Base description which applies to whole site

4.4 Beleidsartikel 23 Commando Luchtstrijdkrachten

1. Algemene doelstelling

Het commando luchtstrijdkrachten (CLSK) levert operationeel gerede lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.

2. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het CLSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Het CLSK heeft in 2012 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Daarnaast is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit ter beschikking gesteld voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk.

3. Verantwoordelijkheid

Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, de samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van het CLSK.

4. Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De materiële gereedheid is negatief beïnvloed door lange levertijden van reserveonderdelen hetgeen invloed had op de geoefendheid van de operationele eenheden. De knelpunten die zich hebben voorgedaan in de personele vulling zijn mede beïnvloed door het beperkte aanbod van technisch en medisch geschoold personeel. Het tekort aan technisch geschoold personeel had ook gevolgen voor de materiële gereedheid. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor de operationele commando’s is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichting daarop bij de DMO.

5. Budgettaire gevolgen van het beleid

De volgende tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012 incl NvW

Verschil

Verplichtingen

684.171

679.404

754.488

609.073

627.070

699.076

– 72.006

Uitgaven

             

Programma-uitgaven

             

Commando luchtstrijdkrachten

642.101

619.496

611.520

582.701

45.001

50.726

– 5.725

Totaal programma-uitgaven

642.101

619.496

611.520

582.701

45.001

50.726

– 5.725

Apparaatsuitgaven

             

Staf Commando luchtstrijdkrachten

74.816

99.083

100.861

94.200

25.105

25.105

0

Operationele eenheden

       

584.512

615.918

– 31.406

Bijdragen aan SSO’s

12.566

11.405

8.707

8.456

7.259

7.327

– 68

Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie:

             
 

personele uitgaven

       

414.284

429.886

– 15.602

 

huisvesting

       

58.002

54.656

3.346

 

ICT

       

19.901

18.994

907

 

overige exploitatie

       

124.689

144.814

– 20.125

Totaal apparaatsuitgaven

87.382

110.488

109.568

102.656

616.876

648.350

– 31.474

Totaal uitgaven

729.483

729.984

721.088

685.357

661.877

699.076

– 37.199

Ontvangsten

             

Totaal ontvangsten

10.877

9.970

15.986

13.556

13.854

9.181

4.673

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen

Verplichtingen

De lagere realisatie van de verplichtingen bedraagt € 72,0 miljoen. Deze lagere realisatie wordt mede verklaard door de lagere programmuitgaven (€ 5,2 miljoen) en de lagere apparaatsuitgaven van € 31,5 miljoen (er zijn minder verplichtingen aangegaan voor overige exploitatie (opleidingen), huisvesting en infrastructuur). Het restant betreft neerwaartse bijstellingen van de verplichtingen vanwege gewijzigde overeenkomsten, of afbouw en vrijgave van het restant aan verplichtingen.

Uitgaven

De realisatie van de programma-uitgaven is € 5,7 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven voor instandhouding (niet tijdige verwerving van reservedelen) en gereedstelling (minder verbruik van brandstof in het buitenland).

De realisatie van de apparaatsuitgaven is € 31,5 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door een bijstelling van de personele uitgaven (lagere aantallen) en het onderbrengen van internationaal geplaatste militairen te Fort Hood (VS) naar het CDC. De exploitatie is vooral lager door het onderbrengen van het onderhoud van de infrastructuur van de Groep Geleide Wapens van het CLSK naar het CLAS.

Ontvangsten

Bij de ontvangsten zijn er geen verschillen tussen begroting en realisatie groter dan € 5 miljoen.

Verdeling realisatie operationele doelstellingen

In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2012 (voor NvW)

Realisatie 2012

Verschil

Operationele doelstelling 1

115,2

116,1

0,9

Operationele doelstelling 2

216,2

212,4

– 3,7

Operationele doelstelling 3

290,4

282,9

– 7,5

Totaal

621,7

611,4

– 10,3

Opmerking: de budgetten voor de operationele doelstellingen zijn exclusief staf, bijdrage SSO’s en het logistieke bedrijf LCW, omdat deze niet direct bijdragen aan het uitvoeren van de operationele doelstellingen (het totaalbedrag wijkt hierdoor af van de tabel budgettaire gevolgen).

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1: Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.

Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.

Operationele doelstelling 2: Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.

