(1) Stand vastgestelde begroting 2017 | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 | (3) Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 | (4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd | (5) Realisatie | (6)=(5)-(4) Slotverschillen (+ of -) | |
---|---|---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN | 650.823 | 23.690 | 55.429 | 729.942 | 662.357 | – 67.585 |
Waarvan garantieverplichtingen | 120.015 | – 615 | 120.000 | 49.379 | – 70.621 | |
UITGAVEN | 538.382 | 24.442 | 52.282 | 615.106 | 614.513 | – 593 |
Subsidies | 31.674 | 15.013 | 6.267 | 52.954 | 47.117 | – 5.837 |
Duurzame veehouderij | 10.181 | 16.000 | – 706 | 25.475 | 16.464 | – 9.011 |
Bedrijfsbeëindiging melkveehouderij (Stoppersregeling) | 23.000 | – 3.000 | 20.000 | 13.713 | – 6.287 | |
Maatregelen fosfaatreductie pakket | 7.000 | – 7.000 | ||||
Investeringsregeling duurzame stallen | 40 | 832 | 872 | 762 | – 110 | |
Regeling fijnstofmaatregelen | 2.014 | 1.751 | 3.765 | 1.246 | – 2.519 | |
Overig | 1.127 | – 289 | 838 | 744 | – 94 | |
Plantaardige productie | 7.937 | 180 | 2.446 | 10.563 | 7.496 | – 3.067 |
Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG) | 7.100 | – 1.000 | 6.100 | 3.984 | – 2.116 | |
Marktintroductie energie innovaties (MEI) | 789 | 1.000 | 2.446 | 4.235 | 3.290 | – 945 |
Overig | 48 | 180 | 228 | 221 | – 7 | |
Visserij | 7.360 | – 390 | 6.970 | 7.195 | 225 | |
Regelingen onder het nieuwe EFMZV | 7.360 | – 390 | 6.970 | 6.970 | ||
Overig visserij | 225 | 225 | ||||
Agrarisch ondernemerschap | 5.324 | – 6 | 5.318 | 5.695 | 377 | |
Brede weersverzekering | 5.324 | – 6 | 5.318 | 5.651 | 333 | |
Investeringsregeling jonge agrariërs | 44 | 44 | ||||
Overig | ||||||
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 872 | – 777 | 95 | 34 | – 61 | |
Overig (onder meer tegemoetkoming Vamil | 872 | – 777 | 95 | 34 | – 61 | |
Apurement | 2.733 | 2.733 | 8.312 | 5.579 | ||
Regeling apurement | 2.733 | 2.733 | 8.312 | 5.579 | ||
Begrotingsreserves | 1.800 | 1.800 | 1.920 | 120 | ||
Begrotingsreserve landbouw | 1.800 | 1.800 | 1.812 | 12 | ||
Begrotingsreserve apurement | 108 | 108 | ||||
Garanties | 2.515 | 600 | – 15 | 3.100 | 2.682 | – 418 |
Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit | 8 | 7 | – 15 | 632 | 632 | |
Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit | 2.500 | 600 | 3.100 | 2.050 | – 1.050 | |
Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI) | 7 | – 7 | ||||
Opdrachten | 111.866 | – 8.639 | 11.250 | 114.475 | 117.397 | 2.922 |
Duurzame veehouderij | 2.866 | 364 | 423 | 3.653 | 2.896 | – 757 |
Mestbeleid | 2.292 | – 464 | 1.418 | 3.246 | 2.950 | – 296 |
Plantaardige productie | 2.306 | – 275 | – 422 | 1.609 | 1.416 | – 193 |
Plantgezondheid | 1.980 | – 24 | – 146 | 1.810 | 1.360 | – 450 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 5.654 | – 944 | 2.877 | 7.588 | 6.680 | – 908 |
Voedselagenda | 20.000 | – 12.472 | – 844 | 6.684 | 4.412 | – 2.272 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 3.635 | – 1.268 | 942 | 3.309 | 11.138 | 7.829 |
Visserij | 1.029 | – 120 | 704 | 1.613 | 1.243 | – 370 |
Agrarisch ondernemerschap | 2.398 | 45 | – 6 | 2.437 | 2.114 | – 323 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 69.706 | 6.519 | 6.304 | 82.528 | 83.189 | 661 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 78.125 | 345 | 520 | 78.990 | 79.327 | 337 |
Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken | 903 | 318 | 1.221 | 1.144 | – 77 | |
Wageningen Research kennisbasis en wettelijke taken | 78.518 | 967 | – 2.091 | 74.394 | 74.443 | 49 |
Zon-MW (dierproeven) | 4 | 4 | – 4 | |||
College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden | 978 | 100 | 2.281 | 3.359 | 3.740 | 381 |
Centrale Commissie Dierproeven | 726 | – 726 | 12 | 12 | – 12 | |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 9.863 | 222 | 5.678 | 15.763 | 21.263 | 5.500 |
Diergezondheidsfonds | 9.863 | 222 | 5.678 | 15.763 | 21.263 | 5.500 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 9.378 | 689 | 10.067 | 9.975 | – 92 | |
FAO en overige contributies | 9.378 | 689 | 10.067 | 9.975 | – 92 | |
Bijdragen aan agentschappen | 294.961 | 16.212 | 28.582 | 339.755 | 336.754 | – 3.001 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 154.810 | – 4.025 | 5.547 | 156.332 | 157.072 | 740 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 127.233 | 19.657 | 22.186 | 169.076 | 165.342 | – 3.734 |
