1. Algemene doelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
2000 | 2003 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Absolute levensverwachting in jaren: | ||||||||||
– mannen | 75,5 | 76,2 | 77,2 | 78,0 | 78,3 | 78,5 | 78,8 | 79,2 | 79,1 | 79,4 |
– vrouwen | 80,6 | 80,9 | 81,6 | 82,3 | 82,3 | 82,6 | 82,7 | 82,9 | 82,8 | 83,0 |
2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid: | ||||||||||
– mannen | 61,5 | 62,4 | 62,5 | 64,7 | 63,7 | 65,3 | 63,9 | 63,7 | 64,7 | 64,6 |
– vrouwen | 60,9 | 61,6 | 61,8 | 63,4 | 63,5 | 63,8 | 63,0 | 63,3 | 62,6 | 63,5 |
1. Bron absolute levensverwachting: CBS-Statline De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2013 bedroeg 83,0 jaar. Dat is 3,6 jaar hoger dan die van mannen (79,4 jaar). Sinds 1980 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1980 een winst van 6,7 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 3,7 jaar ouder geworden.
2. Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS-StatLine – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?
Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.
Financieren:
-
– Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.
-
– Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.
-
– Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.
-
– Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting
-
– Financiering van de abortusklinieken.
Regisseren:
-
– Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.
-
– Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van antibioticaresistentie in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de veehouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ.
-
– Opstellen wettelijk kader en doen handhaven van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg.
-
– Opstellen van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.
-
– Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling) en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.
-
– Coördinatie van het interdepartementaal drugsbeleid en zorgen voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.
-
– Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.
3. Beleidswijzigingen
Aanpak gezondheidsachterstanden
Het programma «Gezond in...» (TK 32 620, nr. 132) is uitgebreid tot 164 deelnemende gemeenten, waardoor ook kleine plattelandsgemeenten en krimpregio’s deelnemen. Naast deze stimulans voor een lokale aanpak wordt de komende jaren geëxperimenteerd met een regionale benadering van deze problematiek in de Veenkoloniën. Dit is de uitwerking van het amendement Wolbert (TK 34 000-XVI, nr. 43) waarvoor € 10 miljoen voor een periode van acht jaar beschikbaar is gesteld.
Screeningsbeleid
In 2016 zal gevolg worden gegeven aan de voornemens rond gezondheidschecks zoals die in de beleidsreactie (najaar 2015) op het Gezondheidsraadsadvies «Doorlichten doorgelicht» worden opgenomen. Ook wordt in 2016 uitvoering gegeven aan de voorgenomen uitbreiding van de hielprik.
Gezonder voedingsaanbod
Tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap wordt een conferentie georganiseerd om te komen tot een gelijk speelveld voor productverbetering in de EU en een gezamenlijk actieplan voor reductie van zout, verzadigd vet en calorieën. Ook na het voorzitterschap blijft dit een prioriteit.
Europese Tabaksproductenrichtlijn
In 2016 wordt naar verwachting de nieuwe Tabaksproductenrichtlijn (2014/40/EU) ingevoerd in de Nederlandse wetgeving. Deze richtlijn beoogt dat vooral jongeren niet gaan roken, onder meer door tabaksproducten minder aantrekkelijk te maken. Zo zullen tabaksproducten met kenmerkende aroma’s worden verboden en moeten verpakkingen van sigaretten, shag en waterpijptabak worden voorzien van grote afschrikwekkende afbeeldingen en waarschuwingen. Ook worden eisen gesteld aan grensoverschrijdende internetverkoop en nieuwe tabaksproducten. Op grond van de Tabaksproductenrichtlijn zal voor de elektronische sigaret, ook zonder nicotine, een minimumleeftijd voor verkoop worden ingesteld.
Rijksvaccinatieprogramma en hielprik
Het Rijksvaccinatieprogramma en het programma rond de hielprik bij pasgeborenen worden geborgd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). De wetswijziging van de Wpg is in voorbereiding met de streefdatum van 1 januari 2018 als ingangsdatum. Met de inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg (per 1 januari 2015) is een tijdelijke regeling (tot 1 januari 2018) in de Wpg opgenomen. Voor beide progamma’s staat het budget op de VWS-begroting.
Antibioticaresistentie
De aanpak van antibioticaresistentie blijft de komende jaren een prioriteit, zowel voor het nationale als internationale beleid. Deze aanpak is geschetst in de kamerbrief van 24 juni 2015 (TK 32 620, nr. 159) Maatregelen worden genomen op het terrein van de zorg, veehouderij, voedselveiligheid, milieu, internationaal, communicatie en de ontwikkeling van nieuwe antibiotica met als doel de dreiging van antibioticaresistentie tegen te gaan zodat bacteriën ook in de toekomst bestreden kunnen worden.
