Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. De realisatie van de doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in het jaarverslag van Hoofdstuk XII 2019 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004-2005, 29 644, nr. 6). Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting van Hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | ||
Verplichtingen | 1.660.126 | 1.392.685 | 1.632.806 | 724.468 | 821.049 | 777.657 | 43.392 | 1 |
Uitgaven | 871.615 | 861.930 | 899.296 | 845.570 | 940.693 | 1.291.388 | ‒ 350.695 | |
15.01 Verkeersmanagement | 7.545 | 8.428 | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 8.655 | 175 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 7.545 | 8.428 | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 8.655 | 175 | |
15.02 Beheer onderhoud en vervanging | 401.328 | 410.159 | 322.961 | 334.496 | 353.574 | 363.039 | ‒ 9.465 | |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 208.340 | 310.851 | 287.799 | 288.844 | 313.815 | 291.313 | 22.502 | 2 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 204.205 | 307.117 | 282.128 | 283.007 | 309.713 | 268.426 | 41.287 | |
15.02.04 Vervanging | 192.988 | 99.308 | 35.162 | 45.652 | 39.759 | 71.726 | ‒ 31.967 | 3 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 80.140 | 25.080 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
15.03 Aanleg | 210.556 | 124.309 | 218.819 | 159.164 | 195.446 | 364.110 | ‒ 168.664 | |
15.03.01 Realisatieprogramma | 196.320 | 119.948 | 199.287 | 157.949 | 194.340 | 305.894 | ‒ 111.554 | 4 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 14.236 | 4.361 | 19.532 | 1.215 | 1.106 | 58.216 | ‒ 57.110 | 5 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 14.236 | 4.361 | 1.609 | 444 | 343 | 336 | 7 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 679 | 11.565 | 39.105 | 28.867 | 51.994 | 240.431 | ‒ 188.437 | 6 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 251.507 | 307.469 | 309.886 | 314.388 | 330.849 | 315.153 | 15.696 | |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 225.493 | 278.244 | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 287.004 | 10.751 | 7 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 225.493 | 278.244 | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 287.004 | 10.751 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 26.014 | 29.225 | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 28.149 | 4.945 | 8 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 26.014 | 29.225 | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 28.149 | 4.945 | |
15.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
15.09 Ontvangsten | 213.179 | 94.081 | 97.115 | 81.365 | 130.509 | 105.584 | 24.925 | 9 |
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. In 2019 zijn per saldo meer verplichtingen aangegaan dan begroot. Bij de volgende projecten is sprake van een hogere verplichtingenrealisatie:
– Verruiming Twentekanalen (€ 5,8 miljoen). Het verplichtingenbudget werd in 2019 verhoogd omdat er een aantal onderzoeken naar voren zijn gehaald. Deze onderzoeksresultaten zijn noodzakelijk voor de aanbesteding van het project. Daarnaast worden er hydrologische- en bodemonderzoeken gedaan in verband met de PFAS problematiek.
– Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 23,1 miljoen). Het verplichtingenbudget 2019 van het project is opgehoogd met € 19,1 miljoen ten behoeve van de sanering van de verontreiniging op de locatie Schependijk (Kamerstukken II, 2019/20, 35 300-A, nr. 57). Daarnaast zijn meer verplichtingen aangegaan als gevolg van de aanpassingen aan de dienstenbrug en dienstensteiger (€ 4,1 miljoen).
– Zeetoegang IJmond (€ 10,6 miljoen). Door contractwijzigingen, met name voor het aanpassen van eisen aan de geleidewerken, het doorvoeren van verbeteringen in bediening en besturing, aanscherping van de eisen aan corrosiebestendigheid en doorvoeren van wijzigingen in wet- en regelgeving.
– Programma Vervanging en Renovatie (€ 10,3 miljoen). Voor het project Waalbrug zijn er in 2019 meer verplichtingen aangegaan voor het verwijderen van Chroom VI.
– 3e Kolk Beatrixsluis (€ 7,4 miljoen). Het contract is geïndexeerd en er is een extra verplichting aangegaan voor het herstellen van rol- en geleidewielen.
– Sluis Eefde (€ 7,1 miljoen). Er zijn verschillende werkzaamheden uit 2018 doorgeschoven naar 2019.