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu | 5.620 | 580 | 555 | 6.755 | 6.827 | 72 |
Rijksrederij | 7.298 | 294 | 7.592 | 7.513 | – 79 | |
ONTVANGSTEN | 57.398 | 17.613 | 29.823 | 104.834 | 110.457 | 5.623 |
Mestbeleid | 7.209 | – 1.400 | 5.809 | 6.917 | 1.108 | |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 500 | 790 | 3.000 | 4.290 | 6.580 | 2.290 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 15.926 | 15.926 | 14.428 | – 1.498 | ||
Visserij | 6.993 | 6.993 | 5.688 | – 1.305 | ||
Agrarisch ondernemerschap (2017 stoppersregeling) | 245 | 17.000 | 17.245 | 11.331 | – 5.914 | |
Agroketens | 10.640 | 10.640 | 10.222 | – 418 | ||
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 12.062 | 13.050 | 25.112 | 23.326 | – 1.786 | |
Agrarische innovatie en overig | 268 | 268 | ||||
Plant en diergezondheid | 253 | 253 | ||||
Baten lasten diensten | 471 | 471 | ||||
Garanties (provisies Borgstellingsfaciliteit) | 1.800 | 600 | 2.400 | 2.683 | 283 | |
Begrotingsreserves | 12.663 | – 777 | 4.533 | 16.419 | 28.290 | 11.871 |
Toelichting op de verplichtingen
De voornaamste oorzaak voor de lagere verplichting is dat er minder garantieverplichtingen zijn aangegaan dan het plafond voor leningen waarop een garantstelling van de Borgstelling MKB landbouwkredieten (BL) rust.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
De lagere uitgaven voor subsidies zijn het gevolg van lagere uitgaven (– € 6,3 mln) voor de regeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij, onderdeel van het fosfaatreductieplan, waaraan de melkveehouderijsector heeft bijgedragen. Na de openstellingen die hiervoor gedaan zijn, is een deel van het bedrag niet nodig gebleken. Het van de sector te ontvangen bedrag ten behoeve van deze regeling is daarmee ook lager (zie lagere ontvangsten bij Agrarisch ondernemerschap, hier worden onder andere de Stoppersregeling ontvangsten geboekt). Daarnaast zijn er lagere uitgaven voor de regeling fijnstofmaatregelen. Deze regeling is beëindigd. Er vinden enkel nog betalingen plaats. Bij de afrekening van projecten is gebleken, dat niet altijd de toegezegde bedragen geheel tot betaling komen, waardoor er minder uitgaven zijn gedaan dan geraamd.
Apurement
De hogere uitgaven voor apurement (€ 5,5 mln) hebben betrekking op correcties van de EU met betrekking tot de uitvoering van regelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Visserijbeleid (GVB), omdat declaraties na audits niet volledig zijn goedgekeurd. Het betreft correcties voor onder andere FresQ, POP2, vergoeding schoolfruit en betaaltermijnen. In de Nationale Verklaring over het financieel beheer van de Europese fondsen in gedeeld beheer worden de correcties nader toegelicht.
Opdrachten
De hogere uitgaven voor opdrachten zijn voornamelijk het gevolg van uitgaven op de post Voedselzekerheid en internationaal en Europees Landbouwbeleid, waarop uitgaven die betrekking hebben op Europese fondsen zijn verantwoord die niet door de EC worden vergoed. Het betreft voornamelijk uitgaven die in voorgaande jaren zijn gedaan en die zijn gedeclareerd bij het Europees Visserijfonds, maar waarop de Europese Commissie correcties heeft opgelegd. Deze uitgaven zijn nu uit nationale middelen binnen de begroting verantwoord en gedekt uit de begrotingsreserve visserij.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Als gevolg van de fipronil-besmetting kunnen pluimveehouders uitstel van betaling aanvragen voor de heffingen die in het najaar 2017 zijn opgelegd. De verwachting was dat hierdoor een groot deel van de pluimveeheffingen pas in 2018 ontvangen zou worden. De ontvangstenraming in het Diergezondheidsfonds (DGF) werd met € 12,1 mln naar beneden bijgesteld. Als compensatie van de lagere sectorontvangsten is vanuit artikel 6 in totaal € 11,4 mln in het DGF gestort. Hiervan was € 5,9 mln reeds bij Najaarsnota op artikel 6 geraamd. De storting van € 5,5 mln bij Slotwet was om het liquiditeitssaldo op peil te houden, wat noodzakelijk is om ingeval van een dierziekte-uitbraak de kosten direct te kunnen betalen. Zie ook ontvangsten begrotingsreserves en brief aan TK Begrotingswijzigingen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2017 Economische Zaken (Kamerstuk, 34 845 XIII, nrs. 1 en 2).
