Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven van het landmaterieel en het instandhouden van materieel uitgevoerd door CLAS. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X. Ook vallen de over-/ onderprogrammering en de ontvangsten van landmaterieel onder dit artikel.
De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf van het landmaterieel en de instandhouding van materieel uitgevoerd door CLAS.
Het mondiale veiligheidsbeeld verslechtert en de dreigingen voor Europa en Nederland nemen toe. Defensie investeert fors om zich voor te bereiden op deze nieuwe werkelijkheid. Met de aanvullende middelen die met de Voorjaarnota 2024 (Kamerstuk II 36550, nr. 1) voor luchtverdediging aan de begroting zijn toegevoegd (€ 300,0 miljoen) is Defensie voornemens de capaciteiten uit te breiden. In het landdomein blijft Defensie voortgang boeken met de modernisering of vervanging van de belangrijkste wapensystemen. De stand van zaken van deze lopende materieel projecten binnen dit artikel zijn terug te vinden in het meest recente DPO (Kamerstuk II 27830, nr. 435) en diens afwijkingsrapportage.
Sinds de ontwerpbegroting van vorig jaar zijn er voor dit artikel geen nieuwe DMP A-brieven verzonden voor projecten met een budget van meer dan € 250 miljoen. Op het gebied van luchtverdedigingssystemen is Defensie voornemens een groter aantal systemen aan te schaffen. Binnen het project ‘Vervanging MRAD & SHORAD’ wordt daarnaast versneld overgegaan tot de aanschaf van materieel. Defensie zal de Kamer naar verwachting eind 2024 informeren met de D-brief voor het project `Vervanging MRAD & SHORAD'. Daarin verwerkt Defensie de naar boven bijgestelde behoefte aan grondgebonden luchtverdedigingsmiddelen, evenals de daaraan gerelateerde effecten op de levertijd en de kosten. De leveringszekerheid volgens planning van het munitiedeel is daardoor verhoogd. Ook zal Nederland door deze versnelling in 2025 mee kunnen in de (internationale) bestelling voor een van de onderdelen van het project, namelijk de rupsvoertuigen.
De NAVO vraagt Nederland om met prioriteit te investeren in zwaardere gevechtscapaciteiten voor het landoptreden. In dat kader worden de gevechtscapaciteiten van de zware infanteriebrigade (Heavy Infantry Brigade) uitgebreid en versterkt. Voor de zware infanteriebrigade schaft Nederland tanks aan om een volwaardig tankbataljon op te richten dat de gevechtskracht levert die de NAVO van Nederland vraagt. In 2025 worden de verplichtingen aangegaan voor het overige materieel dat benodigd is voor de oprichting van het tankbataljon en bijbehorende ondersteuning. Dit betreft onder andere munitie, wapens en voertuigen.
De zware infanteriebrigade wordt niet alleen versterkt met een tankbataljon, maar ook met noodzakelijke gevechts- en logistieke ondersteuning om zelfstandig op te kunnen treden conform NAVO-standaarden. Dit draagt voor een belangrijk deel bij aan de prioritaire doelstelling van de NAVO (NATO Priority Target) voor deze brigade. In 2025 wordt er voor het versterken van de gevechts- en logistieke ondersteuning verplichtingenbudget aan de begroting toegevoegd om optieruimte binnen staande contracten te benutten.
Daarnaast wordt optieruimte binnen bestaande contracten benut ten behoeve van het versterken van de transportcapaciteit in het landdomein. Door te investeren in zware militaire transportcapaciteit kan de landmacht sneller en zelfstandiger binnen het inzetgebied verplaatsen en eenheden beter logistiek ondersteunen. Dit sluit aan bij de taken en operationele plannen van de NAVO.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.781.164 | 5.484.270 | 2.841.356 | 1.975.898 | 1.540.280 | 1.878.569 | 2.234.070 |
Uitgaven | 889.777 | 1.535.567 | 2.361.006 | 2.379.714 | 2.686.746 | 2.711.542 | 2.689.285 | |
3.11 | Verwerving | 560.399 | 1.049.308 | 2.045.926 | 2.606.026 | 3.121.810 | 3.095.589 | 2.495.345 |
Opdrachten | 560.399 | 1.049.308 | 2.045.926 | 2.606.026 | 3.121.810 | 3.095.589 | 2.495.345 | |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 39.302 | 150.425 | 808.278 | 481.965 | 481.645 | 620.245 | |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 52 | 17.588 | 1.521 | 2.829 | 2.777 | |
Verwerving: realisatie | 560.399 | 1.010.006 | 1.895.449 | 1.780.160 | 2.638.324 | 2.611.115 | 1.872.323 | |
3.12 | Instandhouding | 329.378 | 411.186 | 425.656 | 428.253 | 445.605 | 448.452 | 428.062 |
Opdrachten | 329.378 | 411.186 | 425.656 | 428.253 | 445.605 | 448.452 | 428.062 | |
Instandhouding Materieel | 329.378 | 411.186 | 425.656 | 428.253 | 445.605 | 448.452 | 428.062 | |
3.16 | Over-/ onderprogrammering | 0 | 75.073 | ‒ 110.576 | ‒ 654.565 | ‒ 880.669 | ‒ 832.499 | ‒ 234.122 |
Fonds | 0 | 75.073 | ‒ 110.576 | ‒ 654.565 | ‒ 880.669 | ‒ 832.499 | ‒ 234.122 | |
Fonds | 0 | 75.073 | ‒ 110.576 | ‒ 654.565 | ‒ 880.669 | ‒ 832.499 | ‒ 234.122 | |