4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 614.940 | 624.150 | 608.239 | 616.266 | 633.611 | 643.130 | 639.747 |
Uitgaven | 494.841 | 593.297 | 614.456 | 621.203 | 637.677 | 645.775 | 640.713 |
Waarvan juridisch verplicht | 95% | ||||||
1. Gezondheidsbescherming | 103.671 | 105.449 | 103.030 | 100.146 | 115.084 | 114.151 | 114.151 |
Subsidies | 1.716 | 4.664 | 4.988 | 3.795 | 3.992 | 3.992 | 3.992 |
waarvan onder andere: | |||||||
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/ Nationaal Programma Preventie | 934 | 4.189 | 4.654 | 3.459 | 3.569 | 3.569 | 3.569 |
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 190 | 460 | 319 | 321 | 408 | 408 | 408 |
Opdrachten | 4.600 | 2.023 | 2.735 | 1.222 | 1.629 | 1.363 | 1.363 |
waarvan onder andere: | |||||||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 3.550 | 174 | 1.268 | 268 | 268 | 268 | 268 |
Aanschaf Jodiumtabletten | 0 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 97.052 | 98.507 | 94.975 | 95.029 | 94.361 | 93.694 | 93.694 |
waarvan onder andere: | |||||||
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit | 77.672 | 78.546 | 78.313 | 78.298 | 78.117 | 78.117 | 78.117 |
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 19.024 | 18.154 | 14.627 | 14.655 | 13.930 | 13.261 | 13.261 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 209 | 111 | 232 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 94 | 144 | 100 | 100 | 15.102 | 15.102 | 15.102 |
waarvan onder andere: | |||||||
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Lokale aanpak gezondheidsachterstanden | 0 | 0 | 0 | 0 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
2. Ziektepreventie | 321.563 | 417.990 | 442.812 | 452.286 | 454.018 | 462.824 | 457.762 |
Subsidies | 201.112 | 211.314 | 222.553 | 228.468 | 231.718 | 236.021 | 230.206 |
Ziektepreventie | 4.477 | 8.871 | 15.036 | 15.249 | 14.323 | 14.323 | 7.823 |
Jeugdgezondheidszorg | 3.024 | 2.100 | 1.952 | 1.627 | 1.582 | 1.582 | 1.582 |
RIVM: Uitvoering Subsidieregeling Publieke Gezondheid | 182.334 | 187.984 | 193.425 | 199.756 | 204.251 | 208.554 | 209.239 |
RIVM: Infectieziektebestrijding en/of bevordering seksuele gezondheid | 11.278 | 12.359 | 12.140 | 11.836 | 11.562 | 11.562 | 11.562 |
Opdrachten | 464 | 3.643 | 15.377 | 13.909 | 11.058 | 14.558 | 14.558 |
waarvan onder andere: | |||||||
(Vaccin)onderzoek | 0 | 3.537 | 15.271 | 13.804 | 10.954 | 14.454 | 14.454 |
Bijdragen aan agentschappen | 119.003 | 202.067 | 203.916 | 208.943 | 210.276 | 211.279 | 212.032 |
RIVM: Opdrachtverlening Centra | 119.003 | 202.067 | 203.916 | 208.943 | 210.276 | 211.279 | 212.032 |
Bijdragen aan medeoverheden | 984 | 966 | 966 | 966 | 966 | 966 | 966 |
3. Gezondheidsbevordering | 51.796 | 51.866 | 50.445 | 51.110 | 50.991 | 51.216 | 51.216 |
Subsidies | 33.615 | 33.486 | 30.733 | 31.626 | 31.683 | 31.420 | 31.420 |
waarvan onder andere: | |||||||
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 1.185 | 2.368 | 1.524 | 913 | 852 | 761 | 761 |
Verslavingszorg | 9.153 | 8.805 | 7.361 | 7.186 | 7.186 | 6.970 | 6.970 |
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG | 9.803 | 10.193 | 10.458 | 12.038 | 12.238 | 12.338 | 12.338 |
Gezonde leefstijl jeugd | 0 | 100 | 300 | 300 | 300 | 200 | 0 |
Letselpreventie | 4.670 | 3.767 | 3.709 | 3.709 | 3.534 | 3.534 | 3.534 |
Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg | 4.074 | 4.753 | 4.579 | 2.932 | 2.816 | 2.816 | 2.816 |
Bevordering van seksuele gezondheid | 4.658 | 2.632 | 2.631 | 2.631 | 2.631 | 2.631 | 2.631 |
Opdrachten | 3.629 | 4.234 | 4.951 | 4.772 | 4.596 | 5.011 | 5.011 |
waarvan onder andere: | |||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 2.874 | 3.106 | 3.100 | 3.100 | 3.100 | 3.100 | 3.100 |
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak | 0 | 0 | 1.060 | 1.060 | 1.060 | 1.060 | 1.060 |
Preventie schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 728 | 513 | 70 | 70 | 390 | 390 |