Bijdragen aan agentschappen
De lagere uitgaven voor agentschappen komen voort uit een te hoge raming voor RVO.nl. In de 2e suppletoire begroting 2017 zijn extra uitgaven geraamd voor de opdracht aan RVO.nl voor taken die zowel op artikel 6 als artikel 8 betrekking hebben. De mutatie is abusievelijk volledig op artikel 6 verwerkt. De realisatie op artikel 6 is daarom lager dan de raming en op artikel 8 hoger.
Toelichting op de ontvangsten
De lagere ontvangsten voor Agrarisch ondernemerschap hebben te maken met de Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij (ook wel «Stoppersregeling» genoemd) uit het Fosfaatreductieplan, waaraan de sector en EZ een bijdrage hebben geleverd. De oorspronkelijk voorziene bijdrage van de sector was hoger dan het benodigde bedrag dat nodig was na openstelling van de subsidieregeling. De hogere ontvangsten voor Begrotingsreserves hebben betrekking op hogere onttrekkingen uit de reserve apurement en de reserve visserij ten behoeve van betaling van EU-correcties. Zie ook toelichting op de begrotingsreserves.
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Visserij
Stand 1/1/2017 | 18,7 |
+ Storting | 6,0 |
– Onttrekking | 7,2 |
Stand per 31/12/2017 | 17,4 |
De storting is het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 die behouden blijft voor toekomstige uitgaven.
De onttrekking uit de reserve visserij heeft betrekking op uitgaven die in voorgaande jaren zijn gedaan en die zijn gedeclareerd bij het Europees Visserijfonds, maar waarop de Europese Commissie correcties heeft opgelegd. Deze uitgaven worden nu uit nationale middelen binnen de begroting verantwoord onder Voedselzekerheid en internationaal en Europees Landbouwbeleid en gedekt uit de begrotingsreserve visserij.
Begrotingsreserve Landbouw
Stand 1/1/2017 | 28,1 |
+ Storting | 1,8 |
– Onttrekking1 | 3,2 |
Stand per 31/12/2017 | 26,7 |
De storting is een gevolg van middelen uit rentebaten van het cacaobufferstockfonds dat beheerd werd door het voormalig Productschap Akkerbouw en die ontvangen zijn van de Vereffeningsorganisatie PBO’s. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor projecten die bijdragen aan een duurzame cacaoconsumptie- en productie. Omdat de uitgaven over meerdere jaren plaatsvinden, is een deel van het ontvangen bedrag in de reserve landbouw gestort en wordt daaruit in volgende jaren onttrokken. De onttrekking wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die eerder zijn aangegaan, te kunnen doen. De grootste posten zijn uitgaven voor het landelijk meetnet mestbeleid en voor het aanhouden van een crisisorganisatie bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, waardoor gekwalificeerd personeel aanwezig is bij verdenkingen van dierziekten.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Stand 1/1/2017 | 13,5 |
+ Storting | 0,6 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2017 | 14,2 |
De ontvangen provisies zijn hoger dan nodig is ter dekking van betaalde verliesdeclaraties. Het verschil is in de reserve gestort ten behoeve van toekomstige verliesdeclaraties.
Begrotingsreserve apurement
Stand 1/1/2017 | 117,2 |
+ Storting | 0,1 |
– Onttrekking | 15,5 |
Stand per 31/12/2017 | 101,8 |
De onttrekking is gedaan voor uitgaven die betrekking hebben op correcties van de EU met betrekking tot de uitvoering van regelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en Visserijbeleid (GVB), omdat declaraties na audits niet volledig zijn goedgekeurd. Het betreft correcties voor onder andere het plattelandsontwikkelingsprogramma, vergoeding schoolfruit en betaaltermijnen. In de Nationale Verklaring over het financieel beheer van de Europese fondsen in gedeeld beheer worden de correcties nader toegelicht. Daarnaast is de begrotingsreserve middels een onttrekking naar beneden bijgesteld, omdat de reserve naar huidige inzichten toereikend is.