Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkge bonden kosten en de investeringsruimte. De doelstellingen van het onder liggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de NOVI. Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Mobiliteitsfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.198.464 | 1.343.118 | 1.628.151 | 1.356.816 | 1.834.359 | 1.263.378 | 1.264.137 |
Uitgaven | 1.494.251 | 1.374.568 | 1.376.956 | 1.453.489 | 1.845.887 | 1.322.825 | 1.281.452 |
15.01 Exploitatie | 10.972 | 9.856 | 9.947 | 10.219 | 24.482 | 26.732 | 23.131 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 10.972 | 9.856 | 9.947 | 10.219 | 24.482 | 26.732 | 23.131 |
15.02 Onderhoud en vernieuwing | 511.648 | 467.425 | 653.852 | 721.786 | 695.336 | 669.086 | 688.953 |
15.02.01 Onderhoud | 473.488 | 424.351 | 516.013 | 512.204 | 433.466 | 417.683 | 434.011 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 461.832 | 419.131 | 515.281 | 511.222 | 432.959 | 417.289 | 433.729 |
15.02.04 Vernieuwing | 38.160 | 43.074 | 137.839 | 209.582 | 261.870 | 251.403 | 254.942 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
15.03 Ontwikkeling | 390.458 | 323.227 | 208.348 | 257.422 | 611.501 | 108.447 | 69.534 |
15.03.01 Aanleg | 380.892 | 284.084 | 101.686 | 71.144 | 146.799 | 61.510 | 29.795 |
15.03.02 Planning en studies | 8.956 | 30.029 | 96.905 | 175.744 | 460.009 | 44.437 | 39.739 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 8.018 | 7.958 | 1.806 | 2.015 | 1.309 | 1.140 | 798 |
15.03.03 Optimalisering gebruik | 610 | 9.114 | 9.757 | 10.534 | 4.693 | 2.500 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 165.643 | 141.413 | 96.432 | 66.924 | 64.474 | 58.009 | 55.732 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 415.530 | 432.647 | 408.377 | 397.138 | 450.094 | 460.551 | 444.102 |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 356.566 | 376.646 | 375.308 | 362.480 | 365.133 | 367.200 | 367.292 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 356.566 | 376.646 | 375.308 | 362.480 | 365.133 | 367.200 | 367.292 |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 58.964 | 56.001 | 33.069 | 34.658 | 84.961 | 93.351 | 76.810 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 58.964 | 56.001 | 33.069 | 34.658 | 84.961 | 93.351 | 76.810 |
Ontvangsten | 44.822 | 88.590 | 21.757 | 10.756 | 1.781 | 240 | 240 |
15.09 Ontvangsten | 44.822 | 88.590 | 21.757 | 10.756 | 1.781 | 240 | 240 |
In de tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering bij dit artikel is in de regel Verplichtingen een bedrag van totaal € 1.628,151 miljoen aan verplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 124,878 miljoen betrekking op de mogelijke verlening van een uitkering voor het project «Verbreding sluis Kornwerderzand» aan de Provincie Fryslân. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2024 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2024. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.
2024 | |
---|---|
Juridisch verplicht | 93% |
Bestuurlijk gebonden | 7% |
Beleidsmatig gereserveerd | |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden |
15.01 Exploitatie
Motivering
De activiteiten binnen exploitatie worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Producten
Bij exploitatie gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (Integrale Mobiliteitsanalyse [2021]), die deels met exploitatie wordt gefaciliteerd, rekening houdend met autonome ontwikkelingen. Daarnaast is de inzet om de betrouwbaarheid en reistijd te verbeteren. Beleidsdoelstellingen op het gebied van exploitatie zijn:
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
In de Kamerbrief Toekomst Binnenvaart die op 30 november jl.4aan de Tweede Kamer is aangeboden, zijn de belangrijkste veranderingen, uitdagingen en kansen geschetst voor de binnenvaart. Voor wat betreft de infrastructuur geldt dat we willen toewerken naar toekomstbestendige vaarwegen: klimaatadaptief en betrouwbaar.In de Kamerbrief modal shift aanpak van 15 november jl.5 is de verwachte groei van het goederenvervoer en het groeipotentieel van de vaarwegen gepresenteerd.Om dit groeipotentieel te benutten en/of een reverse modal shift te voorkomen, wordt ernaar toegewerkt om alle huidige vaarwegen optimaal te gaan onderhouden.