Ontvangsten | 2.898 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2036 | 2037 | 2038 | 2039 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.823.168 | 1.226.478 | 1.249.062 | 974.265 | 1.120.079 | 1.189.053 | 1.542.785 | 1.767.058 | 1.464.134 | 1.700.579 |
Uitgaven | 2.139.749 | 1.613.495 | 1.500.319 | 1.199.281 | 1.512.789 | 1.895.236 | 2.138.501 | 2.232.590 | 1.832.910 | 1.777.692 | |
3.11 | Verwerving | 1.781.615 | 1.150.275 | 1.034.293 | 729.723 | 692.954 | 778.936 | 1.111.858 | 1.335.811 | 1.027.461 | 1.273.394 |
Opdrachten | 1.781.615 | 1.150.275 | 1.034.293 | 729.723 | 692.954 | 778.936 | 1.111.858 | 1.335.811 | 1.027.461 | 1.273.394 | |
Verwerving: voorbereidingsfase | 564.293 | 424.732 | 280.736 | 231.105 | 314.777 | 398.964 | 746.924 | 822.232 | 583.490 | 751.749 | |
Verwerving: onderzoeksfase | 96.391 | 21.152 | 21.149 | 21.146 | 21.142 | 21.138 | 21.142 | 21.138 | 20.922 | 20.737 | |
Verwerving: realisatie | 1.120.931 | 704.391 | 732.408 | 477.472 | 357.035 | 358.834 | 343.792 | 492.441 | 423.049 | 500.908 | |
3.12 | Instandhouding | 427.749 | 427.629 | 427.664 | 427.664 | 427.664 | 428.594 | 430.927 | 431.247 | 432.563 | 427.185 |
Opdrachten | 427.749 | 427.629 | 427.664 | 427.664 | 427.664 | 428.594 | 430.927 | 431.247 | 432.563 | 427.185 | |
Instandhouding Materieel | 427.749 | 427.629 | 427.664 | 427.664 | 427.664 | 428.594 | 430.927 | 431.247 | 432.563 | 427.185 | |
3.16 | Over-/ onderprogrammering | ‒ 69.615 | 35.591 | 38.362 | 41.894 | 392.171 | 687.706 | 595.716 | 465.532 | 372.886 | 77.113 |
Fonds | ‒ 69.615 | 35.591 | 38.362 | 41.894 | 392.171 | 687.706 | 595.716 | 465.532 | 372.886 | 77.113 | |
Fonds | ‒ 69.615 | 35.591 | 38.362 | 41.894 | 392.171 | 687.706 | 595.716 | 465.532 | 372.886 | 77.113 | |
Ontvangsten | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
2025 | |
---|---|
juridisch verplicht | 39,2% |
bestuurlijk gebonden | 0,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 60,8% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Verplichtingen
De geraamde verplichtingen op artikel 3 betreffen verplichtingen voor alle instrumenten met uitzondering van de ontvangsten. De raming van de verplichtingen is gebaseerd op het verwachte moment dat in het kader van een DMF-gerelateerde activiteit een overeenkomst wordt getekend. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend of als een juridisch bindende overeenkomst wordt aangegaan, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan bij de begroting is voorzien.
Uitgaven
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasuitgaven. Voor 2025 gaat het naar verwachting om 39,2% van het uitgavenbudget. Het resterende deel, 60,8% van dit artikel is beleidsmatig gereserveerd voor verwerving en instandhouding, waarvan het aangaan van de juridische verplichting wordt voorbereid.
Verwerving landmaterieel
Dit instrument heeft betrekking op de geraamde uitgaven voor de verwerving van landmaterieel. Projecten boven de mandateringsgrens van € 250 miljoen volgen het DMP-proces. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt waarna een A-brief volgt. Hierna wordt gerelateerd projectbudget overgeheveld naar de (vervolg)onderzoeksfase of realisatiefase.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de land projecten boven de € 50 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. Dit betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt ook weergegeven wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie is.
Figuur 4
De toelichtingen over de reeds bestaande projecten zijn te lezen in het DPO dat op Verantwoordingsdag met uw Kamer is gedeeld (Kamerstuk II 27830, nr. 435).
Instandhouding landmaterieel
De instandhouding van het landmaterieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengen. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materieel ten behoeve van de logistieke keten reservedelen. Specifiek voor de grondgebonden A-, B-, en C-Systemen evenals voor overige assortimenten zoals onder andere tenten, werken op hoogte, fysieke inzetbaarheid, geografisch kaartmateriaal, gereedschap en werkplaatsuitrusting.
Over-/onderprogrammering landmaterieel
In het DMF wordt gewerkt met het instrument overprogrammering. Op de begroting kan zich dit uiten in negatieve standen op het artikelonderdeelniveau. Er vindt geen realisatie plaats op dit instrument. Gedurende het jaar zullen onstane vertragingen/versnellingen op individuele projecten worden verwerkt op dit instrument.
In de materieelagenda wordt inhoudelijk ingegaan op de over-/onderprogrammering in het DMF.
Ontvangsten land materieel
De ontvangsten bestaan uit de verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten. Dit betreft onder andere ontvangsten voortkomend uit verkoop van reservedelen aan NAVO-partners. Ook de ontvangsten die voortkomen uit retour ontvangen BTW worden op dit artikel verantwoord.