actieplan Groei op het Spoor is een bedrag van € 5 mln toegevoegd ten behoeve van station Keukenhof.

Intensivering Spoor in steden I

Zie toelichting Spoorzone Ede.

Intensivering Spoor in Steden II

Op basis van de Circulaire spoorse doorsnijdingen 2e tranche is vastgesteld welke aanvragen in aanmerkingen komen voor een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds. De bijbehorende middelen zijn hiertoe overgeheveld naar het ministerie van BZK, waarna het verder aan de betreffende gemeenten is om de bijbehorende projecten uit te voeren.

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

Het project Hilversum opheffen overweg Larenseweg/capaciteitsverruiming is langer dan een jaar geleden in dienst gesteld en wordt niet meer als project opgenomen onder de post Kleine Projecten, maar onder de post nazorg. Daarnaast zijn een aantal afgeronde onderdelen uit de totale projectkosten gehaald.

Ontsnippering

Het uit dit budget te financieren project ecoduct Rumelaer wordt tegelijkertijd met het wegenproject A12 Utrecht–Veenendaal uitgevoerd door RWS. De gelden voor realisatie van dit ecoduct (€ 4,8 mln.) zijn om die reden overgeheveld naar IF 12.

Traject Oost uitvoering convenant DMB

De wijziging in de projectkosten wordt veroorzaakt door de toevoeging van extra scope, met name de aanpassing van de beveiliging.

Arnhem Centraal t.b.v. NSP

Na een mislukte aanbesteding in 2008 is gebleken dat het project OV Terminal NSP Arnhem niet overeenkomstig het Definitief Ontwerp binnen de kostenraming te realiseren is. Er bleek sprake te zijn van sterke prijsstijgingen van specifieke materialen, bovendien is de bouwwijze complex. In 2009 is besloten het Definitief Ontwerp te handhaven en het project in 2 fasen aan te besteden. Er is een tekort op het treinendeel van de OV. Het Rijk is bereid dit tekort te financieren. VenW zal het bedrag beschikbaar stellen en VROM zal VenW voor € 17,5 miljoen compenseren.

Vleuten–Geldermalsen 4/6 sporig

De wijziging in de projectkosten wordt veroorzaakt door het verwerken van de aanbestedingsmeevaller 2010.

Den Haag perronsporen 11/12

De kostenstijging van € 6,3 mln is met name toe te schrijven aan het feit dat de basisuitgangspunten waarop de MIRT reservering tot stand is gekomen zijn gewijzigd. De veronderstelling was dat de heraansluiting gerealiseerd kon worden in een situatie waarbij RandstadRail haar definitieve eindhalte (HSE) zou realiseren buiten het alignement van het emplacement. Nu de decentrale overheden hebben besloten tot een eindhalte boven het emplacement moet echter de heraansluiting plaatsvinden zodanig dat deze niet conflicteert met de onderbouw van de HSE. Deze extra bijdrage maakte het mogelijk om de werkzaamheden uit te voeren en de nadelen voor het treinverkeer te beperken.

Fietsenstalling Amsterdam CS

Er worden drie stallingen gerealiseerd op het stationseiland. Deze stallingen worden gebouwd in een gebied met weinig ruimte, waar al vele projecten in uitvoering zijn. Er is daarom gestudeerd op diverse varianten om uiteindelijk één haalbare variant te kunnen vaststellen. Nog in 2010 zal Prorail een voorkeursvariant voorleggen die is afgestemd met NS en met de gemeente. De noordwestelijke stalling zal als eerste (start in 2012) gerealiseerd worden, zodra in opdracht van de gemeente Amsterdam een nieuwe fietspassage onder de sporen door is gerealiseerd. De grootste stalling (zuidwest met 7000 plaatsen) zal gedeeltelijk onder de westelijke tramlus worden gebouwd (start 2013/2014). De stalling in het Postzakkengebouw (2000 plaatsen) zal tenslotte vanaf 2015 worden afgebouwd.

Hanzelijn

Het projectbudget voor de Hanzelijn is aangepast met een bedrag van € 10 mln. Dit betreft het aandeel van de provincie in de financiering van de bypass.

Realisatieprogramma aanleg goederenvervoer

Het programma D4 aslasten cluster II 1e tranche is langer dan een jaar geleden in dienst gesteld en wordt niet meer als afzonderlijke project opgenomen, maar onder de post nazorg.

