Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

De overheid beschermt werknemers tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid en stimuleert hen te blijven werken of het werk te hervatten.

De overheid vindt dat werknemers die loon derven als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekerd moeten zijn van een redelijk inkomen. Daarom zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA omvat twee uitkeringsregimes: de Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is bij de introductie van de WIA ingetrokken, maar geldt nog wel voor mensen die vóór 1 januari 2004 door ziekte of gebrek arbeidsongeschikt zijn geworden. Op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) waren ondernemers verplicht verzekerd tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid. De WAZ is per 1 augustus 2004 ingetrokken, maar geldt nog wel voor zelfstandigen die op dat moment een uitkering ontvingen.

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WIA, WAO of WAZ en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

De overheid stimuleert met behulp van financiële prikkels voor zowel uitkeringsgerechtigden als werkgevers dat uitkeringsgerechtigden aan het werk blijven of (op termijn) weer aan het werk gaan. Daarnaast biedt de overheid gerichte re-integratieondersteuning aan uitkeringsgerechtigden die ondersteuning nodig hebben. De overheid kent daarbij een groot belang toe aan de eigen verantwoordelijkheid en het meewerken aan re-integratie door de uitkeringsgerechtigde.

Aan werknemers in Caribisch Nederland wordt met de Ongevallenverzekering (OV) een inkomensvoorziening geboden in geval van arbeidsongeschiktheid door een bedrijfsongeval.

De Minister stimuleert aan het werk blijven of het werk hervatten met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan UWV. De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Medisch advies van de bedrijfsarts leidend bij de toets op re-integratie-inspanningen

Op 1 oktober 2020 is het wetsvoorstel waarmee het medisch advies van de bedrijfsarts leidend wordt bij de toets op de re-integratie-inspanningen door UWV, aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2020/21, 35 589, nr. 2). Dit wetsvoorstel was op 2 februari 2021 controversieel verklaard. Invoering is afhankelijk van parlementaire behandeling en is op zijn vroegst mogelijk in 2023.

WIA-criterium voor werknemers met loonkostensubsidie

Op korte termijn wordt geen aangepast WIA-criterium ingevoerd voor werknemers in de Participatiewet die met loonkostensubsidie werken. De Kamer is na de zomer geïnformeerd (26 augustus 20221) over een voorstel voor het hervormen van hardheden in de WIA op de korte, middellange en lange termijn naar aanleiding van het coalitieakkoord. Onderdeel van de langetermijnaanpak is om met een integrale blik naar het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid te kijken en te bezien welke verbeteringen er mogelijk zijn. In dat traject wordt ook de invoering van een alternatief arbeidsongeschiktheidscriterium voor personen die in de Participatiewet met loonkostensubsidie werken meegenomen. Daarom is er op korte termijn geen voorstel voor een alternatief criterium. Voorlopig zijn de instroomcijfers vanuit de Participatiewet nog beperkt omdat maar een klein aantal van de werknemers met loonkostensubsidie sinds de invoering van die wet langer dan twee jaar ziek is. SZW is met UWV in gesprek om die instroom te monitoren.

Verlenging van de tijdelijke buitenwettelijke maatregel omtrent kwijtschelding van voorschotten

Een gevolg van de opgelopen wachttijd voor een WIA-claimbeoordeling, is dat het aantal voorschotten is toegenomen. Werknemers kunnen in financiële problemen komen als de, soms hoog opgelopen, voorschotten terugbetaald moesten worden. Om die reden geldt er een tijdelijk maatregel ten aanzien van het voorschot- en kwijtscheldingsbeleid. Dit betekent dat tijdelijk (van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022) deze voorschotten niet teruggevorderd worden (en reeds terugbetaalde voorschotten gerestitueerd), wanneer blijkt dat werknemers bij de claimbeoordeling geen recht op een WIA-uitkering hebben en dit niet verrekend kan worden met een andere uitkering. Het kwijtschelden van de terugvorderingen betreft buitenwettelijk begunstigend beleid. Deze tijdelijke terugvorderingsregeling van voorschotten is verlengd tot en met 31 december 20232. Doordat in bepaalde gevallen voorschotten tijdelijk niet worden teruggevorderd, gaat de maatregel gepaard met extra uitgaven in 2023. De extra kosten bedragen € 6,7 miljoen.

