Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 22 Commando Landstrijdkrachten

1. Algemene doelstelling

Het Commando landstrijdkrachten (CLAS) levert (specifiek) operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

2. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het CLAS heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Het CLAS heeft in 2012 met diverse eenheden deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Daarnaast werden militairen op individuele basis uitgezonden naar diverse internationale hoofdkwartieren. In 2012 is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit ter beschikking gesteld voor uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening, zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk.

3. Verantwoordelijkheid

Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CLAS.

4. Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De knelpunten die zich hebben voorgedaan in de personele vulling komen voort uit een tekort aan korporaals en soldaten bij de pantserinfanterie en door een gebrek aan technisch en medisch geschoold personeel. De uitstroom van personeel overstijgt de instroom van nieuw personeel. Het tekort aan technisch geschoold personeel had ook in 2012 gevolgen voor de materiële gereedheid. Die materiële gereedheid is daarnaast negatief beïnvloed door lange levertijden van bepaalde reserveonderdelen en de impact van lopende reorganisaties in de materieeldienst. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor de operationele commando’s is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichting daarop bij de DMO.

5. Budgettaire gevolgen van het beleid

De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012 incl NvW

Verschil

Verplichtingen

1.336.805

1.392.558

1.349.347

1.261.386

1.273.299

1.242.946

30.353

Uitgaven

             

Programma-uitgaven

             

Operationeel Commando

1.010.183

1.048.387

1.098.768

1.042.161

92.598

97.855

– 5.257

Totaal programma-uitgaven

1.010.183

1.048.387

1.098.768

1.042.161

92.598

97.855

– 5.257

Apparaatsuitgaven

             

Staf Commando Landstrijdkrachten

292.155

299.400

265.794

221.105

21.394

19.466

1.928

Operationele eenheden

       

1.146.300

1.107.304

38.996

Bijdragen aan SSO’s

28.547

23.570

20.120

17.664

16.985

18.321

– 1.336

Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie:

             
 

personele uitgaven

       

951.777

899.914

51.863

 

huisvesting

       

83.908

80.949

2.959

 

ICT

       

49.539

47.370

2.169

 

overige exploitatie

       

99.455

116.858

-17.403

Totaal apparaatsuitgaven

320.702

322.970

285.914

238.769

1.184.679

1.145.091

39.588

Totale uitgaven

1.330.885

1.371.357

1.384.682

1.280.930

1.277.277

1.242.946

34.331

Ontvangsten

             

Totale ontvangsten

19.144

17.382

21.017

21.470

18.346

15.823

2.523

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen

Verplichtingen

De hogere realisatie van de verplichtingen bedraagt € 30,4 miljoen. Deze hogere realisatie wordt grotendeels verklaard door de posten die bij de apparaatsuitgaven worden genoemd.

Uitgaven

De realisatie van de programma-uitgaven is € 5,3 miljoen lager dan begroot door een neerwaartse bijstelling van de gereedstelling (uitgaven voor oefentoelages en voeding tijdens oefeningen). Het grootste gedeelte van de lagere realisatie wordt veroorzaakt door de verscherpte regelgeving ten aanzien van de verstrekking van voeding en het stringent handhaven hiervan. Een tweede belangrijke oorzaak is dat eenheden niet op volledige sterkte geoefend hebben.

De realisatie van de apparaatsuitgaven is € 39,6 miljoen hoger dan begroot. De stijging wordt vooral veroorzaakt door een bijstelling op de personele uitgaven (hogere aantallen), uitkering van loonbijstelling voor sociale premies en de uitgaven voor de eerste drie maanden SBK, die ten laste van de defensieonderdelen komen. Tegenover de stijging staat een lagere exploitatie door het concentreren van facilitaire activiteiten binnen het Facilitair Bedrijf Defensie bij de CDC Divisie Facilitair & logistiek.

Ontvangsten

Bij de ontvangsten zijn er geen verschillen tussen begroting en realisatie groter dan € 5 miljoen.

