Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 36. Contraterrorisme, nationaal veiligheid en crisisbeheersing

Deze afbeelding bestaat uit een circel met daarin een onderscheid naar de uitgaven op dit artikel en de overige uitgaven op de JenV-begroting. Dit is gebaseerd op de uitgaven zoals deze in het voorstel van wet per artikel zijn opgenomen. Naast de circel is een staaf opgenomen waarbij de uitgaven op dit artikel nader zijn verdeeld naar de artikelonderdelen. Dit is gebaseerd op de uitgaven zoals zijn opgenomen bij onderdeel D van dit hoofdstuk bij de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, zorg te dragen dat Nederland voorbereid is op crises, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.

De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity.10De Minister coördineert de totstandkoming van de rijksbrede analyse op het gebied van nationale veiligheid en de strategische aanpak die daarop volgt. Bij Koninklijk Besluit is vastgelegd dat de Minister doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.11 

De Minister is stelselverantwoordelijk voor de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De Minister verstrekt aan de veiligheidsregio’s een bijdrage, de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding, voor hun taken op dat gebied. Ook verstrekt de Minister een bijdrage aan het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) om de veiligheidsregio’s bij hun taakuitvoering te ondersteunen. De openbare lichamen ontvangen jaarlijks een bijzondere uitkering als bijdrage in de kosten van de organisatie van rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de brandweerzorg op grond van het Kostenbesluit Veiligheidswet BES.

De Minister heeft op basis van onder andere de Politiewet 2012 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. In de komende jaren wordt het stelsel bewaken en beveiligen herzien tot het nieuwe stelsel beveiligen van personen. Met dit nieuwe stelsel krijgt de Minister ook de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van personen die ernstig bedreigd worden vanuit de fenomenen zware, ondermijnende criminaliteit, geradicaliseerde eenlingen, statelijke actoren en terrorisme.12 Het ministerie van JenV heeft middelen overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor deze beveiligingstaken. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (onder andere crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cybersecurity en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden.13 

Verschillende nieuwe vormen van dreiging leggen een zware druk op de samenleving. Voorheen kwam de dreiging vooral vanuit jihadistisch terrorisme en statelijke actoren. Uit de Rijksbrede risicoanalyse [GiAB1] en de recente trendanalyse van het analistennetwerk NV volgt dat de geopolitieke en militaire dreiging, de dreiging op digitaal gebied en de gevolgen van de klimaatverandering nu vooral het dreigingslandschap bepalen. Ook komt dreiging steeds meer vanuit geradicaliseerde eenlingen en vanuit de georganiseerde criminaliteit die onze rechtsstaat ondermijnt.

Recente crises en onderzoeken onderstrepen het belang van een robuuste en toekomstbestendige inrichting van de crisisbeheersing en brandweerzorg in Europees en Caribisch Nederland. Naar aanleiding van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) door de Commissie Muller, heeft het kabinet in 2024 de eerste tranche van de wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in consultatie gebracht. In 2025 zal dit wetsvoorstel aan de Staten-Generaal worden aangeboden. Tegelijkertijd werkt het kabinet in 2025 verder aan de tweede tranche van de wijziging van de Wet veiligheidsregio’s en de uitvoering van de in 2024 vastgestelde Landelijke agenda crisisbeheersing. Doel van de landelijke agenda crisisbeheersing is de versterking van de crisisbeheersing en informatievoorziening. Wat dit laatste betreft is de inrichting van het Landelijk Knooppunt Coördinatie Regio’s – Rijk (KCR2) essentieel om de informatie-uitwisseling tussen de veiligheidsregio’s, het Rijk en de overige crisispartners te versterken, zoals onder andere blijkt uit de Covid-19 crisis en de opvang van ontheemden uit Oekraïne.