– Beheer en onderhoud (€ 39,8 miljoen). Dit betreft een intensivering van het RWS Service Level Agreement wegens enkele endogene en exogene ontwikkelingen, namelijk de extreme en voortdurende droogte, hogere kosten voor inspecties kunstwerken als gevolg van o.a. uitbreiding en veroudering van het areaal, hogere baggerkosten van de Eemsgeul en hogere ICT-uitgaven. Dit betreffen ook werkzaamheden ten behoeve van de fysieke en digitale bescherming van objecten. Daarnaast zijn er hogere verplichtingen dan voorzien, doordat Rijkswaterstaat in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat data gaat verzamelen over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee.
– Lemmer Delfzijl fase 2 (€ 11 miljoen). Op het project zijn meer verplichtingen aangegaan voor de vervanging van de Gerrit Krolbrug.
Minder verplichtingen zijn aangegaan bij de projecten:
– Toekomstvisie Waal (- € 33,8 miljoen). De start van de uitvoering is vertraagd in verband met de vertraging en onzekerheden rondom het onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan, door de PAS problematiek.
– Overdracht Brokx-Nat (- € 11,8 miljoen). De overdracht van de Haven Oudeschild en wegen en paden Texel vindt plaats in 2020 in plaats van 2019.
– Lemmer-Delfzijl fase 2 (- € 11,0 miljoen). De realisatie gaat later van start, als gevolg van een nieuw uitgevoerde planstudie. Hierdoor verschuift een deel van de verplichtingenbudget naar 2020.
– Realisatie Energiehaven: het convenant voor de overdracht van de Energiehaven wordt later dan voorzien afgerond. Daarom is er dit jaar geen betaling (- € 20,1 miljoen).
– Reservering garantie Twentekanaal (- € 2,0 miljoen): de reservering is niet nodig gebleken in 2019.
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot per saldo hogere verplichtingen (€ 6,9 miljoen).
2. De hogere realisatie dan begroot wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– de uitvoering van de Maritiem Informatievoorziening Servicepunten om data te verzamelen bij diverse windparken op zee (€ 10,6 miljoen).
– het aanvullend in beheer genomen areaal Hoofdvaarweg Lemmer Delfzijl (€ 4,7 miljoen), extra kosten ten behoeve van meer te onderhouden areaal.
– intensivering van de RWS Service Level Agreement (€ 19,7 miljoen), wegens enkele endogene en exogene ontwikkelingen, namelijk de extreme en voortdurende droogte, hogere kosten voor inspecties kunstwerken als gevolg van o.a. uitbreiding en veroudering van het areaal, hogere baggerkosten van de Eemsgeul en hogere ICT-uitgaven. Ook betreft dit Beveiligd Werken RWS (BWR), voor de bescherming van onze objecten tegen fysieke en digitale inbraken.
Er zijn daar tegenover minder uitgaven gerealiseerd voor de Overdracht Brokx Nat (- € 18 miljoen). De overdracht van de haven Oudeschild en de overdracht van de wegen en paden op Texel heeft niet meer in 2019 plaats gevonden.
Tot slot leiden de verwerking van de prijsbijstelling (€ 6 miljoen) en diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot hogere uitgaven van per saldo € 5,5 miljoen.
3. De lagere realisatie dan begroot wordt voornamelijk veroorzaakt door werkzaamheden die later worden uitgevoerd dan verwacht bij projecten binnen het programma Vervanging en Renovatie (- € 51,5 miljoen). Dit gaat met name om vertragingen bij de volgende VenR projecten.
– Renovatie Waalbrug: er is vertraging opgelopen als gevolg van problematiek rondom aanwezigheid van Chroom VI.
– Groot Onderhoud Stuwen Maas: als gevolg van een langere doorlooptijd in de voorbereidingsfase, is de uitvoering van het project vertraagd.
Daar tegenover zijn er ook meer kosten gemaakt voor de aanpak van Chroom VI bij het project Renovatie Waalbrug Nijmegen (€ 10,8 miljoen).
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot hogere uitgaven van per saldo € 8,7 miljoen
4. De lagere realisatie dan begroot is voornamelijk veroorzaakt door de volgende projecten:
– Nieuwe Sluis Terneuzen (- € 57,2 miljoen). Als gevolg van het aantreffen van onverwachte verontreiniging op locatie Schependijk, die van belang is om ruimte te maken voor de bouw van de nieuwe sluis, zijn werkzaamheden verschoven naar 2020 (Kamerstukken II, 2019/20, 35 300-A, nr. 57).
– Twentekanalen fase 2 (- € 14,1 miljoen). De nieuwe aanbesteding is in voorbereiding en de verwachte definitieve gunning is verschoven naar 2020.
