Artikel
Algemene doelstelling
Algemene doelstelling: bevorderen van internationale samenwerking en uitwisseling ter ondersteuning en versterking van de kwaliteit van onderwijs, cultuur en wetenschap en ter verdere ontwikkeling van internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers.
Rol en verantwoordelijkheid
Bij het uitvoeren van die algemene doelstelling ligt de nadruk op het zoveel mogelijk stimuleren en ondersteunen van instellingen en burgers om zich op een internationale omgeving te oriënteren. Daartoe zorgt de minister vanuit haar stelselverantwoordelijkheid voor de benodigde internationaal-bestuurlijke randvoorwaarden, bijvoorbeeld door afspraken over wederzijdse beroepserkenning, kwaliteitszorg en grensverkeer en door de uitwisseling van best practices. De minister opereert hierbij binnen multilaterale kaders als de Europese Unie, OESO en de Unesco en andere – vaak daarbij aangesloten – organisaties, alsmede via bilaterale contacten, verdragen, Memorandums of Understanding, etc. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van stimuleringsmaatregelen in de vorm van fondsen en beurzen en worden faciliterende en uitvoerende instanties gefinancierd, zoals het Europees Platform, Neth-er en het Duitsland Instituut. De bevordering van internationale samenwerking is ondersteunend aan de beleidsdoelstellingen van OCW. De voorgenomen activiteiten zijn dan ook voor een belangrijk deel opgenomen in de betreffende beleidsartikelen.
Indicatoren/kengetallen
Indicatoren voor internationaal beleid worden beschreven in Trends in Beeld 2012.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | HGIS-deel 2013 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen1 | 12 591 | 7 354 | 8 573 | 15 972 | 15 901 | 16 532 | 16 578 | 1 037 | ||
Totale uitgaven1 | 16 543 | 17 101 | 16 969 | 17 122 | 16 601 | 16 557 | 16 578 | 1 037 | ||
Waarvan juridisch verplicht | 90% | |||||||||
Subsidies | 1 641 | 1 610 | 1 471 | 1 491 | 1 021 | 1 021 | 1 021 | 314 | ||
• | Subsidieregelingen | 1 641 | 1 610 | 1 471 | 1 491 | 1 021 | 1 021 | 1 021 | 314 | |
– | Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) | 800 | 732 | 707 | 707 | 707 | 707 | 707 | ||
– | Frans-Nederlandse academie (FNA) | 194 | 114 | 20 | ||||||
– | Netherlands house for Education and Research (Nether) | 500 | 450 | 450 | 450 | |||||
– | Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur | 147 | 314 | 314 | 314 | 314 | 314 | 314 | 314 | |
Opdrachten | 140 | 442 | 373 | 390 | 380 | 336 | 357 | |||
– | Beleidsonderzoek en benchmarking | 40 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | ||
– | Incidentele Internationale activiteiten | 100 | 242 | 173 | 190 | 180 | 136 | 157 | ||
Bijdragen aan (inter) nationale organisaties | 14 262 | 14 549 | 14 625 | 14 741 | 14 700 | 14 700 | 14 700 | 223 | ||
– | OCW-vertegenwoordiging in het buitenland | 1 549 | 2 199 | 2 191 | 2 189 | 2 148 | 2 148 | 2 148 | 133 | |
– | Europees Platform | 5 677 | 5 411 | 5 456 | 5 560 | 5 560 | 5 560 | 5 560 | ||
– | Nederlandse Taalunie | 3 287 | 3 124 | 3 186 | 3 186 | 3 186 | 3 186 | 3 186 | ||
– | Europa College Brugge | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | ||
– | Unesco | 20 | 40 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | ||
– | OESO CERI | 74 | 76 | 76 | 76 | 76 | 76 | 76 | ||
– | Fulbright Center | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | ||
– | SICA Cultureel Contact Punt | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | |
– | Stichting Ons Erfdeel | 205 | 205 | 185 | 185 | 185 | 185 | 185 | ||
– | Nationaal Agentschap Leven Lang Leren (EU-programma) | 1 731 | 1 748 | 1 748 | 1 762 | 1 762 | 1 762 | 1 762 | ||
– | Programma's Agentschap NL (inclusief uitvoeringskosten) | 1 161 | 1 168 | 1 185 | 1 185 | 1 185 | 1 185 | 1 185 | ||
– | Incidentele EU-programma's en activiteiten | 30 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
– | Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
Ontvangsten | 16 | 99 | 99 | 99 | 99 | 99 | 99 |
Subsidies
Toelichting op de instrumenten
-
– Duitsland Instituut: genereert en verspreidt kennis over het veranderende Duitsland in Nederland op het raakvlak van onderwijs, wetenschap en maatschappij. Zij doet dat onder meer met behulp van wetenschappelijk onderzoek, onderwijsprojecten en voorlichtingsactiviteiten (co-financiering met Universiteit van Amsterdam en Deutsche Akademische Austausch Dienst (DAAD)).
