A. Algemene doelstelling
Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid van de Minister is in de Wet op het specifiek cultuurbeleid verankerd. De Minister is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt.
Financieren: De Minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de basisinfrastructuur cultuur en subsidiëring van specifieke (wettelijke) programma’s en regelingen op de terreinen erfgoed, kunsten, letteren en bibliotheken.
Stimuleren: De Minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door programma’s als cultuureducatie, leesbevordering, ondernemerschap en internationaal cultuurbeleid.
Regisseren: De Minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed en (digitale) archieven. Dit betreft onder meer de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Toezicht op naleving van de laatste twee wetten ligt bij de Erfgoedinspectie. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is onder andere belast met de uitvoering van de Erfgoedwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.
Kengetallen
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Percentage van de bevolking van 6 jaar en ouder die voorstellingen, musea en bibliotheken heeft bezocht | – | 89% | ||||||
2 | Percentage bevolking 6 jaar en ouder dat erfgoed heeft bezocht | – | 60% | ||||||
3 | Percentage kinderen en jongeren tussen 6 en 19 jaar die voorstellingen, musea en bibliotheken heeft bezocht | – | 99% (6–11 jaar) 99% (12–19 jaar) |
Bron: SCP/CBS (VTO 2012–2016)1
1 De Vrijetijdsomnibus (VTO) is een tweejaarlijks onderzoek naar cultuur- en sportparticipatie van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wordt eens in de twee jaar uitgevoerd. De gegevens over 2016 zijn de meest recente.
Cultuurbereik
Deze kengetallen geven de ontwikkelingen weer van het cultuurbereik. Daarmee zijn deze in lijn met de algemene doelstelling voor artikel 14; het bevorderen van de deelname aan cultuur.
In 2016 bezochten negen op de tien mensen van 6 jaar en ouder jaarlijks ten minste één keer een culturele voorstelling, tentoonstelling, evenement of culturele instelling. Erfgoed (archieven, opgravingen, historische plekken en historische evenementen) werd door 60% van de mensen bezocht. Het is belangrijk dat iedereen al vroeg met cultuur in aanraking komt. Op basis van deze gegevens blijkt dat bijna alle kinderen en jongeren tot en met 19 jaar in 2016 minstens één keer een voorstelling, een museum of bibliotheek bezochten.
Meer kengetallen en indicatoren rondom de doelen en functies van het cultuurstelsel worden in woord, beeld en cijfers gepresenteerd in OCW in cijfers.
C. Beleidswijzigingen
In de monumentenzorg wordt de fiscale aftrek vervangen door een uitgavenregeling. In de brief Erfgoed Telt is de Kamer hierover uitgebreid geïnformeerd. Bij het toekennen van middelen uit het Regeerakkoord zal de toegankelijkheid van historische plaatsen één van de criteria zijn. In aanvulling op de maatregelen die in de cultuurbrief Cultuur in een open samenleving staan, wordt in 2019 verder geïnvesteerd in Cultuur. Onderstaande tabel toont de voorgenomen bestedingen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Thema Cultuur maakt nieuwsgierig | |||||
Filmeducatie | 0,90 | 2,90 | 2,90 | 2,90 | 2,90 |
Scholenbezoek parlement | 1,37 | 3,52 | 4,12 | 4,72 | 4,76 |
Doorontwikkeling digitale openbare bibliotheek | 1,75 | 2,00 | 2,00 | 2,00 | |
Bereikbaarheid openbare bibliotheek in de regio | 1,00 | 1,00 | 1,00 | ||
Programma cultuurparticipatie | 2,85 | 7,33 | 8,45 | 8,45 | 8,45 |
Thema Ruimte voor nieuwe cultuur en makers | |||||
Talentontwikkeling en vernieuwing rijkscultuurfondsen | 10,00 | 5,00 | 5,00 | 5,00 | 5,00 |
Symfonieorkest met aanbod van pop en jazz muziek | 0,75 | 0,75 | 0,75 | 0,75 | 0,75 |
Thema Een sterke culturele sector | |||||
Ondernemerschap & arbeidsmarkt | 3,80 | 2,30 | 2,30 | 2,30 | 2,30 |
