Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2023 € 6,9 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 26,0 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn € 35,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
UitgavenDe verlaging wordt veroorzaakt door een aantal kleinere posten, zoals een meevaller van € 1,9 mln. op de uitvoeringskosten RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) die niet geheel tot besteding is gekomen.
Verplichtingen
– Een meevaller van € 5,7 mln. voor onder andere de versterkingsgelden waarbij de verplichtingen in 2022 zijn aangegaan voor 2 jaar waardoor het verplichtingenbedrag in 2023 vrijvalt.
– De verwachte verplichtingen in 2023 voor de Regeling tegemoetkoming schade 2021 zijn € 12,4 mln. lager uitgekomen. Er is uitloop naar latere jaren omdat de afhandeling van de schademeldingen niet altijd met de gewenste snelheid kan plaatsvinden.
– Een ophoging van het verplichtingenbudget Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) met € 5,1 mln., zie ook de brief Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota (Kamerstuk: Kamerbrief| 18-12-2023).
– Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.
OntvangstenHet ontvangstenbudget op dit artikel wordt verhoogd met € 35,4 mln. De verhoging wordt onder andere veroorzaakt door een meevaller van € 36,4 mln. die wordt verklaard door de afrekening van de bijdrage aan gemeenten ten behoeve van het Coronatoegangsbewijs. Ondernemers hebben ten behoeve van maatregelen voor coronatoegangsbewijs minder gedeclareerd bij de gemeente, waardoor de bijdragen terugvloeien naar het generale beeld. Het restant saldo betreft enkele kleine mutaties.