Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

94.319

38.430

132.749

    

Uitgaven

110.468

‒ 701

109.767

    

4 Ruimtegebruik bodem

110.468

‒ 701

109.767

Opdrachten

13.097

‒ 611

12.486

Bodem en STRONG

8.207

‒ 595

7.612

RWS Leefomgeving

2.376

140

2.516

Overige opdrachten

2.514

‒ 156

2.358

Subsidie

23.224

‒ 500

22.724

Bedrijvenregeling

9.322

0

9.322

Subsidies Caribisch Nederland

12.552

‒ 500

12.052

Overige subsidies

1.350

0

1.350

Bijdragen aan agentschappen

10.865

0

10.865

Waarvan bijdragen aan RWS

5.489

0

5.489

Waarvan bijdragen aan RIVM

5.376

0

5.376

Bijdragen aan medeoverheden

63.194

410

63.604

Meerjarenprogramma Bodem

63.194

410

63.604

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

88

0

88

    

Ontvangsten

3.500

0

3.500

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 38,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door enkele versnellingen van verplichtingenruimte uit latere jaren.

  • Per 1 januari 2024 gaat de Wet Bodembescherming op in de Omgevingswet. Daarmee vervalt per 1 januari de grondslag voor het Besluit financiële bepalingen bodemsanering, behoudens overgangsrecht. Bedrijven die zich voor 2008 hebben aangemeld voor de Bedrijvenregeling hebben nog tot 1 januari 2025 de mogelijkheid om aan te geven dat ze ook daadwerkelijk gebruik gaan maken van de regeling. Het saneringsplan moet dan voor 1 januari 2024 zijn ingediend. Om de aangewezen coördinerende rechtspersonen, Stichting Bodembeheer Nederland en Bosatex, in staat te stellen om de nog resterende werkvoorraad af te handelen, wordt dit jaar aanvullende verplichtingenruimte verstrekt (€ 16,0 miljoen).

  • Er is een verplichtingschuif van 2028 naar 2023 voor de sanering van het EMK-terrein (€ 10,0 miljoen). Deze sanering is onderdeel van de oude afspraken in het meerjarenprogramma bodemsanering (looptijd tot en met 2030), waarvoor het Ministerie van IenW, in tegenstelling tot reguliere bodemsaneringsprojecten, zelf opdrachtgever is. Op basis van de gewijzigde Uniforme administratieve voorwaarden (UAV) in 2023 zal dit jaar nog een vervolgopdracht van circa € 10,0 miljoen worden verstrekt.

  • Binnen het meerjarenprogramma Bodemsanering wordt ingezet op versnelling van saneringsprojecten voor onder meer PFAS, Asbest, drugs gerelateerde verontreiniging en waterbodems. Hiervoor wordt binnen het meerjarenprogramma verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar 2023 geschoven (€ 9,0 miljoen).

  • Een verplichtingenschuif naar 2023 vanuit 2024 en 2025 om een meerjarige opdracht aan het RIVM vast te kunnen leggen voor de gevraagde FTE-inzet (€ 3,2 miljoen).

  • Een verplichtingenschuif ten behoeve van de vastlegging van de meerjarige opdracht aan het RIVM voor de externe projectkosten die RIVM zal maken voor de opdracht (€ 1,5 miljoen).

Verder hebben er enkele kleinere mutaties plaatsgevonden van per saldo ‒ € 1,3 miljoen die het verplichtingenbudget verlagen.

Uitgaven

De uitgavenverhoging met per saldo € 0,7 miljoen wordt veroorzaakt door de diverse mutaties die lager zijn dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties in de 2e suppletoire begroting 2023 op dit artikel.

Licence