-
– Frans-Nederlandse Academie: financiering stopgezet. Middelen beschikbaar voor afbouw financiering.
-
– NethER: Neth-ER is opgericht in 2006 door acht Nederlandse veldorganisaties werkzaam op de gebieden onderzoek, onderwijs en innovatie (o.a. TNO, KNAW, VSNU, MBO-Raad, NWO, Europees Platform). Hun gezamenlijke doel is om de Nederlandse participatie aan de Europese programma’s te vergroten.
Opdrachten
-
– Beleidsonderzoek en benchmarking: middelen ten behoeve van beleidsonderzoek, onder meer naar de effectiviteit van internationalisering en ten behoeve van benchmarking in het kader van de relevante internationale organisaties.
-
– Incidentele internationale samenwerking: middelen gereserveerd voor incidentele activiteiten en verplichtingen.
Bijdragen aan Internationale Samenwerking
-
– Om de Nederlandse belangen in het buitenland optimaal te behartigen is op sommige plekken in de wereld extra ondersteuning nodig vanuit Nederland, c.q. het ministerie van OCW. Dat geldt o.m. voor de PVEU en de PV Unesco, voor de Europese Commissie via het END-programma én op enkele bilaterale posten.
-
– Het Europees Platform en Fulbright Center verzorgen voor het primair en voortgezet onderwijs, respectievelijk het hoger onderwijs mobiliteitsprogramma’s. Voor wat betreft het Europees Platform gaat het om programma’s voor docenten en leerlingen, bij het Fulbright Center gaat het om beurzen voor studie in de Verenigde Staten (met bijdragen van de Amerikaanse regering).
-
– De Nederlandse Taalunie is de verdragsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van het Nederlands. Ze ondersteunt het leren van de Nederlandse taal in het buitenland, bewaakt de kwaliteit daarvan en houdt zomercursussen voor buitenlanders die Nederlands doceren of willen blijven spreken.
-
– Europa College te Brugge is een postuniversitaire opleiding voor onderzoek naar Europese eenwording, gefinancieerd door EU en EU-Lidstaten.
-
– De post Unesco betreft de deelname aan diverse projecten in het kader van de Unesco.
-
– OESO CERI betreft deelname diverse onderwijsprojecten en -onderzoeken in het kader van het Centre for Educational Research and Innovation (CERI), onderdeel van de OESO.
-
– Het Cultural Contact Point geeft advies over de subsidieregelingen van het EU-cultuurprogramma en biedt begeleiding bij het doen van een aanvraag. Het is een uitvoerend orgaan ten behoeve van het EU-Cultuurprogramma en ondergebracht bij de Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA).
-
– Stichting Ons Erfdeel: De Vlaams-Nederlandse vereniging Ons Erfdeel wil de cultuur van Vlaanderen en Nederland in het buitenland bekend maken en de culturele samenwerking tussen de Nederlandssprekenden bevorderen. Onder meer met behulp van het tijdschrift Ons erfdeel en het Jaarboek The Low Countries.
-
– Nationaal Agentschap Leven Lang Leren: Het Agentschap is belast met het beheer en de uitvoering in Nederland van de Europese mobiliteitsprogramma’s Comenius (voortgezet onderwijs), Erasmus (hoger onderwijs), Leonardo da Vinci (beroepsonderwijs) en Grundtvig (volwasseneneducatie).
-
– Agentschap NL verricht uitvoerende taken, vooral waar het gaat om internationalisering van het (beroeps-) onderwijs op het scheidsvlak tussen onderwijs en bedrijfsleven. Voert ook projecten uit in kader van Turkije 2012 en Rusland 2013.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Het Vlaams-Nederlands Huis De Buren is in 2004 opgericht door de Nederlandse en Vlaamse regering als een culturele organisatie en als ruimte voor debat en reflectie (subsidiëring vindt plaats via begrotingshoofdstuk V (Buitenlandse Zaken)).