Zoals beschreven in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 20236 wordt om het areaal in stand te houden en bij een groeiend gebruik voorspelbaar te blijven, gezocht naar mogelijkheden om ook de kostenontwikkeling in de hand te houden. Door technologische ontwikkelingen als smart shipping en verdergaande digitalisering kan een deel van de systemen en voorzieningen ten behoeve van de informatieverstrekking en verkeersbegeleiding naar de toekomst toe waarschijnlijk minder worden aangeboden. Aanpassingen zullen afgestemd worden op de snelheid van de technologische ontwikkeling en de implementatie ervan bij de gebruikers. Ook wordt in het kader van droogte gekeken naar het ontwikkelen van klimaatadaptieve schepen met minder diepgang of andere vervoersconcepten, waardoor investeringen aan de infrastructuur minder groot zullen zijn. Zo wordt bekeken welke vaarwegtrajecten, gegeven de geschetste toekomstige ontwikkelingen ook, in aanmerking kunnen komen voor een aanpassing van bedienvensters. Om de vaarwegen toekomstbestendig en betaalbaar te houden, wordt onderzocht waar beperkingen mogelijk zijn om de doelen voor de binnenvaart structureel te kunnen behouden. Daartoe wordt onderzoek in gang gezet naar a) opwaardering/afwaardering van vaarwegen; b) de functie en een bijpassend onderhoudsregime oevers; c) het langetermijn verkeersmanagement; d) betaald gebruik van overnachtingsplaatsen voor de recreatievaart; en e) de veiligheidsperspectieven bij een invoering van een verplicht vaarbewijs voor de recreatievaart.
Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Areaalomschrijving | Eenheid | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 |
Bediende objecten | stuks | 243 | 242 | 242 |
Toelichting
Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. In 2024 is er geen verandering van het bedieningsareaal voorzien.
15.02 Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Onderhoud en vernieuwing wordt uitgevoerd om het Hoofdvaarwegennet in een staat te houden die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen en de recreatievaart/passagiersvaart.
Producten
Het regulier onderhoud en vernieuwing van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor exploitatie, zoals verkeerscentrales. In bijlage 4 Instandhouding van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Maatregelen
Toevoeging Coalitieakkoord middelen instandhouding
In het Coalitieakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van de Rijksinfrastructuur. De komende jaren groeit de extra bijdrage stapsgewijs toe naar jaarlijks € 1,125 miljard extra vanaf 2026 en structureel € 1,25 miljard extra vanaf 2038 voor de instandhouding van onze wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen, ook met het oog op de verkeersveiligheid. Er wordt extra geïnvesteerd in het Deltafonds (€ 250 miljoen structureel vanaf 2026) om achterstanden weg te werken en de uitvoering van het Nationale Deltapro gramma te versnellen. De extra middelen uit het Coalitieakkoord voor de jaren 2022-2025 zijn bij deze begroting verdeeld over de netwerken van ProRail en RWS op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds om de program mering van exploitatie en onderhoud in deze jaren op te hogen. Voor vernieuwing is in de periode 2026 tot en met 2030 € 200 miljoen per jaar gereserveerd (€ 160 miljoen voor het Mobiliteitsfonds en € 40 miljoen voor het Deltafonds).
In de MIRT-brief van 17 maart 20237 is aangegeven dat de instandhouding van onze netwerken thans de hoogste prioriteit heeft. De netwerken vormen het fundament voor een bereikbaar Nederland. Zonder onze goed functionerende netwerken ligt het land immers stil. Nu een deel van de aanleg door stikstof voorlopig tot stilstand komt, wordt het in stand houden van wat we hebben nog belangrijker. Specifiek voor het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet maken we deze kabinetsperiode een beweging van aanleg naar instandhouding. Concreet is de inzet om voor deze netwerken de komende jaren financiële middelen en personele capaciteit van aanleg naar instandhouding te schuiven, zie ook de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau van 17 maart 2023. Dat geld komt bovenop de extra middelen voor instandhouding uit het Coalitieakkoord.
