Base description which applies to whole site

Artikel 2 Maritiem materieel

Verplichtingen

De verplichtingen op dit artikel zijn per saldo € 717,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door minder aangegane verplichtingen voor projecten in de realisatiefase (€ 670,1 miljoen). Het betreft onder andere het commercieel vertrouwelijke project ESSM Block 2: Verwerving en integratie. De vertraging kan worden verklaard doordat contractvorming in 2023 niet is doorgegaan maar is verschoven naar 2024. Bij het project Vervanging M-fregatten is de lagere realisatie het gevolg van vertraging die is ontstaan in de aanbesteding van een aantal geplande contracten op het gebied van wapensystemen en communicatiesystemen aan boord van de schepen, vanwege later dan geplande ontvangst van aanbiedingen (eind 2023) door leveranciers.

Daarnaast is de lagere realisatie het gevolg van minder aangegane verplichtingen voor instandhouding (€ 47,4 miljoen). Door interne en externe factoren zijn vertragingen ontstaan in het inkoopproces, waardoor maritieme dossiers met betrekking tot instandhouding (€ 47,2 miljoen) - maar ook bij de verwerving en realisatie (€ 15,6 miljoen) - doorschuiven naar 2024. De contracten hebben betrekking op uitbestedingen van onderhoud en aanschaf van (klein) materieel.

Uitgaven

De uitgaven op dit artikel zijn per saldo € 5,8 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt voornamelijk verklaard door een lagere realisatie van projecten in de realisatiefase (per saldo € 26,5 miljoen). Het betreft onder andere het commercieel vertrouwelijke project Vervanging M-fregatten. De lagere realisatie wordt enerzijds verklaard doordat de contractuele mijlpaal (per 1 december 2023) niet betaald is vanwege vertraging in de uitvoering van werkzaamheden en anderzijds de geplande betaling van de prijsherzieningsfactuur 2023, horende bij het bouwcontract, kort voor de kassluiting is ontvangen en daardoor niet meer is betaald in 2023.

Daartegenover staat dat de realisatie van instandhouding € 20,7 miljoen hoger is dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De realisatie heeft enerzijds eerder plaatsgevonden, doordat leveranciers sneller hebben kunnen leveren dan was ingeschat ten tijde van de tweede suppletoire begroting. Anderzijds zijn de uitgaven hoger bij onder meer het uitbesteden van het onderhoud aan de vaartuigen en de aankoop van herbevoorradingsartikelen (onderdelen).

Licence