Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004-2005, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Mobiliteitsfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | ||
Verplichtingen | 724.468 | 821.049 | 1.034.388 | 1.035.582 | 1.198.464 | 933.856 | 264.608 | 1 |
Uitgaven | 845.570 | 940.693 | 1.042.935 | 1.385.294 | 1.494.251 | 1.295.676 | 198.575 | |
15.01 Exploitatie | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 11.158 | 10.972 | 10.433 | 539 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 11.158 | 10.972 | 10.433 | 539 | |
15.02 onderhoud en vervanging | 334.496 | 353.574 | 391.031 | 463.177 | 511.648 | 450.556 | 61.092 | |
15.02.01 Onderhoud | 288.844 | 313.815 | 339.381 | 414.571 | 473.488 | 379.582 | 93.906 | 2 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 283.007 | 309.713 | 335.809 | 364.617 | 461.832 | 368.020 | 93.812 | |
15.02.04 Vernieuwing | 45.652 | 39.759 | 51.650 | 48.606 | 38.160 | 70.974 | ‒ 32.814 | 3 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 | 1 | 0 | |
15.03 Ontwikkeling | 159.164 | 195.446 | 226.735 | 277.290 | 390.458 | 357.466 | 32.992 | |
15.03.01 Aanleg | 157.949 | 194.340 | 223.697 | 271.446 | 380.892 | 302.616 | 78.276 | 4 |
15.03.02 Planning en studies | 1.215 | 1.106 | 3.038 | 5.844 | 8.956 | 54.850 | ‒ 45.894 | 5 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 444 | 343 | 1.843 | 4.255 | 8.018 | 1.624 | 6.394 | |
15.03.03 Optimalisering gebruik | 0 | 0 | 0 | 0 | 610 | 0 | 610 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 28.867 | 51.994 | 56.765 | 250.652 | 165.643 | 106.058 | 59.585 | 6 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 314.388 | 330.849 | 357.394 | 383.017 | 415.530 | 371.163 | 44.367 | |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 338.582 | 356.566 | 340.381 | 16.185 | 7 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 338.582 | 356.566 | 340.381 | 16.185 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 44.435 | 58.964 | 30.782 | 28.182 | 8 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 44.435 | 58.964 | 30.782 | 28.182 | |
15.09 Ontvangsten | 81.365 | 130.509 | 112.206 | 97.621 | 44.822 | 74.241 | ‒ 29.419 | 9 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere verplichtingenrealisatie van € 264,6 miljoen betreft een saldo van hogere en lagere verplichtingen.
De hogere verplichtingen (€323,9 miljoen) zijn veroorzaakt door:
– Onderhoud (€90,220 miljoen): het voornaamste deel betreft de eindafrekening van de SLA 2018-2021. Hierbij is het verschil tussen de ontvangen agentschapsbijdrage en de gemaakte kosten over deze periode afgerekend. Daarnaast betreft het de overeenkomst van Beheer en Onderhoud voor de periode 2022-2023, zijn diverse kasschuiven doorgevoerd en is de prijsbijstelling toegevoegd;
– Aanleg (€87,9 miljoen): het voornaamste deel betreft het naar overhevelen van budget van 2023 naar 2022 voor het project Twentekanalen om een deel van de indexering ten aanzien van staal te kunnen betalen. Ook is voor het bekostigen van de subsidieregeling walstroom zeehavens budget overgeboekt van MF subsidie walstroom naar HXII subsidie walstroom zeehavens. Daarnaast betreft het prijsbijstellingen en vertragingen vanuit 2021 die verplicht zijn in 2022.
– Planstudie en Verkenning (€ 15,3 miljoen): De per saldo hogere realisatie wordt veroorzaakt door:
• Er zijn twee budgetoverboekingen gedaan van het MF naar het ministerie van Defensie (- € 11,9 miljoen), waarvan € 9,1 miljoen voor noodsleephulp door de Kustwacht op de Noordzee om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen en € 2,8 miljoen voor uitbreiding van de scope van het project Maritiem Operatie Centrum Kustwacht met een verbeterde connectie op de luchtverkenningscapaciteit.
• Er zijn drie budgetoverboekingen gedaan van het MF naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (- € 6,5 miljoen), waarvan € 6,2 miljoen in het kader van de eerste module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II. EZK heeft deze middelen vervolgens samen met de eigen bijdrage overgeboekt aan RWS-CIV als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP II.
• Een overboeking naar het artikelonderdeel realisatie voor project Lemmer-Delfzijl 2 (- € 7,0 miljoen) voor een opdracht tot aanleg van een glasvezelkabel.
• Reservering Life Cycle Costs (LCC) (- € 20,7 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Wilhelminakanaal (- € 8,5 miljoen): Door vertraging van de uitvoering vanwege stikstof is deze post doorgeschoven naar 2025.
• Reservering verbreding sluiscomplex Kornwerderzand (- € 3,5 miljoen): Door vertraging in de totstandkoming van de bestuursovereenkomst is dit bedrag doorgeschoven naar 2023.
• Reservering Digitale Transport Strategie (- € 1,9 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 2,2 miljoen): overboeking naar HXII voor het vervolg programma Topsector Logistiek 2022.
• Programma Goederenvervoer corridor (- € 11,5 miljoen): Het beschikbare budget voor modal shift van weg naar water is verplaatst van het artikelonderdeel verkenning en planstudies (15.03.02) naar het nieuwe artikelonderdeel optimalisering (15.03.03).
• Verwerking prijsbijstelling 2022 (€ 1,7 miljoen).
• Technische correctie overprogrammering (€ 86,0 miljoen): Per abuis was de verplichtingenstand ontwerpbegroting 2022 ‒ € 86,0 miljoen, terwijl dit altijd nihil dient te zijn. Overprogrammering wordt alleen toegepast op de kasbudgetten.
– Tot slot leiden diverse kleinere mutaties tot per saldo hogere verplichtingen (€ 1,3 miljoen).
DBFM (€82,1 miljoen): dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het creëren van een nieuwe budgetplaats voor het deelproject Selectieve Onttrekking wat onderdeel is van Zeetoegang IJmond. Daarnaast is een ophoging geweest op Selectieve Onttrekking door stijgende staalprijzen en is de prijsbijstelling uitgekeerd.
De lagere verplichtingen (-€59,3 miljoen) zijn veroorzaakt door:
– Reservering Vervanging en Renovatie (- € 59,3 miljoen): door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren.
2. De hogere uitgaven van € 93,9 miljoen zijn veroorzaakt door:
• Een kasschuif van 2023 naar 2022 om de tekorten op beheer en onderhoud op te lossen (€ 45,3 miljoen).
• €20,5 miljoen verwerking van de prijsbijstellingen 2022.
• €22,9 miljoen betreft de afrekening van de SLA 2018-2021, waarbij het verschil tussen ontvangen agentschapsbijdrage en gemaakte kosten over deze periode wordt afgerekend.
• Budgetneutrale overboeking van artikel 12.02 naar artikel 12.06 (- € 32,4 miljoen) op de overeenkomst Beheer en Onderhoud 2022-2023.
• Middelen voor de kosten door het hoogwater in Limburg in juli 2021 (€ 12 miljoen)
• Een bijdrage van het ministerie van EZK voor het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (MIVSP) I en II (€ 18,1 miljoen). In opdracht van EZK verzamelt RWS data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee.
• Verlenging van het Search and Rescue (SAR) contract op de Noordzee (€ 6,0 miljoen). Voor het uitvoeren van de SAR-functie op de Noordzee huurt IenW een helikopter. De administratieve verantwoordelijkheid voor het contract ligt bij het ministerie van IenW (RWS). Het budget voor de verlenging is door het ministerie van Defensie overgeboekt naar IenW .
• Diverse kleinere mutaties leiden tot per saldo hogere uitgaven (€ 1,5 miljoen).
11. De per saldo lagere uitgaven van € 32,8 miljoen zijn veroorzaakt door:
• Verschuivingen vanuit 2021 naar 2022 (€ 24,5 miljoen): dit betreft voornamelijk de Waalbrug. Vanwege het ontbinden van het contract na fase 1 heeft de aannemer een claim ingediend en is de betaling tot realisatie gekomen in 2022 .
• Kasschuiven (- € 16,6 miljoen): Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering tekomen zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk. De kasschuiven binnen het programma Vervanging en Renovatie worden met name veroorzaakt door de projecten: Damwanden Eemskanaal, Brug Itteren en Planuitwerking Maas vervanging van de bediening van de besturing.
• Vertraging programma Vervanging en Renovatie (- € 15,2 miljoen): met name veroorzaakt door de projecten Demkabocht en sluizen Weurt en Heumen.
• Reservering Vervanging en Renovatie (- € 29,9 miljoen): door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren.
• Diverse kleinere mutaties leiden tot per saldo hogere uitgaven (€ 4,4 miljoen).
17. De per saldo hogere uitgaven van € 78,3 miljoen zijn veroorzaakt door:
• De overprogrammering was bij ontwerpbegroting 2022 € 53,2 miljoen. Per einde 2022 is deze nihil en zijn programmering en begroting gelijk.
• Twentekanalen Verruiming Fase 2 (€ 38 miljoen): wordt vrijwel volledig veroorzaakt door de contractueel afgesproken indexeringsregeling van het gebruikte staal.
• Lichteren Buitenhaven IJmuiden (€ 15,6 miljoen): betreft voornamelijk budget wat in 2021 naar 2022 is doorgeschoven en gerealiseerd. Daarnaast is in 2022 meer gerealiseerd voor het ontmantelen van het baggerspeciedepot Averijhaven.
• Toekomstvisie Waal (€ 7,8 miljoen): De kasuitgaven in 2022 zijn hoger dan eerder werd gedacht door de snel toegenomen prijzen van bouw- en grondstoffen, evenals de daaraan gekoppelde indexatiecijfers. Daarnaast moesten op het hoofdcontact ook enkele grote wijzigingen in de werkwijze worden doorgevoerd t.b.v. de emissie uitstoot.
• Vaarweg Lemmer Delfzijl Fase 2 (- € 11,5 miljoen): het project is vertraagd en dat is vrijwel volledig veroorzaakt door contractuele wijzigingen.
• Subsidie Walstroom (- € 26 miljoen): Voor het bekostigen van de subsidieregeling walstroom zeehavens is budget overgeboekt van MF subsidie walstroom naar HXII subsidie walstroom zeehavens.
• Diverse kleinere mutaties leiden tot per saldo hogere uitgaven (€ 1,2 miljoen).
25. De per saldo lagere uitgaven van € 45,9 miljoen zijn veroorzaakt door:
• Er zijn twee budgetoverboekingen gedaan van het MF naar het ministerie van Defensie (- € 11,9 miljoen), waarvan € 9,1 miljoen voor noodsleephulp door de Kustwacht op de Noordzee om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen en € 2,8 miljoen voor uitbreiding van de scope van het project Maritiem Operatie Centrum Kustwacht met een verbeterde connectie op de luchtverkenningscapaciteit.
• Er zijn drie budgetoverboekingen gedaan van het MF naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (- € 6,5 miljoen), waarvan € 6,2 miljoen in het kader van de eerste module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II. EZK heeft deze middelen vervolgens samen met de eigen bijdrage overgeboekt aan RWS-CIV als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP II.
• Een overboeking naar het artikelonderdeel realisatie voor project Lemmer-Delfzijl 2 (- € 7,0 miljoen) voor een opdracht tot aanleg van een glasvezelkabel.
• Reservering Life Cycle Costs (LCC) (- € 20,7 miljoen): De meerjarige reeks voor deze reservering is geactualiseerd, waardoor deze post naar latere jaren is geschoven.
• Reservering Wilhelminakanaal (- € 8,5 miljoen): Door vertraging van de uitvoering vanwege stikstof is deze post doorgeschoven naar 2025.
• Reservering verbreding sluiscomplex Kornwerderzand (- € 3,5 miljoen): Door vertraging in de totstandkoming van de bestuursovereenkomst is dit bedrag doorgeschoven naar 2023.
• Reservering Digitale Transport Strategie (- € 1,9 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 2,2 miljoen): overboeking naar HXII voor het vervolg programma Topsector Logistiek 2022.
• Programma Goederenvervoer corridor (- € 11,5 miljoen): Het beschikbare budget voor modal shift van weg naar water is verplaatst van het artikelonderdeel verkenning en planstudies (15.03.02) naar het nieuwe artikelonderdeel optimalisering (15.03.03).
• Verwerking prijsbijstelling 2022 (€ 1,7 miljoen).
• De overprogrammering was bij ontwerpbegroting 2022 € 26,1 miljoen. Per einde 2022 is deze nihil en zijn programmering en begroting gelijk.
37. De hogere uitgaven van € 59,6 miljoen zijn veroorzaakt door:
• het project Zeetoegang IJmond (€ 59,3 miljoen): voornamelijk door doorgeschoven middelen vanuit 2021 naar 2022 en verwerking prijsbijstelling 2022. Daarnaast zijn de prijzen voor staal toegenomen, dit heeft voornamelijk betrekking op het deelproject Selectieve Onttrekking.
• Diverse kleinere mutaties leiden tot per saldo hogere uitgaven (€ 0,3 miljoen.
40. De hogere uitgaven van € 16,2 miljoen zijn veroorzaakt door een bundeling van kleine mutaties die kleiner zijn dan € 5 miljoen, zoals verwerking van prijsbijstellingen va 2022.
41. De hogere uitgaven van € 28,2 miljoen zijn veroorzaakt door:
• Budgetneutrale overboeking van artikel 12.02 naar artikel 12.06 (€ 32,4 miljoen) op de overeenkomst Beheer en Onderhoud 2022-2023.
• Afrekening SLA 2018-2021 (-€ 5,3 miljoen).
• €1,1 miljoen aan diverse mutaties < € 5 miljoen.
45. De ontvangsten in 2022 waren per saldo € 29,4 miljoen lager dan begroot. Deze lagere realisatie laat zich met name verklaren door:
• Zeetoegang IJmond ( ‒ € 42,2 miljoen): De lagere ontvangst ontstaat doordat de overeenstemming met de Gemeente Amsterdam wel heeft geleid tot het sturen van een factuur, maar deze wordt in Q1 2023 betaald)
• NST ( € 10,0 miljoen): De hogere ontvangst ontstaat door de extra aanvullende bijdrage van Vlaanderen ten behoeve van de risicoreservering.
• Tot slot leiden diverse kleinere ontvangsten tot per saldo een verlaging (€ 2,8 miljoen).
15.01 Exploitatie
Motivering
De activiteiten binnen exploitatie worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van exploitatie en Onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Producten
Bij exploitatie gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (NMCA goederenvervoer integraal 2017), die deels met exploitatie wordt gefaciliteerd. Daarnaast dient de betrouwbaarheid en reistijd op orde te worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van exploitatie zijn:
• Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
• Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015-2016, 34 300 A, nr. 56).
In 2019 is de Kamer geïnformeerd welke maatregelen Rijkswaterstaat samen met de sector heeft geselecteerd om de betrouwbaarheid van reistijden te verbeteren in het kader van Beter Bediend (Kamerstukken, 2018–2019, 31 409, nr. 219).
Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Areaalomschrijving | Eenheid | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 1 |
Bediende objecten | stuks | 242 | 242 | 244 | 243 | 243 | 242 | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2022
Toelichting
1. Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend.
2. In de begroting 2022 werd een afname van de bediende objecten voorzien als gevolg van de sloop van de Roggebotsluis. Deze wordt nu echter in 2023 verwacht, waardoor de realisatie ten opzichte van 2021 gelijk blijft. Verder zijn er een paar ontwikkelingen die elkaar opheffen. Zo is aan de ene kant in 2022 de zeesluis bij IJmuiden in gebruik genomen. Aan de andere kant is in mei 2021 de Gerrit Krolbrug in Groningen aangevaren door een schip. De brug bleek onherstelbaar beschadigd te zijn en moest worden verwijderd. Dit is in 2022 in de realisatiecijfers verwerkt.
15.02 Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Onderhoud en vernieuwing wordt uitgevoerd om het Hoofdvaarwegennet in een staat te houden die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier onderhoud en vernieuwing van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor exploitatie, zoals verkeerscentrales. In bijlage 4 ‘Instandhouding’ van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
15.02.01 OnderhoudEen voorwaarde voor het gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren.
Binnen beheer en onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.
KustwachtDe Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillancevliegtuigen en helikopters.
De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht.
Overdracht Brokx-NatDe nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voorhet onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord. Er is met de provincies Groningen en Drenthe overeenstemming bereikt over de hoogte van de afkoop van het onderhoud, waarmee de overdracht aan de provincies Groningen en Drenthe in 2023 definitief kunnen worden afgerond.
Uitgesteld en achterstallig onderhoudConform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was. Er is sprake van achterstallig onderhoud als de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. Achterstallig onderhoud wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van de netwerken.
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.
Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2022 € 686 miljoen, daarvan was € 7 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2021 is het uitgestelde onderhoud met € 192 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 4 miljoen toegenomen.
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar bijlage 2 bij dit jaarverslag.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdvaarwegen | 414 | 37 | 493 | 3 | 487 | 9 | 494 | 3 | 686 | 7 |
Bron, Rijkswaterstaat, 2022
Meetbare gegevens
Eenheid | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Realisatie x € 1.000 2022 | Begroting x € 1.000 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.082 | 7.082 | 7.071 | 7.071 | 7.071 | 7.071 | 473.488 | 379.582 |
Bron, Rijkswaterstaat, 2022
Toelichting
Het totale areaal is een optelling van zowel hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.426 kilometer als zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.071 kilometer.
Indicator | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Streefwaarde 2022 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,8% | Niet beschikbaar | 0,3% | 2,0% | 0,9% | 0,8% | 1 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,4% | Niet beschikbaar | 0,4% | 1,0% | 2,4% | 0,2% | 2 |
Bron, Rijkswaterstaat, 2022
Toelichting
1. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van de objecten. Er is in de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de registratie van de stremmingen als gevolg van geplande of ongeplande werkzaamheden. Er zijn nog steeds een aantal aandachtspunten waardoor de kwaliteit nog verder kan verbeteren. Dit zijn echter lange termijnacties, die in de komende jaren nog weinig of geen invloed op de data zullen hebben. Met 0,9% ligt de score van geplande stremmingen boven de streefwaarde, maar is gehalveerd ten opzichte van 2021. Er wordt minder gepland onderhoud uitgevoerd dan er in de praktijk nodig is. Het areaal voldoet niet overal aan de streefwaarde en er is sprake van uitgesteld onderhoud.
2. De realisatie van de ongeplande stremmingen voldoet ook niet aan de streefwaarde en is gestegen van 1,0% (2021) naar 2,4% (2022). De hoge scores op de ongeplande stremmingen worden veroorzaakt door uitgesteld onderhoud en intensief gebruik. Hierdoor neemt de kans op ongeplande stremmingen toe.
15.02.04 Vernieuwing
Op dit artikel staan de beschikbare budgetten voor Vernieuwing van het Hoofdvaarwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. De verwachting is dat deze problematiek toeneemt. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vernieuwing aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 8 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. Voor nadere informatie over vernieuwing wordt verwezen naar bijlage 2 'Instandhouding'. In het MIRT projectenoverzicht worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. Vernieuwingen van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het Hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden
15.03 Ontwikkeling
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie- en studie activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.
15.03.01 Aanleg
Producten
In 2022 heeft IenW de volgende mijlpalen gerealiseerd:
Mijlpaal | Project | |
---|---|---|
Start realisatie | ‒ | Twentekanalen, verruiming (fase 2) |
‒ | Verwijderen baggerspecie Averijhaven (onderdeel van Lichteren Buitenhaven IJmuiden) |
Bron, Rijkswaterstaat, 2022
ToelichtingIn 2022 is de relatie gestart van verruiming Twentekanelen (fase 2) en verwijderen baggerspecie Averijhaven.
Kasbudget 2022 | Projectbudget | Openstelling | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | 2022 | |||||
Projecten Nationaal | 0 | |||||||
Beter Benutten | 0 | 16 | 16 | ‒ | ||||
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen | 0 | 101 | 101 | 2018 | ||||
Walradarsystemen | 2 | 2 | 26 | 29 | divers | divers | ||
Regeling Kadermuren | 2 | 2 | 0 | 10 | 10 | |||
Subsidie Walstroom | 26 | 0 | ‒ 26 | 31 | 0 | 1 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | 0 | |||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 0 | 13 | 13 | 2020 | ||||
Lichteren buitenhaven IJmuiden en Energiehaven | 5 | 20 | 15 | 37 | 38 | nnb | nnb | |
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 1 | 6 | 5 | 14 | 14 | 2022 | 2022 | |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes | 0 | 0 | 10 | 10 | 2021 | 2021 | ||
Nieuwe Sluis Terneuzen | 166 | 169 | 3 | 1028 | 1064 | 2023 | 2023 | 2 |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maasroute, modernisering fase 2 | 15 | 14 | ‒ 1 | 657 | 684 | 2023 | 2026 | 3 |
Wilhelminakanaal Tilburg | 0 | 0 | 98 | 98 | 2019 | |||
Wilhelminakanaal Sluis II | 2 | 0 | ‒ 2 | 6 | 7 | |||
Zuid-Willemsvaart; aanleg Maximakanaal en opwaardering tot Veghel | 3 | 3 | 431 | 431 | 2015 | |||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Toekomstvisie Waal | 33 | 41 | 8 | 137 | 142 | 2022 | 2024 | |
Verruiming Twentekanalen fase 2 | 83 | 121 | 38 | 176 | 188 | 2023 | 2023 | 4 |
Projecten Noord-Nederland | 0 | |||||||
Vaarweg Lemmer - Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va | 5 | 0 | ‒ 5 | 293 | 293 | 2019 | 5 | |
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 0 | 0 | 39 | 39 | 2017 | |||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 14 | 3 | ‒ 11 | 26 | 43 | 2017 | 6 | |
Overige projecten | 0 | |||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 3 | 0 | ‒ 3 | 202 | 191 | |||
Afrondingen | 1 | 1 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 356 | 382 | 26 | 3.305 | 3.411 | |||
Realisatieuitgaven op MF 15.03.01 mbt planuitwerking | 14 | 0 | ||||||
Programma realisatie | 370 | 382 | 12 | |||||
Budget realisatie (MF 15.03.01) | 370 | 382 | 12 | |||||
Overprogrammering (-) |
Toelichting
1. Voor het bekostigen van de subsidieregeling walstroom zeehavens is het gehele budget overgeboekt naar HXII subsidie walstroom zeehavens;
2. Het projectbudget is opgehoogd door het toevoegen van een dienstenstijger, het toevoegen van de coronamiddelen op het projectbudget en verwerking van prijsbijstellingen;
3. De verwerking van tegenvallers op dit project heeft geleid tot de ophoging van het projectbudget. Daarnaast zijn de prijsbijstellingen verwerkt;
4. Het hogere projectbudget van € 12 miljoen is het gevolg van het toevoegen van aanvullend budget vanwege vertragingskosten a.g.v. het aanpassen ontwerp (damwanden). Hierdoor waren er extra kosten bij o.a. het ontwerpproces en is de start van de uitvoering vertraagd. De hogere uitgaven van € 38 miljoen zijn vrijwel volledig veroorzaakt door de contractueel afgesproken indexeringsregeling van het gebruikte staal;
5. De projecten Lemmer Delfzijl 1 en 2 hebben een hoger projectbudget door het toevoegen van middelen voor tegenvallers rondom de BTW-afdracht , het betreft een naheffing;
6. Het hogere projectbudget van € 15 miljoen is het gevolg van het toevoegen van de opdracht aanleg van een glasvezelring, ten behoeve van de bediening van de HLD-objecten in Noord-Nederland. De lagere uitgaven van € 11 miljoen zijn vrijwel volledig veroorzaakt door contractuele wijzigingen.
Projectbudget | TB | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | huidig | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | 2022 | ||||
Realisatieuitgaven op MF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | ‒ 28 | ‒ 41 | nvt | nvt | nvt | nvt | |
Planuitwerkingsuitgaven op MF 15.03.02 mbt het realisatieprogramma | 14 | 15 | nvt | nvt | nvt | nvt | |
Projecten Nationaal | |||||||
Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen | 20 | 37 | nvt | nvt | nvt | nvt | 1 |
Reservering voor LCC | 306 | 346 | nvt | nvt | nvt | nvt | 2 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 6 | 7 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 28 | 30 | 2023 | ntb | 3 | ||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Capaciteit Volkeraksluizen | 157 | 165 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil | 10 | 10 | 2016 | 2016 | 2025-2027 | 2025-2027 | |
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 38 | 39 | 2026-2028 | 2026-2028 | |||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 29 | 30 | 2019 | 2019 | 2023-2024 | 2023-2024 | |
Projecten Noord-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 97 | 102 | 2017 | 2017 | 2024-2028 | 2024-2028 | |
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand | 237 | 231 | 2025-2028 | 2025-2028 | |||
Overige projecten en reserveringen | 878 | 1.483 | 4 | ||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Kreekraksluizen | |||||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Verkenning IJssel fase 2 | |||||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde risico's | |||||||
afrondingen | 1 | ‒ 1 | |||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.793 | 2.453 | |||||
begroting (MF 15.03.02) | 1.793 | 2.453 |
Toelichting
1. Voor de planfase voor het vervangen van de industriële automatisering op de Vaarweg Lemmer-Delfzijl is € 15 miljoen overgeboekt van project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2. Verder is door het verminderen met de realisatie 2021, het bijtellen met de extrapolatie naar 2036 en prijsbijstelling 2022 de bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen met € 2 miljoen toegenomen;
2. Door de extrapolatie naar 2036 en prijsbijstelling 2022 is de reservering voor Life Cycle Costs (LCC) met € 40 miljoen toegenomen;
3. De mijlpalen voor het project zijn nader te bepalen, tot duidelijk is wanneer het project van de beschikbare capaciteit aan stikstofdeskundigen gebruik kan maken (TK 35 925 A nr. 76);
4. Het verschil tussen het huidige en het begrote projectbudget van € 605 miljoen wordt als volgt verklaard:
• Als gevolg van de bouw van windparken op de Noordzee zijn aanvullende maatregelen nodig om de scheepvaartveiligheid te borgen. Daartoe is € 568 miljoen ontvangen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Op artikel 15 is € 756 miljoen gereserveerd voor de implementatie van de maatregelen.
• Door de extrapolatie naar 2036 en prijsbijstelling 2022 zijn de projecten en reserveringen met € 94 miljoen toegenomen.
• IenW boekt over de periode 2022-2029 in totaal € 22 miljoen over naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), ten behoeve van werkzaamheden van Rijkswaterstaat (RWS) in het kader van de eerste module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II, specifiek de nautische sensoren in windpark Hollandse Kust (west) voor de jaren 2022-2029, zijnde het IenW-aandeel in deze opdracht. EZK zal deze middelen vervolgens, samen met de eigen bijdrage, overboeken naar Rijkswaterstaat als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP II voor wat betreft de betreffende werkzaamheden (module Hollandse Kust (west) 2022-2029).
• Het beschikbare budget van € 36 miljoen voor modal shift van weg naar water is verplaatst van het artikelonderdeel planning en studies naar het nieuwe artikelonderdeel optimalisering.
15.03.03 Optimalisering gebruik
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de vaarwegen bevorderen. Dit zijn maatregelen die door RWS worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de optimalisatie van logistieke routes om modal shift te bevorderen.
Producten
Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|
begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | |||
Modal shift van weg naar water | 0 | 36 | |||
Totaal uitvoeringsprogramma | 0 | 36 | |||
begroting (MF 15.03.03) | 0 | 36 |
Toelichting
1. Gedurende 2022 is het project modal shift weg naar water ontstaan. Hiervoor is € 36 miljoen aan het projectbudget toegevoegd.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFMcontract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht. De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Vernieuwing en Vervanging).
Producten
De projecten Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, sluis Eefde en Zeetoegang Ijmond zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Kasbudget 2022 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2022 | 2022 | 2022 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 15 | 15 | 0 | 400 | 406 | 2019 | 2019 | |
Zeetoegang IJmond | 82 | 142 | 60 | 1104 | 1.182 | 2022 | 2022 | 1 |
Projecten Zuid-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 5 | 7 | 2 | 155 | 157 | 2020 | 2020 | |
Keersluis Limmel | 3 | 3 | 0 | 91 | 92 | 2018 | 2018 | |
Afrondingen | 1 | ‒ 1 | ‒ 2 | ‒ 1 | 1 | |||
Totaal uitvoeringsprogramma | 106 | 166 | 60 | 1.749 | 1.838 | |||
begroting (MF 15.04) | 106 | ‒ 106 |
Toelichting
1. De ophoging van het projectbudget komt voornamelijk doordat de prijzen van staal zijn toegenomen, dit heeft voornamelijk betrekking op het project Selectieve Onttrekkingen
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.