Toevoeging middelen herprioritering
Aanvullend op de middelen vanuit het Coalitieakkoord zijn vanuit de herpriotering middelen toegevoegd aan instandhouding RWS. Voor het Hoofdvaarwegennet gaat het om € 380 miljoen.
Met deze middelen kunnen we werken aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard per jaar voor de instandhouding van de RWS-netwerken, waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vervanging en renovatie van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart (Kamerstuk 29 385, nr. 119).
15.02.01 Onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatie vaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden zowel de werkzaamheden binnen onderhoud als werkzaamheden die voortkomen uit het ontwikkelingprogramma goed afgestemd. Binnen onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.
In het Coalitieakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt voor de instandhouding van onze netwerken. In de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (kenmerk IENW/BSK-2023/70009) is aangegeven dat de meeste middelen zijn nodig om alle objecten die onderdeel uitmaken van het hoofdvaarwegennet – de vaarwegen, sluizen en over- en onderdoorgaande infrastructuur – in stand te houden. Met de extra beschikbare financiële middelen verwachten we dat op termijn het aantal ongeplande stremmingen kan worden teruggedrongen, waardoor de voorspelbaarheid met betrekking tot debeschikbaarheid van de vaarroutes groter wordt.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillance vliegtuigen en helikopters.
De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 'Overzichts constructie Kustwacht' aan deze begroting toegevoegd.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Figuur 6
Eenheid | Omvang 2024 | Budget (x € 1.000) 2024 | |
---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.071 | 515.282 |
Toelichting
Het totale areaal is een optelling hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.426 kilometer en van zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.071 kilometer. Er worden in 2024 geen veranderingen voorzien.
Indicator | 2021 | 2022 | Streefwaarde 2023 | Streefwaarde 2024 |
---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 2,0% | 1,0% | 0,8% | 0,8% |
- Hoofdtransportas | 1,7% | 0,3% | 0,8% | 0,8% |
- Hoofdvaarweg | 1,1% | 1,4% | 0,8% | 0,8% |
- Overige Vaarweg | 3,2% | 0,9% | 0,8% | 0,8% |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 1,0% | 2,4% | 0,2% | 0,2% |
- Hoofdtransportas | 0,4% | 0,4% | 0,2% | 0,2% |
- Hoofdvaarweg | 1,3% | 1,5% | 0,2% | 0,2% |
- Overige Vaarweg | 0,8% | 4,0% | 0,2% | 0,2% |
Toelichting
De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren voor het maatgevend schip af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden betreffen de afgesproken maximale waarden. Door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik neemt de kans op ongeplande uitval van objecten toe. Dit zien we met name terug in een stijging in de ongeplande stremmingen. De indicator Passeertijd sluizen is opgenomen bij beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de begroting Hoofdstuk XII.
15.02.04 Vernieuwing
Op dit artikel staan de beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdvaarwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. De verwachting is dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 'Instandhouding'. In het MIRT-projectenoverzicht worden onder liggende projecten inzichtelijk gemaakt.
Vernieuwingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
15.03 Ontwikkeling
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie- en studie activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.
Een beweging naar instandhouding en tussen MIRT-projecten
Er is sprake van een samenspel van drie opgaven die de aanleg van projecten bemoeilijkt: stikstof, maakcapaciteit en financiën. Om die reden is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat genoodzaakt om scherpe keuzes te maken. Binnen het hoofdvaarwegenprogramma wordt een groot deel van het gereserveerd budget weggehaald bij projecten die te maken hebben met langdurige stikstofdeposities in de gebruiksfase. De betreffende projecten worden gepauzeerd. Het budget wordt verschoven naar instandhouding en andere MIRT-projecten. Dit is toegelicht in de Kamerbrief van 23 juni 2023 over het MIRT.
15.03.01 Aanleg
Producten
In 2024 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren.