Stelselherziening bewaken en beveiligenToenemende nieuwe dreigingen vanuit georganiseerde ondermijnende criminaliteit en  geradicaliseerde eenlingen, tezamen met de dreiging vanuit terrorisme en statelijke actoren leggen een zware druk op het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Het is nodig om het stelsel bewaken en beveiligen te vernieuwen tot een stelsel beveiligen van personen om ernstig bedreigde personen goed te kunnen beveiligen. Hier gaan we mee door in 2025. Zoals uiteengezet in de kabinetsreactie op het OvV-rapport ‘Bewaken en beveiligen – Lessen uit drie beveiligingssituaties’, zijn de hoofdlijnen voor het nieuwe stelsel beveiligen van personen als volgt:

  • Het gezag van het stelsel beveiligen van personen wordt eenduidig ingericht bij de NCTV;

  • De analysefunctie ten behoeve van het gezag wordt zo georganiseerd en geïnnoveerd dat dreigingsinschattingen en -analyses verbeteren en dat de toegang tot informatie voor deze analysefunctie wordt verbeterd;

  • De uitvoering van bewaken en beveiligen wordt robuust en met slagkracht georganiseerd, waarbij de politie en de Koninklijke Marechaussee vanuit synergie en gelijkwaardigheid de taken effectief en efficiënt uitvoeren;

  • Er komt een specifiek wettelijke kader voor het stelsel beveiligen van personen;

  • De te beveiligen persoon blijft onverminderd centraal staan;

  • Er is voorzien in onafhankelijk toezicht en een onafhankelijke adviesfunctie;

  • Er is een heldere afbakening tussen het stelsel beveiligen van personen en andere stelsels en taken, zoals getuigenbescherming.

Van het stelsel beveiligen van personen is formeel sprake wanneer het specifiek wettelijke kader is ingericht. Tot die tijd wordt er zoveel als mogelijk in de lijn van het nieuwe stelsel gewerkt. De transitie naar het stelsel beveiligen van personen is eind 2023 gestart en in 2024 zullen bovengenoemde hoofdlijnen grotendeels uitgewerkt zijn. In 2025 zal een aantal onderdelen nog verdere ontwikkeling behoeven of doorlopen, zoals het inrichten van het wettelijk kader.

Inwerkingtreding Cyberbeveiligingswet (Cbw) en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke)We implementeren in 2025 twee Europese richtlijnen die bijdragen aan het versterken van de digitale en fysieke weerbaarheid van de vitale infrastructuur: de herziening van de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (de NIS2-richtlijn) en de richtlijn veerkrachtige entiteiten (de CER-richtlijn). Als beleidsverantwoordelijk departement coördineert JenV de implementatie van deze richtlijnen in twee wetsvoorstellen: De Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke). Concreet betekent dit voor 2025 onder andere:

  • Inwerkingtreding van de wetsvoorstellen ter implementatie van NIS2-richtlijn en de CER-richtlijn, naast een Europese verplichting ook onderdeel van de in 2023 aangekondigde versterkte aanpak vitaal en de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022 ‒ 2028 (NLCS);

  • Inzetten op informatieproducten en communicatie over de wettelijke verplichtingen met als doel organisaties die onder de wet vallen, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, te ondersteunen in het (digitaal) weerbaar maken van hun organisatie; 

  • Flinke uitbreiding van de taken van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) waarbij de krachten van drie overheidsorganisaties op het gebied van cybersecurity (i.c. het Digital Trust Center, het Computer Security Incident Response Team voor digitale diensten en het NCSC) worden gebundeld.

NAVO-topAan Nederland is de organisatie van de NAVO-top in 2025 toegewezen. De top zal van 24 juni tot en met 26 juni 2025 in het World Forum in Den Haag plaatsvinden. Het doel is een waardige en gastvrije, veilige en ongestoorde NAVO-top, waarbij wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk beperken van overlast voor burgers en het maatschappelijk en economisch leven. Ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering hierop is in 2024 een interdepartementale projectorganisatie opgezet waarbinnen JenV is belast met de coördinatie van de veiligheidsmaatregelen. Voor de voorbereiding en uitvoeringskosten ontvangt JenV in 2024 en 2025 middelen uit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Uiterlijk bij Voorjaarsnota 2025 wordt bezien of het beschikbare budget voldoende is voor de noodzakelijke beveiliging of moet worden bijgesteld.