Om met eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden (specifiek) operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.

Operationele doelstelling 3: Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.

Om een aantal eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, onderhoud uit te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden doorlopen daarna een opwerkprogramma tot het niveau «operationeel gereed» is bereikt.

Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)

De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen (specifiek) operationeel gerede eenheden. Uit de volgende matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en hoeveel daar in werkelijkheid beschikbaar waren.

Realisatie operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Commando Luchtstrijdkrachten 2012

Groep

Organieke eenheid

Inzet

Totaal aantal eenheden

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettings-vermogen

OD1

 

OD1 + OD2

OD3

   

Specifiek

Organiek

 
   

Doelstelling

Realisatie

 

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Jachtvliegtuigen

F-16

6

6

57

0

6,4

17 [21]1

23,9

40 [36]1

26,7

Helikopters (Defensie Helikopter Commando)

AH-64D Apache

   

21

0

7,9

7

0

14

13,1

CH-47 Chinook

   

13→142 [14]1

0

3,7

4

0

9→10 [10]1

9,3

AS-532 Cougar

2

2

8

0

4

4

0

4

4

SH-14D Lynx

2→0

2

5→0

0

3

2→0

0

3→0

2

AB-412SP (SAR)

1

2

3

 

2

1,8

1

1,2

NH-90 NFH

0

[0→2]1

0

7→93

[7→12]1

0→3 [4→0]1

1,4

0

[0→5]1

0

7→6 [3→7]1

5,6

NH-90 TNFH

   

0

           

Luchttransport

(K)-DC10

   

3

   

1,5

2,2

1,5

0,8

C-130H Hercules

   

4

0

0,7

2

0,9

2

2,4

Force protection

OGRV-eenheden

0

1

3

0

0,3

2

2,4

1

0,3

Command en Control

   

2

   

1

1,3

1

0,7

Air C-4 ISR

AOCS

1

0

1

0

0,1

1

0,9

   

NDMC

1

0

1

0

0,2

1

0,7

0

0,1

Kustwacht Nederland

Dornier DO-228

1

0

2

0

0,1

1

1,3

1

0,6

1

Doelstelling is gewijzigd bij de 1e suppletoire begroting. De getallen tussen haken geven daarbij de getallen weer zoals die in de Rijksbegroting 2012 staan vermeld;

2

De 14e Chinook is nog niet overgedragen aan CLSK. Derhalve wordt er gerapporteerd op 13 Chinook helikopters;

3

Door de vertraagde aflevering van NH-90 helikopters beschikt CLSK nog maar over zeven NH-90 helikopters. Daarom wordt hier gerapporteerd over zeven helikopters.

Toelichting

Algemeen

Gedurende het jaar is door eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Inzet. De lager dan geplande realisatie over 2012 wordt veroorzaakt door een lagere vraag naar inzet van het CLSK. Het CLSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Zoals uit bovenstaande tabel in de kolom Totaal aantal operationeel gerede eenheden blijkt, heeft het CLSK een deel van de organieke gereedheidsdoelstellingen niet behaald. Organiek gereed betekent dat een eenheid het geheel van taken uit kon voeren waarvoor deze standaard is ingericht. Veelal waren deze eenheden wel specifiek operationeel gereed. Specifiek operationeel gereed betekent dat een eenheid een deel van de organieke taken kon uitvoeren. Hieronder worden die eenheden toegelicht waarvoor geldt dat de doelstelling niet volledig is gerealiseerd. Indien, zoals bij F-16, een lagere realisatie van het voortzettingsvermogen (OD3) wordt gecompenseerd door een hogere realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden (OD1+OD2) en er hiermee een hoger niveau van gereedheid is gerealiseerd dan gepland, wordt dit niet toegelicht.

Apache helikopter

Bij de gevechtshelikopters is het afgelopen jaar de realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden achtergebleven bij de planning. Door een gebrek aan reservedelen was er een lage inzetbaarheid van de Apaches. Hierdoor konden de bemanningen slechts een gedeelte van het oefenprogramma uitvoeren en niet de volledige combat ready status bereiken.

