De overheid beschermt nabestaande partners en wezen voor zover nodig tegen de financiële gevolgen van het verlies van partner of ouders.
De overheid vindt dat mensen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s) en die vanwege de zorg voor een kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) in een eigen inkomen kunnen voorzien, verzekerd moeten zijn van financiële ondersteuning. Daarom regelt zij in deze gevallen op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) een nabestaandenuitkering voor de overblijvende partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren.
Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) recht op een uitkering.
De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door de SVB;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
SZW zet zich samen met de SVB verder in om de informatievoorziening en dienstverlening te verbeteren naar aanleiding van onderzoeken over de Anw-7 en wezenuitkering8.
Verhoging AWW Caribisch Nederland
Om de koopkracht te bevorderen en de armoede te bestrijden verhoogt het kabinet de Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW) CN tot 85% van het Wettelijk Minimumloon (WML). Hierbij is rekening gehouden met een aanzienlijke stijging van het WML per 1 januari 2024. De precieze verhoging van het WML moet nog worden vastgesteld. Partijen in CN zullen hierover om advies worden gevraagd.
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.600 | 2.167 | 2.964 | 3.058 | 3.070 | 3.081 | 3.090 |
Uitgaven | 1.600 | 2.167 | 2.964 | 3.058 | 3.070 | 3.081 | 3.090 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
AWW (Caribisch Nederland) | 1.600 | 2.167 | 2.964 | 3.058 | 3.070 | 3.081 | 3.090 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
De uitgaven op artikel 9 Nabestaanden zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2024. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.
Inkomensoverdrachten
De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten AWW Caribisch Nederland.
Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 308.776 | 332.325 | 345.715 | 345.711 | 346.073 | 346.738 | 357.180 |
Uitgaven | 308.776 | 332.325 | 345.715 | 345.711 | 346.073 | 346.738 | 357.180 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
ANW | 303.394 | 326.795 | 317.603 | 305.910 | 295.663 | 287.687 | 288.640 |
Tegemoetkoming ANW | 5.382 | 5.530 | 5.372 | 5.173 | 4.999 | 4.866 | 4.880 |
ANW nominaal | 0 | 0 | 22.209 | 34.013 | 44.632 | 53.292 | 62.620 |
Tegemoetkoming ANW nominaal | 0 | 0 | 531 | 615 | 779 | 893 | 1.040 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten
Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) (Caribisch Nederland)
Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de AWW recht op een uitkering. De hoogte van de uitkering is leeftijd gerelateerd.
Budgettaire ontwikkelingen
Per 1 januari 2023 en per 1 oktober 2023 is de AWW-uitkering beleidsmatig verhoogd tot het ijkpunt sociaal minimum. Per 1 januari 2024 vindt een volgende beleidsmatige verhoging plaats. Hierdoor stijgen de uitgaven voor de AWW-uitkering over de periode 2022-2024. Meerjarig nemen de uitgaven toe op basis van demografische ontwikkelingen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20221 | Raming 2023 | Raming 2024 | ||
---|---|---|---|---|
Volume AWW (x 1.000 personen, ultimo) | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Algemene nabestaandenwet (Anw)
De Anw is een volksverzekering en regelt, onder voorwaarden, bij overlijden een uitkering voor de partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren. Daarnaast ontvangt iedere Anw-gerechtigde maandelijks de Anw-tegemoetkoming. De Anw wordt door de SVB uitgevoerd.
Wie komt er voor in aanmerking?
Nabestaande partners komen in aanmerking voor een nabestaandenuitkering als zij jonger zijn dan de AOW-gerechtigde leeftijd, de partner op de datum van overlijden verzekerd was voor de Anw en de nabestaande:
– Eén of meer kinderen onder de 18 jaar verzorgt, of;
– Voor minstens 45% arbeidsongeschikt is.
Een kind heeft recht op een wezenuitkering indien beide ouders zijn overleden. Wezen tot 16 jaar hebben altijd recht op een uitkering. De uitkering kan worden verlengd tot 18 jaar wanneer het kind bezig is een startkwalificatie te behalen of daarvan is vrijgesteld of volledig dagonderwijs volgt na het behalen van een startkwalificatie. De wezenuitkering kan eventueel tot 21 jaar worden verstrekt wanneer de wees volledig dagonderwijs volgt of wanneer een ongehuwde wees de tijd grotendeels besteedt aan een gezamenlijke huishouding met een andere wees of voor een hulpbehoevende zorgt.
