Verplichtingen
De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 99,3 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.
Vooral door de grotere beschikbaarheid van goederen en diensten bij leveranciers dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht is er voor de instandhouding van het maritieme materieel € 21,9 miljoen meer verplicht.
Bij de verwerving van materieel is € 121,2 miljoen minder verplicht dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Als gevolg van vertraging in de DMP-procedure werd € 32,5 miljoen voor het maritieme surface-to-surface missile niet verplicht. Voor de havensleepboten werd € 11,0 miljoen minder verplicht en er zijn eveneens minder verplichtingen aangegaan voor het Combat Support Ship (CSS), de Upgrade Standard Missile, de Future Littoral All Terrain Mobility Bandvagn, de Midlife Update Zr.Ms. Johan de Witt en voor de kleinere investeringen van de Koninklijke Marine.
Het overige verschil betreft diverse kleinere afwijkingen.
Uitgaven
De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 27,5 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Ik heb dat voor € 50 miljoen aangekondigd, in mijn brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» van 19 december, nr 36 200-X, nr. 59.
Vooral door de eerdere leveringen van goederen en diensten dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht is er voor de instandhouding van het maritieme materieel € 34,6 miljoen meer gerealiseerd.
Voor de verwerving van materieel zijn € 7,1 miljoen minder uitgaven gedaan dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Bij de midlife update van Zr.Ms. Johan de Witt bleek de verwachte versnelling niet uit te komen en werd € 5,5 miljoen minder gerealiseerd. Ook bij enkele kleine investeringsprojecten in maritiem materieel bleken doorlooptijden in de verwervings- en betalingsketen hoger dan werd verwacht tijdens de tweede suppletoire begroting.
Het overige verschil betreft diverse kleinere afwijkingen.