Weerbaarheid militaire dreigingenIn 2025 gaan we verder met het in kaart brengen van de gevolgen van een potentieel militair conflict op de verschillende beleidsterreinen, om zicht te krijgen waar en door wie op de korte en (middel)lange termijn versterkte inzet nodig is om de weerbaarheid te verhogen. 

Tabel 35 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 36 (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

363.100

512.797

613.310

545.529

555.892

558.744

560.176

         
 

Uitgaven

360.886

483.227

609.598

552.475

556.183

559.035

560.176

         

36.2

Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

345.456

466.252

592.463

535.338

539.050

541.903

543.044

 

Bijdrage aan agentschappen

7.562

2.283

2.289

2.289

2.289

2.289

2.289

 

Overige Bijdrage aan agentschappen

7.562

2.283

2.289

2.289

2.289

2.289

2.289

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

45.139

43.333

41.941

41.733

41.492

41.492

41.492

 

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

45.139

43.333

41.941

41.733

41.492

41.492

41.492

 

Bijdrage aan medeoverheden

246.473

368.682

471.580

423.033

419.267

419.255

419.310

 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

232.989

258.939

278.074

261.478

261.425

261.418

261.419

 

Overige Bijdrage aan medeoverheden

13.484

109.743

193.506

161.555

157.842

157.837

157.891

 

Subsidies (regelingen)

7.987

5.395

5.009

4.699

4.412

4.082

3.953

 

Nederlands Rode Kruis

1.320

1.763

1.520

1.426

1.339

1.239

1.200

 

Nationaal Veiligheids Instituut

890

661

635

596

559

517

500

 

Overige Subsidies

5.777

2.971

2.854

2.677

2.514

2.326

2.253

 

Opdrachten

38.295

46.559

71.644

63.584

71.590

74.785

76.000

 

Crisiscommunicatie

4.136

4.877

5.299

5.504

5.731

5.731

5.731

 

NCSC

7.856

15.933

46.529

49.164

56.945

60.166

61.381

 

Covid-19

233

0

0

0

0

0

0

 

Regeling tegemoetkoming schade 2021

15.467

16.046

10.900

0

0

0

0

 

Overige Opdrachten

10.603

9.703

8.916

8.916

8.914

8.888

8.888

36.3

Onderzoeksraad Voor Veiligheid

15.430

16.975

17.135

17.137

17.133

17.132

17.132

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.430

16.975

17.135

17.137

17.133

17.132

17.132

 

Onderzoeksraad Voor Veiligheid

15.430

16.975

17.135

17.137

17.133

17.132

17.132

         
 

Ontvangsten

42.707

25.356

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

         

Budgetflexibiliteit

Tabel 36 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 36
 

2025

Juridisch verplicht

57%

bestuurlijk gebonden

40%

beleidsmatig gereserveerd

3%

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0%

Het juridisch verplichte deel heeft voornamelijk betrekking op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet veiligheidsregio’s (BDuR) en het Besluit Rijksbijdrage NIPV alsmede op een doorlopende subsidieregeling. Het bestuurlijk gebonden gedeelte heeft met name betrekking op de bijdragen medeoverheden in het kader van de nationale veiligheid en terrorismebestrijding

36.2 Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

Bijdragen aan agentschappen

Overige Bijdragen

De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) en van artikel 55 van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr; kosten rampbestrijding en bijdrage in bijstandskosten). Het op dit instrument begrote bedrag betreft met name de kosten die voor RVO voortvloeien uit het paraat houden van de organisatie voor uitvoering van de Wts en Wvr en het in voorkomend geval afhandelen van aanvragen.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

HetNIPV (voorheen genaamd: Instituut Fysieke Veiligheid) verricht taken op het terrein van brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing. Die taken betreffen onder meer het brandweeronderwijs (opleiden, trainen en oefenen), het ontwikkelen van lesstof, de uitvoering en organisatie van examens alsmede de verwerving en het beheer van (rampenbestrijdings-) materieel. Andere taken zijn het verzamelen en beheren van relevante kennis en het doen van onderzoek. Het NIPV ontvangt voor deze wettelijke taken op grond van artikel 2 van het Besluit rijksbijdragen NIPV een lumpsumbijdrage.14

Los van de bijdragen van JenV voor wettelijke taken en de incidentele bijdragen, verricht het NIPV in opdracht van de veiligheidsregio’s gemeenschappelijke werkzaamheden en, op commerciële basis, werkzaamheden voor derden, zoals bedrijven, ministeries en gemeenten (ook wel aangeduid als wettelijk toegestane werkzaamheden).