Uitvoeringsprogr. Goederenroute–Elst–Deventer–Twente (NaNov)

De verwachting is dat eind 2010 de laatste realisatiebeschikking zal worden afgegeven. Om die reden zijn de hiervoor benodigde middelen overgeheveld vanuit het planstudieprogramma.

In 2011 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Oplevering

• Sporen in Arnhem (fase 1)

• Onderdelen NSP Arnhem

• NaNov (div. onderdelen)

• Page

Start realisatie

• Goederencorridor Rotterdam–Genua

• Aslasten Cluster III

• Amsterdam Stationsstalling CS

• OV SAAL korte termjn

• Diverse onderdelen Regionet

• Versnelling emplacement Zwolle (PHS Sporendriehoek/Motie Koopmans)

Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Spoorwegen personenvervoer; realisatie

 

Totaal

 

Budget in € mln

     

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

            

Projecten Nationaal

            

Benutten

            

BB21 (ontw. Bev21, VPT+,VPT2)

158

158

153

5

      

divers

divers

Geluidsanering Spoorwegen 1

415

406

1

12

2

5

1

6

14

374

divers

divers

Geluid (empl. en innovatieve ontwikkelingen)

7

7

7

0

      

divers

divers

Kleine projecten 2

24

65

16

4

2

2

1

0

  

divers

divers

HSA Claim

56

59

40

17

      

nvt

nvt

Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen

            

Integrale spooruitbreiding Amsterdam–Utrecht

986

986

961

7

5

5

5

1

  

2006/07

2006/07

Stations en stationsaanpassingen

            

Kleine stations

81

75

1

7

9

9

9

9

9

28

divers

divers

Overige projecten/lijndelen enz.

            

Afdekking risico's spoorprogramma's

76

76

 

76

      

nvt

nvt

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

365

365

265

18

20

13

24

16

5

5

divers

divers

Intensivering Spoor in steden (I)

244

285

168

10

10

10

10

10

10

16

divers

divers

Intensivering Spoor in steden (II)

0

142

0

       

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

55

53

30

4

7

5

5

4

1

 

divers

divers

Ontsnippering

84

89

4

6

13

13

12

9

9

19

divers

divers

Projecten Noordwest-Nederland

            

Amsterdam–Almere–Lelystad

            

OV SAAL korte termijn

629

-

 

28

66

104

120

132

126

52

2016

-

Stations en stationsaanpassingen

            

Amsterdam Centraal spoor 10/15

77

77

71

1

 

2

3

1

  

2004/pm

2004/2010

Amsterdam Centraal Cuypershal

37

36

 

4

7

13

9

4

1

 

2011

2011

Amsterdam Centraal Fietsenstalling

34

34

1

1

0

2

5

5

5

14

2009/15

2009/15

Overige projecten/lijndelen enz.

            

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

184

182

73

20

34

30

20

7

  

divers

divers

Projecten Utrecht

            

Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen

            

Vleuten–Geldermalsen 4/6 sp. (incl. RSS)

992

999

334

51

79

65

65

72

74

253

2005 e.v.

2005 e.v.

Stations en stationsaanpassingen

            

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

332

331

41

27

40

46

54

46

38

40

2015

2014

Overige projecten/lijndelen enz.

            

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

29

29

 

6

17

6

    

2013

2013

Projecten Zuidvleugel

            

Stations en stationsaanpassingen

            

Den Haag Centraal (t.b.v. NSP)

115

108

 

22

28

28

16

15

6

 

2013

2008/2012

Den Haag Centraal: terugbouwen sporen 11/12

30

24

1

1

2

12

8

4

2

 

2013

2013

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

267

267

80

48

48

48

33

12

  

2012

2011/2012

Overige projecten/lijndelen enz.

            

Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft

452

453

116

51

53

55

49

48

25

55

2014

2013

Projecten Brabant

            

Stations en stationsaanpassingen

            

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

59

53

19

3

10

10

8

5

4

 

2014

2013

Projecten Oost-Nederland

            

Utrecht–Arnhem–Zevenaar

            

Traject Oost (perronverbredingen)

21

21

18

0

1

1

1

   

2006/08/11

2004–2008

Traject Oost uitv. convenant DMB

206

207

 

0

3

13

25

33

32

100

div. tot 2019

2012/2017

Sporen in Arnhem

248

248

50

62

80

36

15

6

  

2012

2007–2012

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

101

83

39

21

15

12

7

7

  

2011/2013

2011/pm

Spoorzone Ede

41

-

2

2

8

15

8

4

3

 

nvt

-

Overige projecten/lijndelen enz.