Tabel 43 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

668

7.028

9.893

6.156

2.407

803

808

        

Uitgaven

668

7.028

9.893

6.156

2.407

803

808

        

Inkomensoverdrachten

       

Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)

668

753

756

781

794

803

808

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Uitvoering individuele plaatsing & steun

0

6.275

9.137

5.375

1.613

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 44 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 3 (%)
 

2023

juridisch verplicht

6,6

bestuurlijk gebonden

93,4

beleidsmatig gereserveerd

0

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0

De uitgaven op artikel 3 Arbeidsongeschiktheid zijn voor 6,6% juridisch verplicht voor het jaar 2023. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten van de Ongevallenverzekering Caribisch Nederland

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De bijdrage aan ZBO's/RWT's is 100% bestuurlijk gebonden. Het betreft de uitvoering van de individuele plaatsing en steun door UWV in plaats van door gemeenten.

Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd

Tabel 45 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 3 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

10.685.608

11.292.858

13.164.401

13.878.484

14.421.922

14.955.976

15.484.399

        

Uitgaven

10.685.608

11.292.858

13.164.401

13.878.484

14.421.922

14.955.976

15.484.399

        

Inkomensoverdrachten

       

WAO

3.374.283

3.221.084

2.958.672

2.713.197

2.449.081

2.190.244

1.951.115

IVA

3.463.953

3.850.775

4.165.946

4.433.735

4.638.639

4.833.075

5.026.217

WGA

3.301.225

3.629.280

3.948.906

4.182.393

4.348.139

4.498.210

4.607.503

WAZ

88.349

81.213

72.450

63.645

54.639

46.973

40.330

WGA eigenrisicodragers

357.707

391.860

418.400

444.631

463.224

481.815

500.406

WAO nominaal

0

0

361.103

440.901

496.923

532.956

554.251

IVA nominaal

0

0

508.584

670.761

844.166

1.031.568

1.237.321

WGA nominaal

0

0

573.779

740.295

915.490

1.102.585

1.299.988

WAZ nominaal

0

0

10.844

11.790

12.546

12.332

11.640

WGA eigenrisicodragers nominaal

0

0

17.623

36.287

56.349

78.053

101.888

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

100.001

117.966

121.734

130.773

128.482

129.696

130.910

Scholingsexperiment WGA

90

680

680

0

0

0

0

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW nominaal

0

0

5.680

10.076

14.244

18.469

22.830

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.

Budgettaire ontwikkelingen

Als gevolg van demografische ontwikkelingen stijgen de uitgaven voor de Ongevallenverzekering in 2023 en latere jaren in lichte mate.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het volume in de Ongevallenverzekering blijft naar verwachting constant de komende jaren.

Tabel 46 Kerncijfers Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 20211

Raming 2022

Raming 2023

Volume uitkeringen Ongevallenverzekering (x 1.000, ultimo)

0,2

0,2

0,2

1

Bron: RCN-unit SZW.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn recht op een uitkering, mits aan de voorwaarden daarvoor voldaan is. In de WIA staat werk voorop. Het accent ligt op wat mensen wel kunnen. Tegelijkertijd is er sprake van inkomensbescherming. De WIA bestaat uit twee uitkeringsregimes. De IVA verstrekt een loondervingsuitkering aan werknemers die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Wie nog gedeeltelijk kan werken of bij wie herstel op termijn nog mogelijk is, krijgt een uitkering op basis van de WGA. De WIA wordt uitgevoerd door UWV. Werkgevers kunnen daarbij eigenrisicodrager worden voor de WGA-lasten van hun (ex-)werknemers. Dit betekent dat ze een lagere premie aan UWV betalen, omdat zij het gros van de verplichtingen van UWV met betrekking tot re-integratie en uitkeringsbetaling overnemen.

