Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 36. Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid

Deze afbeelding bestaat uit een circel met daarin een onderscheid naar de uitgaven op dit artikel en de overige uitgaven op de JenV-begroting. Dit is gebaseerd op de uitgaven zoals deze in het voorstel van wet per artikel zijn opgenomen. Naast de circel is een staaf opgenomen waarbij de uitgaven op dit artikel nader zijn verdeeld naar de artikelonderdelen. Dit is gebaseerd op de uitgaven zoals zijn opgenomen bij onderdeel D van dit hoofdstuk bij de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.

De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity.26De Minister coördineert de totstandkoming van de rijksbrede analyse op het gebied van nationale veiligheid en de strategische aanpak die daarop volgt. Bij Koninklijk Besluit is vastgelegd dat de Minister doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.27 

De Minister is stelselverantwoordelijk voor de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De Minister verstrekt aan de veiligheidsregio’s een bijdrage, de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding, voor hun taken op dat gebied. Ook verstrekt de Minister een bijdrage aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen. De openbare lichamen ontvangen jaarlijks een bijzondere uitkering als bijdrage in de kosten van de organisatie van rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de brandweerzorg op grond van het Kostenbesluit Veiligheidswet BES.

De Minister heeft op basis van onder andere de Politiewet 2012 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. In de komende jaren wordt het stelsel bewaken en beveiligen herzien tot het nieuwe stelsel beveiligen van personen. Met dit nieuwe stelsel krijgt de Minister ook de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van personen die ernstig bedreigd worden vanuit de fenomenen zware, ondermijnende criminaliteit, geradicaliseerde eenlingen, statelijke actoren en terrorisme.28 Het ministerie van JenV heeft middelen overgeheveld naar minDEF voor deze beveiligingstaken. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (onder andere crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cybersecurity en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden.29 

Verschillende nieuwe vormen van dreiging leggen een zware druk op de samenleving. Voorheen kwam de dreiging vooral vanuit jihadistisch terrorisme en statelijke actoren. De huidige dreiging komt ook steeds meer vanuit geradicaliseerde eenlingen en vanuit de georganiseerde criminaliteit die onze rechtsstaat ondermijnt. Dit heeft zijn weerslag op het stelsel bewaken en beveiligen. Personen die door hun werk in dienst staan van de (democratische) rechtsorde (zoals zittende en staande magistratuur, advocaten, journalisten, bestuurders en politici) moeten hun functie veilig en zonder vrees kunnen uitoefenen. Om ernstig bedreigde personen goed te kunnen beveiligen, wordt het stelsel bewaken en beveiligen vernieuwd. Dit in aanvulling op recente verbeteringen binnen het stelsel.30 Beoogd is dat een groot deel van de wijzigingen in 2024 gaat plaatsvinden, meest belangrijk:

  • Het gezag van het stelsel beveiligen van personen wordt eenduidig en op centraal niveau ingericht bij de NCTV. Hiertoe draagt het OM gefaseerd taken over aan de NCTV;

  • De inrichting van een informatie- en analysefunctie ten behoeve van het gezag, zodat dreigingsinschattingen en –analyses verbeteren. Ook de toegang tot informatie voor deze analysefunctie wordt verbeterd;

  • De uitvoering van het stelsel wordt zodanig georganiseerd, dat de politie en de KMar vanuit synergie en gelijkwaardigheid hun specialistische taken op het gebied van bewaken en beveiligen kunnen uitvoeren, effectief en efficiënt en waar nodig met betrokkenheid van andere (private) partijen;

  • Er komt een specifiek wettelijk kader voor het stelsel beveiligen van personen, waarin onder meer de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling wordt geregeld en de benodigde informatiedeling in het kader van bewaken beveiligen wordt voorgeschreven. Er worden kaders ontwikkeld die duidelijk maken wat verwacht mag worden van een te beveiligen persoon, van de werkgever van die persoon en van de overheid; 

  • Er komt onafhankelijk toezicht en een onafhankelijke adviesfunctie.

Recente crises onderstrepen het belang van een robuuste en toekomstbestendige inrichting van de crisisbeheersing en brandweerzorg in Europees en Caribisch Nederland. Het kabinet heeft de contouren opgesteld van één samenhangend landelijk dekkend stelsel crisisbeheersing en brandweerzorg. De meerjarige landelijke agenda crisisbeheersing bundelt en richt de gezamenlijke ambities en activiteiten van ministeries, veiligheidsregio’s en andere betrokken publieke en private partners. In dat kader worden in 2024 aanzienlijke stappen gezet, waaronder in ieder geval het in consultatie geven van de eerste tranche van de voorziene wetswijziging en verbeteringen van de interregionale en landelijke samenwerking. Ten behoeve van de versterking van de crisisbeheersing is via de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) een budget beschikbaar oplopend tot structureel € 83 mln. vanaf 2026.

