Base description which applies to whole site

40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele- en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM21, CPB en SodM). De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel onder SSO DICTU een raming voor de bijdragen aan agentschappen voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

Apparaatsuitgaven kerndepartement en diensten Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

VERPLICHTINGEN

403.194

385.185

278.382

272.722

268.078

274.587

275.379

UITGAVEN

403.194

385.185

278.382

272.722

268.078

274.587

275.379

               

Personele uitgaven

258.940

229.986

190.251

186.397

183.439

192.444

193.520

– waarvan eigen personeel

225.316

184.152

165.146

160.908

158.088

156.744

154.424

– waarvan externe inhuur

11.127

9.011

7.607

7.576

7.555

7.555

7.555

– waarvan overige personele uitgaven

22.497

36.823

17.498

17.913

17.796

28.145

31.541

Materiële uitgaven

144.254

155.199

88.131

86.325

84.639

82.143

81.859

– waarvan ICT1

7.451

19.406

20.278

15.958

11.558

11.558

11.558

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

32.257

25.012

15.738

15.738

15.738

15.738

15.738

– waarvan SSO DICTU

60.949

75.408

26.285

24.282

19.283

19.276

19.276

– waarvan overige materiële uitgaven

43.597

35.373

25.830

30.347

38.060

35.571

35.287

               

ONTVANGSTEN

25.893

36.370

25.426

25.426

25.437

25.426

24.781

– waarvan ACM

18.204

18.134

18.134

18.134

18.134

18.134

18.134

– waarvan SoDM

229

4.050

3.150

3.150

3.150

3.150

3.150

– waarvan CPB

1.718

1.643

1.643

1.643

1.643

1.643

1.643

– waarvan kerndepartement

5.742

12.543

2.499

2.499

2.510

2.499

1.854

1

Het totaal van de ICT uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven

Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2019 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven zijn de uitgaven van het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisatie DLG, wachtgelduitgaven en personeelsgerelateerde kosten zoals kosten woon-werkverkeer geraamd.

Voor 2019 wordt voor het totaal van het concern EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim onder de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK. De inhuur van externen bij het kerndepartement en de diensten blijft in de komende jaren naar verwachting (ver) onder de Roemer-norm. De norm wordt overschreden door RVO en DICTU.

Percentage externe inhuur

20171

20182

20193

Kerndepartement

4,1%

3,0%

2,8%

Autoriteit Consument & Markt

5,9%

8,0%

8,3%

Centraal Planbureau

2,5%

3,4%

1,3%

Staatstoezicht op de Mijnen

9,9%

9,4%

7,3%

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

17,8%

21,1%

19,0%4

Agentschap Telecom

10,0%

10,0%

10,0%

Dienst ICT Uitvoering

63,3%

51,2%

52,2%

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

8,9%

Agentschap NEa

9,5%

8,5%

Totaal

19,6%

22,1%

22,3%

1

De percentages externe inhuur 2017 van voormalig EZ (nu EZK en LNV), conform opgave in Jaarverslag 2017.

2

Vanwege de transitie van voormalig EZ naar twee aparte departementen gedurende 2018, is het niet mogelijk om voor het kerndepartement onderscheid te maken tussen externe inhuur van EZK en LNV. Voor 2018 is daarom het percentage weergegeven voor het totaal van beide departementen. Vanwege de herverkavelingen uit het Regeerakkoord valt het Agentschap NEa m.i.v. 2018 onder EZK en maakt de NVWA m.i.v. 2018 onderdeel uit van LNV.

3

De percentages externe inhuur 2019 betreffen uitsluitend EZK.

4

Dit percentage is inclusief een inschatting van personele uitgaven door extra werkzaamheden.

  • Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.

  • RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening.

Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichter bij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU en RVO zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die boven de Roemer-norm scoren (DICTU, RVO). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben in 2017 een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:

  • Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.

  • Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.

In de agentschapsparagraaf worden de uitgaven aan externe inhuur bij DICTU en RVO verder toegelicht.

Materiële uitgaven

Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk en Dienst ICT Uitvoering (DICTU). De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SoDM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s

De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Apparaatsuitgaven Departement

403.194

385.185

278.382

272.722

268.078

274.587

275.379

Kerndepartement (beleid en staf)

308.055

290.135

186.685

186.987

182.795

189.560

190.352

Apparaatsuitgaven diensten

95.139

95.050

91.697

85.735

85.283

85.027

85.027

Centraal Planbureau (CPB)

15.963

16.218

14.575

14.627

14.171

13.915

13.915

Autoriteit Consument en Markten (ACM)1

69.392

64.535

63.013

59.398

59.401

59.401

59.401

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)

9.784

14.297

14.109

11.710

11.711

11.711

11.711

2. Apparaatskosten Agentschappen

854.046

852.816

811.898

742.938

740.983

745.243

759.376

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

541.485

559.247

502.601

436.431

431.538

430.865

439.838

Agentschap Telecom (AT)

47.271

47.797

46.184

46.549

46.381

46.214

46.174

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

258.790

239.103

253.450

250.250

255.250

260.350

265.550

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

6.500

6.669

9.663

9.708

7.814

7.814

7.814

3. Apparaatskosten ZBO’s en RWT’s

813.071

854.676

         

Centraal Bureau voor de Statistiek

185.596

188.446

         

Stichting COVA

1.314

1.640

         

Raad voor Accreditatie

13.572

12.983

         

Bestuur Autoriteit Consument en Markt

641

696

         

TNO

426.367

455.611

         

Kamers van Koophandel

185.581

195.300

         
1

Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 14,4 mln in 2019 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).

In de tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.

Tabel apparaatsuitgaven per dienstonderdeel van het kerndepartement en diensten Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

2019

Totaal apparaat

278.382

DG Energie, Telecom en Mededinging

27.343

DG Bedrijfsleven en Innovatie

24.103

Kerndepartement overig en diensten

226.936

Dit betreft de personeelsuitgaven van het kerndepartement en diensten. Materiële kosten worden verantwoord op het onderdeel kerndepartement en diensten.

Taakstelling Rijksdienst van het huidige kabinet

De taakstelling Rijksdienst is als volgt ingevuld ten laste van het centrale apparaatsartikel 40 en ten laste van de bijdragen aan ZBO’s en agentschappen op de diverse beleidsartikelen.

Extracomptabele tabel invulling taakstelling (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling Rijksdienst

69.565

91.089

91.089

       

Totaal kerndepartement en diensten

24.631

35.089

35.089

Agentschappen

     

DICTU

5.506

7.422

7.422

AT

552

845

845

RVO.nl

15.665

19.551

19.551

NEa

180

269

269

Totaal Agentschappen

21.903

28.087

28.087

ZBO’s en RWT’s

     

CBS

10.556

12.869

12.869

Verispect/VSL

1.113

1.330

1.330

TNO

6.903

8.416

8.416

KvK

3.691

4.500

4.500

Overig

768

798

798

Totaal ZBO’s en RWT’s

23.031

27.913

27.913

21

De leden van het Bestuur ACM vormen een ZBO. De uitgaven voor dit ZBO zijn geraamd op beleidsartikel 1.

Licence