1. Algemene beleidsdoelstelling
Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.
1981 | 1990 | 2000 | 2005 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Absolute levensverwachting in jaren: | ||||||||||
– mannen | 72,7 | 73,8 | 75,5 | 77,2 | 78,8 | 79,2 | 79,1 | 79,4 | 79,9 | 79,7 |
– vrouwen | 79,3 | 80,1 | 80,6 | 81,6 | 82,7 | 82,9 | 82,8 | 83,0 | 83,3 | 83,1 |
2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid: | ||||||||||
– mannen | 59,9 | 60,6 | 61,5 | 62,5 | 63,9 | 63,7 | 64,7 | 64,6 | 64,9 | 64,6 |
– vrouwen | 62,4 | 61,9 | 60,9 | 61,8 | 63,0 | 63,3 | 62,6 | 63,5 | 64,0 | 63,2 |
1. Bron absolute levensverwachting: Staat van Volksgezondheid en Zorg
De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2015 bedroeg 83,1 jaar. Dat is 3,4 jaar hoger dan die van mannen (79,7 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,0 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 3,8 jaar ouder geworden.
2. Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: Staat van Volksgezondheid en Zorg
Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:
1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?
2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?
Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.
Financieren:
-
– Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.
-
– Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.
-
– Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.
-
– Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting
-
– Financiering van de abortusklinieken.
Regisseren:
-
– Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.
-
– Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van antibioticaresistentie in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de veehouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ.
-
– Opstellen wettelijk kader en doen handhaven kwaliteit jeugdgezondheidszorg.
-
– Opstellen van het wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.
-
– Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling) en aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.
-
– Coördinatie interdepartementaal drugsbeleid en verantwoordelijk voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.
-
– Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.
3. Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar nagenoeg conform de verwachtingen, zoals vermeld in de begroting.
Nationaal Programma preventie
2016 was het laatste jaar van de eerste fase van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het programma was bedoeld om meer samenhang aan te brengen in preventieactiviteiten van de Rijksoverheid. Evaluatieonderzoek (TK 32 793, nr. 245) van onder meer de universiteiten van Maastricht en Nijmegen laat zien dat we op de goede weg zijn. Er is een maatschappelijke beweging op gang gebracht naar een vitaler en gezonder Nederland. Om deze beweging in stand te houden is het echter noodzakelijk om de huidige aanpak voort te zetten. Daarnaast is er nog winst te behalen door meer verbinding te realiseren met andere beleidsterreinen die raken aan de (verbetering van de) volksgezondheid.
Ziektepreventie
Binnen de preventie van infectieziekten is het afgelopen jaar speciale aandacht besteed aan infectieziekten bij vluchtelingen en Zika. Mede hierdoor is het aantal meldingen van in de Wet publieke gezondheid genoemde infectieziekten stabiel gebleven (Meldingen Wet publieke gezondheid tot en met week 52, 2016). Wel zagen we een kleine daling van de vaccinatiegraad bij zuigelingen (Staat van Volksgezondheid en Zorg). Nader onderzoek moet uitwijzen of deze daling doorzet en wat deze daling veroorzaakt.
Gezonder voedingsaanbod
Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU is sterk ingezet op een gezamenlijke aanpak van productverbetering (minder zout, (verzadigd) vet en suikers in levensmiddelen). Het doel van de inzet op dit onderwerp was tweeledig. Ten eerste is er op ingezet dat alle betrokkenen (lidstaten, Europese Commissie, WHO, bedrijfsleven en ngo’s) het belang onderschrijven van een versterkte gezamenlijke aanpak. Daarnaast is aangestuurd op het maken van eerste concrete afspraken voor een dergelijke aanpak, met zowel lidstaten als bedrijfsleven en andere betrokken organisaties. Deze doelen en resultaten zijn allen bereikt via een inspirerende conferentie waar een publiek-private Roadmap for Action on Food Product Improvement met brede steun is aangenomen. Verankering van de gemaakte afspraken heeft plaatsgevonden via aangenomen Raadsconclusies over verbetering van voedingsproducten. Er is hiermee in de EU een beweging op gang gebracht.