Investering popmuziek | 0,60 | 0,60 | 0,60 | ||
Voorbereiding periode 2021–2024 | |||||
Proeftuinen o.b.v. stedelijke en regionale profielen | 2,00 | 2,00 | |||
Totale inzet | 23,27 | 27,15 | 27,12 | 26,12 | 26,16 |
Dekking uit tranche 2019 | 23,27 | 25,00 | 25,00 | 25,00 | 25,00 |
Nog beschikbaar uit tranche 2019 | 1,73 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Dekking uit tranche 2020 | 2,15 | 2,12 | 1,12 | 1,16 | |
Nog beschikbaar uit tranche 2020 | 27,85 | 27,88 | 28,88 | 28,84 |
Zoals toegezegd in het AO Cultuur van 30 mei 2018 zal de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling van Cultuur een nadere uitwerking van deze maatregelen ontvangen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 506.851 | 453.881 | 589.734 | 2.265.293 | 512.680 | 484.511 | 479.260 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 103.359 | – 37.415 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totale uitgaven | 738.415 | 861.881 | 967.703 | 958.610 | 935.708 | 907.539 | 902.288 | ||
Waarvan juridisch verplicht (%) | 93,0% | ||||||||
Bekostiging | 633.284 | 717.103 | 832.394 | 837.037 | 831.060 | 807.342 | 802.342 | ||
– | Culturele basisinfrastructuur | 398.644 | 429.605 | 445.012 | 441.662 | 438.188 | 437.444 | 437.444 | |
Vierjaarlijkse instellingen | 232.252 | 246.909 | 248.365 | 248.015 | 245.706 | 245.313 | 245.313 | ||
Vierjaarlijkse fondsen | 166.392 | 182.696 | 196.647 | 193.647 | 192.482 | 192.131 | 192.131 | ||
– | Erfgoedwet | 121.722 | 124.182 | 124.182 | 124.182 | 124.182 | 124.182 | 124.182 | |
Huisvesting | 81.547 | 83.025 | 83.025 | 83.025 | 83.025 | 83.025 | 83.025 | ||
Beheer en onderhoud collecties | 40.175 | 41.157 | 41.157 | 41.157 | 41.157 | 41.157 | 41.157 | ||
– | Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen | 0 | 905 | 48.004 | 49.754 | 50.004 | 49.004 | 49.004 | |
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen | 0 | 905 | 24.534 | 24.534 | 24.534 | 23.534 | 23.534 | ||
Digitale openbare bibliotheek | 0 | 0 | 12.200 | 13.950 | 14.200 | 14.200 | 14.200 | ||
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten | 0 | 0 | 11.270 | 11.270 | 11.270 | 11.270 | 11.270 | ||
– | Monumentenzorg | 45.953 | 120.309 | 173.119 | 169.744 | 153.144 | 131.169 | 126.169 | |
– | Archieven incl. Regionale Historische Centra | 24.787 | 25.286 | 25.286 | 25.286 | 25.886 | 25.886 | 25.886 | |
– | Flankerend beleid huisvesting | 31.960 | 6.573 | 6.573 | 6.573 | 6.573 | 6.573 | 6.573 | |
– | Cultuureducatie met Kwaliteit | 10.218 | 10.243 | 10.218 | 19.836 | 33.084 | 33.084 | 33.084 | |
Subsidies | 45.529 | 83.653 | 77.363 | 64.439 | 47.904 | 47.507 | 47.507 | ||
– | Verbreden inzet cultuur | 8.991 | 13.968 | 16.516 | 16.566 | 14.491 | 17.516 | 17.516 | |
– | Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) | 6.327 | 9.172 | 9.005 | 9.005 | 8.052 | 8.052 | 8.052 | |
– | Programma leesbevordering | 3.437 | 3.413 | 3.350 | 3.350 | 3.350 | 3.350 | 3.350 | |
– | Creatieve Industrie | 1.823 | 7.566 | 7.475 | 1.975 | 1.975 | 1.975 | 1.975 | |
– | Monumentenzorg | 0 | 1.939 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Erfgoed en ruimte | 2.667 | 3.848 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
- | Erfgoed en fysieke leefomgeving | 0 | 0 | 3.000 | 2.250 | 2.450 | 2.750 | 2.750 | |
– | Specifiek cultuurbeleid | 22.284 | 43.747 | 38.017 | 31.293 | 17.586 | 13.864 | 13.864 | |
Opdrachten | 16.982 | 17.467 | 14.516 | 14.491 | 14.741 | 10.688 | 10.438 | ||
– | Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis | 2.233 | 1.938 | 2.101 | 2.076 | 2.126 | 2.101 | 1.976 | |
– | Monumentenzorg | 6.941 | 7.256 | 3.717 | 3.717 | 3.692 | 3.692 | 3.692 | |
– | Archeologie | 1.976 | 2.986 | 4.893 | 4.893 | 4.893 | 865 | 865 | |
– | Erfgoed en ruimte | 1.366 | 1.780 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Erfgoed en fysieke leefomgeving | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
