Artikel
Algemene doelstelling
De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.
De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via premie-inning. In een aantal gevallen acht de overheid premieheffing niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister financiert de sociale fondsen uit de algemene middelen, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:
-
• de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;
-
• het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.
Beleidswijzigingen
Eerder was een Rijksbijdrage kraamverlof voorzien. In het regeerakkoord is echter afgesproken dat er voor het aanvullend geboorteverlof partners premie geheven zal worden. De Rijksbijdrage kraamverlof is daarom niet meer nodig.
Budgettaire gevolgen van beleid
Artikelonderdeel | Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 12.420.196 | 13.850.607 | 14.245.954 | 13.997.689 | 13.834.942 | 13.883.249 | 14.542.030 |
Uitgaven | 12.420.196 | 13.850.607 | 14.245.954 | 13.997.689 | 13.834.942 | 13.883.249 | 14.542.030 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 100% | ||||||
Bijdrage aan sociale fondsen | 12.420.196 | 13.850.607 | 14.245.954 | 13.997.689 | 13.834.942 | 13.883.249 | 14.542.030 |
Kosten heffingskortingen AOW | 2.114.100 | 2.165.400 | 2.189.900 | 2.146.100 | 2.257.700 | 2.331.200 | 2.429.800 |
Vermogenstekort Ouderdomsfonds | 10.083.600 | 11.462.600 | 11.777.400 | 11.586.000 | 11.327.400 | 11.310.100 | 11.868.400 |
Tegemoetkoming arbeidsongeschikten | 147.471 | 152.240 | 150.583 | 152.575 | 154.523 | 156.384 | 156.927 |
Tegemoetkoming Anw-gerechtigden | 6.643 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zwangere zelfstandigen | 68.382 | 70.367 | 128.071 | 72.453 | 73.349 | 74.298 | 75.636 |
Transitievergoeding | 0 | 0 | 0 | 40.561 | 21.970 | 11.267 | 11.267 |
Ontvangsten | 423 | 2.472 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan sociale fondsen:
Budgetflexibiliteit
De bijdragen aan sociale fondsen zijn 100% juridisch verplicht. De Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW, vermogenstekort Ouderdomsfonds en tegemoetkoming Anw-gerechtigden zijn juridisch verplicht volgens de Wet financiering sociale verzekeringen. De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is juridisch verplicht volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rijksbijdrage zwangere zelfstandigen is juridisch verplicht volgens de Wet arbeid en zorg. De rijksbijdrage transitievergoeding komt voort uit de wet aanpassing transitievergoeding bij bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid.
A. Bijdrage aan sociale fondsen
Toelichting op de financiële instrumenten
A1. Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW
Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.
Budgettaire ontwikkelingen
De ontwikkeling van de bijdrage volgt de ontwikkeling van de heffingskortingen.
A2. Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds
De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat er een neutrale kaspositie voor dit fonds bestaat.
Budgettaire ontwikkelingen
De Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds blijft in 2019 vrijwel gelijk aan de rijksbijdrage in 2018. De uitkeringslasten AOW stijgen in 2019 met ruim € 0,7 miljard, terwijl de premie-inkomsten gelijk blijven. In de rijksbijdrage 2018 is echter ruim € 1 miljard nabetaald voor 2017. In 2019 wordt nog geen rekening gehouden met een eventuele nabetaling. Daardoor blijft per saldo de rijksbijdrage in 2019 gelijk aan die in 2018.
A3. Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten
De Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten (Wtcg) is vanaf 2014 afgeschaft. De regeling van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten is overgeheveld van de Wtcg naar de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.
Budgettaire ontwikkelingen
De AO-tegemoetkoming stijgt licht de komende jaren door de verwachte stijging van het aantal rechthebbenden in de onderliggende regelingen.
A4. Tegemoetkoming Anw-gerechtigden
Deze rijksbijdrage diende ter financiering van de in beleidsartikel 9 verantwoorde tegemoetkoming Anw. Deze tegemoetkoming wordt betaald uit het Anw-fond, dat een fors vermogensoverschot heeft. Daarom is in 2017 de Anw-premie verlaagd en wordt vanaf 2018 het Anw-fonds niet meer gecompenseerd voor de uitgaven aan de Anw-tegemoetkoming.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage voor de Anw-tegemoetkoming is nul omdat de rijksbijdrage in 2018 is afgeschaft.
A5. Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen
De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen.
Budgettaire ontwikkelingen
In 2019 zijn de uitkeringslasten ZEZ eenmalig hoger. De extra uitgaven zijn een gevolg van de compensatieregeling voor vrouwelijke zelfstandigen. Door een wijziging in de Wet arbeid en zorg (WAZO) verviel in mei 2005 de publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Vanaf juni 2008 kregen zij via de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen (ZEZ) opnieuw recht op een uitkering gedurende tenminste 16 weken. Vrouwen die in de tussenliggende periode zwanger waren worden in 2019 gecompenseerd voor het niet ontvangen van een uitkering.
A6. Rijksbijdrage transitievergoeding
De Wet transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid regelt vanaf 1 april 2020 compensatie voor werkgevers voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. . Dit wetsvoorstel wordt grotendeels gefinancierd via werkgeverspremies. Voor een klein deel is er een rijksbijdrage aan het Awf.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage transitievergoeding bedraagt structureel circa € 11 miljoen. In 2020 en 2021 vindt compensatie van werkgevers met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 plaats. Hierdoor is de rijksbijdrage in 2020 en 2021 hoger.