Letselpreventie | 233 | 18 | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG | 181 | 52 | 196 | 200 | 200 | 200 | 200 |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 76 | 577 | 528 | 528 | 601 | 601 |
RIVM: Voedselconsumptiepeiling | 0 | 20 | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 |
RIVM: Monitoring, opdrachten, kennisvragen e.d. | 0 | 56 | 106 | 57 | 57 | 130 | 130 |
Afgifte Schengenverklaringen via het CAK | 0 | 0 | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 |
Bijdragen aan medeoverheden | 14.552 | 14.070 | 14.184 | 14.184 | 14.184 | 14.184 | 14.184 |
waarvan onder andere: | |||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 14.552 | 14.070 | 14.067 | 14.067 | 14.067 | 14.067 | 14.067 |
4. Ethiek | 17.810 | 17.992 | 18.169 | 17.661 | 17.584 | 17.584 | 17.584 |
Subsidies | 1.331 | 17.025 | 17.067 | 16.909 | 16.909 | 16.909 | 16.909 |
Abortusklinieken | 0 | 15.713 | 15.661 | 15.661 | 15.661 | 15.661 | 15.661 |
Beleid Medische Ethiek | 1.331 | 1.312 | 1.406 | 1.248 | 1.248 | 1.248 | 1.248 |
Opdrachten | 132 | 161 | 396 | 329 | 329 | 329 | 329 |
Bijdragen aan agentschappen | 2.164 | 803 | 703 | 420 | 343 | 343 | 343 |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 2.164 | 803 | 703 | 420 | 343 | 343 | 343 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 14.183 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken | 14.122 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek | 61 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 |
Ontvangsten | 37.511 | 11.003 | 10.903 | 10.903 | 10.903 | 10.903 | 10.903 |
waarvan onder andere: | |||||||
Bestuurlijke boetes | 5.341 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 | 4.252 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget 2016 ad € 275 miljoen is 94% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de tot en met 2015 aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies en de Subsidieregeling publieke gezondheid en de financiering van de abortusklinieken. De niet-juridisch verplichte middelen zijn onder andere bestemd voor de uitvoering van de landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie en de uitvoering van de aanpak van antibioticaresistentie.
Opdrachten
Van het budget 2016 ad € 23,5 miljoen is 88% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van verplichtingen die tot en met 2015 zijn aangegaan. De niet-juridisch verplichte middelen zijn onder andere bestemd voor de uitvoering van de landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie en de aanschaf van jodiumtabletten.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget betreft de financiering van de opdrachtverlening voor 2016 aan het RIVM, de NVWA en het CIBG. Op basis van het offertetraject is het budget 2016 ad € 300 miljoen voor 96% juridisch verplicht. De niet-juridisch verplichte middelen zijn bestemd voor het Rijksvaccinatieprogramma en de handhavingstaken van de NVWA.
Bijdragen aan medeoverheden
Betreft de heroïneverstrekking door gemeenten op medisch voorschrift via het gemeentefonds, de bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de bijdrage aan Caribisch Nederland inzake de Wet publieke gezondheid. Het budget voor 2016 ad € 15,1 miljoen is voor 98% juridisch verplicht.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming
Subsidies
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie
In 2016 zal uitwerking worden gegeven aan de voornemens die zijn opgenomen in landelijke nota gezondheidsbeleid die in het najaar van 2015 verschijnt.
-
– Nationaal Programma Preventie
In februari 2014 is het Nationaal Programma Preventie «Alles is Gezondheid...» gelanceerd (TK 32 793, nr. 164). In maart 2016 vindt de tweede vervolgconferentie van het Nationaal Programma Preventie «Alles is Gezondheid...» plaats. In dezelfde periode ontvangt de Kamer ook de tweede voortgangsrapportage. Verschillende partijen (waaronder gemeenten, ministeries, werkgevers, onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties) dragen bij aan het programma. VWS stelt € 1,5 miljoen beschikbaar voor de uitvoeringskosten.