Wie komt er voor in aanmerking?

Werknemers die op of na 29 december 2005, na een wachttijd van twee jaar, 35% of meer arbeidsongeschikt zijn als gevolg van ziekte.

Hoe hoog is de IVA-uitkering en wat is de duur?

Iemand die ten minste 80% arbeidsongeschikt is en niet meer kan herstellen of een geringe kans op herstel heeft, komt op basis van de IVA in aanmerking voor een uitkering van 75% van het laatstverdiende loon, met een maximum van 75% van het maximumdagloon. Het maximumdagloon bedraagt per 1 juli 2022 € 232,90, dat is afgerond € 5.065,58 per maand. De IVA-uitkering bedraagt maximaal € 3.799,18 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). Daarnaast ontvangen IVA-gerechtigden jaarlijks een tegemoetkoming (in 2022 netto € 186,00) mits zij op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een IVA-uitkering. Deze tegemoetkoming arbeidsongeschikten is bedoeld om een arbeidsongeschikte tegemoet te komen in de kosten die hij/zij moet maken door zijn/haar handicap. Het recht op uitkering wordt beëindigd bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Hoe hoog is de WGA-uitkering en wat is de duur?

  • Iemand die ten minste 35% arbeidsongeschikt is komt in aanmerking voor een uitkering op basis van de WGA. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75%, daarna 70% van het loonverlies (oude maandloon minus eventueel inkomen). Het totale inkomen neemt toe naarmate de betrokkene meer werkt.

  • Indien het loonverlies meer dan 35% maar minder dan 80% bedraagt, is er sprake van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Afhankelijk van het arbeidsverleden heeft de gedeeltelijk arbeidsgeschikte minimaal 3 tot maximaal 24 maanden recht op een loongerelateerde uitkering.

  • De gedeeltelijk arbeidsgeschikte wordt geacht te gaan of te blijven werken. Om dit te stimuleren wordt de uitkering na de loongerelateerde fase afhankelijk van het verdiende inkomen. Is dat inkomen ten minste 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt het loon aangevuld met 70% van het loonverlies. Als de betrokkene na afloop van de loongerelateerde uitkering geen werk heeft of minder verdient dan 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt een uitkering verstrekt die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het wettelijk minimumloon.

  • Indien het loonverlies ten minste 80% bedraagt en herstel op termijn nog mogelijk is, is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid. De volledig arbeidsongeschikte houdt ook na de loongerelateerde fase recht op een uitkering van 70% van het loonverlies.

  • WGA-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WGA-uitkering ontvangen evenals IVA-gerechtigden een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2022) netto € 186,00.

  • Evenals bij de IVA-uitkering geldt ook bij de WGA-uitkering het maximumdagloon.

  • Het recht op uitkering kan doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

Budgettaire onwikkelingen

In 2023 stijgen de uitkeringslasten WIA (IVA en WGA) inclusief de lasten voor eigenrisicodragers met circa € 660 miljoen ten opzichte van 2022. De WIA is een ingroeiende regeling die nog niet het structurele niveau heeft bereikt. Mensen stromen ook door van de WGA naar de IVA. Hierdoor stijgen de IVA-uitgaven relatief harder dan de WGA-uitgaven.

Beleidsrelevante kerncijfers

De kerncijfers WIA zijn gecombineerd met de kerncijfers WAO in tabel 47.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

De WAO is per 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WAO blijft gelden voor werknemers die op 1 januari 2004 een WAO-uitkering ontvingen. De WAO verstrekt uitkeringen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarom zullen er nog decennia lang mensen zijn die een beroep blijven doen op de WAO. De WAO wordt uitgevoerd door UWV.

Wie komt er voor in aanmerking?