In 2024 wordt de evaluatie van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) opgeleverd. Onderzocht wordt of de Wts voldoende toekomstbestendig is, gelet op de toepassingen in het verleden en gezien de veranderende verzekeringsmogelijkheden met betrekking tot de klimaatverandering. Daarnaast zal in kaart worden gebracht in hoeverre en hoe de werking van de Wts kan worden uitgebreid naar Caribisch Nederland, of dat er goede en uitlegbare redenen zijn om dat niet te doen.

Het kabinet werkt onder coördinatie van JenV aan een versterking van de aanpak ter bescherming van de vitale infrastructuur (de Aanpak vitaal). De implementatie van twee Europese richtlijnen die de digitale en fysieke weerbaarheid van de vitale processen versterken zijn hier een belangrijk onderdeel van: de herziening van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (de NIS2-richtlijn) en de richtlijn veerkrachtige kritieke entiteiten (de CER-richtlijn). Lidstaten hebben tot eind 2024 de tijd om de richtlijnen te implementeren.

Met de Nederlandse cybersecuritystrategie streeft het kabinet naar een digitaal veilig Nederland. Het kabinet investeert daarom in een beter zicht op dreiging en meer ICT-specialisten op de arbeidsmarkt. Het kabinet kiest voor een veilig digitaal ecosysteem waarin de verantwoordelijkheid voor veiligheid deels wordt verplaatst van de eindgebruiker naar overheid en specifieke sectoren. Deze herschikking van verantwoordelijkheden vergt uitbreiding van wettelijke regels en toezicht. De implementatie van bovenstaande Europese richtlijnen is ook hier relevant. Ook wordt in 2024 verder gewerkt aan de realisatie van één centrale cybersecurityorganisatie die, in samenwerking met publieke en private partners, publieke en private organisaties en burgers gaat voorzien van informatie over dreigende cyberincidenten, om hen in staat te stellen zich te beveiligen. De transitie naar deze vernieuwde nationale cybersecurityorganisatie is in 2026 afgerond.

De taak van het NCSC breidt uit door de implementatie van de herziene netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn. Ruim tienduizend organisaties in Nederland moeten na implementatie voldoen aan een zorg- en meldplicht. Hierdoor nemen de doelgroepen van het NCSC toe. Om de toegenomen werkzaamheden uit te kunnen voeren, en hiermee een grotere doelgroep te bedienen, wordt het NCSC gereorganiseerd.

Tabel 36 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 36 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

448.939

373.156

485.021

546.470

543.435

545.783

545.769

         
 

Uitgaven

398.568

362.043

468.615

536.467

544.090

545.783

545.769

         

36.2

Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

381.107

345.897

452.300

520.151

527.773

529.469

529.456

 

Bijdrage aan agentschappen

2.085

1.359

367

367

367

367

367

 

Overige bijdragen agentschappen

2.085

1.359

367

367

367

367

367

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

35.067

39.816

40.140

40.143

39.944

39.713

39.713

 

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

35.067

39.816

40.140

40.143

39.944

39.713

39.713

 

Bijdrage aan medeoverheden

239.301

268.423

348.694

421.541

429.163

425.044

425.033

 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)

182.673

238.049

249.166

266.151

276.757

276.699

276.693

 

COVID-19

41.871

0

0

0

0

0

0

 

Overige bijdrage medeoverheden

14.757

30.374

99.528

155.390

152.406

148.345

148.340

 

Subsidies (regelingen)

7.247

5.277

5.009

5.009

5.009

5.006

5.006

 

Nederlands Rode Kruis

1.458

1.504

1.501

1.501

1.501

1.500

1.500

 

Nationaal Veiligheids Instituut (NVI)

760

893

635

635

635

634

634

 

Overige subsidies

5.029

2.880

2.873

2.873

2.873

2.872

2.872

 

Opdrachten

97.407

31.022

58.090

53.091

53.290

59.339

59.337

 

Crisiscommunicatie

4.182

5.161

5.149

5.149

5.348

5.569

5.569

 

NCSC

7.513

1.519

39.037

39.038

39.038

44.868

44.867

 