– Toekomstvisie Waal (- € 12,8 miljoen). De start van de uitvoering is vertraagd in verband met de vertraging en onzekerheden rondom het onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan, door de PAS problematiek.
– Maasroute 2e fase (- € 10,4 miljoen). Als gevolg van contractproblematiek bij het project Verbreding Julianakanaal, zijn werkzaamheden verschoven naar latere jaren.
– Lemmer-Delfzijl fase 2 (- € 9,1 miljoen). De realisatie gaat later van start, als gevolg van een nieuw uitgevoerde planstudie.
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot lagere uitgaven van per saldo € 8,0 miljoen.
5. De lagere realisatie dan begroot wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– Realisatie Energiehaven: het convenant voor de overdracht van de Energiehaven wordt later dan voorzien afgerond. Daarom is er dit jaar geen betaling (- € 20,1 miljoen).
– Reservering garantie Twentekanaal (- € 2,0 miljoen): de reservering is niet nodig gebleken in 2019.
– Door actualisatie van het realisatieprogramma zijn bij Ontwerpbegroting 2019 en 1e suppletoire begrotingswet 2019 schuiven uitgevoerd tussen onderdeel realisatie en het onderdeel planuitwerking en verkenning. De actualisaties zijn het gevolg van autonome vertragingen op de projecten en het toevoegen van de regeerakkoordmiddelen. Hierdoor is op het onderdeel planuitwerking en verkenning een kasoverschot ontstaan. Middels een generale kasschuif is bij ontwerpbegroting 2020 dit kasoverschot verschoven naar latere jaren (- € 33 miljoen).
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot lagere uitgaven van per saldo € 2,0 miljoen.
6. De per saldo lagere realisatie is voornamelijk het gevolg van lagere realisaties op het project Zeetoegang IJmond (- € 192,8 miljoen). Wegens een noodzakelijke aanpassing van het ontwerp is de openstelling van de Zeesluis vertraagd (Kamerstukken II, 2017/18, 34 775-A, nr. 74). Verder is ook de betaling van een aantal contractwijzigingen verschoven van 2019 naar 2020.
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot hogere uitgaven van per saldo € 4,4 miljoen.
7. De hogere uitgave betreft met name de loon- en prijsbijstelling 2019.
8. De hogere uitgave betreft met name de programmamiddelen en apparaatsmiddelen die beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van de opdracht Duurzaam voor Elkaar (€ 2,2 miljoen). Daarnaast zijn er extra kosten gemaakt voor de beschikbaarheid van basis ICT (€ 2,3 milloen). Tot slot leiden diverse kleine mutaties tot hogere uitgaven van per saldo € 0,4 miljoen.
9. De hogere ontvangsten betreffen:
– Nieuwe Sluis Terneuzen: een deel van de Connecting Europe Facility (CEF) subsidie is in 2019 ontvangen in plaats van 2020 (€ 15,3 miljoen). Tevens is er een aanvullende bijdrage van Vlaanderen ten behoeve van de risicoreservering in het project ontvangen (€ 8,0 miljoen).
– Hogere ontvangsten voor de verkeersbegeleiding (€ 4,6 miljoen).
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot lagere ontvangsten van per saldo € 3,3 miljoen.
15.01 Verkeersmanagement
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Producten
15.01.01 Verkeersmanagement
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen tegen de achtergrond van taakstellingen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015-2016, 34 300 A, nr. 56). Dit vergezicht wordt gebruikt om nadere maatwerkafspraken te maken of bestaande afspraken waar nodig en mogelijk te optimaliseren.
Met verschillende partijen zijn afspraken gemaakt over de invoering van vraag gestuurd bedienen of bediening op afstand waarbij samenwerking tussen beheerders of gezamenlijk investeren is overeengekomen. Begin 2016 zijn bijvoorbeeld nadere afspraken gemaakt met de provincie Overijssel om met behulp van bijdragen van de regio te komen tot een verbeterd bedieningsregime van de Twentekanalen. Met Limburg en Noord-Brabant zijn eerder al soortgelijke afspraken gemaakt. Alle gemaakte versoberingsafspraken worden gemonitord en waar nodig en mogelijk bijgestuurd.
Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang, waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In bijlage 1 ‘Instandhouding’ van dit Jaarverslag wordt een toelichting gegeven op de instandhouding van de netwerken die door Rijkswaterstaat worden beheerd.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2017 | 2018 | Begroot 2019 | Realisatie 2019 | toelichting |
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 | 592 | 1 |
Bediende objecten | stuks | 245 | 242 | 243 | 242 | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2019
Toelichting
1. Alleen de vaarwegen, die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend.
2. Zoals in de begroting was voorzien, is in 2019 de derde kolksluis bij de Beatrixsluis gerealiseerd. In 2018 is het beweegbare deel van de Paddepoelsterbrug aangevaren. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten de brug nu niet terug te plaatsen, omdat het risico op nog een aanvaring te hoog is (Kamerstukken II, 2018/19, nr. 3128). Aan de hand van een planstudie wordt de nieuwe situatie bepaald. Hierdoor blijft het totaal aantal bediende objecten in 2019 gelijk aan 2018.
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van Rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij het einde van de levensduur nadert. Voornamelijk in de eerste helft van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 2 ‘Instandhouding netwerken RWS’ van dit Jaarverslag wordt een toelichting gegeven op de instandhouding van de netwerken die door Rijkswaterstaat worden beheerd.
15.02.01 Beheer en onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder Beheer en Onderhoud.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was. Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2019 € 493 miljoen, daarvan was € 3 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2018 is het uitgestelde onderhoud met € 79 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 34 miljoen afgenomen.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |||||
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdvaarwegen | 244 | 24 | 350 | 36 | 414 | 37 | 493 | 3 |
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar bijlage 2 bij dit Jaarverslag.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillancevliegtuigen en helikopters.
De minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht.
Overdracht Brokx-Nat
De overdracht van de Haven Oudeschild en wegen en paden Texel vindt plaats in 2020 in plaats van 2019. Dit heeft langer geduurd dan verwacht vanwege onduidelijkheid over bekostiging beheer en onderhoud.
Meetbare gegevens
Eenheid | 2017 | 2018 | Begroot 2019 | Realisatie 2019 | Toelichting | |
Vaarwegen | km | 7.082 | 7.082 | 7.082 | 7.082 | 1 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2019
Toelichting
1. Het totale areaal is een optelling van zowel hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.437 kilometer als zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.082 kilometer.
2017 | 2018 | Streefwaarde 2019 | Realisatie 2019 (%) | |
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,5% | 0,8% | 0,8% | Niet beschikbaar |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,2% | 0,4% | 0,2% | Niet beschikbaar |
Bron: Rijkswaterstaat, 2019
Toelichting
De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten.
In 2019 zijn door de overgang naar een nieuw scheepvaartinformatiesysteem en onderzoek naar de datakwaliteit een aantal problemen geconstateerd omtrent aanlevering en kwaliteit van stremmingsgegevens. Hierdoor is het niet mogelijk om valide stremmingsgegevens over 2019 te rapporteren. In 2019 zijn de benodigde acties ingezet om de geconstateerde problemen op te lossen, waardoor de levering van stremmingsgegevens naar verwachting in 2020 wordt hersteld.
Ten aanzien van deze prestatie-indicator heeft de Algemene Rekenkamer heeft in het verantwoordingsonderzoek 2018 opgemerkt dat gedeeltelijke beperking van een sluis niet wordt meegenomen in de indicator. De huidige indicator vertoont de stremmingen van de maatgevende kolk van het betreffende complex. De indicator laat daarmee niet alle gebruiksbeperkingen zien, maar alleen de beperkingen indien de maatgevende kolk niet beschikbaar is. Om de informatievoorziening van de prestatie-indicator te verbeteren, wordt er op dit moment een nieuwe prestatie-indicator ontwikkeld die is gericht op de reistijd. Hier zullen alle capaciteitsbeperkingen in worden meegenomen, inclusief de capaciteitsbeperking ten gevolge van stremming van de maatgevende kolk. De nieuwe prestatie-indicator zal worden opgenomen in de nieuwe Service Level Agreement (SLA) per 2022.
15.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft van de vorige eeuw is de vervangingsopgave toegenomen. De projecten behorende bij deze opgave zijn opgenomen in het MIRT Overzicht1. Het totaal van de opgave wordt in de instandhoudingsbijlage toegelicht.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken zijn ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
15.03 Aanleg
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg en planuitwerking bij het Hoofdvaarwegennet.
Producten
In 2019 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd:
Mijlpaal | Project |
Openstelling | Lekkanaal: derde kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen |
Vaarweg Lemmer - Delfzijl, fase 1 | |
Wilhelminakanaal Tilburg | |
Start realisatie | N.v.t. |
Bron: Rijkswaterstaat, 2019
Ten opzichte van de begroting 2019 zijn er op Start realisatie de volgende wijzigingen:
– Het project Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden–Lek is al in 2018 overgegaan naar de realisatiefase.