De werknemer die op 1 januari 2004 al een WAO-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:

  • Hij is 15% of meer arbeidsongeschikt;

  • Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

De WAO blijft ook gelden voor werknemers die hun eerste ziektedag hadden vóór 1 januari 2004 of van wie het recht op WAO-uitkering is geëindigd, indien zij binnen vijf jaar (opnieuw) arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak. Hierdoor worden alleen nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend bij herleving van een oud recht.

Hoe hoog is de WAO-uitkering?

De WAO-uitkering bestaat uit twee fasen.

  • In de eerste fase ontvangt een WAO-gerechtigde een loondervingsuitkering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het dagloon. De uitkering bedraagt maximaal 75% van het maximumdagloon. Dat is per 1 juli 2022 maximaal € 3.799,18 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). De duur van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de leeftijd op de ingangsdatum van de WAO-uitkering.

  • In de tweede fase ontvangt de WAO-gerechtigde een vervolguitkering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het vervolgdagloon. De hoogte van het vervolgdagloon is onder andere afhankelijk van de leeftijd die iemand heeft op de ingangsdatum van de WAO-uitkering. De vervolguitkering kan in principe doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • WAO-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAO-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2022) netto € 186,00.

Budgettaire ontwikkelingen

Er is alleen nog instroom in de WAO door herleving van uitkeringen. Er worden dan ook nauwelijks nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend. Tegelijkertijd worden er in 2023 naar verwachting ruim 13.000 uitkeringen beëindigd. De uitkeringslasten WAO dalen in 2023 met ongeveer € 260 miljoen ten opzichte van 2022. Het WAO-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand.

Beleidsrelevante kerncijfers

De instroom in de WGA blijft hoog in 2022 en 2023. Dit wordt veroorzaakt door extra instroom met als oorzaak covid en ook door administratieve effecten. In 2020 en 2021 zijn veel voorschotten verstrekt doordat wegens de coronamaatregelen een beoordeling veelal niet op tijd kon plaatsvinden. Deze worden geregistreerd als instroom in de WGA. Door een tekort aan verzekeringsartsen duurt het enige tijd tot eenmaal opgebouwde achterstanden ingelopen zijn. De voorschotproblematiek houdt daarom naar verwachting ook in 2022 en 2023 aan. Bij een deel van deze voorschotten blijkt na de beoordeling geen recht op WIA te bestaan. Hierdoor komt de instroom hoger uit dan wanneer iedereen wel binnen de wettelijke termijn beoordeeld zou zijn. Ook de uitstroom en de doorstroom naar de IVA komen hierdoor hoger te liggen.

De uitstroomkans WAO en WIA ligt in 2022 en 2023 lager dan in 2021. Dit komt omdat in 2022 en 2023 de AOW-leeftijd weer stijgt, waardoor er minder uitstroom door pensionering zal zijn dan in 2021 waar de AOW-leeftijd bevroren was.

Tabel 47 Kerncijfers IVA, WGA en WAO
 

Realisatie 20211

Raming 2022

Raming 2023

IVA, WGA en WAO

   

Bestand in uitkeringen (x 1.000, ultimo)

568

583

598

 

waarvan IVA

146

158

170

 

waarvan WGA

227

245

261

 

waarvan WAO

194

180

167

Bestand als percentage van de verzekerde populatie (%)

7,4

7,6

7,8

    

Instroom in uitkeringen (x 1.000)

56,1

57,1

54,9

 

waarvan IVA

11,6

11,8

12,6

 

waarvan WGA

43,8

45,3

42,3

 

waarvan WAO

0,7

0,6

0,5

Instroomkans (%)

0,7

0,8

0,7

    

Uitstroom uit uitkeringen (x 1.000)

49,7

42,5

40,2

 

waarvan IVA

14,5

12,7

12,8

 

waarvan WGA

14,5

14,6

13,8

 

waarvan WAO

20,7

15,2

13,6

Doorstroom van WGA naar IVA (x 1.000)

12,4

13,0

12,2

Uitstroomkans WAO + WIA (%)

8,0

6,8

6,3

    

WGA

   

Aandeel werkend WGA (%, ultimo)

20

2

2

Aandeel werkende WGA'ers met resterende verdiencapaciteit (%, ultimo)

49

2

2

1

Bron: UWV, jaarverslag.