Evaluatie Drank- en Horecawet
Het afgelopen jaar hebben we de Drank- en Horecawet uitgebreid geëvalueerd. Daarbij is vooral gekeken naar verschillende onderdelen van de wet. Voor de evaluatie is een groot aantal onderzoeken uitgevoerd en er is met veel partijen gesproken. Dat gaf goed inzicht in op welke wijze de wet, en het alcoholbeleid in het algemeen, werkt. Op een groot aantal onderdelen werkt de wet goed en zien we positieve trends. Er blijft echter een aantal aandachtspunten waarmee we de komende jaren aan de slag kunnen. Deze informatie is met de brief van 16 december 2016 aan de Tweede Kamer gezonden (TK 27 565, nr. 149).
4. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 | 2016 | |
Verplichtingen | 442.213 | 571.788 | 614.940 | 625.302 | 600.651 | 606.939 | – 6.288 |
Uitgaven | 465.780 | 462.031 | 494.841 | 591.257 | 595.127 | 613.156 | – 18.029 |
1. Gezondheidsbescherming | 97.595 | 103.671 | 104.033 | 108.666 | 103.030 | 5.636 | |
Subsidies | 1.453 | 1.716 | 2.134 | 2.363 | 4.988 | – 2.625 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie | 963 | 934 | 2.020 | 2.233 | 4.654 | – 2.421 | |
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 135 | 345 | 114 | 0 | 319 | – 319 | |
Opdrachten | 3.223 | 4.600 | 1.227 | 1.647 | 2.735 | – 1.088 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Crisisbeheersing Volksgezondheid | 2.560 | 3.550 | 72 | 40 | 1.268 | – 1.228 | |
Aanschaf Jodiumtabletten | 0 | 0 | 0 | 668 | 1.000 | – 332 | |
Bijdragen aan agentschappen | 92.892 | 97.052 | 100.569 | 104.371 | 94.975 | 9.396 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit | 74.115 | 77.672 | 79.647 | 80.354 | 78.313 | 2.041 | |
RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed | 18.479 | 19.024 | 20.526 | 23.726 | 14.627 | 9.099 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 27 | 94 | 82 | 125 | 100 | 25 | |
waarvan onder andere: | |||||||
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 0 | 0 | 0 | 0 | 100 | – 100 | |
2. Ziektepreventie | 295.238 | 321.563 | 416.453 | 417.267 | 441.512 | – 24.245 | |
Subsidies | 192.112 | 201.112 | 207.238 | 209.220 | 221.253 | – 12.033 | |
Ziektepreventie | 4.133 | 4.477 | 5.555 | 6.358 | 15.036 | – 8.678 | |
Jeugdgezondheidszorg | 2.269 | 3.024 | 2.078 | 1.884 | 1.952 | – 68 | |
RIVM: Uitvoering Subsidieregeling Publieke Gezondheid | 174.259 | 182.334 | 187.214 | 188.546 | 192.125 | – 3.579 | |
RIVM: Infectieziektebestrijding en/of bevordering seksuele gezondheid | 11.452 | 11.278 | 12.390 | 12.433 | 12.140 | 293 | |
Opdrachten | 585 | 464 | 284 | 508 | 15.377 | – 14.869 | |
waarvan onder andere: | |||||||
(Vaccin)onderzoek | 578 | 0 | 284 | 0 | 15.271 | – 15.271 | |
Bijdragen aan agentschappen | 102.541 | 119.003 | 207.352 | 206.614 | 203.916 | 2.698 | |
RIVM: Opdrachtverlening Centra | 102.541 | 119.003 | 207.352 | 206.614 | 203.916 | 2.698 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 984 | 1.579 | 925 | 966 | – 41 | |
3. Gezondheidsbevordering | 50.809 | 51.796 | 50.805 | 50.885 | 50.445 | 440 | |
Subsidies | 33.064 | 33.615 | 33.082 | 33.417 | 30.733 | 2.684 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 1.185 | 1.787 | 2.203 | 1.524 | 679 | |
Verslavingszorg | 10.179 | 9.153 | 9.163 | 7.410 | 7.361 | 49 | |
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG | 0 | 9.803 | 10.326 | 11.730 | 10.458 | 1.272 | |
Gezonde leefstijl jeugd | 8.919 | 0 | 100 | 300 | 300 | 0 | |
Letselpreventie | 5.297 | 4.670 | 4.325 | 3.931 | 3.709 | 222 | |
Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg | 3.218 | 4.074 | 4.751 | 5.067 | 4.579 | 488 | |
Bevordering van seksuele gezondheid | 5.451 | 4.658 | 2.631 | 2.775 | 2.631 | 144 | |
Opdrachten | 3.255 | 3.629 | 3.647 | 3.343 | 4.951 | – 1.608 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 2.743 | 2.874 | 2.782 | 2.712 | 3.100 | – 388 | |
Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.060 | – 1.060 | |
Preventie schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak) | 0 | 0 | 644 | 602 | 513 | 89 | |
Letselpreventie | 0 | 233 | 18 | 0 | 75 | – 75 | |
Gezonde voeding en gezond gewicht/JOGG | 218 | 181 | 200 | 29 | 196 | – 167 | |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 577 | – 577 | |
RIVM: Voedselconsumptiepeiling | 0 | 0 | 0 | 0 | 121 | – 121 | |
RIVM: Monitoring, opdrachten, kennisvragen e.d. | 0 | 0 | 0 | 0 | 106 | – 106 | |
Afgifte Schengenverklaringen via het CAK | 0 | 0 | 0 | 0 | 350 | – 350 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 14.490 | 14.552 | 14.076 | 14.125 | 14.184 | – 59 | |
waarvan onder andere: | |||||||
Heroïnebehandeling op medisch voorschrift | 14.490 | 14.552 | 14.076 | 14.125 | 14.067 | 58 | |
4. Ethiek | 18.389 | 17.810 | 19.966 | 18.308 | 18.169 | 139 | |
Subsidies | 588 | 1.331 | 16.573 | 17.197 | 17.067 | 130 | |
Abortusklinieken | 0 | 0 | 15.705 | 15.913 | 15.661 | 252 | |
Beleid Medische Ethiek | 588 | 1.331 | 868 | 1.284 | 1.406 | – 122 | |
Opdrachten | 59 | 132 | 210 | 79 | 396 | – 317 | |
Bijdragen aan agentschappen | 4.452 | 2.164 | 1.130 | 1.032 | 703 | 329 | |
CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek | 4.452 | 2.164 | 1.130 | 1.032 | 703 | 329 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 13.290 | 14.183 | 2.053 | 0 | 3 | – 3 | |
ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken | 13.208 | 14.122 | 2.053 | 0 | 0 | 0 | |
Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek | 82 | 61 | 0 | 0 | 3 | – 3 | |
Ontvangsten | 21.135 | 16.565 | 37.511 | 21.221 | 16.001 | 10.903 | 5.098 |
waarvan onder andere: | |||||||
Bestuurlijke boetes | 5.260 | 5.341 | 4.112 | 5.418 | 4.252 | 1.166 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 80,4 miljoen. Dit is circa € 2 miljoen hoger dan het oorspronkelijk geraamde bedrag. Dit heeft met name te maken met een tegemoetkoming in de stijging van loonkosten en extra taken samenhangend met de tabaksproductenrichtlijn.
Beleidsterrein | Bedrag |
---|---|
Voedselveiligheid | 54,4 |
Productveiligheid | 13,2 |
Tabak en alcohol | 7,7 |
Overig | 5,0 |
Totaal | 80,4 |
Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.
In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren gegane gezonde levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.
Micro-organismen | Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)1 | |||
---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
Toxoplasma gondii | 1.950 | 1.930 | 1.950 | 1.920 |
Campylobacter spp. | 1.560 | 1.430 | 1.530 | 1.390 |
Salmonella spp. | 1.350 | 600 | 500 | 490 |
S. aureus toxine | 670 | 670 | 670 | 660 |
C. perfringens toxine | 490 | 490 | 490 | 490 |
Norovirus | 300 | 280 | 280 | 290 |
Rotavirus | 185 | 210 | 100 | 190 |
B. cereus toxine | 100 | 100 | 100 | 100 |
Listeria monocytogenes | 90 | 60 | 180 | 150 |
STEC O157 | 57 | 60 | 60 | 60 |
Giardia spp. | 14 | 13 | 13 | 12 |
Hepatitis-A virus | 9 | 8 | 10 | 7 |
Cryptosporidium spp. | 8 | 8 | 8 | 8 |
Hepatitis-E virus | 2 | 2 | 3 | 3 |
Totaal | 6.780 | 5.850 | 5.890 | 5.770 |
Bron: Letter Reports disease burden 2012, 2013, 2014 en 2016; M. Bouwknegt et al.
DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.
De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.
RIVM in verband met wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed
De opdrachtverlening 2016 inzake de programma’s aan het RIVM bedraagt € 23,7 miljoen en is € 9,1 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dat is een gevolg van een groot aantal aanvullende opdrachten waarvoor budget is overgeheveld naar dit instrument. Deze mutaties zijn reeds in de eerste en tweede suppletoire wet toegelicht. Voorts is € 2,9 miljoen overgeboekt van de Eigenaarsbijdrage op artikel 9 met als doel de kortlopende vordering van het RIVM op het moederdepartement te verlagen.
2. Ziektepreventie
Subsidies
Ziektepreventie
De gerealiseerde uitgaven bedragen € 6,4 miljoen. Dat is circa € 8,7 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 15 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door diverse mutaties die reeds in tweede suppletoire wet zijn toegelicht. Dit betreft onder andere overheveling van budget voor het antibioticaresistentiebeleid naar het instrument Bijdragen aan agentschappen voor aanvullende opdrachten aan het RIVM (€ 5 miljoen) en overheveling naar artikel 10 Apparaatsuitgaven voor beleidscommunicatie (€ 0,7 miljoen). Verder is door vertraging in de uitvoering van het antibioticaresistentiebeleid € 2,2 miljoen van dit budget niet tot besteding gekomen.
RIVM: Uitvoering Subsidieregeling Publieke Gezondheid
De gerealiseerde uitgaven bedragen € 188,6 miljoen. Dat is circa € 3,6 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 192,1 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door diverse mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire wet 2016 zijn toegelicht. Dit betreft onder andere een overheveling van budget (€ 2,5 miljoen) naar artikel 2 Curatieve zorg voor de dekking van amendement 28 van de leden De Lange en Tanamal (TK 34 300-XVI, nr. 28) en een bijdrage aan de subsidieregeling Donatie bij leven, een overheveling naar de artikelonderdelen Gezondheidsbevordering (€ 0,6 miljoen) en Gezondheidsbevordering (€ 1,6 miljoen), een herschikking binnen artikelonderdeel Ziektepreventie naar de instrumenten Opdrachten en Bijdragen aan agentschappen (€ 2,7 miljoen). Verder is het budget verhoogd voor de vertraging van de uitrol darmkankerscreening (€ 1 miljoen) en met € 2,7 miljoen voor de loonbijstelling tranche 2016.
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma | 94,0% | 94,5% | 95,2% | 95,0% | 95,4% | 95,4% | 95,5% | 95,4% | 94,8% |
2. Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie | 73,5% | 71,5% | 70,4% | 68,9% | 65,7% | 62,4% | 59,6% | 52,8% | 50,1% |
3. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker | 82,4% | 82,0% | 81,5% | 80,7% | 80,1% | 79,7% | 79,4% | 78,8% | – |
4. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker | 66,6% | 66,0% | 65,3% | 64,3% | 65,0% | 63,9% | 64,7% | 64,6% | – |
5. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek darmkanker | – | – | – | – | – | – | – | 71,3% | – |
6. Percentage deelname aan hielprik | 99,9% | 99,8% | 99,8% | 99,7% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,3% | – |
Bron:
1. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Voor het verslagjaar 2016 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2015) is dit percentage 93,1%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2013 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.
2. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza.
3. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 50–75 jarige vrouwen.
4. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 30–65 jarige vrouwen.
5. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek (screening) naar dikkedarmkanker.
6. Staat van Volksgezondheid en Zorg
Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.
Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.
