Base description which applies to whole site

ARTIKEL 15. MEDIA

Artikel

15.1 Het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, dat toegankelijk blijft voor alle lagen van de bevolking.

Algemene doelstelling

Verantwoordelijkheid van de minister

Media heeft een prominente rol in onze democratie en cultuur. Wat we zien, horen en lezen, beïnvloedt ons beeld van de wereld en onze opvattingen. Daarom borgt de minister vier publieke belangen in het mediabeleid, waar zij verantwoordelijk voor is: onafhankelijkheid, verscheidenheid, kwaliteit en toegankelijkheid. De minister heeft specifieke zorg voor het stelsel van landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de daarvoor relevante wet- en regelgeving. De minister heeft naast een financierende rol, vooral ook een regisserende rol (Beleidsdoorlichting Art.15 Media 2004 – 2009, Bijlage bij Kamerstuk 31 511, nr. 7).

Financieren: De minister financiert de landelijke publieke omroep, en enkele andere aan de omroep verbonden instellingen. De taakopdracht is wettelijk bepaald en het budget van de publieke omroep vastgesteld met behoud van afstand tot de uitvoering en inhoud. Op basis van het concessiebeleidsplan sluit de minister elke vijf jaar een prestatieovereenkomst met de publieke omroep. Verder is de minister verantwoordelijk voor instrumenten ter bevordering van culturele producties, documentaires, drama, kunst- en kinderprogramma’s (Stichting Nederlandse Culturele Mediaproducties), het steunen en stimuleren van een onafhankelijke en kwalitatief goede journalistieke infrastructuur in ons land (Stichting Stimuleringsfonds voor de Pers) en voor het bevorderen van mediawijsheid (NICAM en Mediawijzer.net).

Regisseren: Als regisseur is de minister verantwoordelijk voor de wetgeving ten aanzien van de taak en organisatie van de publieke omroep en voor wetgeving voor commerciële media. De regels voor commerciële omroepen vloeien voornamelijk voort uit Europese richtlijnen op het gebied van audiovisuele media en interne markt. Ze gaan over reclame, sponsoring, product-placement en bescherming van minderjarigen, en over het aandeel Europees en onafhankelijk product. Verder is de minister als regisseur verantwoordelijk voor wetgeving met betrekking tot omroepdistributie. Het doel daarvan is de ontvangst te verzekeren van de belangrijkste publieke zenders en daarnaast in brede zin de toegang te bevorderen tot een gevarieerd radio- en televisieaanbod.

De rijksbegroting wordt in het najaar nader uitgewerkt in de mediabegrotingsbrief, die als basis dient voor de begrotingsbehandeling door de Tweede Kamer. Deze brief geeft een gedetailleerde vooruitblik op het nieuwe jaar, een uitwerking van de maatregelen op het gebied van media alsmede een terugblik op de realisatie van voorgaand jaar.

Op basis van het vijfjaarlijkse concessiebeleidsplan heeft de minister voor de erkenningperiode die loopt tot en met 2015, een prestatieovereenkomst afgesloten met de landelijke publieke omroep (Bijlage bij Kamerstuk 32 123-VIII, nr. 128). Over de uitvoering van deze prestatieovereenkomst rapporteert de landelijke publieke omroep jaarlijks aan de minister. Deze verantwoording wordt gevalideerd door het Commissariaat voor de Media. Het Commissariaat voor de Media kan ook een boete opleggen als de publieke omroep de prestatieovereenkomst niet naleeft. Zowel de verantwoording als de validatie wordt als bijlage bij de mediabegrotingsbrief aan de Tweede Kamer verzonden.

Beleidsrelevante indicatoren en kengetallen

Met de mediamonitor) rapporteert het Commissariaat voor de Media jaarlijks over de trends en ontwikkelingen op de gebruikersmarkten voor dagbladen, tijdschriften, radio, televisie en internet. Daarnaast worden pluriformiteit, onafhankelijkheid en gebruik van nieuwstitels gemonitord.

Tenslotte wordt voor indicatoren over media verwezen naar Kerncijfers 2008–2012 en naar Trends in Beeld 2012.

