Base description which applies to whole site

3.12 Artikel 12 Rijksbijdragen

De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.

De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via premie-inning. In een aantal gevallen acht de overheid premieheffing niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.

De Minister financiert de sociale fondsen uit de rijksbegroting, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Zij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;

  • het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.

In 2023 zijn er geen beleidswijzigingen.

Tabel 112 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

23.151.182

20.293.478

24.100.898

24.528.194

25.230.366

26.204.589

27.197.575

        

Uitgaven

23.173.152

20.293.478

24.100.898

24.528.194

25.230.366

26.204.589

27.197.575

        

Bijdrage aan sociale fondsen

       

Kosten heffingskortingen AOW

2.337.200

2.420.700

2.836.500

2.992.700

3.052.200

3.147.000

3.245.000

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

20.561.200

17.612.000

20.995.800

21.258.000

21.895.200

22.771.700

23.671.200

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

160.349

165.895

171.141

174.991

176.874

177.876

172.521

Zwangere zelfstandigen

92.433

94.883

97.457

102.503

106.092

108.013

108.854

Transitievergoeding

21.970

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

2.085

823

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

       

Algemeen

2.085

823

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 113 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 12 (%)
 

2023

juridisch verplicht

100

bestuurlijk gebonden

0

beleidsmatig gereserveerd

0

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0

De uitgaven op artikel 12 Rijksbijdragen zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2023. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

Bijdrage aan sociale fondsen

De bijdragen aan sociale fondsen zijn 100% juridisch verplicht. De rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW en het vermogenstekort Ouderdomsfonds zijn juridisch verplicht volgens de Wet financiering sociale verzekeringen. De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is juridisch verplicht volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rijksbijdrage zwangere zelfstandigen is juridisch verplicht volgens de Wet arbeid en zorg. Hoofdstuk 5.1 Sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de sociale fondsen.

Bijdrage aan sociale fondsen

Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW

Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en eventuele wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de BIKK AOW nemen in 2023 toe. Dat komt doordat de omvang van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting stijgt, bijvoorbeeld vanwege indexatie of omdat heffingskortingen worden verhoogd. De rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen stijgt dan mee.

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat dat fonds gemiddeld genomen een neutrale vermogenspositie heeft.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds neemt in 2023 toe. Dat komt enerzijds doordat de bijdrage in 2022 lager is omdat in dat jaar het exploitatie-overschot van 2021 wordt verrekend. Anderzijds nemen de uitkeringslasten in 2023 toe vanwege de koppeling van de AOW aan de stijging van het minimumloon. Hierdoor is een hogere rijksbijdrage nodig om het verwachte tekort van het fonds aan te vullen.

Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten is onderdeel van de WIA, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de WAZ en WAO. De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. Daarnaast financiert deze rijksbijdrage de uitvoeringskosten van UWV aan de tegemoetkoming. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage stijgt mee met het aantal ontvangers van de betreffende uitkeringen. Daarnaast stijgt de rijksbijdrage vanwege de jaarlijkse indexatie.

Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen

De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage ZEZ stijgt licht omdat de uitgaven aan de regeling ZEZ in 2023 licht hoger worden geraamd.

Licence