            

Hanzelijn

1 128

1 116

434

218

168

125

71

48

40

25

2012

2012

Totaal categorie 0

7 534

  

731

726

682

582

504

404

981

  

Begroting (IF 13.03.01)

   

731

726

682

582

504

404

   
1

Excl. deel financiering VROM.

2

Het betreft het project knelpunt Baarn.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Spoorwegen goederenvervoer; realisatie

 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering MIT/SNIP

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

    

Projecten Nationaal

            

PAGE risico reductie

18

18

3

2

3

3

3

3

2

 

2009/divers

2009/divers

Geluidspilot Goederenvervoer

6

13

4

2

      

2010

2010

Projecten Zuidvleugel

            

Electr. empl. Maasvlakte West en paseerspoor Botlek

10

9

6

3

1

       

Projecten Zuidwestelijke delta

            

Sloelijn/geluidmaatregelen Zeeuwselijn

83

83

67

2

2

3

4

3

2

1

2009/2011

2009/2010

Projecten Oost-Nederland

            

Uitv.progr Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov)

146

20

7

5

16

17

21

24

26

30

2015

Overige projecten

            

Kleine Projecten

3

3

1

1

1

       

Nazorg gereedgekomen Lijnen-halten

3

2

1

2

1

       

Totaal categorie 0

269

 

88

16

23

23

28

30

31

31

  

Begroting (IF 13.03.02)

   

16

23

23

28

30

31

   
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- én bovenbouw ), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De publiekprivate samenwerking komt bij de onderdelen Infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand. Eind 2001 zijn de contracten met de Infraprovider en de Vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de Infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw geldt dat de HSL-zuid-onderdelen gefaseerd worden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de Infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering in het noordelijke deel was december 2005.

De bovenbouw van het zuidelijk deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijk deel in december 2006.

De komende periode (2010–2011) is voor de volgende projecten een PPC in uitvoering of wordt een PPC gepland:

  • ProRail voert – onder regie van Verkeer en Waterstaat – de PPC uit voor OV SAAL (traject Almere–Lelystad).

Projectoverzicht behorende bij 13.04.01: Geïntegreerde contractvormen spoor

 

Totaal

Budgetten in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

            

Reeks Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding (13.04)

3 563

3 563

477

143

140

141

143

144

145

2 229

2007

2007

Totaal categorie 0 (incl. reeks Infraprovider)

3 563

 

477

143

140

141

143

144

145

2 229

  

Begroting (IF 13.04)

   

143

140

141

143

144

145

   
13.05 Verkenningen en planstudies

Motivering

Het Rijk verkent en studeert op verbeteringen of uitbreiding van de vervoersmodaliteiten per spoor. Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd

  • voor door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen;

  • voor zelf uit te voeren studies.

Planstudie spoor personen

De ambities voor het spoorvervoer betreffen de korte en middellange termijn. Voor de korte termijn gaat het om uitvoering van de maatregelen uit het actieplan «Groei op het spoor». Voor de middellange termijn wordt dit uitgewerkt in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Op 4 juni 2010 is een voorkeursbeslissing genomen over de invulling van PHS (zie brief met kenmerk VENW/DGMo-2010/5651). Het betreft een besluit over de 4 planstudies PHS, exclusief het genoemde deel voor Noord Nederland (€ 160 mln) en OV SAAL (€ 1,4 mld).

Wat betreft de ambitie van spoorboekloos reizen in de brede Randstad is een zogeheten «maatwerk 6/6» variant de voorkeursbeslissing van het kabinet voor de PHS-corridors «Utrecht–Den Bosch», «Utrecht–Arnhem», «Den Haag–Rotterdam»:

  • Op de Zaanlijn 6 Intercity’s en 6 sprinters per uur.

  • Rond Utrecht 6 Intercity’s en 6 Sprinters per uur (6 sprinters Geldermalsen–Utrecht en 6 sprinters Breukelen–Driebergen/Zeist)

  • Op de corridor Den Haag–Rotterdam 8 Intercity’s (inclusief de HSA) en 6 Sprinters per uur.