-
– Betrouwbaarheid van de publieke gezondheidszorg
De uitwerking van de visie met betrekking tot de publieke gezondheid (TK 32 620, nr. 132) vraagt inzet van VWS, gemeenten en GGD’en. In het kader van een driejarig stimuleringsprogramma krijgt dit in gezamenlijkheid vorm. Dit programma loopt tot eind 2017 (€ 0,5 miljoen).
-
– Overig
Verder financiert VWS enkele specifieke activiteiten waaronder Healthy Pregnancy 4 All-2 (vernieuwing en afstemming binnen de verloskundige- en jeugdgezondheidszorg), stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsverschillen (zogenoemde GIDS – Gezond In De Stad – gelden), depressiepreventie, verrichten van nader onderzoek doodsoorzaak bij kinderen en de bijdrage aan kennisplatforms op het gebied van gezondheid en de fysieke omgeving (€ 2,7 miljoen).
In totaal is in 2016 € 4,7 miljoen beschikbaar.
Opdrachten
Aanschaf jodiumtabletten
In Nederland worden de interventiewaarden voor nucleaire incidenten afgestemd op de waarden in Duitsland en België. Dit betekent dat de distributie van jodiumtabletten in grotere zones zal moeten plaatsvinden dan voorheen. Voor de aanschaf en distributie van de tabletten is € 1 miljoen beschikbaar.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De Minister van VWS is opdrachtgever voor het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van de wettelijke normen en ontvangt hiertoe financiering van de Minister van VWS. Eind 2013 is met het Plan van Aanpak besloten (TK 33 835, nr. 1) de NVWA adequaat toe te rusten op haar taak en hierin fors te investeren. Hiervoor is vanaf 2015 jaarlijks een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar. In totaal ontvangt de NVWA in 2016 € 78,3 miljoen. In navolgende tabel wordt aangegeven uit welke onderdelen dit bedrag is opgebouwd.
Beleidsterrein | Bedrag |
---|---|
Voedselveiligheid | 41,7 |
Productveiligheid | 13,1 |
Tabak en alcohol | 7,1 |
Overig | 6,4 |
Plan van aanpak verbeterplan | 10,0 |
Totaal | 78,3 |
In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.
Micro-organismen | Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year) | ||
---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | |
Toxoplasma gondii | 2.000 | 1.950 | 1.930 |
Campylobacter spp. | 1.650 | 1.560 | 1.430 |
Salmonella spp | 680 | 1.3501 | 600 |
S. aureus toxine | 670 | 670 | 670 |
C. perfringens toxine | 490 | 490 | 490 |
Norovirus | 300 | 300 | 280 |
Rotavirus | 210 | 185 | 210 |
B. cereus toxine | 100 | 100 | 100 |
Listeria monocytogenes | 140 | 90 | 60 |
STEC O157 | 56 | 57 | 60 |
Giardia spp. | 17 | 14 | 13 |
Hepatitis-A virus | 9 | 9 | 8 |
Cryptosporidium spp. | 8 | 8 | 8 |
Hepatitis-E virus | 2 | 2 | 2 |
Totaal | 6.330 | 6.780 | 5.850 |
Bron: Nationaalkompas, RIVM
DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.
De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
Het RIVM heeft de wettelijke taak periodiek te rapporteren over de toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. Het RIVM rapporteert hierover in de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV). Het samenvattend rapport uit 2014 vormt input voor de landelijke nota gezondheidsbeleid die in het najaar van 2015 verschijnt. Daarin worden de inhoudelijke speerpunten voor de komende jaren geformuleerd. Het RIVM actualiseert de beschikbare gegevens via de website www.volksgezondheidenzorg.info. In 2015 is gestart met de voorbereiding van de VTV 2018. Het werk aan de VTV zal heel 2016 en 2017 in beslag nemen. In 2016 zal ook gewerkt worden om de data op landelijk, regionaal en lokaal niveau worden beter op elkaar te stemmen en zal de methodiek voor de toekomstvoorspellingen van de epidemiologische trends worden verbeterd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma
Het vijfde Preventieprogramma (PP5) levert kennis op die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het kader voor PP5 wordt naast het NPP gevormd door vier thema’s waarop VWS aan ZonMw om onderzoek heeft gevraagd:
-
– Kennis die bijdraagt aan algemene aspecten van preventiebeleid.
