Base description which applies to whole site

Artikel 34 Straffen en Beschermen

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2023 € 38,3 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 100,8 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 6,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

Uitgaven

  • Op het onderdeel intra- en extramurale sanctie uitvoering is een onderuitputting van € 12,4 mln. Dit houdt met name verband met vertraging in de uitvoering van een aantal projecten. Het project Direct Betalen kent een lagere realisatie dan geraamd, mede door een technische belemmering in de betaling van voorfinanciering. Ook waren er middelen gereserveerd voor de opvolging van een evaluatie op traject evaluaties in de Forensische Zorg. Voorts zijn de middelen uit het coalitieakkoord bestemd voor samenwerkingsinitiatieven en risicotaxatie in de Forensische Zorg nog niet volledig tot besteding gekomen.

  • Op het artikelonderdeel Veiligheid jeugd is een onderuitputting van € 10,3 mln. Dit houdt met name verband met vertraging en lagere kosten van projecten en subsidieaanvragen op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling, uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag (UHP KOT), het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, jeugdcriminaliteit en familierecht. Een aspect hiervan is dat, doordat subsidietoekenningen veelal eind 2023 plaatsvonden, in 2023 vaak slechts een beperkt voorschot is uitbetaald.

VerplichtingenDe hogere verplichting wordt grotendeels verklaard door onderstaande mutaties:

  • Een overschrijding van € 38,9 mln. op het artikelonderdeel medeoverheden aanpak criminaliteitsfenomenen. De hoge verplichting ten opzichte van de raming betreft voornamelijk meerjarige verplichtingen die zijn aangegaan voor bijdrages aan gemeentes in het kader van Preventie met Gezag. De toegekende bedragen zijn in lijn met de structurele coalitieakkoordmiddelen voor Preventie.

  • Het verplichtingenbudget Reclassering Nederland wordt overschreden met € 6,5 mln. omdat de verplichting voor 2024 in het jaar 2023 is aangegaan en het verplichtingenbudget daartoe niet toereikend was.

  • Bij de eerste suppletoire begroting is een meerjarige reeks voor het programma Grip op Onbegrip overgeboekt naar VWS. Per abuis zijn de meerjarige verplichtingen (€ 64,5 mln.) volledig in 2023 overgeboekt wat een overschrijding van € 44,2 mln. veroorzaakt op het verplichtingenbudget.

  • Het verplichtingenbudget Slachtofferhulp Nederland laat een overschrijding zien van € 7,9 mln., omdat de verplichting voor 2024 in het jaar 2023 is aangegaan en het verplichtingenbudget daartoe niet toereikend was.

  • Op het artikelonderdeel Veiligheid jeugd is voor € 5,8 mln. meer verplicht dan geraamd. Dit houdt met name verband met meerjarige verlening van subsidies.

  • Het restant bedrag omvat diverse kleine mutaties.

OntvangstenHet ontvangstenbudget op dit artikel wordt verhoogd met € 6,4 mln. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door onderstaande posten:

  • Er was een taakstellende ontvangst verwerkt op artikel 34; deze is -op andere subartikelen- gerealiseerd. Het betreft een mutatie van € 5,5 mln.

  • Een tegenvaller van € 11,5 mln. op het onderdeel Leges Dienst Justis. De legesinkomsten bij Justis worden overgeheveld naar het kerndepartement. De overheveling is niet volledig verwerkt in 2023; dat wordt gecorrigeerd in 2024.

  • Een meevaller van € 5,2 mln. vanwege een terugbetaling van DJI aan het kerndepartement omdat enkele activiteiten op het gebied van tegengaan van ondermijning zijn vertraagd als gevolg van knelpunten bij het werven van personeel of vanwege vertraging in aanpassing van relevante wetgeving. En verschillende kleinere posten inzake activiteiten die niet in 2023 zijn gerealiseerd.

  • Een terugbetaling van € 5,2 mln. voor niet gerealiseerde meerkosten bij forensische zorg vanwege de coronacrisis en voor de bestuurlijke agenda forensische zorg. Dit programma bestond uit een zestal projecten waarvan er twee vertraging hebben opgelopen.

  • Een terugbetaling van € 6,2 mln. naar aanleiding van subsidieafrekening Reclassering Nederland. Dit als gevolg van een lager dan verwachte productie, mede door lage instroom.

  • Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Licence