  • Op de Brabantroute een 3e en 4e Intercity per uur. Om dit mogelijk te maken wordt het goederenvervoer dat nu nog door Brabant rijdt, grotendeels gerouteerd via de Betuweroute.

  • Er is gekozen voor spreiden van het spoorgoederen-vervoer over meerdere routes volgens de variant 2/2/2.

Het besluit behelst een maatregelpakket van in totaal ca. € 3 mld tot en met 2020; hiervan is de helft infrastructuur en de helft overige maatregelen (zoals overwegen, extra onderhoud in de periode tot en met 2020, emplacementen, transfer, fietsenstallingen, externe veiligheid). Uitvoering van maatregelen kan starten in 2012/2013.

De voorkeursvariant «maatwerk 6/6» heeft een breed draagvlak. Dit is van belang om indachtig «Sneller en Beter» te vermijden dat de gemaakte keuzes in de uitwerkingsfase ter discussie komen te staan.

Na de behandeling in de Tweede Kamer zal uitwerking van de PHS-maatregelen plaatsvinden in gangbare RO- en Tracéwetprocedures. De uitvoering van maatregelen kan in 2012/2013 starten. Vervolgens zullen fasegewijs de frequenties worden verhoogd, waarbij de timing afhankelijk is van het gereedkomen van infrastructuurmaatregelen en de marktontwikkelingen. Bij de uitwerking zal de scope en budgettaire kader strak worden bewaakt en zullen risico’s worden bezien om tijdig bij te kunnen sturen.

Bij de verdere uitwerking zal de onderlinge samenhang van maatregelen en corridors en het houden van enige flexibiliteit van belang zijn. Er is daarom ook in deze fase voor gekozen het MIRT-projectblad PHS nog niet verder onder te verdelen naar de betreffende corridors, deelprogramma’s e.d.

Zuidas

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer–Almere en de Zuidas zelf versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Utrechtboog, HSL-Zuid, Noord–Zuidlijn en Hanzelijn neemt het railverkeer toe. Uitbreiding van de railinfrastructuur op de Zuidas naar viersporigheid is nodig. In het project Zuidas wordt de uitbreiding van de railinfrastructuur gecombineerd met de uitbreiding van de weginfrastructuur (A10), de uitbreiding van het station Amsterdam Zuid tot een volwaardige OV-terminal en de stedelijke ontwikkeling van dit deel van Amsterdam. De doelstelling is het ondergronds brengen van de infrastructuur om bovengronds tot een kwalitatieve stedelijke ontwikkeling te komen. Omdat de viersporige railinfrastructuur op de corridor Schiphol–Lelystad op korte termijn noodzakelijk is, en er nog geen duidelijkheid bestaat over de haalbaarheid van de Zuidasambities ten aanzien van het ondergronds brengen van alle infrastructuur is besloten om de viersporigheid op de Zuidas bovengronds aan te laten leggen in het kader van het project OV SAAL korte termijn (cluster c). Het benodigde budget (€ 233 mln is daarom overgeheveld van Zuidas naar OV SAAL korte termijn. Als in de toekomst de infrastructuur ondergronds wordt gebracht zal een deel van de bovengronds aangelegde infrastructuur weer worden verwijderd.

OV SAAL (Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad)

Korte termijn

Het OTB voor OV SAAL KT cluster a betreft het tracé vanaf Weesp tot Lelystad. Dit OTB heeft vertraging opgelopen en zal nu eind 2010 (in plaats van eind 2009) gereed zijn. Op basis van nadere analyse is de scope van het OTB aangepast. Daardoor kunnen de totale kosten voor het OTB (infra plus geluid) naar verwachting binnen of rond het voor dit cluster beschikbare budget van € 247 mln uitkomen. De indienststelling van deze maatregelen is echter nog steeds voorzien in 2015.

In totaal is voor het project OV SAAL (exclusief overhevelingen uit andere projecten) een budget van € 1 399 mld. (prijspeil 2009) gereserveerd. Dit wordt deels ingezet voor de korte termijn (cluster C in realisatie en cluster A in planstudie) en deels voor de nog lopende analyse voor de middellange termijn (2020). Het doel is om voor de middellange termijn eind 2010 een voorkeursbeslissing te nemen over de invulling van hoogfrequent spoorvervoer op deze corridor.