-
– Kennis die tot verdere verbetering van het instrumentarium leidt.
-
– Enkele specifieke onderzoeksterreinen passend bij de domeinen van het NPP.
-
– Monitoring van uitvoeringsprogramma’s (het voorstel voor een monitor specifiek voor het NPP wordt nader uitgewerkt).
De hiervoor beschikbare middelen (€ 3,7 miljoen in 2016) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid. In de paragraaf «Toelichting op de instrumenten» van artikel 4 is een overzichtstabel opgenomen.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
De Minister zorgt op het terrein van de ziektepreventie subsidies (€ 15 miljoen) voor een goede bescherming tegen infectieziekten en preventie van chronische ziekten door onder andere te zorgen voor:
-
– Een goede landelijke structuur om bekende en onbekende infectieziektedreigingen inclusief zoönosen en vectorgebonden aandoeningen snel te kunnen signaleren en bestrijden.
-
– Het internationaal uitwisselen van informatie en afstemmen van voorbereidings- en bestrijdingsmaatregelen.
-
– Subsidiëring van de stichting Q-support om patiënten, die na de Q-koorts epidemie te maken hebben met langdurige klachten, te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden.
-
– Het ondersteunen van de oprichting van het Kennisplatform Intensieve Veehouderij en Humane Gezondheid dat handvatten kan meegeven aan lokale bestuurders voor de afweging van gezondheid in de bestuurlijke beslissingen bij ontwikkelingen in de veehouderij.
-
– Financiering van het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden ten behoeve van kennisvermeerdering over eventuele risico’s van ziekteverwekkers afkomstig uit de veehouderij.
-
– Financiering van onder andere de herijking en implementatie van richtlijnen voor goed gebruik van antibiotica, de versterking van de positie van ziekenhuizen en GGD’en, nieuwe vormen van bekostiging van diagnostiek en behandeling, en onderzoek om de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en alternatieven voor antibiotica te stimuleren zoals verwoord in de kamerbrief van 24 juni 2015 over de aanpak van antibioticaresistentie (TK 32 620, nr. 159).
Jeugdgezondheidszorg
De Minister verleent op het terrein van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) onder andere subsidie (€ 1,7 miljoen) aan het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.
RIVM
De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt uitgevoerd door het RIVM en bestaat uit:
-
– Het financieren, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de landelijke bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en – sinds 2014 – darmkanker (€ 119,1 miljoen). Het financieren van het Nationaal Programma Grieppreventie. Doel van dit programma is om kwetsbare groepen (alle 60-plussers en mensen onder de 60 jaar met een risico-indicatie, zoals longziekten, hart- of nieraandoeningen en diabetes mellitus) te beschermen tegen (de ernstige gevolgen van) griep (€ 40,9 miljoen).
-
– Het financieren van soa-onderzoek en aanvullende seksuele gezondheidszorg en coördinatie (€ 33,4 miljoen). In 2014 heeft het kabinet op basis van een evaluatie besloten om de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg voort te zetten (TK 32 239, nr. 3). Naast enkele kleinere wijzigingen is er een plafond ingebouwd, waardoor het openeindekarakter van de regeling is verdwenen.
Verder verstrekt het RIVM subsidies op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies op het terrein van de seksuele gezondheid (€ 12,1 miljoen). Inhoudelijk is dit opgenomen onder het artikelonderdeel Gezondheidsbevordering.
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma | 94,00% | 94,50% | 95,20% | 95,00% | 95,40% | 95,50% | 95,40% | 94,80% |
2. Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie | 73,50% | 71,50% | 70,40% | 68,90% | 65,70% | 62,40% | 59,60% | – |
3. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker | 82,40% | 82,00% | 81,50% | 80,70% | 80,10% | 79,70% | 79,40% | – |
4. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker | 66,60% | 66,00% | 65,30% | 64,30% | 65,00% | 63,90% | 64,70% | – |
5. Percentage deelname aan hielprik | 99,90% | 99,80% | 99,80% | 99,70% | 99,50% | 99,50% | – |
Bron:
1. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland. RIVM rapport 2015–0067 (pagina 11, tabel 3).
2. Voor het verslagjaar 2015 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2014) is dit percentage 95,4%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2012 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
3. Monitor vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie, IQ Healthcare (Radboudumc), (pagina 1, belangrijkste resultaten 2013) in opdracht van het Centrum voor bevolkingsonderzoek (RIVM).