Mijlpaal | Project |
---|---|
Openstelling | Nieuwe Sluis Terneuzen |
Toekomst visie Waal: Overnachtingshaven Lobith (locatie Spijk) |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Lichteren buitenhaven IJmuiden: projectbudget verhoogd met € 10 miljoen aanvullend budget voor project Verwijderen baggerspecie Averijhaven;
2. Nieuwe Sluis Terneuzen: projectbudget verhoogd met € 95 miljoen:
– Extra ontvangsten Vlaanderen van € 41,3 miljoen: Hiervan is € 15 miljoen bestemd voor verwijdering PFAS waarvan de werken grotendeels afgerond zijn en de kostenverdeling Nederland-Vlaanderen inmiddels overeengekomen is. € 15 miljoen is bestemd voor andere projectkosten waarover Nederland-Vlaanderen nog in gesprek zijn over de kostenverdeling. Daarnaast heeft Vlaanderen toegezegd € 10 miljoen in 2024 beschikbaar te stellen zodat het project vooruitlopend op het onderhandelingsresultaat tussen Nederland en Vlaanderen over voldoende budget kan beschikken om zijn verplichtingen richting de aannemer aan te kunnen gaan. Tot slot heeft het project heeft extra kosten gemaakt i.v.m. Covid. Vanuit Vlaanderen hebben is € 1,3 miljoen ontvangen als extra bijdrage om een deel van de kosten te dekken;
– Extra bijdrage vanuit Nederland van € 32,7 miljoen: Over een deel van de meerkosten is overeenststemming bereikt tussen Nederland en Vlaanderen. Het Nederlandse deel voor de meerkosten PFAS en Covid bedraagt € 22,7 miljoen (PFAS ca. € 11,4 miljoen, Covid € 11,1 miljoen en overige regelgeving € 0,2 miljoen). Daarnaast wordt er vanuit Nederland € 10 miljoen extra beschikbaar gesteld aan het project om de continuïteit van het project te garanderen.
– Overige € 21 miljoen is toevoeging prijsbijstelling 2023.
De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2023.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | Toelichting | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | later | huidig | vorig | |
Projecten Nationaal | |||||||||||||
Beter Benutten | 16 | 16 | 16 | 0 | ‒ | ‒ | |||||||
Impuls Dynamisch Verkeermanagement | 101 | 101 | 100 | 1 | 2018 | 2018 | |||||||
Walradarsystemen | 29 | 29 | 27 | 2 | 0 | 0 | |||||||
Regeling Kademuren | 10 | 10 | 1 | 0 | 2 | 3 | 2 | 1 | 0 | 0 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 14 | 14 | 10 | 0 | 0 | 3 | 2020 | 2020 | |||||
Lichteren buitenhaven Ijmuiden | 48 | 38 | 35 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2023 | 2023 | 1 | ||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 15 | 15 | 11 | 4 | 0 | 0 | ‒ 1 | 2022 | 2023 | ||||
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwede | 10 | 10 | 7 | 0 | 0 | 3 | 2021 | 2021 | |||||
Nieuwe Sluis Terneuzen | 1.184 | 1.089 | 892 | 182 | 68 | 37 | 5 | 0 | 0 | 0 | 2024 | 2023 | 2 |
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
Maasroute modernisering fase 2 | 688 | 685 | 619 | 24 | 5 | 4 | 36 | 0 | 0 | 0 | 2027 | 2025 | |
Wilhelminakanaal Tilburg | 98 | 98 | 95 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 2023 | 2023 | |
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 431 | 431 | 427 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 3 | 2015 | 2015 | |
Projecten Oost-Nederland | |||||||||||||
Toekomstvisie Waal | 148 | 146 | 104 | 38 | 6 | 0 | 0 | 0 | 2024 | 2024 | |||
Verruiming Twenthekanalen fase 2 | 244 | 241 | 185 | 59 | 0 | 0 | 2023 | 2023 | |||||
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 59 | 59 | 59 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
Projecten Noord-Nederland | |||||||||||||
Vaarwewg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbreding tot klasse Va | 294 | 293 | 282 | 12 | 0 | 0 | 2017 | 2017 | |||||
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 39 | 39 | 37 | 0 | 0 | 2 | 0 | ||||||
Sluiscomplex Kornwerderzand | 125 | 103 | 0 | 0 | 31 | 31 | 31 | 31 | 0 | 0 | 2025-2028 | 2025-2028 | |
Overige Projecten | 0 | ||||||||||||
Kleine projecten / afronding projecten | 194 | 191 | 190 | 1 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | |||
Afrondingen | ‒ 1 | ‒ 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 3.746 | 3.607 | 3.097 | 336 | 113 | 80 | 80 | 36 | 1 | 4 | |||
Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies | 59 | 54 | 10 | 7 | 13 | 20 | 8 | ||||||