Chinook helikopter

Bij de Chinook-helikopters is het afgelopen jaar de realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden achtergebleven bij de planning. Door een gebrek aan reservedelen was er een lage inzetbaarheid van de Chinooks. Ondanks een licht stijgende lijn in de materiële gereedheid van de Chinook waren er niet voldoende Chinooks inzetbaar om de bemanningen het gehele oefenprogramma uit te laten voeren. Hierdoor kunnen de bemanningen niet volledig combat ready worden opgeleid en getraind.

Cougar helikopter

Door onvoldoende beschikbaarheid van het ophijssysteem in de eerste helft van het jaar, is een achterstand in de combat ready status van de vliegers ontstaan. Hierdoor was de Cougar specifiek gereed in plaats van organiek gereed. Eind 2012 is deze achterstand gedeeltelijk ingelopen. De Cougar en haar bemanningen zijn wel in staat geweest om alle opdrachten in het kader van nationale en internationale inzet uit te voeren.

AB-412 helikopter

De AB-412 heeft de opgedragen doelstelling niet volledig gehaald. Door ingewikkelde certificeringtrajecten voor onderdelen was de onderdelenvoorziening voor de AB-412 moeizaam. Hierdoor was de materiële gereedheid niet voldoende om de doelstelling volledig te halen. De materiële gereedheid is wel voldoende geweest om de inzet voor patiëntenvervoer en SAR-taken af te dekken.

C-130 transportvliegtuig

Het C-130 transportvliegtuig heeft niet volledig kunnen voldoen aan de opgedragen doelstelling.

Door het uitblijven van operationele subsystemen om te kunnen opereren met parachutisten is de bemanning van de C-130 niet in staat om aan alle eisen van een combat ready bemanning te voldoen. De C-130 heeft in 2012 wel kunnen voldoen aan de opgedragen transporttaken.

AOCS Nieuw Millingen

De oorzaak van het niet volledig behalen van de opgedragen doelstelling is de onvolledige personele vulling (dit betreft voornamelijk het luchtverkeersleidingspersoneel). De belangrijkste oorzaken liggen in het irregulier verloop van personeel gecombineerd met specifieke en lange opleidingstrajecten.

Nationale Datalink Management Cell (NDMC)

De NDMC kan goed functioneren maar rapporteert net onder de doelstellingennorm. Dit wordt onder andere veroorzaakt door onderbezetting als gevolg van vacatures. Daarnaast wordt de NDMC beperkt doordat er onvoldoende inzetbare Link-16 radio’s beschikbaar zijn. Indien de mobiele component wordt ingezet voor ondersteuning van operaties of oefeningen op locatie, dan zal een Link-16 radio uit de statische component worden onttrokken.

4.5 Beleidsartikel 24 Commando Koninklijke Marechaussee
1. Algemene doelstelling

Het Commando Koninklijke marechaussee (CKmar) is een politieorganisatie met een militaire status die wereldwijd inzetbaar is voor vrede en veiligheid.

2. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het CKmar heeft een bijdrage geleverd aan een veilige samenleving, door handhaving van de rechtsorde en de verlening van hulp aan hen die dat behoeven, zowel in binnen- als buitenland. Het CKmar is verantwoordelijk voor een breed takenpakket.

Het CKmar is belast met de drie hoofdtaken die zijn opgedragen aan de krijgsmacht. Daarnaast staan in artikel 6 van de Politiewet 19931 de specifieke taken van het CKmar limitatief opgesomd. De Politiewet 1993 vormt bovendien de grondslag voor de samenwerking met en bijstand aan de politie. De (opsporings-)bevoegdheden van de ambtenaren van het CKmar zijn ondermeer geregeld in het strafrecht en de vreemdelingenwet en -regelgeving.

Het CKmar heeft haar taak uitgevoerd in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels. Het takenpakket van het CKmar heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig en samenhangend geheel. Drie operationele speerpunten vormen hierbij de basis: de grenspolitietaak, bewaken en beveiligen en internationale en militaire politietaken. Het CKmar legt de nadruk op de veiligheid van de staat en speelt hierbij snel en flexibel in op wijzigende omstandigheden door accenten te leggen binnen taakvelden of tussen taakvelden, waar nodig na toestemming van de desbetreffende gezagsdragers.