4. Landelijk Evaluatieteam bevolkingsonderzoek borstkanker (LETB). Erasmus MC Rotterdam (pagina 2, Overzicht belangrijkste indicatoren 1991–2013).
5. Landelijke Evaluatie Bevolkingsonderzoek naar Baarmoederhalskanker (LEBA). Rapportage 2013 (pagina 1, figuur 1).
6. Monitor en evaluatie van de neonatale hielprikscreening bij kinderen geboren in 2013, TNO-rapport.
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Er is onder andere budget beschikbaar voor vaccinonderzoek (€ 5,8 miljoen), ontwikkeling van het RSV-vaccin (€ 4,3 miljoen) en onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 1,7 miljoen). Voor 2016 zullen deze taken worden ondergebracht bij de directie Antonie van Leeuwenhoekterrein (Alt). In 2016 zal over de nieuwe organisatievorm van het onderdeel (vaccin)onderzoek een besluit worden genomen.
Bijdragen aan agentschappen
RIVM
De Minister van VWS is opdrachtgever en eigenaar van het agentschap Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM stelt zich tot doel om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te beschermen en te bevorderen. Het RIVM geeft hieraan uitvoering door middel van het (doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en advisering op het terrein van volksgezondheid en het voeren van de regie op diverse terreinen van de publieke gezondheid. Binnen het RIVM zijn hiertoe verschillende centra actief, waaronder:
-
– Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) bij het RIVM ontvangt financiële middelen voor het vervullen van zijn taken ten aanzien van de preventie en bestrijding van infectieziekten met specifiek ook aandacht voor antimicrobiële resistentie, het bevorderen van seksuele gezondheid door de ondersteuning van professionals bij een goede uitvoering en taken op het gebied van vaccinologie (€ 44,1 miljoen).
-
– Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CVB) bij het RIVM ontvangt financiële middelen voor het uitvoeren van zijn coördinerende taken gericht op de voorlichting over bevolkingsonderzoeken, het Nationaal Programma Grieppreventie en pre- en neonatale screeningen en de kwaliteit van de uitvoering en monitoring ervan. Mensen die tot de betreffende doelgroep behoren, kunnen vrijwillig aan de bevolkingsonderzoeken deelnemen (€ 24 miljoen). Ook verzorgt het CVB de uitvoering van de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (€ 20,1 miljoen).
-
– Het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) van het RIVM ontvangt financiële middelen om de Minister van VWS en de regio’s bij te staan met gezondheidskundige advisering, advisering over het uitvoeren van gezondheidsonderzoek en risicoanalyses over mogelijke gezondheidseffecten en over psychosociale nazorg. Vragen over gezondheid en veiligheid in relatie tot milieu en het voorkomen van incidenten en rampen komen samen bij het CGM. Het CGM is erop gericht deze kennis waar nodig te ontwikkelen, te borgen en te ontsluiten voor professionals en bestuurders (€ 5,5 miljoen).
-
– De Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s (DVP) bij het RIVM zorgt ervoor dat er voldoende goede en betaalbare vaccins en antisera beschikbaar zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) en calamiteiten (€ 1,8 miljoen).
-
– Voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma en het programma rond de hielprik bij pasgeborenen is € 105 miljoen beschikbaar.
-
– Het Centrum Gezond Leven (CGL) bij het RIVM ontvangt financiële middelen met als doel samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering te faciliteren. Het CGL bevordert het gebruik van erkende leefstijlinterventies, onder meer door beschikbare interventies overzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit en samenhang en het versterken van gezondheidsbeleid via diverse handreikingen. Daarnaast voert het CGL het programma «Structurele versterking Gezondeschool.nl» uit (€ 2,7 miljoen).
3. Gezondheidsbevordering
Subsidies
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)
Organisaties zoals het Trimbos-instituut ontvangen projectsubsidies voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik. Voorbeelden zijn de NIX18-campagne om te bevorderen dat jongeren onder de 18 jaar niet roken en drinken en de registratie van genotmiddelengebruik in de leefstijlmonitor. Voor 2016 gaat het om projectsubsidies van € 1,3 miljoen.
