A. Budgettaire gevolgen
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 134.102 | 264.052 | 226.230 | 114.971 | 102.438 | 84.446 |
Uitgaven | 0 | 129.172 | 264.094 | 217.379 | 114.971 | 102.438 | 84.446 |
Nog te verdelen | 0 | 129.172 | 264.094 | 217.379 | 114.971 | 102.438 | 84.446 |
Loonbijstelling | 0 | 7.879 | 3.103 | 10.229 | 5.441 | 5.169 | 4.977 |
Prijsbijstelling | 0 | 13.395 | 9.713 | 10.237 | 9.836 | 7.138 | 7.104 |
Programma onvoorzien | 0 | 104.226 | 216.756 | 137.288 | 44.911 | 30.126 | 28.267 |
Apparaat onvoorzien | 0 | 3.672 | 34.522 | 59.625 | 54.783 | 60.005 | 44.098 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Vanuit dit artikel wordt de bij eerste suppletoire begroting 2020 toegekende loon- en prijsbijstelling naar de beleids- en apparaatsartikelen overgeboekt. Bij Voorjaarsnota 2020 heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor de compensatie van ouders en het herstellen van toeslagen en voor de transitie en structurele versterking van de Belastingdienst, Toeslagen, Douane en het Kerndepartement. Een deel van deze middelen staat gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Voorts staan op dit artikel middelen gereserveerd voor de uitvoeringskosten van fiscale maatregelen. Dit artikel is tevens bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen binnen de begroting van Financiën op te vangen.