– | Overige opdrachten | 4.466 | 3.507 | 1.305 | 1.305 | 1.530 | 1.530 | 1.405 | |
Bijdragen aan agentschappen | 39.771 | 40.874 | 40.646 | 39.859 | 39.219 | 39.218 | 39.217 | ||
– | Nationaal Archief | 39.771 | 27.143 | 26.981 | 27.389 | 26.303 | 26.303 | 26.303 | |
– | Nationaal Archief Programma | 13.731 | 13.665 | 12.470 | 12.916 | 12.915 | 12.914 | ||
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 2.849 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | ||
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 2.849 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | 2.784 | ||
Ontvangsten | 11.031 | 7.288 | 494 | 494 | 494 | 494 | 494 |
Budgetflexibiliteit
Van het totale budget voor artikel 14 is voor 2019 93,0 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het beschikbare budget voor 2019 is 100 procent juridisch verplicht. Aan de juridische verplichting liggen de regeling en de Wet op het specifiek cultuurbeleid ten grondslag, op basis waarvan in het jaar 2016 voor 4 jaar aan de instellingen in de basisinfrastructuur is beschikt. Daarnaast betreft het verplichtingen op basis van de Erfgoedwet en de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. Voor de Erfgoedwet is van toepassing dat de musea voor het beheer en behoud van collecties en de huisvesting langjarig zullen worden bekostigd. Tot slot zijn ook de middelen voor cultuuronderwijs meerjarig verplicht. Deze middelen worden toegekend aan samenwerkingsverbanden van culturele instellingen en scholen voor basisonderwijs.
Subsidies
Van het beschikbare budget is 26,6 procent juridisch verplicht voor 2019. Dit is een deel van de verschillende programma’s die onder dit instrument vallen en ingezet zijn in het kader van het cultuurbeleid.
Het resterende deel van het budget is voor een belangrijk deel beleidsmatig verplicht. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage en de toelichting op de instrumenten.
Opdrachten
Van het beschikbare budget is 30,3 procent juridisch verplicht. Onder dit instrument worden naast Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis ook de contractuitgaven voor de Monumentenzorg, Archeologie en Erfgoed en fysieke leefomgeving opgenomen. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar dit budget volledig wordt verplicht.
Bijdrage aan agentschappen
Dit betreft de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. Het budget voor 2019 is 100 procent juridisch verplicht.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Dit betreft de contributies voor verdragen en lidmaatschappen waar Nederland aan deelneemt. Deze contributies lopen door tot wederopzegging en dragen bij aan de uitvoering van internationale afspraken. Het budget voor 2019 is 100 procent juridisch verplicht. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de instrumenten.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Bekostiging
Culturele basisinfrastructuur
De culturele basisinfrastructuur wordt voor een periode van vier jaar bekostigd. De besluiten over de culturele basisinfrastructuur voor de periode 2017–2020 zijn in de brief van 20 september 2016 beschreven. In totaal kent het rijk in deze periode subsidie toe aan 88 culturele instellingen en 6 fondsen. De culturele basisinfrastructuur bestaat uit vierjaarlijkse instellingen op het gebied van podiumkunsten (toneel, dans, opera en orkesten), beeldende kunsten, film, musea, letteren, architectuur, vormgeving, nieuwe media, cultuureducatie en een aantal bovensectorale instellingen. Daarnaast zijn er de zes cultuurfondsen, die sectoraal zijn georganiseerd. De cultuurfondsen spelen een belangrijke rol in het cultuurstelsel. Door middel van flexibele en kortlopende subsidieregelingen kunnen zij de dynamiek en de vernieuwing in de cultuur op de voet volgen en zijn zij in staat snel op sectorale ontwikkelingen te reageren.