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

Met het amendement Cramer/Koopmans (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 A, nr. 16) is binnen artikel 13.02 een bedrag van € 20 mln. vrijgemaakt. Deze gelden worden ingezet voor de optimalisering van het traject Sittard–Heerlen–Grens(–Aken), dit betekent in ieder geval de aanleg van een tweede geëlektrificeerd spoor tussen Heerlen en Heerlen de Kissel, met het oog op een snelle treinverbinding tussen Sittard en Aken.

Nieuw opgenomen projecten

Regionale lijnen Gelderland

In 2008 is een quick scan naar de markt en capaciteit op de gedecentraliseerde spoorlijnen uitgevoerd. Hieruit zijn een aantal maatregelen voortgekomen die bestaande knelpunten oplossen of voorkomen dat er op korte termijn knelpunten ontstaan en waarmee tevens de capaciteit en punctualiteit vergroot. De maatregelen worden gefinancierd middels een bijdrage van VenW en de decentrale overheden van ieder 50%. Voor de maatregelen op de lijnen in Gelderland en de stadsregio Arnhem/Nijmegen is overeengekomen dat VenW opdrachtgever wordt. Dit betreft maatregelen op de lijnen Zutphen–Winterswijk, Arnhem–Doetinchem en Amersfoort–Ede/Wageningen. De beschikbare middelen binnen artikel 14 (10 mln) zijn overgeheveld naar artikel 13 zodat de financiële afwikkeling met de andere spoorprojecten meegenomen kan worden.

Planstudie spoor goederen

Goederenroute R’dam–Noord Nederland

Vanuit het planstudiebudget is € 6 mln toegevoegd aan het projectbudget OV SAAL (zie toelichting onder 13.03.01)

Uitvoeringsprogr. Goederenroute–Elst–Deventer–Twente (NaNov)

De verwachting is dat eind 2010 de laatste realisatiebeschikking zal worden afgegeven. Om die reden zijn de hiervoor benodigde middelen overgeheveld naar het realisatieprogramma

Projectoverzicht bij 13.05.01 Spoorwegen personenvervoer; planstudie

Bedrag in € mln

Raming kosten

 

Budget

Planning

    

Uitvoering

Projectomschrijving

min.

max.

taakstellend

2010

2011

2012

2013

2014

2015

periode

CATEGORIE 1

          

Projecten Nationaal

          

Programma Hoogfequent Spoorvervoer

  

3 163

 

tb 1

    

Vanaf 2012

Projecten Noordwest-Nederland

          

Amsterdam Zuidas: deel station (tbv NSP)

  

95

      

Vanaf 2013

Amsterdam Zuidas WTC 4-sp + keersporen

  

95

  

tb

   

Vanaf 2013

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

  

1 016

 

tb 2

     

Projecten Oost-Nederland

          

Quick scan dec. spoor Gelderland

  

19

 

pb

    

2010–2013

Traject Oost

  

6

       

Diversen

          

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

  

44

       

Kleine projecten

  

5

       

Totaal categorie 1

  

4 444

       

Begroting (IF 13.05.01)

          
1

Meerdere te nemen tb's vanaf 2011 en verder.

2

Tracédeel Flevolijn. Zie MIRT blad voor uitgebreide toelichting.

Projectoverzicht bij 13.05.02 Spoorwegen goederenvervoer; planstudie

Bedrag in € mln

Raming kosten

Budget

Planning

    

Uitvoering

Projectomschrijving

min.

max.

taakstellend

2010

2011

2012

2013

2014

2015

periode

CATEGORIE 1

          

Projecten nationaal

          

Goederenroute R'dam–Noord Nederland (GoeNoord)

  

71

uo

     

2010–2013

Aslasten Cluster III

  

37

uo

     

2010–2015

Optimalisering Goederencorridor R'dam–Genua

  

156

 

uo 1

    

2011–2013

Projecten Limburg

          

Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn)

  

pm

      

pm

Projecten Oost-Nederland

          

Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNOV)

  

5

       

Overige projecten

          

Kleine projecten/studies

  

7

       

Totaal categorie 1

  

276

       

Begroting (IF 13.05.02)

          
1

een deel van het project is reeds in uitvoering en opgenomen in het realisatieprogramma

Projectoverzicht bij 13.05.03 A. Lopende Verkenningen

Locatie

Probleem

Indicatie modaliteit

Toelichting

 

Landsdeel Randstad

    

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

Capaciteitstekort/Ontsluiting Europees spoorwegennet

Spoorgoederen

zie tekst onder 13.05

 
Licence