Base description which applies to whole site

Artikel 12. Rijksbijdragen

De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.

De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via het heffen van premies. In een aantal gevallen is een (volledige) financiering via premies niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.

De Minister financiert de sociale fondsen uit de algemene middelen, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;

  • het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.

In 2019 zijn er geen beleidswijzigingen geweest.

Tabel 80 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 12 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.852.630

17.426.873

14.245.954

3.180.919

        

Uitgaven

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.852.630

17.426.873

14.245.954

3.180.919

        

Bijdragen aan sociale fondsen

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.852.630

17.426.873

14.245.954

3.180.919

Kosten heffingskortingen AOW

1.963.200

2.033.300

2.114.100

2.165.400

2.209.900

2.189.900

20.000

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

11.003.900

10.525.800

10.083.600

11.462.600

14.881.500

11.777.400

3.104.100

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

173.802

175.574

147.471

154.140

160.212

150.583

9.629

Tegemoetkoming Anw-gerechtigden

8.318

7.075

6.643

0

0

0

0

Zwangere zelfstandigen

58.016

64.657

68.382

70.490

175.261

128.071

47.190

        

Ontvangsten

0

1.747

423

2.472

8.410

0

8.410

Bijdrage aan sociale fondsen
Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen (BIKK) AOW

Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.

De BIKK AOW is in 2019 licht hoger (€ 20 miljoen) uitgevallen dan in de begroting werd geraamd. Dat komt doordat de BIKK gedurende het jaar wordt bijgesteld op basis van de geraamde omvang van de heffingskortingen. Dat heeft in 2019 geleid tot een kleine stijging van de bijdrage aan het Ouderdomsfonds.

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden maar deels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is namelijk wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat er een neutrale kaspositie voor dit fonds bestaat.

De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is in 2019 hoger (€ 3,1 miljard) uitgevallen dan in de begroting werd geraamd. Dit heeft twee oorzaken.

Allereerst heeft het Ouderdomsfonds het jaar 2018 afgesloten met een vermogenstekort van ongeveer € 1 miljard. Dit vermogenstekort wordt dan het daaropvolgende jaar aangevuld via een hogere rijksbijdrage (vice-versa wordt een vermogensoverschot afgeroomd via een lagere rijksbijdrage). Bij het opstellen van de begroting is het vermogenstekort of overschot van het Ouderdomsfonds nog niet bekend. De publicatie daarvan (in het jaarverslag van de SVB) zorgt dus tijdens het begrotingsjaar voor een mutatie van de rijksbijdrage.

Ten tweede wordt de rijksbijdrage eenmaal per jaar, bij de eerste suppletore begroting, aangepast aan de meest recente macro-economische inzichten. In 2019 liet de CEP-raming van het CPB lagere inkomsten zien vanuit de AOW-premie. Dit vertaalt zich in een hogere rijkbijdrage aan het Ouderdomsfonds. Deze bijstelling was ongeveer € 2,1 miljard.

Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

De tegemoetkoming arbeidsongeschikten is een jaarlijkse vergoeding voor de extra ziektekosten van mensen die (gedeeltijk) arbeidsongeschikt zijn. De tegemoetkoming is opgenomen in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (IVA en WGA), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. In deze rijksbijdrage zijn ook de uitvoeringskosten van UWV opgenomen. De uitgaven aan de tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.

De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is in 2019 iets hoger (€ 9,6 miljoen) uitgevallen dan in de begroting werd geraamd. Dat komt doordat de rijksbijdrage wordt bijgesteld op basis van de verwachte uitgaven aan de tegemoetkomingen. Deze uitgaven zijn gedurende 2019 iets omhoog bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van UWV.

Rijksbijdrage tegemoetkoming Anw-gerechtigden

Deze rijksbijdrage diende ter financiering van de in beleidsartikel 9 verantwoorde tegemoetkoming Anw. Deze tegemoetkoming wordt betaald uit het Anw-fonds, dat een fors vermogensoverschot heeft. Daarom is in 2017 de Anw-premie verlaagd en is vanaf 2018 het Anw-fonds niet meer gecompenseerd voor de uitgaven aan de Anw-tegemoetkoming.

Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen (ZEZ)

De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen.

De voor 2019 geraamde rijksbijdrage is eenmalig hoger dan in andere jaren. Dat komt doordat in 2019 de compensatieregeling uit de regeling is uitgevoerd. Per mei 2005 verviel de publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Vanaf juni 2008 kregen zij via de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen (ZEZ) opnieuw recht op een uitkering gedurende tenminste 16 weken. Vrouwen die in de tussenliggende periode zwanger waren zijn in 2019 gecompenseerd voor het niet ontvangen van een uitkering.

De daadwerkelijke uitgaven zijn in 2019 hoger (€ 47,2 miljoen) uitgevallen dan geraamd. Dat komt voornamelijk door een hoger dan verwacht aantal aanvragen voor de compensatieregeling.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn het gevolg van afrekeningen over voorgaande jaren van de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten.

Licence