Verplichtingen en uitgaven
Rente vaste schuldDe rentelasten op de vaste schuld zijn € 32,1 mln. hoger uitgevallen, met name als gevolg van een iets lagere omvang van de kapitaalmarktfinanciering ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Door de negatieve rente leidt een lagere schulduitgifte per saldo tot hogere rentelasten.
Mutatie vlottende schuldIngegeven door de verlenging van de corona steunmaatregelen is in 2021 gedurende het jaar een veel grotere financieringsbehoefte geraamd dan nodig was. Hierdoor is de uitgifte van vaste schuld verhoogd. Doordat het kastekort ultimo 2021 lager is uitgevallen dan werd geraamd, is een deel van de vlottende schuld (€ 22,0 mld.) afgelost.
Ontvangsten
Voortijdige beëindiging derivatenHet Agentschap heeft in 2021 € 1,5 mld. aan resultaat geboekt op de voortijdige beëindiging van rentederivaten, hetgeen € 1,1 mld. hoger is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Het voortijdig beëindigen van derivaten wordt gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindiging van het derivaat plaatsvindt. De EMU-schuld wordt hierdoor met hetzelfde bedrag verlaagd.
Rente vlottende schuldDe rentebaten op de vlottende schuld vallen € 63,6 mln. lager uit als gevolg van een lagere omvang van kortlopende schuld dan bij de tweede suppletoire begroting rekening was gehouden.
Rente derivatenDe rentebaten op derivaten zijn € 35,0 mln. lager uitgevallen dan geraamd als gevolg van de gerealiseerde rentepercentages op de variabele delen van de renteswaps en als gevolg van de voortijdige beëindiging van rentederivaten.
Uitgifte vaste schuldHet kastekort ultimo 2021 is lager uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting was geraamd. Hierdoor was € 1,9 mld. minder schulduitgifte op de kapitaalmarkt nodig dan voorzien.