De Anw maakt geen onderscheid tussen gehuwden en mensen die ongehuwd zijn en samen een huishouden vormen. Daarom wordt gesproken van «partner». Nabestaanden die vóór 1 juli 1996 recht hadden op de voorganger van de Anw, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, vallen onder een overgangsregeling.
Hoe hoog is de Anw?
De nabestaandenuitkering bedraagt 70% van het referentieminimumloon. Voor kostendelers geldt een lager normbedrag ter hoogte van 50% van het referentieminimumloon. Op de nabestaandenuitkering vindt inkomstenverrekening plaats. Daarbij kent de nabestaandenuitkering een vrijlating voor inkomen uit arbeid. Deze bedraagt 50% van het wettelijk minimumloon, plus een derde deel van het meerdere inkomen. Inkomen in verband met arbeidsgerelateerde uitkeringen (bijvoorbeeld WIA- of WW-uitkering) wordt geheel verrekend. Eigen vermogen, de inkomsten uit dit vermogen en particuliere aanvullende nabestaandenpensioenen worden niet in mindering gebracht op de nabestaandenuitkering.
De wezenuitkering bedraagt een percentage van het referentieminimumloon, afhankelijk van de leeftijd van de wees. De hoogte van de wezenuitkering is niet afhankelijk van het inkomen. Nabestaanden of wezen ontvangen naast hun Anw-uitkering ook een tegemoetkoming Anw.
1 juli 2023 | |
---|---|
Nabestaandenuitkering | 1.444,57 |
Nabestaandenuitkering met een of meer meerderjarige medebewoners (kostendelersnorm: 50% referentieminimumloon) | 921,45 |
Wezenuitkering (wezen tot 10 jaar) | 475,20 |
Wezenuitkering (wezen van 10 tot 16 jaar | 703,29 |
Wezenuitkering (wezen van 16 tot 21 jaar) | 931,38 |
Tegemoetkoming Anw | 19,03 |
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten van de Anw nemen de komende jaren af, omdat het aantal nabestaanden dat recht heeft op een Anw-uitkering naar verwachting afneemt. De Anw is een inkomensaanvulling en in die hoedanigheid inkomensafhankelijk. Door toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen sinds de invoering van de Anw komt een kleinere doelgroep in aanmerking voor de uitkering. Daarnaast bereiken de komende jaren relatief veel mensen die onder de rechtsvoorganger van de Anw (de AWW) een publieke nabestaandenuitkering krijgen de pensioengerechtigde leeftijd waardoor zij uitstromen naar de AOW.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20221 | Raming 2023 | Raming 2024 | ||
---|---|---|---|---|
Volume Anw nabestaande partners (x 1.000 personen, ultimo) | 24 | 23 | 22 | |
Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht voor 1 juli 1996 | 3,7 | 3,1 | 2,5 | |
Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht na 1 juli 1996 | 19 | 19 | 19 | |
waarvan met kind | 7,7 | 7,2 | 7,0 | |
waarvan op grond van arbeidsongeschiktheid | 11 | 11 | 12 | |
Volume wezenuitkering (x 1.000 personen, ultimo) | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Handhaving
In de handhavingskengetallen is in de begroting geen raming opgenomen, omdat SZW-uitvoeringsorganisaties niet aansturen op het aantal geconstateerde fraudegevallen. In het jaarverslag van SZW worden eventuele ontwikkelingen in kengetallen geduid. De ontwikkeling van de kengetallen voor 2022 is toegelicht in het jaarverslag over 2022.
Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Preventie | Gepercipieerde detectiekans (%) | ‒1 | 582 | 732 | ||||
Kennis van de verplichtingen (%) | ‒1 | 872 | 932 | |||||
Opsporing3 | Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000) | 0,2 | 0,3 | 0,2 | ||||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)4 | <0,1 | <0,1 | <0,1 | |||||
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 0,3 | 0,3 | 0,5 | |||||
Sanctionering3 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | <0,1 | <0,1 | <0,1 | ||||
Aantal boetes (x 1.000) | <0,1 | <0,1 | <0,1 | |||||
Totaal boetebedrag (x € 1 mln) | 0,1 | <0,1 | <0,1 | |||||
Ontstaansjaar vordering | ||||||||
2020 | 2021 | 2022 | ||||||
Terugvordering3 | Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2022 (%) | 8 | 29 | 6 |