Verslavingszorg
Op dit onderdeel is de instellingssubsidie voor het Trimbos-instituut opgenomen voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op verslavingszorg, maar ook preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik en voor andere VWS-beleidsterreinen, zoals de geestelijke gezondheidszorg. Het Trimbos-instituut zet zich in om wetenschappelijk onderbouwde, onafhankelijke informatie te geven aan professionals en burgers. Ook ontvangen de stichtingen Mainline en Informatievoorziening Zorg subsidie voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van verslavingszorg. Bij instellingssubsidies gaat het voor 2016 in totaal om circa € 7,4 miljoen.
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG
De gezonde keuze moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt voor de Nederlandse bevolking, jong en oud. Om te voorzien in de juiste informatie over gezonde voeding voor burgers en professionals wordt subsidie verleend aan het Voedingscentrum.
Om gemeenten, scholen, sportverenigingen en andere lokale partijen te stimuleren om een gezonde(re) omgeving te creëren en in te zetten op een stijging van het aantal kinderen en jongeren op een gezond gewicht, wordt de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (TK 34 080 A, nr. 1) gesubsidieerd. Hierbij werkt de stichting samen met diverse partijen: overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
Ten slotte wordt ingezet op het realiseren van een sluitende ketenaanpak van preventie en zorg voor kinderen met overgewicht en obesitas door het Partnerschap Overgewicht Nederland. Ook hierbij wordt nauw samengewerkt met de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht.
De totale geraamde subsidies voor gezonde voedingskeuze en gezond gewicht bedragen € 10,5 miljoen in 2016. Voor een deel gaat het hierbij om middelen uit het Begrotingsakkoord 2013 (in totaal € 26 miljoen) voor een extra inzet op de bestrijding van overgewicht bij kinderen. Hierbij komen verschillende gezondheidsthema’s voor de jeugd aan bod. De middelen worden grotendeels via bestaande lijnen en structuren ingezet, zoals op het programma Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), de Gezonde School en de Onderwijsagenda SBGL (in nauwe samenwerking met het Ministerie van OCW).
Letselpreventie
Voor letselpreventie is € 3,7 miljoen beschikbaar. De Stichting VeiligheidNL ontvangt € 3,5 miljoen subsidie van VWS voor het uitvoeren van haar activiteiten die zijn gericht op letselpreventie door middel van interventies en programma’s voor bijvoorbeeld jongeren en ouderen en de monitoring daarvan.
Bevordering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg
De Stichting Pharos ontvangt als kennis- en adviescentrum subsidie voor het stimuleren van de toepassing van kennis in de praktijk voor de verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden (€ 3,2 miljoen). Het gaat daarbij om mensen die minder vaardig zijn in het verkrijgen, begrijpen en gebruiken van informatie over (hun) gezondheid bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen. Verder worden gemeenten geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Het lokale proces wordt ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma waarin kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen worden samengebracht, onder regie van Pharos en Platform31. Hiermee is jaarlijks € 1 miljoen gemoeid.
Bevordering van de seksuele gezondheid
Om de seksuele gezondheid te bevorderen verleent VWS rechtstreeks (onder andere Stichting Ambulante FIOM), dan wel via het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding (onder andere Rutgers, Soa-Aids Nederland en de HIV-vereniging Nederland) subsidie aan diverse gezondheidsbevorderende instellingen. De middelen aan het RIVM staan verantwoord onder het artikelonderdeel Ziektepreventie. Naar aanleiding van het amendement Voortman (TK 33 750, nr. 34) is het budget voor de preventie en begeleiding van tienermoeders structureel verhoogd.
Opdrachten
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
De geraamde kosten voor de medicatie voor de medische heroïnebehandeling zijn € 3,1 miljoen; zie verder onder Bijdragen aan medeoverheden.
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak
Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor alcohol en tabak verhoogd naar 18 jaar. De NIX18 campagne heeft tot doel het versterken van de sociale norm dat het normaal is dat je voor je 18eniet rookt of drinkt.
Bijdragen aan medeoverheden
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift
VWS verstrekt een financiële bijdrage (circa € 14,2 miljoen) aan gemeenten voor het binnen een gesloten systeem aanbieden van een behandeling, waarbij naast methadon medicinale heroïne wordt verstrekt aan een beperkte groep langdurig opiaatverslaafden. Deze behandeling leidt tot verbetering van de gezondheid en van de maatschappelijke re-integratie en helpt overlast en criminaliteit door ernstig opiaatverslaafden voorkomen. Omdat het een beperkte groep betreft, is deze behandeling niet in het reguliere zorgstelsel opgenomen. Binnen dit systeem zijn alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen genomen om ongeoorloofd gebruik van medicatie te voorkomen.