– De start van het deelproject overnachtingshaven Spijk van het project Toekomstvisie Waal is vertraagd, als gevolg van PAS problematiek.
15.03.01 Realisatie
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | 2019 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 18 | 18 | - | - | |
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement | 1 | 1 | 97 | 101 | 2018 | 2018 | ||
Quick Wins Binnenhavens | 0 | 0 | 0 | 61 | 61 | 2009–2017 | 2009–2019 | |
Vaarwegen Walradarsystemen | 1 | 1 | 0 | 26 | 26 | 2021 | 2021 | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 3 | 0 | ‒ 3 | 13 | 13 | 2020 | 2022 | 1 |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 6 | 0 | ‒ 6 | 13 | 13 | 2019 | 2023 | 2 |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingshavens Merwedes | 0 | 20 | 2021 | 3 | ||||
Nieuwe Sluis Terneuzen | 227 | 170 | ‒ 57 | 1.025 | 955 | 2022 | 2022 | 4 |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maasroute modernisering fase 2 | 20 | 10 | ‒ 10 | 630 | 641 | 2018 | 2023 | 5 |
Wilhelminakanaal Tilburg | 1 | 2 | 1 | 96 | 102 | na 2017 | 2019 | 6 |
Herbouw Sluis II Wilhelminakanaal | 1 | 6 | 2023 | 7 | ||||
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 0 | 0 | 0 | 430 | 431 | 2015 | 2015 | |
Projecten Oost-Nederland | 0 | |||||||
Toekomstvisie Waal | 16 | 3 | ‒ 13 | 134 | 133 | 2021 | 2022-2024 | 8 |
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 0 | 2 | 2 | 65 | 65 | 2017 | 2017 | |
Verruiming Twentekanalen fase 2 | 18 | 4 | ‒ 14 | 95 | 169 | 2019 | 2023 | 9 |
Projecten Noord-Nederland | ||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va | 0 | 0 | 0 | 284 | 284 | 2019 | 2019 | |
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 0 | 0 | 0 | 39 | 39 | 2017 | 2017 | |
Overig | ||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 | |||
afrondingen | ‒ 1 | 1 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 291 | 194 | ‒ 98 | 3.028 | 3.077 | |||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking | 15 | 0 | ‒ 13 | |||||
Budget realisatie (15.03.01) | 306 | 194 | ‒ 111 | 3.028 | 3.077 |
Toelichting
1. Door uitstel in de start van de aanbesteding, het tussentijdse verhogen van het plafondbedrag en het verzoek van marktpartijen om verlenging van de uitvoeringstermijn zal de openstelling van het project Zaan, bestaande uit meerdere infrastructurele projecten, in 2022 plaatsvinden.
2. Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek: er is vertraging opgelopen als gevolg van een vertraagd bestemmingsplan. Hierdoor zijn werkzaamheden verschoven naar 2020 en verder.
3. Uitbreiding overnachtingshavens Merwedes: dit project is overgeheveld van de verkenning en planuitwerking (15.03.02) naar realisatie (15.03.01).
4. Nieuwe Sluis Terneuzen: Het projectbudget is verlaagd als gevolg van het Nederlandse deel van aanbestedingsmeevaller (€ 37,5 miljoen). Door deze aanbestedingsmeevaller is ook de bijdragen van Vlaanderen met € 47 miljoen verlaagd.
5. Maasroute modernisering fase 2: de stijging van het projectbudget wordt met name veroorzaakt door contractproblematiek bij de Verbreding Julianakanaal. Dit betreft extra kosten voor de nieuwe aanbesteding (Hemelbeekduiker, Berghaven en Haven Stein), inhuur en uitbesteding. Hierdoor vertraagt tevens de openstelling van het project.
6. Wilhelminakanaal Tilburg: het project is in 2019 opgeleverd.
7. Herbouw Sluis II: De huidige Sluis II Wilhelminakanaal is niet geschikt voor binnenvaartschepen klasse IV. Om aan de opgave te voldoen zal de huidige Sluis II gesloopt worden en daarna herbouwd worden tot klasse IV.
8. Toekomstvisie Waal: er is vertraging opgelopen in verband met de vertraging en onzekerheden rondom het onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan, door de PAS problematiek.