Erfgoedwet
Op basis van de Erfgoedwet worden museale instellingen belast met de zorg voor het beheer van de museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen of verzamelingen. Hiervoor ontvangen deze instellingen met een wettelijke taak een structurele vergoeding. Voor de subsidiëring van deze taak wordt op grond van de regeling Beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen middelen beschikbaar gesteld waarbij onderscheid wordt gemaakt in enerzijds beheer en onderhoud van collecties en anderzijds huisvesting.
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen
Per 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De wet organiseert het openbare bibliotheekwerk als een netwerk van samenwerkende lokale en provinciale openbare bibliotheekvoorzieningen waarbij de Koninklijke Bibliotheek (KB) een coördinerende rol vervult. In het netwerk verricht de KB als nationale bibliotheek van Nederland tevens taken voor het stelsel als geheel, waaronder het beheer en de doorontwikkeling van de landelijke digitale openbare bibliotheek en de bibliotheekvoorziening voor personen met een leeshandicap.
In vervolg op de midterm review over de Wsob die in 2017 is verschenen, ontvangt de Tweede Kamer in 2019 een evaluatie van de wet. Activiteiten richten zich in 2019 met name op de doorontwikkeling van het model voor e-lending van de digitale openbare bibliotheek en in vervolg op de Motie van het lid Asscher c.s. op de spreiding en bereikbaarheid van de fysieke bibliotheek.
Monumentenzorg
In juli 2016 is de Erfgoedwet, die een aantal wetten op het gebied van cultureel erfgoed vervangt waaronder de Monumentenwet, van kracht geworden. Daarmee is de Erfgoedwet het nieuwe kader geworden voor de financiering van de monumentenzorg. Wat betreft de financiering van de instandhouding van rijksmonumenten is in 2019 de beleidsbrief Erfgoed Telt van belang. Voorafgaand aan deze brief is de Tweede Kamer reeds geïnformeerd over verschillende monumenten waarvoor in 2018 extra geld beschikbaar is gekomen.
De omvorming van de fiscale monumentenaftrek in een uitgavenregeling ter tegemoetkoming aan de monumenteigenaren staat gepland voor 2019. Daarnaast krijgen in 2019 onderwerpen als toegankelijkheid, verbindende waarde en verduurzaming aandacht. Ten slotte wordt vanuit Erfgoed Telt geïnvesteerd in curricula voor bouwspecialismen, kwaliteitsnormen, het ondersteunen van vrijwilligers en de implementatie van het Verdrag van Faro.
Archieven incl. Regionale Historische Centra
OCW draagt bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven uit de provincie door de Regionale Historische Centra, die in elke provinciehoofdstad met uitzondering van Zuid-Holland zijn gevestigd. Met ingang van 1 januari 2019 worden de Regionale Historische Centra, naar analogie van de rijksgesubsidieerde musea, zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting. In de Kamerbrief van 11 juni 2018 zijn voorstellen tot modernisering van de Archiefwet 1995 aangekondigd, te verwachten vanaf 2019.
Flankerend beleid huisvesting
De middelen voor flankerend beleid huisvesting zijn gereserveerd voor het Garantiefonds rijksmusea, bedoeld als garantstelling voor leningen aangegaan door rijksmusea voor huisvesting en voor eventuele knelpunten die samenhangen met de invoering van de Erfgoedwet.
Cultuureducatie met kwaliteit
Het programma Cultuureducatie met Kwaliteit is voor de periode 2017–2020 voortgezet met een jaarlijkse investering van ruim 10 miljoen euro. Het programma zet in op goed cultuuronderwijs voor ieder kind, op verschillende manieren. Door een gezamenlijke inzet van de scholen, de culturele instellingen en de drie overheden wordt de kwaliteit van cultuureducatie bevorderd. De samenwerking tussen de school en de culturele en sociale omgeving wordt gestimuleerd. De inhoudelijke deskundigheid van leraren, vakdocenten en educatief medewerkers op het gebied van cultuureducatie wordt versterkt.
Vanaf het schooljaar 2018–2019 zijn vanuit het Regeerakkoord aanvullende middelen toegevoegd om het bezoek aan het (rijks)museum mogelijk te maken. Het kabinet wil dat de positieve ontwikkeling die met Cultuureducatie met Kwaliteit is ingezet, zich voortzet. Het reserveert dan ook nu reeds middelen voor dat doel.