2001 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Het percentage niet-rokers ≥ 15 jaar | – | 72% | 73% | 72% | 73% | 76% | 76% | 76% |
2. Overgewicht bij volwassenen ≥ 20 jaar | – | 45,7% | 47,1% | 47,4% | 48,2% | 48,2% | 47,9% | 48,2% |
3. Overgewicht bij kinderen leeftijd 4–20 jaar | – | 11,4% | 13,4% | 13,1% | 13,6% | 12,8% | 13,2% | 11,8% |
4. Het percentage mensen in algemene bevolking (12 jaar en ouder) dat niet zwaar drinkt | – | 89,3% | 90,0% | 89,6% | 89,6% | 90,6% | 87,1% | – |
5. Het percentage 12–15 jarigen dat nog nooit alcoholhoudende drank heeft gedronken | – | 25,6% | – | 36,5% | 35,0% | 38,4% | – | – |
6. Aantal problematische drugsverslaafden per 1.000 inwoners | 3,1 | – | 1,6 | – | – | – | 1,3 | 1,3 |
7. Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures | 700.000 | 650.000 | 650.000 | 640.000 | 600.000 | 600.000 | 590.000 | 430.000 |
8. Vindpercentage seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) bij de soa-poli’s van de GGD | – | 12,7% | 13,2% | 13,2% | 13,7% | 14,3% | 15,1% | – |
Bron:
1. T/m 2011: – TNS NIPO in opdracht van het Trimbos-instituut. Continu Onderzoek Rookgewoonten (COR)
– Voor 2012 e.v. het CBS cijfer bij http://statline.cbs.nl.
2. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981, zie http://statline.cbs.nl.
3. Permanent Onderzoek Leefstijl Situatie (POLS), Lengte en gewicht van personen, ondergewicht en overgewicht; vanaf 1981, zie www.statline.cbs.nl.
4. www.Statline.nl van Centraal Bureau voor de Statistiek. Cijfer over 2012 niet goed vergelijkbaar met 2011 door verandering(aanscherping) van de definitie.
5. Health Behaviour in School-aged Children, Trimbos-instituut, zie www.trimbos.nl.
6. Cruts, G., Van Laar, M., Buster, M. (2013). Aantal en kenmerken van problematische opiatengebruikers in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut/GGD Amsterdam.
7. Letselinformatiesysteem 2001–2010 VeiligheidNL en CBS, zie www.veiligheid.nl en www.cbs.nl. De trend voor letsel als gevolg van privéongevallen en sportblessures in de afgelopen jaren is positief, waarbij in 2011 geen verandering is te zien ten opzichte van 2010.
8. Betreft het percentage bezoekers van soa-poli’s, waarbij één (of meer) soa is gevonden, zie www.nationaalkompas.nl.
4. Ethiek
Subsidies
Abortusklinieken
Sinds de inwerkingtreding van Wet langdurige zorg vindt de subsidiëring van de abortusklinieken (€ 15,7 miljoen) plaats via de Kaderregeling VWS-subsidies. De abortusklinieken dienen over een Waz-vergunning (Wet afbreking zwangerschap) te beschikken.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek
Het CIBG verzorgt de uitvoering van het secretariaat van de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
De uitvoering van de secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn bij een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS ondergebracht. De daarmee samenhangende middelen (€ 3,5 miljoen) staan geraamd op artikel 10 onder Personele uitgaven kerndepartement.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO)
De CCMO is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek door middel van toetsing aan de hiervoor geldende wettelijke bepalingen en protocollen. De CCMO ontvangt hiervoor een jaarlijkse bijdrage van € 1,8 miljoen. Deze middelen staan geraamd op artikel 10 bij het onderdeel Personele uitgaven SCP en raden.
Het onderzoeksprogramma «Translationeel Adult Stamcelonderzoek» richt zich op onderzoek naar mogelijke nieuwe toepassingsmogelijkheden van adulte (niet-embryonale) stamcellen. De middelen voor 2016 (circa € 2,7 miljoen) staan geraamd op artikel 4 Zorgbreed beleid.
Ontvangsten
Bestuurlijke boetes
In het kader van haar handhavingsbeleid schrijft de NVWA bestuurlijke boetes uit. Het houdt in dat de overtreder de onvoorwaardelijke verplichting heeft tot het betalen van een geldsom aan de overheid wegens overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens een van de aan het toezicht door de NVWA onderworpen wetten. De ontvangsten die hieruit voortvloeien worden geraamd op € 4,3 miljoen in 2016.