Programma Aanleg | 3805 | 3661 | 3107 | 343 | 126 | 100 | 88 | 36 | 1 | 4 | |||
Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg | ‒ 2 | ‒ 15 | |||||||||||
Budget Aanleg (MF 15.03.01) | 3803 | 3646 | 3107 | 284 | 101 | 71 | 147 | 61 | 30 | 4 | |||
Overprogrammering (-) | 59 | 25 | 29 | ‒ 59 | ‒ 25 | ‒ 29 | 0 |
15.03.02 Planning en studies
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Bijdrage aan agentschap RWS: door de extrapolatie naar 2037 en loon- en prijsbijstelling over 2023 is de bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen met € 6 miljoen toegenomen;
2. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2037 en loon- en prijsbijstelling over 2023 is de reservering voor LCC met € 42 miljoen toegenomen;
3. De bestaande reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen Wind op Zee (WOZ) van € 810,7 miljoen wordt per ontwerpbegroting 2024 vanwege de omvang van het budget zichtbaar gepresenteerd onder Projecten Nationaal in plaats van Overige projecten en reserveringen. Op grond van het begin 2022 vastgestelde Programma Noordzee stelt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor 2023-2027 € 33,7 miljoen beschikbaar aan IenW en Rijkswaterstaat (RWS), ten behoeve van de financiering van de structurele kosten voor IenW, RWS en het ministerie van Defensie-Kustwacht (via IenW). Het gaat om taken, die voortvloeien uit de realisatie van 21 gigawatt aan WOZ voor 2030 en de impact op de veiligheid van de zeescheepvaart. Hiervan is € 1,9 miljoen overgeboekt naar RWS voor de impact van WOZ op areaalgroei en kerntaken van RWS. De loon- en prijsbijstelling 2023 betreft € 39,2 miljoen. Naar het ministerie van Defensie is € 13,6 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ETV Zuid en ETV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2023;
4. In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;
5. De uitwerking van het project Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) is in afwachting van het programma onder de omgevingswet besluit van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) die bepalend zal zijn voor de inrichting van de IJssel. De openstelling gaat van 2026 ‒ 2028 naar nog nader te bepalen. De uitwerking van het project Rivierklimaatpark IJsselpoort (RKPIJ) binnen het project Bovenloop IJssel blijft doorgang vinden (RKPIJ=2028);
6. De uitwerking van het project Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel is in afwachting van het programma onder de omgevingswet besluit van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) die bepalend zal zijn voor de inrichting van de IJssel. Openstelling gaat van 2023-2024 naar nog nader te bepalen;
7. Het budget voor de IenW bijdrage aan de Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand wordt overgeboekt van planstudie naar realisatiefase om in 2024 een specifieke uitkering (SPUK) aan de provincie Friesland mogelijk te maken.
8. Vanuit artikel 11 is de risicoreservering van € 165 miljoen voor vier bruggen toegevoegd aan het MIRT budget Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2. De loon- en prijsbijstelling 2023 betreft € 14,3 miljoen.
9. Overige projecten en reserveringen:
– De bestaande reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen Wind op Zee van € 810,7 miljoen wordt per ontwerpbegroting 2024 vanwege de omvang van het budget zichtbaar gepresenteerd onder Projecten Nationaal in plaats van Overige projecten en reserveringen.
– Voor de herprioritering vaarwegen is het gereserveerde budget van € 275,3 miljoen voor de Kreekraksluizen afgeboekt.
– Dekking voor het project Digitale Transport Strategie staat gereserveerd op het artikelonderdeel planning en studies Hoofdvaarwegennet. Uitvoering en realisatie vindt plaats op de beleidsbegroting HXII. Hiervoor is € 1,4 miljoen overgeboekt naar HXII.
– Vanuit artikel 11 investeringsruimte generiek is voor de verlenging van Topsector Logistiek activiteiten in de jaren 2024 tot en met 2026 (€ 30 miljoen) toegevoegd aan de reservering Topsector Logistiek.
– Uit de herprioritering vaarwegen is € 8,3 miljoen overgeboekt naar het gereserveerde budget voor de Kustwacht voor een bijdrage vanuit IenW aan de Kustwacht voor de tegenvaller project MOC Kustwacht.