Subsidies
Verbreden inzet cultuur
Voor de financiering van de cultuurkaart is meerjarig een budget opgenomen van € 4,9 miljoen per jaar. In aanvulling op het programma Cultuureducatie met Kwaliteit zet OCW samen met private partijen tot en met 2020 extra in op muziekonderwijs in het primair onderwijs. OCW investeert tot en met 2020 samen met het Fonds voor Cultuurparticipatie tot een bedrag van ruim € 30 miljoen. Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor uitvoering van de Nationale strategie digitaal erfgoed en vanuit het Regeerakkoord zijn middelen toegevoegd voor digitale toegankelijkheid van erfgoed, archieven en collecties (in 2019 en 2020 jaarlijks € 6 miljoen). Voorts wordt de toegankelijkheid van cultuur verbeterd mede door ondersteuning van het Jeugdfonds Sport & Cultuur, een extra bijdrage aan de Brede Regeling Combinatiefuncties en een matchingsregeling bij het Fonds voor Cultuurparticipatie (in 2019 € 2,9 miljoen, oplopend tot € 8,5 miljoen in 2023).
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)
Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Buitenlandse Zaken. In de periode 2017–2020 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelstellingen: een sterke cultuursector die in kwaliteit groeit door internationale uitwisseling en duurzame samenwerking die in het buitenland wordt gezien en gewaardeerd, een bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en culturele diplomatie (Kamerbrieven van 4 mei 2016 en 15 februari 2017).
Voor de versterking van de Nederlandse cultuursector wordt gekozen voor 8 focuslanden (voorheen 15) waar de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture, anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie. Daarnaast kunnen deze partijen inspelen op initiatieven vanuit het veld in 6 zogenoemde maatwerklanden, waar zich – vanwegeeen specifieke aanleiding – uitgelezen kansen voordoen voor Nederlandse cultuuruitingen. Voor de versterking van het internationale culturele profiel van Nederland zijn vanuit het Regeerakkoord structurele middelen toegevoegd (vanaf 2018 jaarlijks € 2 miljoen).
Programma leesbevordering
Het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen is onderdeel van het Actieprogramma Tel mee met Taal 2016–2018. Tel mee met Taal is een gezamenlijke aanpak samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om laaggeletterdheid te voorkomen en tegen te gaan. Mede naar aanleiding van de succesvolle resultaten en in aansluiting op de uitgesproken ambitie in het Interbestuurlijke Programma (IBP) is besloten Tel mee met Taal voort te zetten en 2019 als transitiejaar te benutten om met gemeenten te bespreken hoe de aanpak van laaggeletterdheid de komende jaren een verdere impuls kan krijgen. In 2019 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de vervolgaanpak en opnieuw over de resultaten uit de monitor.
Creatieve Industrie
Ten laste van dit budget worden uitgaven gedaan op het gebied van de architectuur en de creatieve industrie in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Daarnaast zijn middelen beschikbaar voor de restauratie en digitalisering van de ontwerptekeningen van Stichting Het Nieuwe Instituut zoals aangekondigd in de Kamerbrief Cultuur in een open samenleving.
Erfgoed en fysieke leefomgeving
De ervaringen uit het programma Erfgoed en ruimte worden gebruikt om vorm te geven aan het erfgoedbeleid in de fysieke leefomgeving, waarin het zal gaan om de Nationale Omgevingsvisie en de energietransitie. In de brieven Erfgoed Telt en Cultuur in een open samenleving stelt het kabinet het erfgoed van onze leefomgeving te willen beschermen én te benutten voor actuele ruimtelijke opgaven zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en stedelijke groei. Het kabinet versterkt deze relatie in trajecten als de Omgevingswet, de Nationale Omgevingsvisie en het Deltaprogramma. Daarnaast zoekt het kabinet verdere samenwerking met de andere overheden en maatschappelijke partijen.
