Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII 2019 bij beleidsartikel 16 Openbaar vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | ||
Verplichtingen | 2.994 | 113.677 | 107.860 | 8.201 | 56.127 | 54.809 | 1.318 | |
Uitgaven | 134.964 | 141.544 | 236.352 | 97.268 | 154.962 | 192.762 | ‒ 37.800 | |
14.01 Grote regionaal/lokale projecten | 128.658 | 100.603 | 148.786 | 94.429 | 103.974 | 151.807 | ‒ 47.833 | |
14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok | 25 | 0 | 0 | 253 | 0 | 1.605 | ‒ 1.605 | |
14.01.03 Realisatieprogr. Reg/lok | 128.633 | 100.603 | 148.786 | 94.176 | 103.974 | 150.202 | ‒ 46.228 | 1 |
14.01.04 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.02 Regionale Mob. Fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid | 6.306 | 40.941 | 87.566 | 2.839 | 50.988 | 40.955 | 10.033 | |
14.03.01 RSP-ZZL: RB projecten | 6.306 | 4.891 | 5.526 | 2.839 | 1.254 | 40.955 | ‒ 39.701 | 2 |
14.03.02 RSP-ZZL: mob. Fondsen | 0 | 36.050 | 82.040 | 0 | 49.734 | 0 | 49.734 | 3 |
14.03.03 RSP-ZZL: REP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.09 Ontvangsten | 844 | 175 | 0 | 2.219 | 3.778 | 0 | 3.778 | 4 |
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. 14.01.03 Realisatieprogramma Reg/Lok. Het verschil ad € 46 miljoen wordt veroorzaakt door onder andere het HOV net en de Rotterdamsebaan. Door de baanstabiliteitsproblematiek bij het HOV net (Kamerstukken II 2018-2019 34 775 A, nr. 76) kan de ‘versnelde intercity’-variant niet op korte termijn worden ingevoerd. Daarom is de realisatie over 2019 lager dan gepland. Voor het project Rotterdamse baan is in 2019 € 13 miljoen gestort in het btw-compensatiefonds. De uitgaven worden om die reden niet meer verantwoord op het Infrastructuurfonds. Voor de overige mutaties wordt verwezen naar de toelichtingen bij de tabellen per artikel.
2. De op artikelonderdeel 14.03.01 geraamde middelen ten behoeve van het project partiele spoorverdubbeling Groningen Leeuwarden (€ 40 miljoen) zijn overgeboekt naar artikelonderdeel 14.03.02.
3. De hogere realisatie wordt onder andere veroorzaakt door bovengenoemde overboeking. Daarnaast zijn de middelen voor de reactivering Veendam-Stadskanaal (€ 5 miljoen) overgeboekt van de investeringsruimte Spoor naar 14.03.02 en de bijdrage aan de spoorknoop Groningen (€ 4,7 miljoen) overgeboekt van artikel 13.03.01 naar artikel 14.03.02. Vervolgens is de totale bijdrage aan Noord-Nederland (€ 49 miljoen) beschikbaar gesteld via een specifieke uitkering.
4. De hogere ontvangsten (€ 3,8 miljoen), bestaan uit twee onderdelen. € 2,7 miljoen komt van de Provincie Gelderland in verband met de vaststelling van het Mobiliteitsfonds. Subsidie ProRail (€ 1,1 miljoen), de hogere ontvangsten spoor worden veroorzaakt door de afrekening van het voorschot van de subsidie aan ProRail over vorig jaar.
14.01 Grote regionale/lokale projecten
Motivering
Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam of de gemeente ‘s-Gravenhage is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting Hoofdstuk XII 2017 en beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor en de Lange Termijn Spooragenda (LTSa).
Producten
Algemeen
Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.
14.01.02 Planuitwerkingsprogramma regionaal/lokaal
Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen).
Budget | Oplevering/openstelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|
Begroting | Huidig | Begroting | Huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | |||
Overige projecten en reserveringen | 49 | 49 | nvt | ||
Projecten in voorbereiding | |||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||
Gesignaleerde risico's | |||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 49 | 49 | |||
Begroting (IF 14.01.02) | 49 | 49 |
14.01.03 Realisatieprogramma regionaal/lokaal
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | Verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | 2019 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Noord/Zuidlijn Noord-WTC | 0 | 0 | 0 | 1.187 | 1.185 | 2018 | 2018 | |
Amstelveenlijn | 25 | 26 | 1 | 79 | 80 | 2020 | 2020 | |
Utrecht, tram naar De Uithof | 0 | 0 | 0 | 112 | 112 | 2018 | 2018 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
HOV-NET Zuid-Holland Noord | 34 | 3 | ‒ 31 | 208 | 211 | 2021-2023 | 2021-2023 | 1 |
Rotterdamsebaan | 91 | 75 | ‒ 16 | 302 | 285 | regio | regio | 2 |
Afrondingen | 0 | 0 | ||||||
Totaal | 150 | 104 | ‒ 46 | 1.888 | 1.873 | |||
Begroting (IF 14.01.03) | 150 | 104 |
Toelichting:
1. HOV net Zuid-Holland noord: Door onder andere baanstabiliteitsproblematiek (Kamerstukken II 2018-2019 34 775 A, nr. 76) kan de ‘versnelde intercity’-variant niet op korte termijn worden ingevoerd, daarom is de realisatie over 2019 lager dan gepland. In het bestuurlijk overleg MIRT van najaar 2018 zijn afspraken gemaakt over het bestuderen van andere oplossingen met onderscheid tussen de korte en langere termijn.
2. Rotterdamsebaan: Voor dit project is in 2019 € 13 miljoen gestort in het btw-compensatiefonds. De uitgaven worden om die reden niet meer verantwoord op het Infrastructuurfonds.
14.01.04 Investeringsruimte
Motivering
In 2016 is besloten om de resterende Investeringsruimte Regionaal/Lokaal over te hevelen naar de Investeringsruimte Spoorwegen en de Investeringsruimte Hoofdwegennet zodat men beter in staat is een integrale afweging te maken. Indien een regio aanspraak wil maken op een subsidie voor een groot regionaal/lokaal project zal dit worden afgewogen tegenover andere investeringen vanuit artikel 12 Hoofdwegennet en artikel 13 Spoorwegen. Zie ook Ontwerpbegroting 2017 voor een nadere toelichting.
14.02 Regionale mobiliteitsfondsen
Motivering
Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMF) gebruikt.
Producten
In 2019 zijn conform de begroting geen uitgaven gedaan op dit artikelonderdeel.
14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid
Motivering
Betreft het RSP-convenant Rijk-regio (Kamerstukken II 2007-2008, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk Economisch Programma (REP).
Producten
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | Verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2019 | 2019 | 2019 | |||||
14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten | 41 | 0 | ‒ 41 | 121 | 73 | 1 | ||
14.03.02 Regionale Mobiliteitsprojecten | 0 | 50 | 50 | 537 | 587 | 1 | ||
14.03.03 Ruimtelijk economisch programma | 0 | 0 | 0 | 5 | 5 | |||
Afronding | 0 | 0 | ||||||
Totaal | 41 | 50 | 9 | 663 | 665 | |||
Afrekening voorschotten | 1 | |||||||
Begroting (IF 14.03) | 41 | 51 | 9 | 663 | 665 |
Toelichting:
1. De op artikelonderdeel 14.03.01 geraamde middelen voor het project partiële spoorverdubbeling Groningen-Leeuwarden, de bijdrage aan de reactivering van het spoor Veendam-Stadskanaal en de bijdrage aan de spoorknoop Groningen zijn in 2019 via de post RSP Regionale Mobiliteit (Art. 14.03.02 Infrastructuurfonds) voor in totaal € 50 miljoen beschikbaar gesteld aan de provincies Groningen en Friesland. Hiervoor is € 41 miljoen overgeheveld uit artikel 14.03.01 en € 4,7 miljoen van artikel 13.03 voor de bodemsanering Groningen en € 5 miljoen uit de investeringsruimte spoor (artikel 20.05.02) voor de reactivering van de spoorlijn Veendam-Stadskanaal.