Verdeling realisatie operationele doelstellingen

In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2012

(voor NvW)

Realisatie 2012

Verschil

Operationele doelstelling 1

35,5

36,4

0,9

Operationele doelstelling 2

344,6

362,0

17,4

Operationele doelstelling 3

800,7

825,3

24,6

Totaal

1.180,8

1.223,7

42,9

Opmerking: de budgetten voor de operationele doelstellingen zijn exclusief staf, bijdrage SSO’s en de logistieke bedrijven DGBS en DGLC, omdat deze niet direct bijdragen aan het uitvoeren van de operationele doelstellingen (het totaalbedrag wijkt hierdoor af van de tabel budgettaire gevolgen).

Operationele doelstellingen:

Operationele doelstelling 1: Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Operationele doelstelling 2: Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.

Om met eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden (specifiek) operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.

Operationele doelstelling 3: Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.

Om een aantal operationeel gerede eenheden gereed te hebben en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden doorlopen daarna een opwerkprogramma tot het niveau «operationeel gereed» is bereikt.

Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)

De operationele doelstellingen waaraan het CLAS moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen (specifiek) operationeel gerede eenheden. Uit de volgende matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en werkelijk beschikbaar waren.

Realisatie operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando Landstrijdkrachten 2012

Groep

Organieke eenheid

Inzet

Totaal aantal eenheden

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettings-vermogen

OD1

 

OD1 + OD2

OD3

   

Specifiek

Organiek

 

Doelstelling

Realisatie

 

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

HRF(L)HQ

NL deel staf HRF HQ

   

3

1 [0]1

1

2 [3]1

2

   

Korps Commandotroepen

Commandotroepencompagnie

0

0,1

4

   

2

2

2

2

Luchtmobiele Brigade

Brigadehoofdkwartier + Stafcompagnie

   

1

1

1

       

Infanteriebataljon Luchtmobiel

0,1

0,1

3

   

1

1,2

2

1,8

Gevechtssteun eenheden

0 [0,1]1

0

1

0,5 [0]1

0,6

0 [0,5]1

0

0,5

0,4

Logistieke eenheden

0,2

0,1

3

0

0,1

0,6

1,8

2,4

1,1

Natres bataljons2

   

2→1

2 → 1

1,8

       

Gemechaniseerde Brigades (13, 43 Mechbrig)

Brigadehoofdkwartier + Stafcompagnie

0,1

0,1

2

1 [0]1

1

0 [1]1

0

1

1

Pantserinfanterie Bataljon

0,1

0,1

4

0,5 [0]1

0,5

0 [0,5]1

0

3,5

3,5

Brigade verkennings eskadron

0

0,3

2

   

0,8

0,9

1,2

1,1

Afdeling Veldartillerie

   

1

   

0,1

0,2

0,9

0,8

Pantsergeniebataljon

0,1

0,1

2

0

0,1

0,5

0,5

1,5

1,4

Logistieke eenheden

0

0,1

4

   

0,8

0,9

3,2

3,1

Natres bataljons2

   

3→2

3→2

2,8

       

Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL)

Staf OOCL + Stafcompagnie

   

1

   

1

0

0

1

Geniebataljon

0

0,1

1

   

0,4

0,7

0,6

0,3

JISTARC modules

0,3

1,1

5

   

2

2,5

3

2,5

CIS-bataljon (3 compagnieën)

   

3

1 [0]1

0,5

0 [1]1

0

2

2,5

CIMIC bataljon (6 CIMIC Support Elements)

   

6

   

2

2

4

4

Bevoorradings- en Transportbataljon

   

2

0

0,1

1

0,8

1

1,1

Geneeskundig bataljon (5 MTF)

   

5

2,5 [0]1

23

0 [2,5]1

0,5

2,5

2,5

Herstelcompagnie

   

3

0

0,8

0,2

1,4

2,8

0,8

Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC)

Commando element

   

0,8

0

0,1

0,8 [0]1

0,7

0 [0,8]1

0

Patriot

0

0,3

3

   