COVID-19

6.991

0

0

0

0

0

0

 

Regeling tegemoetkoming schade 2021

72.069

15.000

5.000

0

0

0

0

 

Overige opdrachten

6.652

9.342

8.904

8.904

8.904

8.902

8.901

36.3

Onderzoeksraad Voor Veiligheid

17.461

16.146

16.315

16.316

16.317

16.314

16.313

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

17.461

16.146

16.315

16.316

16.317

16.314

16.313

 

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)

17.461

16.146

16.315

16.316

16.317

16.314

16.313

         
 

Ontvangsten

6.933

6.995

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

         

Budgetflexibiliteit

Tabel 37 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 36
 

2024

Juridisch verplicht

68%

bestuurlijk gebonden

29%

beleidsmatig gereserveerd

3%

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0%

Het juridisch verplichte deel heeft voornamelijk betrekking op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet veiligheidsregio’s (BDuR) en het Besluit Rijksbijdrage NIPV alsmede op een doorlopende subsidieregeling.

36.2 Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

Bijdragen aan agentschappen

Overige Bijdragen

De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Het op dit instrument begrote bedrag betreft met name de paraatheidsvergoeding van de Regeling tegemoetkoming schade 2021.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

Het NIPV (voorheen genaamd: Instituut Fysieke Veiligheid) verricht taken op het terrein van brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing. Die taken betreffen onder meer het brandweeronderwijs (opleiden, trainen en oefenen), het ontwikkelen van lesstof, de uitvoering en organisatie van examens alsmede de verwerving en het beheer van (rampenbestrijdings-) materieel. Andere taken zijn het verzamelen en beheren van relevante kennis en het doen van onderzoek. Het NIPV ontvangt voor deze wettelijke taken op grond van artikel 2 van het Besluit rijksbijdragen NIPV een lumpsumbijdrage.31

Los van de bijdragen van JenV voor wettelijke taken en de incidentele bijdragen, verricht het NIPV in opdracht van de veiligheidsregio’s gemeenschappelijke werkzaamheden en, op commerciële basis, werkzaamheden voor derden, zoals bedrijven, ministeries en gemeenten (ook wel aangeduid als wettelijk toegestane werkzaamheden).

Bijdragen aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

De BDuR is een bijdrage die wordt verleend aan de 25 veiligheidsregio’s voor de uitvoering van wettelijke taken. De bijdrage kan onder voorwaarden worden verleend. De wettelijke taken betreffen onder andere de volgende hoofdtaken (zie ook artikel 10 van de Wet Veiligheidsregio’s):

  • de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • het instellen en in stand houden van de brandweer en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen.

Naast deze rijksbijdrage, die ongeveer 15 procent van de inkomsten van de veiligheidsregio’s behelst, ontvangen de veiligheidsregio’s een bijdrage van de gemeenten. De verdeling van de BDuR over de veiligheidsregio’s in een vast en een variabel deel vindt plaats conform het verdeelsysteem dat te vinden is in bijlage 2 van het Besluit veiligheidsregio’s. In overeenstemming met artikel 8.1 van het Besluit veiligheidsregio’s worden de bijdragen bekend gemaakt in een brief die wordt verstuurd aan de veiligheidsregio’s.

Overig Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

De bijdragen met betrekking tot de gemeentelijke aanpak contraterrorisme in het kader van de versterking van de veiligheidsketen worden jaarlijks op dit instrument verantwoord. Ook de middelen met betrekking tot de verdere inrichting van de eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL) worden op dit instrument verantwoord.

Het stelsel Bewaken en Beveiligen is een belangrijk instrument in het beschermen van de democratische rechtsstaat en in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. De komende jaren wordt het stelsel vernieuwd. Het stelsel moet eenduidiger, meer gericht op dreigingen en transparanter worden. Voor het versterken van de capaciteit en de vernieuwing van het stelsel zijn extra middelen beschikbaar gesteld.

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

Jaarlijks ontvangt het Nederlandse Rode Kruis een subsidie van JenV ten behoeve van de ondersteuning van de grootschalige geneeskundige hulpverlening en de tracing, het opsporen van familieleden met wie het contact is verloren als gevolg van een situatie waarin humanitaire actie vereist is. Deze subsidie wordt toegekend op grond van artikel 8 van het Besluit Rode Kruis.