3. Verantwoordelijkheid

Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister van Defensie als beheersverantwoordelijke voor het CKmar verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CKmar. Het gezag over de marechaussee berustte naast de minister van Defensie bij de minister van Veiligheid en Justitie en, tot het aantreden van het kabinet Rutte-II, bij de minister voor Immigratie en Asiel. De gezagsdragers kunnen normen stellen waaraan het CKmar dient te voldoen. Deze kunnen liggen op het terrein van de personele gereedheid, uitrusting, infrastructuur en ICT-systemen. De uivoering is opgedragen aan de commandant van de Koninklijke marechaussee.

4. Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het hebben van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel en van de beschikbaarheid van voldoende materieel dat voldoet aan de operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te trainen. In 2012 zijn geen externe factoren geweest die de realisatie van de operationele doelstellingen in gevaar hebben gebracht. Voor het behalen van een groot deel van de operationele doelstellingen is het CKmar afhankelijk van de vraag naar de diensten van het CKmar. Met name de nationale taken van het CKmar – zoals grenstoezicht, opsporing en bijzondere beveiliging – hebben een sterk vraaggestuurd karakter.

5. Budgettaire gevolgen van het beleid

De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012 incl NvW

Verschil

Verplichtingen

381.054

399.720

381.059

398.677

388.505

372.144

16.361

Uitgaven

             

Programma-uitgaven

             

Operationele taakvelden

344.723

372.890

369.403

366.835

7.140

6.385

755

Totaal programma-uitgaven

344.723

372.890

369.403

366.835

7.140

6.385

755

Apparaatsuitgaven

             

Staf Koninklijke Marechaussee

31.355

30.184

30.427

30.662

11.786

11.949

– 163

Operationele eenheden

       

370.233

350.913

19.320

Bijdragen aan SSO’s

4.357

4.200

3.584

2.959

3.167

2.897

270

Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie:

             
 

personele uitgaven

       

289.364

278.207

11.157

 

huisvesting

       

28.146

29.263

– 1.117

 

ICT

       

20.810

16.970

3.840

 

overige exploitatie

       

46.866

41.319

5.547

Totaal apparaatsuitgaven

35.712

34.384

34.011

33.621

385.186

365.759

19.427

Totaal uitgaven

380.435

407.274

403.414

400.456

392.326

372.144

20.182

Ontvangsten

             

Totaal ontvangsten

4.839

8.301

5.941

6.219

8.074

4.652

3.422

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen

Verplichtingen

De hogere realisatie van de verplichtingen bedraagt € 16,4 miljoen. Deze hogere realisatie wordt vooral verklaard door de hogere apparaatsuitgaven van € 19,4 miljoen.

Uitgaven

De realisatie van de apparaatsuitgaven is € 19,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door een convenant tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie. Voor de beveiliging van ambassades (door personeel van het CKmar) is € 16,1 miljoen aan defensiebudget overgeheveld (€ 13,4 miljoen heeft betrekking op CKmar uitgaven en het overige is voor de pensioenlasten bij het centraal apparaat). De overige bijstellingen betreffen de wijziging van de ABP- premie, sociale lasten en de prijsbijstelling.

Ontvangsten

Bij de ontvangsten zijn er geen verschillen tussen begroting en realisatie groter dan € 5 miljoen.

Verdeling realisatie operationele doelstellingen

In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen:

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2012

Realisatie 2012

Verschil

Operationele doelstelling 1 (Beveiliging)

89,3

92,3

3,0

Operationele doelstelling 2 (Vreemdelingenwetgeving)

167,9

185,5

17,6

Operationele doelstelling 3 (Militaire politietaken)

50,0

37,9

– 12,1

Operationele doelstelling 4 (Politietaken burgerluchtvaart)

28,6

27,5

– 1,1

Operationele doelstelling 5 (Assistentie, bijstand en samenwerking)

3,6

11,1

7,5

Operationele doelstelling 6 (internationale crisis en humanitaire operaties)

17,9

23,1

5,2

Totaal

357,3

377,4

20,1

Opmerking: de budgetten voor de operationele doelstellingen zijn exclusief staf Koninklijke Marechaussee en de bijdragen aan SSO’s, omdat deze niet direct bijdragen aan het uitvoeren van de operationele doelstellingen (het totaalbedrag wijkt hierdoor af van de tabel budgettaire gevolgen).

Operationele doelstelling 1: Handhaving veiligheidsniveau in overeenstemming met de geldende veiligheidsconcepten.

Indicatoren

Realisatie 2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Verschil

2012

Aantal illegale betredingen van het object waarbij niet tijdig is geïntervenieerd

0

0

0

0

Aantal teams voor persoonsbeveiliging ten behoeve van het ministerie van Buitenlandse Zaken

4

4

4

0

Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart

100%

100%

100%

0

Het servicepercentage beveiligde waardetransporten

100%

100%

100%

0

Operationele doelstelling 2: Beheersing van de vreemdelingenstroom in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.

Indicatoren

Realisatie 2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Verschil

2012

Burgerluchtvaart:

       

– administratieve en fysieke controle op in- en uitreis

100%

100%

100%

0

Vrachtvaart – Cruiseschepen – Ferry’s

       

– administratieve controle van bemanning en passagiers

100%

100%

100%

0

– fysieke controle (opvolging controle adviezen ZUIS)

75%

Pleziervaart – Visserij

       

– administratieve controle op aangemelde schepen (afkomstig van buiten Schengen)

100%

100%

100%

0

– landelijke controledagen pleziervaart (100% administratieve en fysieke controle)

51

3

3

0

– landelijke controledagen visserij (100% administratieve en fysieke controle)

51

2

2

0

1

Tot 2012 bestonden er combineerde controledagen (5 in totaal voor pleziervaart en visserij). Na 2012 zijn de controledagen gesplitst in separate dagen voor pleziervaart en visserij.

Toelichting tabel

Op dit moment is het CKmar door een gebrek aan technische middelen nog niet in staat een 100% administratieve controle uit te voeren voor de burgerluchtvaart. Er is geen systeem beschikbaar voor een 100% administratieve verwerking van het aanbod van de burgerluchtvaart.

Over 2012 is geen managementinformatie beschikbaar uit de nieuwe release van het Zeescheepvaart Uitbreidbaar Informatie Systeem (ZUIS). Naar verwachting is het met ingang van 2013 weer mogelijk de gewenste gegevens te verschaffen. Het operationele grensbewakingsproces heeft in 2012 doorgang gevonden op vergelijkbare wijze als in 2011.

Operationele doelstelling 3: Handhaving van de openbare orde en strafrechtelijke rechtsorde bij de krijgsmacht en jegens militaire justitiabelen.

Indicatoren

Realisatie 2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Verschil 2012

Beschikbaarheid/bereikbaarheid

       

Percentage van de meldingen waarbij het CKmar binnen 30 minuten ter plaatse moet zijn

97%

90%

100%

10%

         

Aantal misdrijfdossiers

       
 

1.162

Realisatie is afhankelijk van het aanbod

862

         
   

50%

   

Percentage processen-verbaal «lik op stuk»

       
 

46%

<5%

11%

–/–39%

Percentage technisch sepot

       
 

9%

 

8%

3%

Toelichting tabel

Er zijn in 2012 862 misdrijfverbalen aangeboden aan het Openbaar Ministerie (OM) te Arnhem. Het verschil tussen de streefwaarde en de realisatie wordt grotendeels veroorzaakt door het achterblijven van het aanbod. Daarnaast heeft het CKmar binnen het Taakveld Militaire Politiedienst nog 83 misdrijfverbalen aangeboden aan andere Openbaar Ministeries. Sinds begin 2012 is in opdracht van het OM de werkwijze omtrent het lik-op-stuk beleid gewijzigd. Het toepassen van de lik-op-stuk behandeling geschiedt in overleg met de parketsecretaris van het OM en vergt met ingang van 2012 een volledig dossier. Het is niet overal mogelijk om lik-op-stuk toe te passen, waardoor de realisatie lager is dan verwacht. Projectmatige onderzoeken, onderzoeken in het buitenland en in missiegebieden en onderzoeken in het Caribisch Gebied vallen hier doorgaans buiten. Hetzelfde geldt voor interne onderzoeken, uitgevoerd door de Staf van het CKmar. In 2012 is een start gemaakt met een pilot wijkbureaus waarbij handhaving wordt ingericht en uitgevoerd op basis van wijkveiligheidsscans en lokale handhavingsconvenanten. In 2013 wordt deze werkwijze verder uitgewerkt. Zoals gemeld in het Jaarverslag 2011 is na onderzoek gebleken dat de relatieve verwijtbaarheid van het CKmar in geval van technisch sepot verwaarloosbaar is. Over 2012 zijn geen signalen dat er wijzigingen zijn in deze situatie.

Operationele doelstelling 4: Handhaving van de openbare orde en de strafrechtelijke rechtsorde op de aangewezen burgerluchtvaartterreinen.

Indicatoren

Realisatie 2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Verschil 2012

Beschikbaarheid/bereikbaarheid

       
         

Percentage van de prioriteit 1 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 5 minuten ter plaatse moet zijn.

91%

90%

91%

1%

         

Percentage van de prioriteit 2 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 10 minuten ter plaatse moet zijn.

84%

90%

82%

–/– 8%

         

Percentage van de prioriteit 3 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn.

91%

90%

91

1%

Toelichting tabel

Aan de doelstelling inzake de response-tijden is in 2012 niet geheel voldaan. Het gebrek aan eenduidige registratie is de voornaamste oorzaak voor de onderrealisatie. Het betrokken personeel meldt zich niet eerst bij de centrale maar gaat ter plaatse direct over tot hulpverlening.

Operationele doelstelling 5: Beschikbare operationeel gerede eenheden voor samenwerking, bijstand en assistentieverlening

Indicatoren

Realisatie 2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Verschil

2012

Aantal beschikbare eenheden

       

• 4 pelotons ME (Mobiele Eenheden)

3,8

4

3

–/– 1

• 3 pelotons BE (Bijstandseenheden)

1,6

3

1,8

–/– 1,2

• 1 aanhoudingseenheid

1

1

1

0

Toelichting tabel

Zowel de Mobiele Eenheden (ME) als de Bijstandseenheden (BE) van het CKmar hebben in 2012 te maken gehad met personele tekorten in twee categorieën specialistische functies, waardoor niet volledig aan de gewenste gereedheid is voldaan. In samenhang met de huidige defensiebrede reorganisatie worden de bijstandseenheden omgevormd tot een nieuw te vormen landelijke bijstandsorganisatie Kmar. Uitgangspunt hierbij is dat de bijstandsorganisatie bestaat uit een toolbox met vier pelotons voor ME- en BE-taken en bijzondere eenheden.

Operationele doelstelling 6: Beschikbare operationele eenheden leveren voor internationale crisis- en humanitaire operaties.

Realisatie operationele doelstellingen 1, 2 en 3 Koninklijke marechaussee 2012

Groep

Organieke eenheid

Inzet

Totaal aantal eenheden

Totaal aantal operationeel gerede eenheden

Voortzettings-vermogen

OD1

 

OD1 + OD2

OD3

   

Specifiek

Organiek

 
   

Doelstelling

Realisatie

 

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

DLBE/BBM

VTE’n voor politietaken Defensie

ca. 10

5

50

   

25

25

25

25

Alle districten

VTE’n voor civiele politiemissies

ca.116

82

256

   

128

128

128

128

BE/ME

Peloton voor CRC

   

1

1

1

       

DLBE/BSB

VTE’n voor Close Protection Teams t.b.v. CDS

ca.131

11

26

   

13

13

13

13

DLBE/BSB

VTE’n voor Close Protection Teams t.b.v.BuZa

ca.302

30

120

   

30

30

90

90

1

Per abuis is in de Ontwerpbegroting 2012 een geplande inzet gemeld van 3 in plaats van 13;

2

Per 1 oktober 2012 is het lopende convenant met het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgebreid van 30 naar 33 VTE’n. Met het ministerie van Buitenlandse Zaken is overeengekomen dat de financiële compensaties via de suppletoire begrotingen plaatsvindt en aan de begroting van het ministerie van Defensie wordt toegevoegd. Mede hierdoor is de doelstelling niet zichtbaar in de Ontwerpbegroting 2012.

Gedurende 2012 hebben eenheden van het CKmar deelgenomen aan diverse reeds lopende crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties. De lager dan geplande realisatie over 2012 wordt veroorzaakt door een lagere vraag naar diensten van het CKmar. Het CKmar heeft echter aan alle inzetopdrachten voldaan en de gereedheidsdoelstellingen zijn volledig gerealiseerd.

1

Met ingang van 1 januari 2013 zijn de specifieke taken van het CKMar limitatief opgesomd in artikel 4 van de Politiewet 2012.

Licence