9. Verruiming Twentekanalen fase 2: de verhoging van het projectbudget wordt met name veroorzaakt door het doorzetten van de initiële scope voor de verruiming van de zij- en hoofdtak van de Twentekanalen naar klasse Va. Hiervoor is aanvullend taakstellend budget van € 72 miljoen toegevoegd (Kamerstukken II, 2018/19, 35 000-A, nr. 87).
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Projectbudget | TB | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | 2019 | ||||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | ‒ 36 | ‒ 30 | nvt | ||||
Projecten Nationaal | |||||||
Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen | 8 | 12 | |||||
Reservering voor LCC | 230 | 250 | 1 | ||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 6 | 6 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Lichteren buitenhaven IJmuiden | 65 | 65 | nnb | nnb | nnb | ||
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 36 | 36 | 2023 | 2023 | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil | 10 | 10 | 2016 | 2016 | 2025-2027 | 2025-2027 | |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingshavens Merwedes | 20 | 2018 | 2021 | 2 | |||
Capaciteit Volkeraksluizen | 152 | 151 | 2024-2026 | 2024-2026 | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 36 | 36 | 2026-2028 | 2026-2028 | |||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 28 | 27 | 2019 | 2020 | 2021-2022 | 2021-2022 | |
Projecten Noord-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 102 | 102 | 2017 | 2017 | 2023-2025 | 2023-2025 | |
Overige projecten en reserveringen | 462 | 560 | 3 | ||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Kreekraksluizen | 2026-2028 | 2026-2028 | |||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Verkenning IJssel fase 2 | 2028 | 2028 | |||||
Reservering garantstelling Twentekanalen | 2018-2020 | 2018-2020 | |||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde risico's | |||||||
afrondingen | ‒ 1 | ||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.118 | 1.225 | |||||
Begroting (IF 15.03.02) | 1.118 | 1.225 |
Toelichting:
1. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2033 en prijsbijstelling over 2019 is de reservering voor LCC met € 20 miljoen opgehoogd
2. Uitbreiding overnachtingshavens Merwedes: dit project is overgeheveld van de verkenning en planuitwerking (15.03.02) naar realisatie (15.03.01).
3. Overige projecten en reserveringen:
• Verbreding sluis en bruggen Kornwerderzand: Het kabinet heeft aanvullend € 40 miljoen beschikbaar gesteld aan IenW ten behoeve van de verbreding van de sluis en bruggen bij Kornwerderzand. Dit bedrag is toegevoegd aan het projectbudget op de Verkenning en Planuitwerking. Tevens is er € 15 miljoen vanuit de investeringsruimte vaarwegen toegevoegd aan de reservering voor dit project.
• De aanbestedingsmeevaller op het project Nieuwe Sluis Terneuzen van € 37,5 miljoen is gereserveerd op 15.03.02 ten behoeve van mogelijke toekomstige risico’s
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de Opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven.
Producten
In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld, waar de volgende DBFM projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. De Sluis Limmel is in 2018 opengesteld en de 3e Kolk Beatrixsluis in 2019. De andere projecten verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 15.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging.
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Verschil | Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | 2019 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 23 | 24 | 1 | 415 | 422 | 2019 | 2019 | |
Zeetoegang IJmond | 211 | 18 | ‒ 193 | 940 | 1021 | 2022 | 2022 | 1 |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 4 | 7 | 3 | 155 | 157 | 2020 | 2020 | |
Keersluis Limmel | 3 | 3 | 0 | 91 | 87 | 2018 | 2018 | |
Afrondingen | ‒ 1 | 1 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 240 | 52 | ‒ 188 | 1.601 | 1.687 | |||
Begroting (IF 15.04) | 240 | 52 |
Toelichting:
1. Het projectbudget is toegenomen met € 81 miljoen. Dit wordt deels verklaard door een ophoging van het taakstellend budget met € 64 miljoen. Hierover is de Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 35 000 A, Nr. 28). Wegens een noodzakelijke aanpassing van het ontwerp, is de opening van de Zeesluis vertraagd.
15.06 Netwerkgebonden kosten hoofdwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
15.07 Investeringsruimte
Motivering
Bij de ontwerpbegroting 2019 is het eindsaldo op dit artikelonderdeel overgeboekt naar het nieuwe begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (artikelonderdeel 20.05.03). Daar wordt de voor het Hoofdvaarwegennet beschikbare investeringsruimte verantwoord.
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
Producten
Bijdragen van derden
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten.