Base description which applies to whole site

3.2.2 Artikel 13 Spoorwegen

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2019 bij beleidsartikel 16 Openbaar vervoer en spoor.

Budgettaire gevolgen van uitvoering productartikel 13 (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

 

Verplichtingen

2.727.356

1.842.244

1.810.157

1.436.876

1.849.882

1.610.625

239.257

1

Uitgaven

1.999.985

2.074.004

2.154.280

2.123.334

1.931.571

2.009.388

‒ 77.817

 

13.02 Beheer onderhoud en vervanging

1.225.522

1.214.109

1.372.035

1.514.397

1.457.826

1.379.109

78.717

2

13.03 Aanleg

625.037

708.115

604.096

457.267

319.486

460.265

‒ 140.779

 

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

540.437

540.172

534.509

382.065

280.745

352.049

‒ 71.304

3

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

57.291

21.073

28.178

57.867

17.486

41.301

‒ 23.815

4

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

22.441

29.841

38.142

16.652

20.952

58.991

‒ 38.039

5

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

4.868

117.029

3.267

683

303

7.924

‒ 7.621

6

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

132.285

134.760

161.552

141.680

144.269

160.024

‒ 15.755

7

13.07 Rente en aflossing

17.141

17.020

16.597

9.990

9.990

9.990

0

 

13.08 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.01 Programmaruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.03 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.09 Ontvangsten

240.852

348.132

242.727

222.780

203.626

195.388

8.238

8

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie op de aangegane verplichtingen heeft voornamelijk betrekking op de verstrekte subsidies (2019 en 2020) aan ProRail voor beheer, onderhoud en vervanging en worden veroorzaakt door de toevoeging van prijsbijstelling (€ 58 miljoen), de dekking van de meerkosten uit de investeringsruimte (€ 69 miljoen) (zie ook de instandhoudingsbijlage bij de ontwerpbegroting 2020), overboekingen uit het aanlegprogramma voor onderhoud nieuwe infra (€12 miljoen) en een kasschuif in verband met het effect van de versnelling in de uitgaven voor vervangingsinvesteringen (€ 60 miljoen).

  • 2. De hogere realisatie ad € 79 miljoen heeft betrekking op de toevoeging van de prijsbijstelling (€ 29 miljoen), de dekking meerkosten uit investeringsruimte (€ 27 miljoen, zie ook de instandhoudingsbijlage bij de ontwerpbegroting 2020), overboekingen uit het aanlegprogramma € 7 miljoen, een kasschuif van per saldo € 8 miljoen en de vaststelling van de subsidie 2018 (€ 8 miljoen).

  • 3. Realisatieprogramma personenvervoer: in 2019 is minder subsidie verleend aan ProRail dan oorspronkelijk was begroot (€ - 71,3 miljoen). Voor een nadere toelichting van dit verschil wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel.

  • 4. Realisatieprogramma goederenvervoer 13.03.02 (- € 23,8 miljoen), de realisatie op de realisatie- en planstudieprogramma's personenvervoer is lager dan begroot. De specifieke redenen verschillen per project. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.

  • 5. Verkenningen en planuitwerkingen personenvervoer 13.03.04 (- € 38,0 miljoen), de realisatie op de verkenningen en planuitwerkingen personenvervoer vallen lager uit dan begroot. Als gevolg van vertragingen binnen de verkenningen en planuitwerkingen is er middels een generale kasschuif op dit artikelonderdeel het kasoverschot van € 62,2 miljoen uit 2019 verschoven naar latere jaren. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.

  • 6. Verkennen en planuitwerkingen goederenvervoer, 13.03.05 (- € 7,6 miljoen), de realisatie op de verkenningen en planuitwerkingen goederenvervoer vallen lager uit dan begroot. De specifieke redenen verschillen per project. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.

  • 7. De lagere realisatie met € 16 miljoen heeft betrekking op diverse afrekeningen tussen de Staat en de Infraprovider die zijn doorgeschoven naar 2020 (€ 11 miljoen), lagere bijstellingen voor rente en belastingtarieven (€ 7 miljoen) en hogere indexatie van de beschikbaarheidsvergoeding (€ 2 miljoen).

  • 8. De ontvangsten vallen per saldo € 9 miljoen hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de verantwoording van de afrekening van het voorschot op de subsidies aan ProRail voor Beheer Onderhoud en Vervanging en aanlegprojecten over het jaar 2018 (+ € 43 miljoen), de verrekening met NS van de compensaties voor de treindienst naar België voor de jaren 2015-2018 (- € 19 miljoen), het doorschuiven naar latere jaren van een deel van de HSL-heffing2018 omdat het tarief nog niet definitief kan worden vastgesteld (– € 9 miljoen) en het doorschuiven naar latere jaren van een deel van de bijdragen van derden (- € 6 miljoen).

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

Producten

Verleende subsidie aan ProRail

In 2019 is € 79 miljoen (inclusief BTW) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de prijsbijstelling 2019 (€ 29 miljoen), meerkosten gedekt uit de investeringsruimte (€ 27 miljoen), meerkosten gedekt uit het PHS-budget (intensiteit, € 5 miljoen), meerkosten gedekt uit het programma suïcidepreventie (hekwerken, € 2 miljoen), een versnelling van uitgaven (€ 8 miljoen) en de vaststelling van de subsidie 2018. Afrekening van de subsidie 2019 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.

In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.

Overzicht mutaties tussen begroting en realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Ontwerpbe-groting 2019

Prijsbij-stelling

Dekking meerkosten

Overboeking PHS

Overboeking prog. suïcide

Kasschuif en saldo

Vaststelling 2018

Realisatie 2019

Subsidie exclusief btw

1.080

22

22

4

2

6

6

1.142

Compensatie btw subsidie

227

5

5

1

0

1

2

241

Compensatie btw gebr. verg.

72

2

   

1

 

75

Totaal artikel 13.02

1.379

29

27

5

2

8

8

1.458

         

Subsidie exclusief btw

8

      

8

Compensatie btw subsidie

2

      

2

Totaal artikel 13.07

10

0

0

0

0

0

 

10

         

Totaal-Generaal

1.389

29

27

5

2

8

8

1.468

Ook door ProRail is in de afgelopen jaren een deel van het werk uitgesteld. Dit is onder andere het gevolg van marktspanning. Deze uitgestelde werkzaamheden zijn weer in de meerjarenplanning opgenomen en door ProRail verwerkt in de nieuw opgebouwde financiële meerjarenreeksen, die momenteel extern worden geauditeerd. Het is voor ProRail niet mogelijk een volume te presenteren van het uitgestelde onderhoud, omdat dit niet uit de systemen is te halen. Bij de externe audit zal het uitgestelde onderhoud bij ProRail nader worden geduid, zodat eventueel benodigde maatregelen meegenomen kunnen worden bij de vaststelling van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervangingen. Er is bij ProRail geen sprake van achterstallig onderhoud.

13.03 Aanleg

Motivering

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

Producten

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Realisatieprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2019

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2019

  

2019

 

2019

  

Projecten Nationaal

        

Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit

        

Be- en bijsturing toekomst

4

1

‒ 3

15

15

2019

2019

 

ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en expertisecentrum

1

1

0

9

7

2015

2015

 

Geluidsanering Spoorwegen

42

12

‒ 30

600

609

divers

divers

1

Programma Behandelen en Opstellen

11

6

‒ 5

196

157

divers

divers

2

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

0

0

0

30

27

divers

divers

 

Verbeteraanpak stations

4

1

‒ 3

12

12

2020

2020

 

Verbeteraanpak trein

3

7

4

50

51

2018/2019

2018/2019

 

Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit

6

0

‒ 6

44

45

divers

divers

3

Stations en stationsaanpassingen

        

Cameratoezicht op stations

1

0

‒ 1

13

14

2017

2017

 

Kleine stations

6

0

‒ 6

17

18

divers

divers

4

Toegankelijkheid stations

40

31

‒ 9

493

496

divers

divers

5

Overige projecten/lijndelen etc.

        

Aanleg ATBvv

13

6

‒ 7

68

69

divers

divers

6

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

1

0

‒ 1

18

17

2017

2017

 

Booggeluid

0

0

0

4

3

divers

divers

 

Fietsparkeren bij stations

30

32

2

341

348

divers

divers

 

Kleine projecten personenvervoer

5

1

‒ 4

28

27

divers

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

3

4

1

14

24

divers

divers

 

Overwegenaanpak

47

22

‒ 25

683

728

divers

divers

7

Ontsnippering

11

11

0

80

80

divers

divers

 

Programma aanpak suïcidepreventie

4

4

0

15

10

2021

2021

 

Programma kleine functiewijzigingen

25

18

‒ 7

460

450

divers

divers

8

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

3

2

‒ 1

180

176

divers

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

        

Stations en stationsaanpassingen

        

Amsterdam CS, Cuypershal

3

0

‒ 3

26

26

2020

2020

 

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

5

7

2

413

413

2016

2016

 

Overige projecten/lijndelen etc.

        

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

0

0

0

 

176

   

Vleuten - Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

19

5

‒ 14

911

898

divers

divers

9

Projecten Zuidwest-Nederland

        

Stations en stationsaanpassingen

        

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

1

1

0

39

65

2023-2025

2023-2025

 

Overige projecten/lijndelen etc.

        

Rijswijk - Schiedam incl. spoorcorridor Delft

6

7

1

607

607

2017

2017

 

Projecten Oost Nederland

        
         

Traject Oost (perronverbreding)

0

0

0

0

18

   

Traject Oost uitv. convenant DMB

25

27

2

237

239

divers

divers

 
         

Regionale lijnen Gelderland

0

0

0

15

15

divers

divers

 

Zwolle - Herfte

42

51

9

208

212

2021

2021

10

Projecten Noord Nederland

        

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden

0

0

0

50

26

2020

2020

 

Sporendriehoek Noord-Nederland

14

1

‒ 13

136

131

divers

divers

11

Afrondingen

3

 

‒ 3

     

Totaal uitvoeringsprogramma

378

258

‒ 120

6.173

6.584

   

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

‒ 6

‒ 4

2

     

Afrekening voorschotten

 

27

27

     

Programma Realisatie

372

281

‒ 91

     

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

352

281

‒ 71

     

Overprogrammering (-)

‒ 20

       

Toelichting

  • 1. Geluidsanering Spoorwegen: In 2018 is gestart met een herziene planontwikkeling, gebaseerd op de nieuwe doelmatigheidscriteria en het beschikbare budget. Realisatie van de sanering zal hierdoor grotendeels later plaatsvinden waardoor de uitgaven verschuiven van 2019 naar latere jaren. Saneringsmaatregelen bij lopende spoorprojecten waar de plaatselijke saneringsopgave gelijktijdig wordt uitgevoerd zorgt wel voor een beperkte realisatie.

  • 2. Programma Behandelen en Opstellen: De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt doordat de uitvoering van het project Watergraafsmeer (Amsterdam) technisch complexer bleek dan verwacht. Daarnaast heeft het overleg over de uitvoering van het project Amersfoort meer tijd in beslag genomen dan gepland waardoor later is gestart met de werkzaamheden.

  • 3. Vervolgfase Beter en Meer: Medio 2019 is dit programma verder uitgewerkt en is een eerste beschikking afgegeven voor de corridor Schiphol-Utrecht-Nijmegen. De kasreeks is daarop aangepast.

  • 4. Kleine stations: Het voorziene station Grubbenvorst is komen te vervallen en project Maastricht Noord, deel 2 kende enige vertraging in de planstudie waardoor de rijksbijdrage nog niet kon worden verleend. Ten aanzien van station Hoogkerk zijn afspraken gemaakt met de provincie Groningen over het in 2020 beschikbaar stellen van de bijdrage voor dit station. Door deze zaken zijn in 2019 geen middelen verplicht of gerealiseerd op de begroting van het Infrastructuurfonds.

  • 5. Toegankelijkheid Stations: De lagere realisatie in 2019 is het gevolg van een herijking van het programma ten aanzien van scope en planning.

  • 6. Aanleg Automatische Treinbeveiliging-Verbeterde versie (ATB-Vv): Momenteel wordt de zogenaamde tranche 5 van de ATB-Vv-realisatie uitgevoerd. Het betreft hier ATB-Vv-installaties bij brugseinen en op routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze zal in 2020 worden afgerond. Eventuele vervolginvesteringen in ATB-Vv, dus na afronding van de huidige tranche 5, moeten in samenhang bezien worden met de verdere implementatie van ERTMS en met andere investeringen in de spoorveiligheid. Zoals aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer over spoorveiligheid van 5 december 2019 (kamerstuk 29893, nr. 241) wordt momenteel samen met de spoorsector gewerkt aan het opstellen van de Beleidsagenda Spoorveiligheid voor de periode 2020-2025. Daarin zal ook beschreven worden in hoeverre na afronding van tranche 5 nog verder geïnvesteerd zal worden in ATB-Vv. Om zorgvuldigheidsredenen zijn er, vooruitlopend op de vaststelling van deze Beleidsagenda Spoorveiligheid (voorzien begin 2020 aan Tweede Kamer), geen nieuwe investeringen in ATB-Vv gedaan. Dit heeft geleid tot lagere uitgaven dan destijds geraamd. 

  • 7. Overwegenaanpak: De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat bij de diverse projecten de afstemming met de omgeving en stakeholders meer tijd vergt dan verwacht. Daarnaast is er bij de planuitwerking van de landelijke uitrol Aftellers sprake van een langere doorlooptijd dan voorzien waardoor de realisatiefase later start en de hiervoor geplande uitgaven verschuiven naar latere jaren.

  • 8. Programma Kleine functiewijzigingen: De lagere realisatie wordt met name verklaard door het verwerpen van het bestemmingsplan voor de plaatsing van een onderstation in Lunteren, het realiseren van een aanbestedingsresultaat bij het deelproject Watergraafsmeer (Amsterdam) aanpassen infrasporen en het later uitvoeren van een aantal deelprojecten zodat deze gelijktijdig met andere projecten in de omgeving uitgevoerd kunnen worden.

  • 9. Vleuten-Geldermalsen: Naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken bij BO Mirt najaar 2018 zijn de voor de regio beschikbare middelen binnen dit budget zijn overgeboekt naar IF 20.03 Stedelijk OV Utrecht. Dit verklaart de lagere realisatie.

  • 10. Zwolle - Herfte: Dit project is volop in realisatie. De hogere realisatie wordt veroorzaakt doordat de uitgavenplanning is aangepast op het actuele betalingsschema van de aannemer.

  • 11. Sporendriehoek Noord Nederland: De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat bij het project spoorboog Hoogeveen de voorbereidende werkzaamheden zijn vertraagd in afwachting van besluitvorming over financiering bij BO MIRT najaar 2019. Daarnaast is er ten behoeve van project Spoorknoop Groningen € 4,7 miljoen naar de Regio overgemaakt via de post RSP regionale mobiliteit op Art. 14 van het Infrastructuurfonds.

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor

Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Realisatieprogramma goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2019

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2019

  

2019

 

2019

  

ProRail Projecten

        

Projecten Nationaal

        

Kleine projecten goederenvervoer

0

2

2

1

1

divers

divers

 

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

2

2

0

169

170

divers

divers

 

PAGE risico reductie

1

1

0

19

19

divers

divers

 

Programma Emplacementen op orde

14

4

‒ 10

59

60

divers

divers

1

Projecten Zuidwest-Nederland

        

Calandbrug

0

0

0

160

161

2020/2021

2020/2021

 

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

3

1

‒ 2

27

27

divers

divers

 

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

7

0

‒ 7

222

225

divers

divers

2

Projecten Zuid-Nederland

        
         

Projecten Oost Nederland

        

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

15

5

‒ 10

140

136

divers

divers

3

Overige projecten

        

Nazorg gereedgekomen projecten

0

0

0

1

2

divers

divers

 

Afrondingen

0

‒ 2

0

     

Totaal uitvoeringsprgramma

42

13

‒ 27

798

801

   

Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. IF 13.03.05

‒ 1

 

1

     

Afrekening voorschotten

0

4

0

     

Programma Realisatie

41

17

‒ 24

     

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

41

17

‒ 24

     

Overprogrammering (-)

0

0

0

     

Toelichting

  • 1. Programma emplacementen op Orde: De planuitwerking van het programma heeft meer tijd gekost dan gepland. Daarnaast moest de aanbesteding opnieuw worden opgestart omdat door «internationaal belang» alsnog de Europese procedure doorlopen moest worden in plaats van de geplande «nationale procedure». Door genoemde oorzaken verschuift een aanzienlijk deel van de geplande uitgaven van 2019 naar 2020/2021.

  • 2. Spooraansluiting 2e Maasvlakte: De planning van de planuitwerking van emplacement waalhaven is verlengd, omdat het ontwerp door nieuwe ontwikkelingen onvoldoende voldeed aan de ontwerpeisen. Hiervoor worden waar nodig aanpassingen in het ontwerp doorgevoerd. Hierbij is naast ProRail en IenW ook het Havenbedrijf Rotterdam betrokken.

  • 3. Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNOV): De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat de bestemmingsplanprocedure van het deelproject onderdoorgang Elst is vertraagd, waardoor de eerder geplande buitendienststellingen voor 2019 verschuiven naar 2020. Daarnaast was gepland om de overwegmaatregelen bij Rheden tegelijkertijd uit te voeren met het project Arnhem Velperpoort. Dit project is echter vertraagd waardoor ook de werkzaamheden en bijbehorende kasuitgaven van het project Rheden verschuiven naar 2020.

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Realisatieprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Oplevering/openstelling

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2019

 

2019

  

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.01

0

0

   

Projecten Nationaal

     

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

26

14

divers

divers

1

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

60

60

divers

divers

 

Kleine projecten Personenvervoer

4

2

divers

divers

 

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)

200

0

divers

divers

 

Reizigersfonds

3

3

nvt

nvt

 

Geluidsmaatregelen HSL-Zuid

72

69

divers

divers

 

Prestatieverbetering HSL-Zuid

61

62

divers

divers

 

Regionale Knelpunten

 

10

   

Projecten Zuid-Nederland

     

Maaslijn

 

10

   

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Sporen Schiedam-Rotterdam

25

1

divers

divers

2

Projecten Oost-Nederland

     

Quick scan decentraal spoor Gelderland

20

21

divers

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

     

Multimodale knoop Schiphol

256

261

divers

divers

 

Overige projecten en reserveringen

     

Studie en innovatiebudget

28

32

   

Totaal programma planuitwerking en verkenning

755

545

   

Begroting (IF 13.03.04)

755

545

   

Toelichting

  • 1. Beter Benutten Decentraal Spoor: Vanuit het programma Beter Benutten Decentraal Spoor wordt via de decentralisatie uitkering bijgedragen aan (decentrale spoor)projecten van provincies en gemeenten. Er is bij € 5,712 miljoen overgeheveld naar het Provinciefonds en het btw-compensatiefonds. Tevens is er vanuit dit programma is € 1 miljoen overgeboekt naar het programma Behandelen en Opstellen als aanvullende bijdrage aan de scope Opstellen station Leeuwarden (o.a. nodig voor de instelling van de kwartierdienst op Sneek-Leeuwarden, één van de maatregelen in het programma Beter Benutten).

  • 2. Sporen Schiedam-Rotterdam: Op basis van de begin 2019 afgesloten bestuursovereenkomst is de rijksbijdrage voor dit project vastgesteld en is besloten de scope uit te voeren onder het PHS project Rijswijk Schiedam. Om die reden is de € 14,5 miljoen overgeboekt naar het projectbudget PHS Rijswijk Schiedam (artikelonderdeel 17.10). De kosten voor beheer, onderhoud en vervanging (deel IenW) voor de periode 2024–2033 bedragen € 1,6 miljoen. Dit bedrag is vooralsnog overgeboekt naar het planuitwerkingsbudget PHS (artikelonderdeel 17.10) en wordt te zijner tijd overgeboekt naar het programma beheer, onderhoud en vervanging. Het resterende niet benodigde budget ad € 8 miljoen is toegevoegd aan de investeringsruimte spoorwegen (artikelonderdeel 20.05).

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Planuitwerkingsprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Oplevering/openstelling

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2019

 

2019

  

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02

45

32

   

Projecten Nationaal

     

Kleine projecten Goederenvervoer

17

26

divers

divers

 1

Overige projecten en reserveringen

     

Projecten in voorbereiding

     

Overige projecten in voorbereiding

     

Gesignaleerde Risico's

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning

62

58

   

Begroting (IF 13.03.05)

62

58

   

Toelichting

  • 1. Kleine projecten goederenvervoer: De zuidzijde van het emplacement Moerdijk is uitgebreid met een werkspoor en een opstelspoor. Het hiervoor benodigde budget (€ 7 miljoen) is vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte spoorwegen deel Regeerakkoordmiddelen Rutte III (artikelonderdeel 20.05). Daarnaast wil de provincie Gelderland een Railterminal Gelderland (RTG) in Valburg realiseren bij het huidige Container Uitwisselpunt (CUP) aan de Betuweroute. Initiatiefnemers willen een opstappunt maken voor het overslaan van containers tussen weg en spoor. De rijksbijdrage ad € 12 miljoen is vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte spoorwegen deel Regeerakkoordmiddelen Rutte III (artikelonderdeel 20.05). € 5 miljoen is toegevoegd aan de investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05), omdat de provincie Limburg niet langer van plan is een spooraansluiting bij VDL NedCar te Born te realiseren (Kamerstukken II 2018/19, 29 984, nr. 858). Tot slot zijn de binnen het programma spoorgoederenvervoer gereserveerde middelen voor onderzoek en verkenning (€ 2,6 miljoen) toegevoegd aan het Studie- en innovatie budget binnen het planuitwerkingsprogramma personenvervoer (artikelonderdeel 13.03.04).

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.

Producten

Projectoverzicht Geïntegreerde contractvormen/PPS (13.04) (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2019

Projectbudget

Contractduur

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

start

eind

 

Projectomschrijving

2019

  

2019

    

Beschikbaarheidsvergoeding

153

155

2

3.632

3.636

2006

2031

 

Rente- en belastingaanpassingen

‒ 12

‒ 19

‒ 7

‒ 139

‒ 126

   

Diverse verwachte afrekeningen

19

8

‒ 11

91

83

   

Totaal (IF 13.04)

160

144

‒ 16

3.584

3.593

   

De rente wordt halfjaarlijks verrekend op basis van de werkelijke Euribor-stand. De belastingaanpassing is een technische, voor de Staat budgettair neutrale, correctie die bij de Belastingdienst leidt tot even grote ontvangsten. De diverse overige verrekeningen hebben met name betrekking op de maatregelen in het kader van zettingsproblematiek en de aanpassing van ERTMS in verband met de Intercity Nieuwe Generatie.

13.07 Rente en aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.

Producten

De subsidie aan ProRail voor rentekosten bedroeg € 10 miljoen, conform begroting. Zie ook toelichting bij 13.02. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2019 bedraagt € 148 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2020 € 75 miljoen aflossen en in 2027 € 73 miljoen.

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Bij de ontwerpbegroting 2019 is het eindsaldo op dit artikelonderdeel overgeboekt naar het nieuwe begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05.02). Daar wordt de voor het Spoor beschikbare investeringsruimte verantwoord.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor beheer, onderhoud en vervanging (artikel 13.02).

Producten

Ontvangstenoverzicht spoorwegen (13.09) (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget 2019

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Concessievergoedingen NS

188

160

‒ 28

Afrekeningen ProRail

0

43

43

Bijdragen van derden

7

1

‒ 6

Totaal

195

204

9

Toelichting

De ontvangsten vallen per saldo € 9 miljoen hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de verantwoording van de afrekening van het voorschot op de subsidies aan ProRail voor Beheer Onderhoud en Vervanging en aanlegprojecten over het jaar 2018 (+ € 43 miljoen), de verrekening met NS van de compensaties voor de treindienst naar België voor de jaren 2015-2018 (- € 19 miljoen), het doorschuiven naar latere jaren van een deel van de HSL-heffing 2018 omdat het tarief nog niet definitief kan worden vastgesteld (– € 9 miljoen) en het doorschuiven naar latere jaren van een deel van de bijdragen van derden (- € 6 miljoen).

Licence