2

Dit aandeel wordt niet geraamd.

Handhaving

De afgelopen jaren zijn voor diverse door UWV uitgevoerde regelingen de misbruikrisico’s in kaart gebracht door een extern onderzoeksbureau. De uitkomst van dit onderzoek voor de WIA is eerder aan de Tweede Kamer toegezonden. De vastgestelde risico’s worden via het ontwikkelde afwegingskader gewogen en geprioriteerd. Op basis hiervan stelt UWV indien nodig aanvullende beheersmaatregelen voor, waarover gezamenlijke besluitvorming plaatsvindt tussen UWV en SZW. Momenteel worden voorstellen voor eventuele aanvullende beheersmaatregelen door UWV ontwikkeld.

Tabel 48 Kerncijfers IVA, WGA en WAO (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

712

3

564

Kennis van de verplichtingen (%)

902

3

934

Opsporing5

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

4,6

3,4

3,4

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)6

1,7

1,1

0,5

Totaal benadelingsbedrag

7,0

6,2

5,1

Sanctionering5

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

1,8

1,2

0,9

Aantal boetes (x 1.000)

1,0

0,7

0,4

Totaal boetebedrag (x € 1 mln.)

1,1

0,9

0,5

  

Ontstaansjaar vordering

  

2019

2020

2021

Terugvordering5

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2021 (%)

49

38

24

1

Kerncijfers preventie hebben alleen betrekking op WGA en WAO. De IVA is bij het onderzoek «Kennis der verplichtingen en detectiekans» buiten beschouwing gebleven.

2

Bron: Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

3

Door een gewijzigde onderzoeksopzet is het cijfer over 2020 niet beschikbaar.

4

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans». Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

5

Bron: UWV, Jaarverslag.

6

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)

De WAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de inkomensgevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAZ is op 1 augustus 2004 ingetrokken. Sindsdien kunnen ondernemers zelf bepalen of zij de inkomensrisico’s al dan niet willen afdekken, bijvoorbeeld via een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De WAZ blijft gelden voor zelfstandigen die op 1 augustus 2004 een uitkering ontvingen. De WAZ wordt uitgevoerd door UWV.

Wie komt er voor in aanmerking?

De zelfstandige die op 1 augustus 2004 al een WAZ-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:

  • Hij is 25% of meer arbeidsongeschikt;

  • Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

Hoe hoog is de WAZ-uitkering?

De hoogte van de WAZ-uitkering hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid en het feitelijk gederfde inkomen per dag, mits dat niet hoger is dan het wettelijk minimumloon (de maximale grondslag). De uitkering voor volledig arbeidsongeschikten is 75% van de grondslag en bedraagt per 1 juli 2022 maximaal € 1.317,15 bruto per maand (exclusief vakantiegeld). Heeft de betrokkene voortdurend oppas en verzorging nodig, dan kan de uitkering worden verhoogd tot maximaal 100% van de grondslag. WAZ-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAZ-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2022) netto € 186,00.

Budgettaire ontwikkelingen

De toegang voor zelfstandigen tot de WAZ is per 1 augustus 2004 beëindigd. In de WAZ is nog slechts in beperkte mate sprake van nieuwe instroom, die bestaat uit herleving van uitkeringen. Het WAZ-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand. In 2023 bedraagt de afname van de uitkeringslasten ten opzichte van 2022 circa € 9 miljoen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 49 Kerncijfers WAZ
 

Realisatie 20211

Raming 2022

Raming 2023

Bestand in aantal uitkeringen (x 1.000, ultimo)

7,3

6,5

5,8

1

Bron: UWV, jaarverslag.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Individuele plaatsing & steun

UWV heeft met een subsidieregeling onderzocht of Individuele Plaatsing en Steun (IPS) een aanvulling kan zijn op de bestaande re-integratie instrumenten. IPS blijkt een waardevol re-integratie instrument voor mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA). IPS is voor de EPA-groep effectiever dan reguliere re-integratie. UWV koopt vanuit het re-integratiebudget daarom ook IPS in voor haar klanten met EPA.

Tegelijkertijd heeft er een subsidieregeling gelopen waarbij UWV subsidie kan verstrekken voor IPS aan zowel gemeente- als UWV-klanten met Common Mental Disorders (CMD). Het onderscheid tussen CMD en EPA zit hem in de ernst en de duur van de klachten. Aan deze subsidieregeling is ook onderzoek gekoppeld om te kijken of deze aanpak voor mensen met CMD waardevol is.

Er is een budget beschikbaar voor de IPS regeling van € 21,5 miljoen voor een tijdelijke impuls van IPS-trajecten in 2022 en 2023. Hiermee kunnen er meer trajecten gestart worden voor zowel de EPA- als de CMD-groepen en voor zowel gemeente- als UWV-klanten. Wajongers (begrotingsartikel 4) vallen hier ook onder. In tabel 43 is het bedrag te zien dat voor de gemeentelijke doelgroep beschikbaar is gesteld.

Scholingsexperiment WGA

Het recent gestarte scholingsexperiment in vier verschillende regio's moet inzicht opleveren in de mogelijkheden van scholing voor WGA-gerechtigden en de bijdrage die dit levert aan de kans op werkhervatting. Met een implementatiestudie, die gelijk meeloopt met de start van de pilots, evalueert UWV hoe taaltrainingen en leerwerktrajecten voor mensen die gedeeltelijk kunnen werken vorm krijgen en brengt UWV in beeld in hoeverre mensen na afronding van het leerwerktraject het werk behouden of ander werk vinden.

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

Voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden in de WIA, WAO, WAZ, ZW en WW zet UWV middelen in om hen zo nodig te begeleiden op weg naar werk en te ondersteunen zodra zij werk hebben. UWV zet deze middelen in voor de inkoop van trajecten en diensten gericht op het vinden van werk. Daarnaast koopt UWV voorzieningen (waaronder jobcoaching en vervoersvoorzieningen) in voor het ondersteunen van werkenden met een structurele functionele beperking.

UWV beschikt vanaf 2015 over een geïntegreerd taakstellend re-integratiebudget voor de inzet van trajecten en van voorzieningen voor de re-integratieondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (inclusief Wajongers). Dit budget wordt jaarlijks aan UWV beschikbaar gesteld en door UWV verantwoord via de reguliere rapportages. Het begrotingsgefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget wordt verantwoord in beleidsartikel 4.

Budgettaire ontwikkelingen

Voor het premiegefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget is in 2023 € 122 miljoen beschikbaar.

Extracomptabel overzicht re-integratiebudget

In tabel 50 is het totale budget dat voor UWV beschikbaar is voor de inkoop van re-integratietrajecten en werkvoorzieningen te zien, voor zowel WIA/WAO/WAZ/ZW/WW als Wajong. Aandachtspunt is dat een deel van het begrotingsgefinancierde budget gericht is op de subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen (ESB-regeling). Het overige begrotingsgefinancierde deel is samen met het premiegefinancierde deel beschikbaar voor inkoop van trajecten en diensten.

Tabel 50 Extracomptabel overzicht totaal re-integratiebudget (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Premiegefinancierd (WIA/WAO/WAZ/ZW/WW)

100.001

117.966

121.734

130.773

128.482

129.696

130.910

Begrotingsgefinancierd (Wajong)

67.100

77.463

81.019

84.446

79.506

76.536

73.502

 

waarvan ESB

13.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

Totaal beschikbaar budget voor inkoop

154.101

181.429

188.753

201.219

193.988

192.232

190.412

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 51 Fiscale regelingen 2021-2023, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)
 

2021

2022

2023

Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek

558

586

611

Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering

‒ 417

‒ 438

‒ 458

Licence