Internationale uitgaven OCW-breed
Het vergroten van internationale mobiliteit en grensoverschrijdende samenwerking tussen instellingen dient ter ondersteuning en versterking van de kwaliteit van de onderwijs-, cultuur- en wetenschapsbeoefening in Nederland én ter versterking van de Nederlandse positie op die terreinen in de wereld. Het is een doelstelling die nauw verweven is met de specifieke beleidsdoelstellingen op elk der onderscheiden terreinen. De daarbij behorende internationale uitgaven zijn dan ook grotendeels ondergebracht op de onderscheiden beleidsartikelen in de begroting. Het hier geboden overzicht betreft een samenvattend overzicht van de totale internationale uitgaven van OCW per beleidsartikel, met daaraan gekoppeld een overzicht van de onderdelen van die uitgaven, die deel uit maken van de zogenoemde Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS), gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Primair onderwijs (artikel 1) | 20 291 | 20 455 | 20 440 | 20 440 | 20 440 | 20 440 | 20 440 |
Voortgezet onderwijs (artikel 3) | 4 660 | 4 674 | 4 121 | 4 033 | 4 043 | 4 043 | 4 043 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (artikel 4) | 830 | 1 028 | 850 | 850 | 850 | 850 | 850 |
Hoger beroepsonderwijs (artikel 6) | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 |
Wetenschappelijk onderwijs (artikel 7) | 87 582 | 72 929 | 72 907 | 72 426 | 71 543 | 71 543 | 71 543 |
Internationaal beleid (artikel 8) | 16 543 | 17 101 | 16 969 | 17 122 | 16 601 | 16 557 | 16 578 |
Studiefinanciering (artikel 11) | 55 165 | 49 152 | 50 152 | 50 152 | 50 152 | 50 152 | 50 152 |
Kunsten (artikel 14) | 19 211 | 17 932 | 10 389 | 9 351 | 9 236 | 9 236 | 9 236 |
Cultureel erfgoed (artikel 14) | 2 129 | 2 892 | 2 855 | 2 931 | 2 931 | 2 931 | 2 931 |
Media (artikel 14 en 15) | 50 306 | 50 144 | 3 795 | 3 795 | 3 795 | 3 795 | 3 795 |
Onderzoek en wetenschappen (artikel 16) | 91 964 | 85 317 | 84 782 | 85 599 | 85 634 | 85 644 | 85 649 |
Totaal | 352 134 | 325 077 | 270 713 | 270 152 | 268 678 | 268 644 | 268 670 |
Toelichting:
De uitgaven in de tabel zijn – waar nodig en relevant- toegelicht bij de betreffende beleidsartikelen.
Voor artikel 11 geldt dat de uitgaven voor internationale studiefinanciering niet afzonderlijk worden geraamd, maar meelopen in de uitgavenramingen, zoals opgenomen bij artikel 11.3.1 (Studiefinanciering; waarborgen van de algemene financiële toegankelijkheid van het onderwijs voor de studerenden). De gegeven bedragen zijn indicatief.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hoger beroepsonderwijs (artikel 6) | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 | 3 453 |
Wetenschappelijk onderwijs (artikel 7) | 61 643 | 57 845 | 57 845 | 57 845 | 57 845 | 57 845 | 57 845 |
Internationaal beleid (artikel 8) | 887 | 1 044 | 1 037 | 1 045 | 1 039 | 1 039 | 1 039 |
Kunsten (artikel 14) | 5 733 | 5 765 | 3 665 | 3 665 | 3 665 | 3 665 | 3 665 |
Cultureel erfgoed (artikel 14) | 395 | 395 | 395 | 395 | 395 | 395 | 395 |
Media (artikel 14 en 15) | 506 | 506 | 506 | 506 | 506 | 506 | 506 |
Onderzoek en wetenschappen (artikel 16) | 642 | 706 | 706 | 454 | 454 | 454 | 454 |
Totaal | 73 259 | 69 714 | 67 607 | 67 363 | 67 357 | 67 357 | 67 357 |
Toelichting:
De uitgaven op de Homogene Groep Internationale Samenwerking maken deel uit van de uitgaven opgenomen in tabel 8.2 «Internationale uitgaven OCW».
Artikel