Beleidswijzigingen

De brief over de uitwerking van het regeerakkoord onderdeel Media (Junibrief, Kamerstuk 32 827, nr. 1) bevat een pakket aan omvangrijke ombuigingen op het mediabudget. De belangrijkste ombuigingen vanaf 2013 zijn:

  • het verlagen van het budget landelijke publieke omroep oplopend tot een structurele verlaging met € 127,3 miljoen per 2015. Hiervoor wordt de organisatie van de landelijke publieke omroep gemoderniseerd. Er worden vanaf 2016 nog maximaal zes omroeporganisaties op basis van leden erkend, naast de twee bestaande taakorganisaties NOS en NTR. Zes van de bestaande omroepverenigingen zullen samengaan in drie samenwerkingsomroepen.

  • het beëindigen van de bekostiging van de Wereldomroep door het ministerie van OCW. Vanaf 1 januari 2013 wordt de Wereldomroep gefinancierd uit de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De landelijke publieke omroep wordt verantwoordelijk voor BVN, dat zal worden gefinancierd uit de mediabegroting.

  • het verlagen van het budget van het Muziekcentrum van de Omroep en het integreren van de overgebleven omroepensembles van het MCO in de organisatie van de landelijke publieke omroep.

  • het verlagen van het budget minderhedenprogrammering en de uiteindelijke beëindiging daarvan per 2015.

  • het samenvoegen van Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties en Stichting Stimuleringsfonds voor de Pers.

Voor de modernisering van en de bezuinigingen op de landelijke publieke omroep is een wijziging van de Mediawet noodzakelijk. Een eerste wijziging van de Mediawet is inmiddels goedgekeurd door de Eerste Kamer (Kamerstuk 33 019, nr. C). Een tweede wijziging is voorgelegd aan de Raad van State en wordt in 2012 bij de Tweede Kamer ingediend.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Tabel 15.1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (Bedragen x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

937 643

949 039

875 893

835 637

729 886

740 411

749 780

Totale uitgaven

912 434

948 461

876 224

835 968

730 217

740 742

742 780

waarvan juridisch verplicht

   

99,9%

       
                   

Bekostiging

907 042

943 145

871 112

831 107

725 512

736 068

738 139

 

Publieke Omroep (omroepinstellingen)

797 671

795 717

743 267

692 074

633 557

633 534

633 509

   

Landelijke publieke omroep

747 448

745 683

741 522

691 329

633 557

633 534

633 509

   

Wereldomroep

46 178

46 289

0

0

0

0

0

   

Minderhedenprogrammering

4 045

3 745

1 745

745

0

0

0

 

Beheertaken landelijke publieke omroep

75 498

75 370

58 743

58 743

57 718

57 718

57 718

   

Muziekcentrum voor de Omroep (MCO)

31 926

30 904

14 277

14 277

14 277

14 277

14 277

   

Uitzenden en uitzendgereedmaken

23 974

23 974

23 974

23 974

23 974

23 974

23 974

   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

19 598

20 492

20 492

20 492

19 467

19 467

19 467

 

Dotaties, bijdragen publieke omroep

32 814

30 535

30 535

30 146

27 928

27 928

27 928

   

Stimuleringsfonds Nederlandse

Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

17 922

17 922

17 922

17 922

16 316

16 316

16 316

   

Stimuleringsfonds voor de Pers

4 300

2 300

2 300

2 300

2 185

2 185

2 185

   

Filmfonds van de omroep en Telefilm (CoBO)

7 416

7 416

7 416

7 416

7 045

7 045

7 045

   

Mediawijsheid Expertisecentrum

(Bewust mediagebruik)

2 280

2 000

2 000

2 000

1 900

1 900

1 900

   

Organisatie van Lokale Omroepen

in Nederland (OLON)

508

508

508

508

482

482

482

   

Kabelraden

388

389

389

0

0

0

0

 

Dotatie/onttrekking Algemene

Mediareserve (AMR)

-513

40 645

37 745

49 322

5 487

16 066

18 162

 

Overige bekostiging media

(uit rente AMR)

1 164

500

500

500

500

500

500

 

Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016

408

378

322

322

322

322

322

   

Vierjaarlijkse instellingen

408

378

322

322

322

322

322

                   

Subsidies

991

915

920

920

920

919

919

 

Subsidies

991

915

920

920

920

919

919

                   

Bijdragen aan ZBO's/

RWT's

4 366

4 366

4 157

3 906

3 750

3 720

3 687

 

Commissariaat voor de Media

4 366

4 366

4 157

3 906

3 750

3 720

3 687

                   

