Base description which applies to whole site

3.6 Artikel 6 Ziekte en verlofregelingen

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd artikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

34.780

0

34.780

‒ 7.572

27.208

‒ 9.606

‒ 10.414

‒ 4.585

‒ 1.613

61.386

            
 

Uitgaven

34.780

0

34.780

‒ 7.572

27.208

‒ 9.606

‒ 10.414

‒ 4.585

‒ 1.613

61.386

            

6.0

Ziekte en verlofregelingen

34.780

0

34.780

‒ 7.572

27.208

‒ 9.606

‒ 10.414

‒ 4.585

‒ 1.613

61.386

 

Inkomensoverdrachten

34.780

0

34.780

‒ 7.572

27.208

‒ 9.606

‒ 10.414

‒ 4.585

‒ 1.613

61.386

 

Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

6.890

0

6.890

361

7.251

361

361

361

361

7.251

 

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

5.753

0

5.753

2.451

8.204

2.101

2.177

458

478

6.342

 

Organo Psycho Syndroom (OPS)- fonds

55

0

55

‒ 7

48

‒ 5

0

0

0

0

 

Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB)

22.082

0

22.082

‒ 10.377

11.705

‒ 12.063

‒ 12.952

‒ 5.404

‒ 2.452

47.793

            
 

Ontvangsten

0

0

0

2.681

2.681

0

0

0

0

0

            

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt - € 7,6 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is € 2,7 miljoen.

Juridisch verplichte uitgaven

De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2025 78%.

Uitgaven

Inkomensoverdrachten

  • De uitkeringslasten van de Ziekteverzekering zijn op basis van de realisatie van de uitkeringslasten 2024, de bijstelling van de CBS-bevolkingsprognose en een nieuwe wisselkoersvoorspelling meerjarig naar boven bijgesteld met € 2,0 miljoen in 2025, € 2,1 miljoen in 2026, € 2,2 miljoen in 2027 en € 0,5 miljoen in 2028 en verder.

  • De raming van de TSB-uitkeringslasten wordt meerjarig neerwaarts bijgesteld. Dit komt omdat dat de regeling minder snel ingroeit. Nieuwe ziektes worden gefaseerd aan de regeling toegevoegd. De invoering van nieuwe ziektes in 2024 heeft vertraging opgelopen. Dit zorgt voor een neerwaartse bijstelling van € 1,5 miljoen in 2025 t/m € 1 miljoen in 2027. Daarnaast geven realisatiecijfers aanleiding het gebruik van de regeling in de beginjaren van de TSB neerwaarts bij te stellen. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van € 8,9 miljoen in 2025, € 11,1 miljoen in 2026, € 11,9 miljoen in 2027, € 5,4 miljoen in 2028 en € 2,5 miljoen in 2029.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd artikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Art.

Verplichtingen

5.204.356

0

5.204.356

154.627

5.358.983

161.908

190.676

224.289

242.418

6.971.577

            
 

Uitgaven

5.204.356

0

5.204.356

154.627

5.358.983

161.908

190.676

224.289

242.418

6.971.577

            

6.0

Ziekte en verlofregelingen

5.204.356

0

5.204.356

154.627

5.358.983

161.908

190.676

224.289

242.418

6.971.577

 

Inkomensoverdrachten

5.204.356

0

5.204.356

154.627

5.358.983

161.908

190.676

224.289

242.418

6.971.577

 

ZW

2.319.738

0

2.319.738

99.103

2.418.841

79.259

96.482

119.676

137.321

2.542.582

 

WAZO

1.691.692

0

1.691.692

17.026

1.708.718

17.505

17.685

18.911

22.056

1.887.359

 

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

249.374

0

249.374

17.966

267.340

18.215

18.940

19.867

20.736

296.098

 

Wet Betaald ouderschapsverlof (WBO)

692.967

0

692.967

10.571

703.538

10.824

12.080

13.769

15.129

779.274

 

ZW nominaal

117.144

0

117.144

6.217

123.361

18.748

24.971

31.114

32.034

677.397

 

WAZO nominaal

85.854

0

85.854

1.817

87.671

10.032

11.415

10.911

6.556

502.365

 

WAZO aanvullend geboorteverlof partners nominaal

12.593

0

12.593

1.041

13.634

2.962

3.911

4.656

4.787

78.887

 

Wet Betaald ouderschapsverlof (WBO) nominaal

34.994

0

34.994

886

35.880

4.363

5.192

5.385

3.799

207.615

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 154,6 miljoen bij de uitgaven en de verplichtingen.

Inkomensoverdrachten

  • De ZW-uitkeringslasten zijn in 2030 met circa € 140 miljoen opwaarts bijgesteld. Dit komt voornamelijk door de bijstelling van het ZW-volume en in mindere mate door de bijstelling van de gemiddelde ZW-uitkeringshoogte. Het ZW-volume is met name voor de groep ziekte bij zwangerschap fors opwaarts bijgesteld. Uit de CEP-raming blijkt namelijk dat de werkzame beroepsbevolking de komende jaren sterk toeneemt. Hierdoor wordt met name een hoger beroep op de ZW door zieke zwangeren verwacht. Ook heeft er een wijziging plaatsgevonden van het ramingsmodel van de zieke uitzendkrachten. Door deze aanpassing wordt richting het einde van de begrotingshorizon een relatief hogere instroom voor de groep uitzendkrachten in de ZW geraamd voor een neerwaartse plafondcorrectie die meerjarig doorwerkt.

  • De raming voor de WAZO wordt meerjarig opwaarts bijgesteld. Op basis van nieuwe uitvoeringsinformatie is sprake van een hoger aantal uitkeringen en een hogere gemiddelde uitkering.

  • De raming voor de WAZO aanvullend geboorteverlof partners wordt meerjarig naar boven bijgesteld. De bijstelling wordt vooral verklaard door een hoger aantal uitkeringen. Er is daarnaast een relatief beperkte neerwaartse bijstelling door een lagere gemiddelde uitkering. Per saldo is sprake van een opwaartse bijstelling.

  • De raming voor de Wet Betaald ouderschapsverlof (WBO) wordt meerjarig naar boven bijgesteld. Het volume wordt opwaarts bijgesteld vanwege het hogere aantal aanvragen en de toegenomen duur van de gemiddelde uitkering. Anderzijds valt de gemiddelde uitkering lager uit. Per saldo is sprake van een opwaartse bijstelling.

Nominaal

  • Dit betreft de nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen op basis van de laatste macro-economische raming van het CPB (CEP).

Licence