2,5 [3]1

3

0,5 [0]1

0

AMRAAM

   

2

0

0,7

1,8

1,3

0,2

0

Stinger

0

0,7

3

   

2 [2,1]1

2,3

1 [0,9]1

0,7

Explosieven Opruimingsdienst (EOD)

Ploegen

6

6

48

0

2,5

12

12

36

33,5

1

Doelstelling is gewijzigd bij de 1e suppletoire begroting. De getallen tussen haken geven daarbij de getallen weer zoals die in de Rijksbegroting 2012 staan vermeld;

2

In de loop van 2012 is een aantal Natres bataljons samengevoegd.

Toelichting

Algemeen

Gedurende het jaar is door eenheden van het CLAS deelgenomen aan diverse crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Inzet. Het CLAS heeft in 2012 aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Zoals uit bovenstaande tabel in de kolom Totaal aantal operationeel gerede eenheden blijkt, heeft het CLAS een groot deel van de organieke en de specifieke gereedheidsdoelstellingen behaald. Organiek gereed betekent dat een eenheid het geheel van taken uit kon voeren waarvoor deze standaard is ingericht. Specifiek operationeel gereed betekent dat een eenheid een deel van de organieke taken kon uitvoeren. Hieronder worden die eenheden toegelicht waarvoor geldt dat de doelstelling niet volledig is gerealiseerd. De realisatie van de specifieke gereedheid bij het Geneeskundig bataljon is lager dan gepland. Dit wordt echter gecompenseerd door een hogere organieke gereedheid en wordt daarom niet toegelicht.

Staf Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL)

Als gevolg van een vertraagd reorganisatietraject heeft een stafeenheid van het OOCL in 2012 de jaardoelstelling niet gerealiseerd. Dit hoofdkwartier heeft een grote inspanning op het gebied van de reorganisatie moeten leveren. Daarnaast ontbrak gedurende een groot deel van het jaar een aantal essentiële staffunctionarissen vanwege uitzendingen, ziekte en vacatures.

CIS-bataljon

Het Communication and Information Systems (CIS)-bataljon heeft de neerwaarts bijgestelde jaardoelstelling van gemiddeld één compagnie niet gehaald omdat de knelpunten in de materiële en personele gereedheid hardnekkiger waren dan voorzien. De drie compagnieën kennen ernstige beperkingen ten aanzien van de beschikbaarheid van communicatiemiddelen. Ook de blijft de geoefendheid onder de norm, onder andere door een tekort aan rijopleidingen. Daarnaast is er een gebrek aan voldoende (opgeleid) kaderpersoneel.

Bevoorradings- en Transportbataljons

De Bevoorradings- en Transportbataljons hebben de jaardoelstelling van gemiddeld één bataljon niet volledig gehaald. Er waren kwalitatieve beperkingen ten aanzien van de personele vulling, omdat een deel van het personeel niet functie-opgeleid is. Ook was de mobiele satellietkeuken beperkt inzetbaar, omdat de logistieke ondersteuning (opleidingen, documentatie en reservedelen) nog niet voldoende was ingericht. De kinderziekten in het systeem en de defecten die daardoor ontstonden, konden daardoor niet direct verholpen worden.

Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando

Bepaalde Command & Control elementen konden niet volledig volgens de norm worden samengesteld vanwege kwalitatieve beperkingen in de geoefendheid van het nieuwe personeel. Hierdoor heeft Staf DGLC de jaardoelstelling niet volledig gehaald. Dit is echter geen belemmering voor de inzet van de Ballistic Missile Defence Task Force (BMDTF) in Turkije vanaf januari 2013.

Daarnaast was de AMRAAM-capaciteit (Advanced Medium Range Air-to-Air Missile) in 2012 beperkt inzetbaar vanwege personele wisselingen en door de nog niet voltooide accreditatie van de dataverbindingsmiddelen door de NAVO. Daardoor kunnen de systemen nog niet aan Link-16 worden gekoppeld.

Licence