De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2023.
Budget | Planning | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | huidig | vorig | |
Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies | ‒ 59 | ‒ 54 | nvt | nvt | |
Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg | 2 | 15 | nvt | nvt | |
Projecten Nationaal | |||||
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 35 | 29 | nvt | nvt | 1 |
Reservering voor LCC | 391 | 349 | nvt | nvt | 2 |
Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen agv Wind op Zee | 868 | 0 | nvt | nvt | 3 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 7 | 7 | 2025 ‒ 2027 | 2025 ‒ 2027 | |
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 0 | 30 | ntb | ntb | 4 |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Capaciteit Volkeraksluizen | 0 | 167 | ntb | 2025 ‒ 2027 | 4 |
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil | 0 | 10 | nvt | 2025 ‒ 2027 | 4 |
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Whilhelminakanaal Sluis II | 87 | 83 | ntb | ntb | |
Projecten Oost-Nederland | |||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 41 | 39 | ntb | 2026 ‒ 2028 | 5 |
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 31 | 30 | ntb | 2023 ‒ 2024 | 6 |
Projecten Noord-Nederland | |||||
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand | 0 | 103 | 2025 ‒ 2028 | 2025 ‒ 2028 | 7 |
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 481 | 299 | 2024 ‒ 2028 | 2024 ‒ 2028 | 8 |
Overige projecten en reserveringen | 404 | 1420 | 9 | ||
Projecten in voorbereiding | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) | ntb | ||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Kreekraksluizen | |||||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Verkenning IJssel fase 2 | |||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||
Gesignaleerde risico's | |||||
afrondingen | 2 | 0 | |||
Totaal programma planning en studies | 2.290 | 2.527 | |||
Begroting (MF 15.03.02) | 2.290 | 2.527 |
15.03.03 Optimalisering verbruik
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de vaarwegen bevorderen. Dit zijn maatregelen die door IenW worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de optimalisatie van logistieke routes om modal shift te bevorderen.
Budget | Planning | ||
---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | |
Modal shift van weg naar water | 37 | 36 | nvt |
Totaal Optimalisering gebruik | 37 | 36 | nvt |
Begroting (MF 15.03.03) | 37 | 36 | nvt |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM- contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienstuitgevraagd, te wetende beschikbaarheid van de infra structuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouw fase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervaltaan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikel onderdeel 15.02 Onderhoud en Vernieuwing).
Producten
De projecten Zeetoegang IJmond, Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Zeetoegang IJmond: projectbudget is verhoogd met € 24 miljoen € 1 miljoen i.v.m. extra kosten PFAS. De loon- en prijsbijstelling 2023 is € 23 miljoen
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | Eind contract | Toelichting | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | later | huidig | vorig | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 416 | 409 | 95 | 16 | 16 | 16 | 16 | 15 | 16 | 227 | 2019 | 2019 | 2046 | |
Zeetoegang IJmond | 1237 | 1213 | 439 | 115 | 72 | 41 | 40 | 34 | 31 | 465 | 2022 | 2022 | 2045 | 1 |
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 161 | 158 | 44 | 6 | 5 | 7 | 6 | 6 | 6 | 81 | 2020 | 2020 | 2047 | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||||
Keersluis Limmel | 94 | 93 | 30 | 4 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 45 | 2018 | 2018 | 2048 | |
afrondingen | 1 | 1 | ‒ 1 | |||||||||||
Totaal | 1909 | 1873 | 609 | 141 | 96 | 67 | 64 | 58 | 56 | 818 | ||||
Begroting (MF 15.04) | 141 | 96 | 67 | 64 | 58 | 56 | 818 |
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordende aan het netwerk te relateren apparaats kosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overigenetwerkge bonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan exploitatie, onderhoud, ontwikkeling en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaalen de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Rijksrederij
De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals het Ministerie van EZK, Financiën (Douane), IenW en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoor- delijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:
– Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;
– Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;
– Het leveren van kennisintensief adviesop het gebiedvan eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
Producten
Bijdragen van derden
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen van derden | 89 | 22 | 11 | 2 | 0 | 0 |
Totaal Ontvangsten (MF 15.09) | 89 | 22 | 11 | 2 | 0 | 0 |