Bijdragen aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

De BDuR is een bijdrage die wordt verleend aan de 25 veiligheidsregio’s voor de uitvoering van wettelijke taken. De bijdrage kan onder voorwaarden worden verleend. De wettelijke taken betreffen onder andere de volgende hoofdtaken (zie ook artikel 10 van de Wet Veiligheidsregio’s):

  • de bestrijding van branden en het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • het instellen en in stand houden van de brandweer en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen.

Naast deze rijksbijdrage, die ongeveer 15 procent van de inkomsten van de veiligheidsregio’s behelst, ontvangen de veiligheidsregio’s een bijdrage van de gemeenten. De verdeling van de BDuR over de veiligheidsregio’s in een vast en een variabel deel vindt plaats conform het verdeelsysteem dat te vinden is in bijlage 2 van het Besluit veiligheidsregio’s. In overeenstemming met artikel 8.1 van het Besluit veiligheidsregio’s worden de bijdragen bekend gemaakt in een brief die wordt verstuurd aan de veiligheidsregio’s. Conform het hoofdlijnenakkoord zijn de budgettaire kaders vanaf 2026 aangepast.

Overig Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

De bijdragen met betrekking tot de gemeentelijke aanpak contraterrorisme in het kader van de versterking van de veiligheidsketen worden jaarlijks op dit instrument verantwoord. Ook de middelen met betrekking tot de verdere inrichting van de eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL) worden op dit instrument verantwoord.

Het stelsel Bewaken en Beveiligen is een belangrijk instrument in het beschermen van de democratische rechtsstaat en in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. De komende jaren wordt het stelsel vernieuwd. Het stelsel moet eenduidiger, meer gericht op dreigingen en transparanter worden. Voor het versterken van de capaciteit en de vernieuwing van het stelsel zijn extra middelen beschikbaar gesteld.

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

Jaarlijks ontvangt het Nederlandse Rode Kruis een subsidie van JenV ten behoeve van de uitvoering van haar wettelijke taak door ondersteuning van de grootschalige geneeskundige hulpverlening en het opsporen van familieleden met wie het contact is verloren als gevolg van een situatie waarin humanitaire actie vereist is (restring family links). Deze subsidie wordt toegekend op grond van artikel 8 van het Besluit Rode Kruis.

Stichting Korpora

Stichting Korpora (voorheen het Nationaal Veiligheidsinstituut (NVI)) concentreert zich op het beheer van het cultureel erfgoed betreffende politie, brandweer en crisisbeheersing. Het exposeren van dat erfgoed vindt plaats in overleg met betrokken partijen in genoemde sectoren. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Onder dit instrument vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Het gaat om incidentele subsidies die worden verstrekt op grond van de Kaderwet overige JenV-subsidies.

Opdrachten

Crisiscommunicatie

NL-Alert is het landelijk alarmeringssysteem voor het alarmeren en informeren van de bevolking bij rampen, crises en andere ernstige incidenten. De veiligheidsregio's alarmeren en informeren met dit systeem mensen over een acute crisis per mobiele telefoon (cell broadcast), apps, digitale vertrekborden en reclamezuilen, en andere kanalen. Hierbij kunnen aan burgers handelings­perspectieven worden meegegeven. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het beheer en de doorontwikkeling van NL-Alert.

Onder «Crisiscommunicatie» valt tevens de bekostiging van het beheer en de doorontwikkeling van de Noodcommunicatievoorziening (NCV), waarvoor het Ministerie van Justitie en Veiligheid eveneens verantwoordelijk is. De NCV is een telecommunicatienetwerk dat specifiek bedoeld is voor gebruik door belangrijke overheidspartijen, private en maatschappelijke partijen tijdens een ramp of crisis als het reguliere openbare (mobiele) telecommunicatienetwerk overbelast raakt of uitvalt.

Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)

Het NCSC heeft krachtens de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) diverse taken ter voorkoming of beperking van de uitval van de beschikbaarheid of het verlies van integriteit van de systemen van rijksoverheidsorganisaties en vitale aanbieders en ter verdere versterking van de digitale weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Is er sprake van een dreiging of een incident in netwerk- en informatiesystemen van vitale aanbieders of onderdelen van de rijksoverheid, dan is het NCSC het aangewezen Computer Security Incident Response Team (CSIRT), dat bijstand biedt tegen deze dreigingen of incidenten. Het NCSC heeft tevens tot taak vitale aanbieders en de rijksoverheid te informeren en te adviseren, en ten behoeve daarvan analyses te verrichten en technisch onderzoek te doen. Daarnaast informeert het NCSC bepaalde andere organisaties (bij ministeriële regeling aangewezen computercrisisteams, etc.) over voor hen relevante dreigingen en incidenten, voor zover deze informatie is verkregen in het kader van de taakuitoefening ten behoeve van Rijk en vitaal. Het NCSC is eveneens het nationaal centraal contactpunt met een operationeel coördinerende rol binnen de nationale crisisstructuur in geval van een ernstig ICT-incident of een ICT-crisis.

Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021

Het kabinet staat de door de overstromingen getroffen inwoners, bedrijven en overheden in Limburg en Noord-Brabant bij door onder meer inzet van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Om gedupeerden tegemoet te komen bij schade die niet redelijkerwijs verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is, is onder de Wts de Regeling tegemoetkoming schade 2021 opgesteld. Daarnaast is de Beleidsregel coulance wateroverlast in juli 2021 opgesteld om particuliere gedupeerden die zich hadden kunnen verzekeren maar dat niet hebben gedaan, tegemoet te kunnen komen.

De afhandeling van de schade als gevolg van de wateroverlast in juli 2021 kent uitloop naar latere jaren. RVO zet zich in voor een snelle en zorgvuldige afhandeling maar vanwege niet door RVO beïnvloedbare factoren vergt de afhandeling meer tijd dan voorzien.

In 2024 heeft de Minister van JenV de Beleidsregel financiële nood als gevolg van de wateroverlast in juli 2021 vastgesteld. Deze beleidsregel is bedoeld om particuliere gedupeerden van de wateroverlast in juli 2021 te helpen die gedurende de schadeperiode waren ingeschreven als bewoner en eigenaar van een binnen het schadegebied gelegen woning én die onvoldoende eigen financiële middelen hebben om de noodzakelijke dubbele woonlasten te kunnen betalen, om de woning te kunnen herstellen of hiervoor een schuld zijn aangegaan. Aanvragen voor een financiële verstrekking kunnen tot 1 maart 2025 worden ingediend.

Overige Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Onder dit instrument vallen de opdrachten die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken.

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)

De OVV verricht op grond van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid onafhankelijk onderzoek en stelt op basis daarvan aanbevelingen op voor het structureel vergroten van de veiligheid. De OVV besluit op eigen gezag en in volledige onafhankelijkheid tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daarvan. Uitzonderingen hierop zijn de bij wet of internationaal voorgeschreven onderzoeken die door de OVV worden verricht (waaronder op het terrein van lucht- en scheepvaart).

10

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding).

11

Besluit van 14 december 2005, houdende tijdelijke herindeling van ministeriële taken in geval van een terroristische dreiging met een urgent karakter, Stb. 2005, nr. 662.

12

Kamerstukken II, 2022-2023, 29 911, nr. 395.

13

Voor de meest recente versies wordt verwezen naar respectievelijk: brief integrale aanpak Jihadisme (Kamerstukken II , 2017-2018, 29 754, nr. 419); Brief dreigingsbeeld cyber security (kamerstukken II 2017-2018, 26643 nr. 540), Voortgangsbrief Crisisbeheersing (Kamerstukken II, 2023-2024, 29 517, nr. 251).

Licence