Nationaal Veiligheidsinstituut

Het Nationaal Veiligheidsinstituut (NVI) concentreert zich op het beheer van het cultureel erfgoed betreffende politie, brandweer en crisisbeheersing. Over het exposeren van dat erfgoed vindt overleg plaats met betrokken partijen in genoemde sectoren. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Onder dit instrument vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Het gaat om incidentele subsidies die worden verstrekt op grond van de Kaderwet overige JenV-subsidies.

Opdrachten

Crisiscommunicatie

NL-Alert is het landelijk alarmeringssysteem voor het alarmeren en informeren van de bevolking bij rampen, crises en andere ernstige incidenten. De veiligheidsregio's alarmeren en informeren met dit systeem mensen over een acute crisis per mobiele telefoon (cell broadcast), apps, digitale vertrekborden en reclamezuilen, en andere kanalen. Hierbij kunnen aan burgers handelings­perspectieven worden meegegeven. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het beheer en de doorontwikkeling van NL-Alert.

Onder «Crisiscommunicatie» valt tevens de bekostiging van het beheer en de doorontwikkeling van de Noodcommunicatievoorziening (NCV), waarvoor het Ministerie van Justitie en Veiligheid eveneens verantwoordelijk is. Het NCV is een telecommunicatienetwerk dat specifiek bedoeld is voor gebruik door overheid en hulpdiensten tijdens een ramp of crisis als het reguliere openbare telefoonnet overbelast raakt of uitvalt.

Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)

Het NCSC heeft krachtens de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) diverse taken ter voorkoming of beperking van de uitval van de beschikbaarheid of het verlies van integriteit van de systemen van rijksoverheidsorganisaties en vitale aanbieders en ter verdere versterking van de digitale weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Is er sprake van een dreiging of een incident in netwerk- en informatiesystemen van vitale aanbieders of onderdelen van de rijksoverheid, dan is het NCSC het aangewezen Computer Security Incident Response Team (CSIRT), dat bijstand biedt tegen deze dreigingen of incidenten. Het NCSC heeft tevens tot taak vitale aanbieders en de rijksoverheid te informeren en te adviseren, en ten behoeve daarvan analyses te verrichten en technisch onderzoek te doen. Daarnaast informeert het NCSC bepaalde andere organisaties (bij ministeriële regeling aangewezen computercrisisteams, etc.) over voor hen relevante dreigingen en incidenten, voor zover deze informatie is verkregen in het kader van de taakuitoefening ten behoeve van Rijk en vitaal. Het NCSC is eveneens het nationaal centraal contactpunt met een operationeel coördinerende rol binnen de nationale crisisstructuur in geval van een ernstig ICT-incident of een ICT-crisis.

Regeling tegemoetkoming schade 2021

Het kabinet staat de door de overstromingen getroffen inwoners en organisaties in Limburg bij door inzet van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Om gedupeerden deels tegemoet te komen bij schade die niet redelijkerwijs verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is, is onder de Wts de Regeling tegemoetkoming schade 2021 opgesteld.

De afhandeling van de schade als gevolg van de wateroverlast in juli 2021 kent uitloop naar latere jaren. RVO zet zich in voor een snelle en zorgvuldige afhandeling maar vanwege niet door RVO beïnvloedbare factoren vergt de afhandeling meer tijd dan voorzien.

Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Onder dit instrument vallen de opdrachten die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken.

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)

De OVV verricht op grond van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid onafhankelijk onderzoek en stelt op basis daarvan aanbevelingen op voor het structureel vergroten van de veiligheid. De OVV besluit op eigen gezag en in volledige onafhankelijkheid tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daarvan. Uitzonderingen hierop zijn de bij wet of internationaal voorgeschreven onderzoeken die door de OVV worden verricht (waaronder op het terrein van lucht- en scheepvaart).

26

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding).

27

Besluit van 14 december 2005, houdende tijdelijke herindeling van ministeriële taken in geval van een terroristische dreiging met een urgent karakter, Stb. 2005, nr. 662.

28

Kamerstukken II, 2022-2023, 29 911, nr. 395.

29

Voor de meest recente versies wordt verwezen naar respectievelijk: brief integrale aanpak Jihadisme (Kamerstukken II , 2017-2018, 29 754, nr. 419); Brief dreigingsbeeld cyber security (kamerstukken II 2017-2018, 26643 nr. 540), Voortgangsbrief Nationale Veiligheid (Kamerstukken II, 2017-2018, 30 821, nr. 38).

30

Kamerstukken II, 2022-2023, 29 911, nr. 390; Kamerstukken II, 2022-2023, 29 911, nr. 395

Licence