Specifiek cultuurbeleid
Onder specifiek cultuurbeleid zijn verschillende kleinere subsidiebudgetten opgenomen. Het gaat om uitgaven aan de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog, de Stichting Cultuur-Ondernemen, de Samenwerkingsregeling musea, de btw-problematiek op de e-content (Koninklijke Bibliotheek), het toezicht op de vaste boekenprijs, cultuurprijzen (zoals de Johannes Vermeer- en de P.C. Hooft-prijs). Daarnaast betreft het een tijdelijke subsidie aan het Nationaal Holocaust Museum i.o. en een aantal kleine projectsubsidies. Tot slot zijn vanuit het Regeerakkoord middelen beschikbaar gesteld voor onder meer aanvulling van het Museaal Aankoopfonds (2018 € 25 miljoen, 2019 € 15 miljoen en 2020 € 10 miljoen).
Opdrachten
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis
Dit budget is bestemd voor opdrachten die bestaan uit het inhuren van bureaus voor beleidsonderzoek, evaluaties, visitatie/monitoring en versterking van de kennisbasis in de cultuursector.
Monumentenzorg
De middelen zijn bestemd voor opdrachten op het gebied van de monumentenzorg voor kennis- en onderzoeksprogramma’s, ondersteuning infrastructuur erfgoed en informatie- en communicatietechniek.
Archeologie
Deze middelen zijn bestemd voor ondersteuningstaken op het gebied van onderzoek en kennis. Daarnaast zijn vanuit het Regeerakkoord middelen beschikbaar gesteld voor extra investeringen in instandhouding van archeologische rijksmonumenten, maritieme archeologie, wetenschappelijke innovatie en publieksbereik.
Erfgoed en fysieke leefomgeving
Deze middelen zijn bestemd voor opdrachten op het terrein van gebiedsgericht erfgoedbeleid voor uitvoeringsprogramma’s.
Overige opdrachten
Dit budget is bestemd voor opdrachten op het terrein van de programma’s Basis op orde, Erfgoed digitaal, Gedeeld Cultureel Erfgoed en Ondernemerschap en voor werelderfgoed.
Bijdrage aan agentschappen
Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Naast de prioriteiten die onder het financieel instrument Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt Nederland bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor de UNESCO erfgoedverdragen voor het werelderfgoed, het immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict, de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en het cultuurverdrag voor de diversiteit van cultuuruitingen. Ook wordt in dit kader bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages) en de Nederlandse Taal Unie.
Ontvangsten
De raming betreft ontvangsten als gevolg van het definitief vaststellen van toegekende subsidies.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:
-
– Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap box 3
-
– BTW Vrijstelling componisten, schrijvers en journalisten
Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de fiscale regelingen».
2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|
Aftrek kosten monumentenpanden | 53 | 67 | 0 |
BTW Laag tarief culturele goederen en diensten | 1.173 | 1.173 | 938 |
3.11 Art.nr. 15. Media
A. Algemene doelstelling
Het waarborgen van een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, dat toegankelijk blijft voor alle lagen van de bevolking.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister borgt de vier publieke belangen in het mediabeleid, waar hij verantwoordelijk voor is: onafhankelijkheid, verscheidenheid, kwaliteit en toegankelijkheid. De Minister heeft specifieke zorg voor het stelsel van landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de daarvoor relevante wet- en regelgeving.
Financieren: De Minister financiert de landelijke en regionale publieke omroep, en enkele andere aan de omroep verbonden instellingen. De taakopdracht is wettelijk bepaald en het budget van de publieke omroep is vastgesteld met behoud van afstand tot de uitvoering en inhoud. Op basis van het concessiebeleidsplan sluit de Minister elke vijf jaar een prestatieovereenkomst met de publieke omroep.
Stimuleren: Verder is de Minister verantwoordelijk voor instrumenten ter bevordering van culturele producties, documentaires, drama, kunst- en kinderprogramma’s, het steunen en stimuleren van een onafhankelijke en kwalitatief goede journalistieke infrastructuur (Stichting Stimuleringsfonds voor de Journalistiek) en voor het bevorderen van mediawijsheid (NICAM en Mediawijzer.net).
Regisseren: De Minister is verantwoordelijk voor de wetgeving ten aanzien van de taak en organisatie van de publieke omroep en voor wetgeving voor commerciële media. De regels voor commerciële omroepen vloeien voornamelijk voort uit Europese richtlijnen over audiovisuele mediadiensten. Verder is de Minister als regisseur verantwoordelijk voor wetgeving met betrekking tot omroepdistributie. Het doel daarvan is de toegang tot een gevarieerd media-aanbod te bevorderen en te verzekeren.