Opdrachten
(Vaccin)onderzoek
Bij de eerste suppletoire wet heeft een desaldering van € 3,5 miljoen plaatsgevonden voor de terugbetalingsverplichtingen aan het Ministerie van Financiën met betrekking tot het FES-fonds. Verder is, zoals gemeld bij de tweede suppletoire wet, € 11,8 miljoen overgeboekt naar artikel 10 Apparaatsuitgaven, omdat het vaccinonderzoek, de ontwikkeling van het Respiratoir Syncitium Virus (RSV)-vaccin en het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven uitgevoerd wordt door de Stichting Antonie van Leeuwenhoek-terrein.
Bijdrage aan agentschappen
RIVM: Opdrachtverlening centra
De gerealiseerde uitgaven op dit instrument bedragen € 206,6 miljoen. Dat is circa € 2,7 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 203,9 miljoen. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een overheveling van subsidies ziektepreventie voor aanvullende opdrachten in het kader van het antibioticaresitentiebeleid (€ 5 miljoen). Voorts is een deel van de loonbijstelling tranche 2016 niet tot besteding gekomen (€ 2,3 miljoen).
3. Gezondheidsbevordering
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rokers 18 jaar e.o.1 | 28,6 | 26,9 | 27 | 24,5 | 24,7 | 25,7 | 26,3 |
Rokers laatste maand, 12–16 jaar 2 | 16,9 | 10,6 | |||||
Alcoholgebruik laatste maand, 12–16 jaar 2 | 37,8 | 25,5 | |||||
Cannabisgebruik laatste jaar, 12–16 jaar 2 | 6 | 8,2 | |||||
Cannabisgebruik laatste jaar 18 jaar e.o.1 | 6,7 | ||||||
Overgewicht 18 jaar e.o.1 | 46,4 | 47,3 | 47,3 | 47,1 | 47,1 | 49,4 | 49,3 |
Overgewicht 4–18 jaar1 | 13,2 | 13,3 | 12,5 | 12,3 | 11,7 | 11,9 | 11,6 |
Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures (x 1.000)3 | 640 | 600 | 600 | 590 | 430 | 519 | |
Vindpercentage seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) bij bij de Centra voor Seksuele Gezondheid4 | 13,2 | 13,7 | 14,3 | 15,1 | 14,7 | 15,5 | 17,2 |
Bronnen:
1. Staat van Volksgezondheid en Zorg . Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Door wijziging in meetmethoden tussen 2009–2010 en 2013–2015 zijn de cijfers vóór en na deze perioden slechts in beperkte mate te vergelijken.
2. Staat van Volksgezondheid en Zorg . Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM.
3. Kerncijfers LIS, VeiligheidNL. De daling in 2013 is toe te schrijven aan een technisch registratieprobleem in dat jaar.
4. Staat van Volksgezondheid en Zorg .
Dit kerncijfer betreft het percentage van de bezoekers van Centra Seksuele Gezondheid (CSG) bij wie één of meer soa (chlamydia, gonorroe, syfilis, hiv en/of hepatitis B) gevonden is.
Ontvangsten
Bestuurlijke boetes
De ontvangsten bestuurlijke boetes zijn circa € 1,2 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd. Voor de Tabakswet is het gemiddelde boetebedrag hoger uitgevallen. Daarnaast is het aantal opgelegde boetebeschikkingen met betrekking tot de Warenwet hoger. Ook geeft de NVWA minder waarschuwingen voordat zij een boete oplegt.
Overig
De overige ontvangsten zijn € 3,9 miljoen hoger dan geraamd. Bij de eerste suppletoire wet heeft een desaldering plaatsgevonden van € 3,5 miljoen voor de terugbetalingsverplichting aan het Ministerie van Financiën met betrekking tot het FES-fonds. De hogere ontvangsten van per saldo € 7,4 milljoen worden voornamelijk veroorzaakt door niet geraamde ontvangsten in verband met in voorgaande jaren teveel betaalde voorschotten voor het Nationaal Programma Grieppreventie, (€ 3,6 miljoen), het Rijksvaccinatieprogramma/Nationale Hielprik Screening (€ 1,2 miljoen) en de invoering van de HPV-vaccinatie (€ 2,4 miljoen).