Op dit artikel zijn de personele- en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM21, CPB en SodM). De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel onder SSO DICTU een raming voor de bijdragen aan agentschappen voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN | 403.194 | 385.185 | 278.382 | 272.722 | 268.078 | 274.587 | 275.379 |
UITGAVEN | 403.194 | 385.185 | 278.382 | 272.722 | 268.078 | 274.587 | 275.379 |
Personele uitgaven | 258.940 | 229.986 | 190.251 | 186.397 | 183.439 | 192.444 | 193.520 |
– waarvan eigen personeel | 225.316 | 184.152 | 165.146 | 160.908 | 158.088 | 156.744 | 154.424 |
– waarvan externe inhuur | 11.127 | 9.011 | 7.607 | 7.576 | 7.555 | 7.555 | 7.555 |
– waarvan overige personele uitgaven | 22.497 | 36.823 | 17.498 | 17.913 | 17.796 | 28.145 | 31.541 |
Materiële uitgaven | 144.254 | 155.199 | 88.131 | 86.325 | 84.639 | 82.143 | 81.859 |
– waarvan ICT1 | 7.451 | 19.406 | 20.278 | 15.958 | 11.558 | 11.558 | 11.558 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU) | 32.257 | 25.012 | 15.738 | 15.738 | 15.738 | 15.738 | 15.738 |
– waarvan SSO DICTU | 60.949 | 75.408 | 26.285 | 24.282 | 19.283 | 19.276 | 19.276 |
– waarvan overige materiële uitgaven | 43.597 | 35.373 | 25.830 | 30.347 | 38.060 | 35.571 | 35.287 |
ONTVANGSTEN | 25.893 | 36.370 | 25.426 | 25.426 | 25.437 | 25.426 | 24.781 |
– waarvan ACM | 18.204 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 |
– waarvan SoDM | 229 | 4.050 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 |
– waarvan CPB | 1.718 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 |
– waarvan kerndepartement | 5.742 | 12.543 | 2.499 | 2.499 | 2.510 | 2.499 | 1.854 |
Toelichting op de uitgaven
Personele uitgaven
Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2019 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven zijn de uitgaven van het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisatie DLG, wachtgelduitgaven en personeelsgerelateerde kosten zoals kosten woon-werkverkeer geraamd.
Voor 2019 wordt voor het totaal van het concern EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim onder de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK. De inhuur van externen bij het kerndepartement en de diensten blijft in de komende jaren naar verwachting (ver) onder de Roemer-norm. De norm wordt overschreden door RVO en DICTU.
Percentage externe inhuur | 20171 | 20182 | 20193 |
---|---|---|---|
Kerndepartement | 4,1% | 3,0% | 2,8% |
Autoriteit Consument & Markt | 5,9% | 8,0% | 8,3% |
Centraal Planbureau | 2,5% | 3,4% | 1,3% |
Staatstoezicht op de Mijnen | 9,9% | 9,4% | 7,3% |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 17,8% | 21,1% | 19,0%4 |
Agentschap Telecom | 10,0% | 10,0% | 10,0% |
Dienst ICT Uitvoering | 63,3% | 51,2% | 52,2% |
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit | 8,9% | – | – |
Agentschap NEa | – | 9,5% | 8,5% |
Totaal | 19,6% | 22,1% | 22,3% |
De percentages externe inhuur 2017 van voormalig EZ (nu EZK en LNV), conform opgave in Jaarverslag 2017.
Vanwege de transitie van voormalig EZ naar twee aparte departementen gedurende 2018, is het niet mogelijk om voor het kerndepartement onderscheid te maken tussen externe inhuur van EZK en LNV. Voor 2018 is daarom het percentage weergegeven voor het totaal van beide departementen. Vanwege de herverkavelingen uit het Regeerakkoord valt het Agentschap NEa m.i.v. 2018 onder EZK en maakt de NVWA m.i.v. 2018 onderdeel uit van LNV.
-
• Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.
-
• RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening.
Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichter bij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU en RVO zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die boven de Roemer-norm scoren (DICTU, RVO). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben in 2017 een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:
-
• Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
-
• Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.
In de agentschapsparagraaf worden de uitgaven aan externe inhuur bij DICTU en RVO verder toegelicht.
Materiële uitgaven
Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk en Dienst ICT Uitvoering (DICTU). De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SoDM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten.
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s
De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Apparaatsuitgaven Departement | 403.194 | 385.185 | 278.382 | 272.722 | 268.078 | 274.587 | 275.379 |
Kerndepartement (beleid en staf) | 308.055 | 290.135 | 186.685 | 186.987 | 182.795 | 189.560 | 190.352 |
Apparaatsuitgaven diensten | 95.139 | 95.050 | 91.697 | 85.735 | 85.283 | 85.027 | 85.027 |
Centraal Planbureau (CPB) | 15.963 | 16.218 | 14.575 | 14.627 | 14.171 | 13.915 | 13.915 |
Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 | 69.392 | 64.535 | 63.013 | 59.398 | 59.401 | 59.401 | 59.401 |
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) | 9.784 | 14.297 | 14.109 | 11.710 | 11.711 | 11.711 | 11.711 |
2. Apparaatskosten Agentschappen | 854.046 | 852.816 | 811.898 | 742.938 | 740.983 | 745.243 | 759.376 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) | 541.485 | 559.247 | 502.601 | 436.431 | 431.538 | 430.865 | 439.838 |
Agentschap Telecom (AT) | 47.271 | 47.797 | 46.184 | 46.549 | 46.381 | 46.214 | 46.174 |
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) | 258.790 | 239.103 | 253.450 | 250.250 | 255.250 | 260.350 | 265.550 |
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) | 6.500 | 6.669 | 9.663 | 9.708 | 7.814 | 7.814 | 7.814 |
3. Apparaatskosten ZBO’s en RWT’s | 813.071 | 854.676 | |||||
Centraal Bureau voor de Statistiek | 185.596 | 188.446 | |||||
Stichting COVA | 1.314 | 1.640 | |||||
Raad voor Accreditatie | 13.572 | 12.983 | |||||
Bestuur Autoriteit Consument en Markt | 641 | 696 | |||||
TNO | 426.367 | 455.611 | |||||
Kamers van Koophandel | 185.581 | 195.300 |
Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 14,4 mln in 2019 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).
In de tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.
2019 | |
---|---|
Totaal apparaat | 278.382 |
DG Energie, Telecom en Mededinging | 27.343 |
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 24.103 |
Kerndepartement overig en diensten | 226.936 |
Dit betreft de personeelsuitgaven van het kerndepartement en diensten. Materiële kosten worden verantwoord op het onderdeel kerndepartement en diensten.
Taakstelling Rijksdienst van het huidige kabinet
De taakstelling Rijksdienst is als volgt ingevuld ten laste van het centrale apparaatsartikel 40 en ten laste van de bijdragen aan ZBO’s en agentschappen op de diverse beleidsartikelen.
2017 | 2018 | Structureel | |
---|---|---|---|
Departementale taakstelling Rijksdienst | 69.565 | 91.089 | 91.089 |
Totaal kerndepartement en diensten | 24.631 | 35.089 | 35.089 |
Agentschappen | |||
DICTU | 5.506 | 7.422 | 7.422 |
AT | 552 | 845 | 845 |
RVO.nl | 15.665 | 19.551 | 19.551 |
NEa | 180 | 269 | 269 |
Totaal Agentschappen | 21.903 | 28.087 | 28.087 |
ZBO’s en RWT’s | |||
CBS | 10.556 | 12.869 | 12.869 |
Verispect/VSL | 1.113 | 1.330 | 1.330 |
TNO | 6.903 | 8.416 | 8.416 |
KvK | 3.691 | 4.500 | 4.500 |
Overig | 768 | 798 | 798 |
Totaal ZBO’s en RWT’s | 23.031 | 27.913 | 27.913 |