Kengetallen
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Integraal bereik NPO | 87 % | 86% | 85% |
C. Beleidswijzigingen
Er zijn geen majeure beleidswijzigingen voorzien ten aanzien van de landelijke en regionale publieke omroep. De voorziene budgetverlaging in 2019 is een onvermijdbaar gevolg van de dalende Sterinkomsten voor de mediabegroting en geen bewuste beleidswijziging van het kabinet. Voor journalistiek is een intensivering van het budget voor onderzoeksjournalistiek van € 4,9 miljoen voorzien ter uitvoering van het Regeerakkoord.1
D. Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 996.678 | 976.803 | 960.829 | 970.305 | 953.438 | 967.568 | 945.345 | ||
Totale uitgaven | 977.791 | 976.803 | 960.829 | 970.305 | 953.438 | 967.568 | 945.345 | ||
Waarvan juridisch verplicht (%) | 99,8% | ||||||||
Bekostiging | 971.732 | 970.446 | 954.836 | 964.312 | 947.445 | 961.575 | 939.328 | ||
– | Publieke Omroep (omroepinstellingen) | 893.656 | 938.455 | 876.476 | 880.752 | 884.449 | 888.436 | 891.640 | |
Landelijke publieke omroep | 752.149 | 793.913 | 731.821 | 736.197 | 739.894 | 743.881 | 747.085 | ||
Regionale omroep | 141.507 | 144.542 | 144.655 | 144.555 | 144.555 | 144.555 | 144.555 | ||
– | Beheertaken landelijke publieke omroep | 64.782 | 39.254 | 39.298 | 38.947 | 38.947 | 38.947 | 38.947 | |
Stichting Omroep Muziek | 16.143 | 16.359 | 16.348 | 16.098 | 16.098 | 16.098 | 16.098 | ||
Uitzenden en uitzendgereedmaken | 25.730 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) | 22.909 | 22.895 | 22.950 | 22.849 | 22.849 | 22.849 | 22.849 | ||
– | Dotaties, bijdragen publieke omroep | 13.267 | 18.396 | 13.568 | 13.632 | 13.684 | 13.741 | 13.785 | |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek | 2.119 | 2.134 | 2.139 | 2.139 | 2.139 | 2.139 | 2.139 | ||
Onderzoeksjournalistiek (RA-middelen) | 0 | 4.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (CoBO) | 8.106 | 8.274 | 8.335 | 8.399 | 8.451 | 8.508 | 8.552 | ||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) | 1.498 | 1.519 | 1.522 | 1.522 | 1.522 | 1.522 | 1.522 | ||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) | 1.544 | 1.569 | 1.572 | 1.572 | 1.572 | 1.572 | 1.572 | ||
– | Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve | – 463 | – 26.129 | 25.174 | 30.661 | 10.045 | 20.131 | – 5.364 | |
– | Overige bekostiging media (uit rente AMR) | 490 | 470 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | |
Subsidies | 311 | 649 | 894 | 894 | 894 | 894 | 894 | ||
– | Subsidies | 311 | 649 | 894 | 894 | 894 | 894 | 894 | |
Opdrachten | 650 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | ||
– | Opdrachten | 650 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | 430 | |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 5.038 | 5.218 | 4.609 | 4.609 | 4.609 | 4.609 | 4.633 | ||
– | Commissariaat voor de Media | 5.038 | 5.218 | 4.609 | 4.609 | 4.609 | 4.609 | 4.633 | |
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | ||
– | European Audiovisual Observatory | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | |
Ontvangsten | 199.517 | 179.325 | 163.000 | 166.400 | 144.300 | 152.200 | 125.600 |
Budgetflexibiliteit
Van het totale budget voor artikel 15 is voor 2019 99,8 procent juridisch verplicht.
Bekostiging.
Het beschikbare budget voor 2019 is bijna volledig juridisch verplicht. De verplichtingen hebben voornamelijk betrekking op de landelijke en de regionale publieke omroep. Hieraan ten grondslag ligt de Mediawet 2008.
Subsidies.
Subsidies worden in de regel juridisch verplicht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Opdrachten.
Opdrachten worden in de regel juridisch verplicht in het jaar waarop de opdracht betrekking heeft.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s.