Bijdragen aan (inter-)

nationale organisaties

35

35

35

35

35

35

35

 

Uitvoering internationale contributies

35

35

35

35

35

35

35

Ontvangsten

190 959

215 510

190 500

197 500

190 500

197 500

190 500

Bekostiging

Toelichting op de instrumenten

Landelijke publieke omroep

Een publieke omroep is de meest efficiënte manier om de doelstellingen van het mediabeleid te bereiken. De publieke omroep waarborgt een hoogwaardig en pluriform media-aanbod, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. Daarom bekostigt de minister van OCW de landelijke publieke omroep. Mede vanwege Europese regels op het gebied van staatssteun, houdt de overheid greep op de aard en omvang van het takenpakket van de landelijke publieke omroep en bepaalt hij het budget van de publieke omroep.

Minderhedenprogrammering

Na de convenantperiodes van Multiculturele Televisie Nederland (MTNL) en FunX, die beide eind 2012 aflopen, beëindigt het kabinet de structurele financiering in deze specifieke zelfstandige minderhedenprogrammering. De budgetten voor 2013 en 2014 zullen worden gebruikt ten behoeve van afbouw- en frictiekosten. In de mediabegrotingsbrief wordt ingegaan op de wijze waarop dit type programmering in het aanbod van de landelijke publieke omroep en de lokale omroepen zal worden geïntegreerd.

Muziekcentrum voor de Omroep (MCO)

Deze bekostiging is bestemd voor de door de minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten, omroepkoren en een muziekbibliotheek.

Uitzenden en uitzendgereedmaken

Deze beheertaken bestaan uit het gereedmaken van programma’s voor uitzending en het uitzenden van programma’s van de landelijke publieke omroep.

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

Deze bekostiging is bestemd voor de door de minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van een media-archief.

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) is het instrument binnen het mediabeleid om de vervaardiging van hoogwaardige culturele producties binnen het media-aanbod te stimuleren. De bijdrage is bestemd voor het verstrekken van financiële bijdragen voor de ontwikkeling en productie van media-aanbod van bijzondere Nederlandse culturele aard ten behoeve van de landelijke en regionale publieke media-instellingen.

Stimuleringsfonds voor de Pers

Het Stimuleringsfonds voor de Pers is binnen het mediabeleid het instrument om de pluriformiteit van het media-aanbod binnen de perssector te stimuleren, in het bijzonder de journalistieke infrastructuur en innovatie daarin. De bijdrage is bestemd voor tijdelijke steun aan noodlijdende persorganen, het stimuleren van onderzoek dat de persbedrijfstak ten goede komt en het steun bieden aan journalistieke producten die via internet worden aangeboden.

Filmfonds van de Omroep en Telefilm (CoBO)

Het CoBO-fonds ondersteunt de documentairesector en participeert in audiovisuele coproductieprojecten waarin wordt deelgenomen door een of meer van de publieke instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep en de Vlaamse publieke omroep (VRT) en/of Duitse publieke omroepen en/of onafhankelijke filmproducenten en/of instellingen werkzaam op het gebied van de podiumkunsten.

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

Het Mediawijsheid Expertisecentrum (Mediawijzer.net) bevordert een bewuste, kritische en actieve houding van burgers en instellingen in de samenleving waar media alom zijn. Bij het huidige programma zijn het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, ECP-EPN, de publieke omroep (NTR), Kennisnet en het NIBG betrokken.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

De kerntaak van het Commissariaat voor de Media (hierna: CvdM) bestaat uit het uitoefenen van onafhankelijk toezicht op het handelen van de media-instellingen in Nederland en uit handhavend optreden ingeval de toepasselijke regelgeving niet in acht wordt genomen. De bevoegdheid om toezicht en handhaving uit te oefenen heeft betrekking op alle media-instellingen: publieke media-instellingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau en commerciële media-instellingen op landelijk en niet-landelijk niveau. Het CvdM is tevens verantwoordelijk voor het metatoezicht op het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Daarnaast heeft het CvdM tot taak erop toe te zien dat kabelexploitanten hun wettelijke verplichtingen nakomen tot doorgifte van de must carry-zenders en het opvolgen van adviezen van programmaraden.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan uit de reclame-inkomsten van de Stichting Ether Reclame (STER) en de rente op de Algemene Mediareserve (AMR).

Artikel

Licence