Het beschikbare budget voor 2019 is volledig juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op het Commissariaat voor de Media (CvdM). Hieraan ten grondslag ligt de Mediawet 2008.
Bijdragen aan internationale organisaties.
Het beschikbare budget voor 2019 is volledig juridisch verplicht. Het betreft een jaarlijkse contributie aan het European Audiovisual Observatory.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
Bekostiging
Landelijke en regionale publieke omroep
De publieke omroep waarborgt een hoogstaand en pluriform media-aanbod, dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. Daarom bekostigt OCW de landelijke en regionale publieke omroep. Mede vanwege Europese regels op het gebied van staatssteun, houdt de overheid greep op de aard en omvang van het takenpakket van de landelijke en regionale publieke omroep en bepaalt de overheid het budget van de publieke omroep. Vanaf 2018 is het budget voor Uitzenden en uitzend gereedmaken toegevoegd aan het budget landelijke publieke omroep.
Stichting Omroep Muziek (SOM)
Deze bekostiging is bestemd voor de door de Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten en omroepkoren.
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)
Deze bekostiging is bestemd voor de door de Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van een media-archief. Vanaf 2017 is het budget structureel verhoogd ten behoeve van het beheer en het ontsluiten van het gedigitaliseerde materiaal.
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek
Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek is binnen het mediabeleid het instrument om de pluriformiteit van het journalistieke media-aanbod te stimuleren, zowel binnen pers en omroep als via het internet. De activiteiten van het fonds dragen bij aan innovatie van de journalistiek en aan stimulering van de journalistieke functie van de media in onze samenleving.
Onderzoeksjournalistiek (RA-middelen)
Het budget voor onderzoeksjournalistiek wordt ingezet om journalistieke projecten, innovaties en talentontwikkeling en professionalisering te ondersteunen.
Filmfonds van de Omroep en Telefilm (CoBO)
Het CoBO-fonds ondersteunt de film- en documentairesector en participeert in audiovisuele coproductieprojecten waarin wordt deelgenomen door een of meer van de publieke instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep en de Vlaamse publieke omroep (VRT) en/of Duitse publieke omroepen en/of onafhankelijke filmproducenten en/of instellingen werkzaam op het gebied van de podiumkunsten.
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)
Het Mediawijsheid Expertisecentrum (Mediawijzer.net) bevordert een bewuste, kritische en actieve houding van burgers en instellingen in de samenleving waar media alom zijn. Bij het huidige programma zijn de Koninklijke Bibliotheek, ECP-EPN, de publieke omroep (NTR), Kennisnet en het NIBG betrokken.
Subsidies
Ten laste van dit budget worden de jaarlijkse subsidies aan het AWO-fonds voor de Omroep voor diverse projecten op het gebied van arbeidsmarktontwikkeling, werkgelegenheid en opleiding, het European Journalism Centre voor diverse internationale journalistiekprojecten en de afbouwkosten van het Mediafonds betaald. Daarnaast is nog geld beschikbaar voor incidentele subsidies op het gebied van de media.
Opdrachten
Te laste van dit budget worden onder meer de kosten van de Landsadvocaat betaald. Daarnaast is nog geld beschikbaar voor incidentele opdrachten op het gebied van de media.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
De kerntaak van het CvdM bestaat uit het uitoefenen van onafhankelijk toezicht op het handelen van de media-instellingen in Nederland en uit handhavend optreden ingeval de toepasselijke regelgeving niet in acht wordt genomen. De bevoegdheid om toezicht en handhaving uit te oefenen heeft betrekking op alle media-instellingen: publieke media-instellingen op landelijk, regionaal en lokaal niveau en commerciële media-instellingen op landelijk en niet-landelijk niveau. Het CvdM is tevens verantwoordelijk voor het metatoezicht op het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Daarnaast heeft het CvdM tot taak erop toe te zien dat kabelexploitanten hun wettelijke verplichtingen nakomen tot doorgifte van de must carry-zenders.
Ontvangsten
Dit betreft de raming van de reclameopbrengsten van de STER. Op basis van het onderzoeksrapport van Ernst & Young van 9 september 2017 naar de ontwikkeling van de reclame-inkomsten in de jaren 2017 tot en met 2022 en een aanvullende opgave van de STER zijn de ramingen voor de reclame-inkomsten voor de jaren 2019 tot en met 2023 naar beneden bijgesteld.