1. Algemene doelstelling
Het commando luchtstrijdkrachten (CLSK) levert operationeel gerede lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
2. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het CLSK heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan het halen van het Nederlandse ambitieniveau. Het CLSK heeft in 2012 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Daarnaast is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit ter beschikking gesteld voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk.
3. Verantwoordelijkheid
Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, de samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van het CLSK.
4. Externe factoren
Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De materiële gereedheid is negatief beïnvloed door lange levertijden van reserveonderdelen hetgeen invloed had op de geoefendheid van de operationele eenheden. De knelpunten die zich hebben voorgedaan in de personele vulling zijn mede beïnvloed door het beperkte aanbod van technisch en medisch geschoold personeel. Het tekort aan technisch geschoold personeel had ook gevolgen voor de materiële gereedheid. De voortgang met betrekking tot de instroom en de verwerving van gewenst materieel voor de operationele commando’s is opgenomen bij de tabellen «projecten in realisatie» en de toelichting daarop bij de DMO.
5. Budgettaire gevolgen van het beleid
De volgende tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.
Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Begroting 2012 incl NvW | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 684.171 | 679.404 | 754.488 | 609.073 | 627.070 | 699.076 | – 72.006 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
Commando luchtstrijdkrachten | 642.101 | 619.496 | 611.520 | 582.701 | 45.001 | 50.726 | – 5.725 | |
Totaal programma-uitgaven | 642.101 | 619.496 | 611.520 | 582.701 | 45.001 | 50.726 | – 5.725 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Commando luchtstrijdkrachten | 74.816 | 99.083 | 100.861 | 94.200 | 25.105 | 25.105 | 0 | |
Operationele eenheden | 584.512 | 615.918 | – 31.406 | |||||
Bijdragen aan SSO’s | 12.566 | 11.405 | 8.707 | 8.456 | 7.259 | 7.327 | – 68 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 414.284 | 429.886 | – 15.602 | |||||
huisvesting | 58.002 | 54.656 | 3.346 | |||||
ICT | 19.901 | 18.994 | 907 | |||||
overige exploitatie | 124.689 | 144.814 | – 20.125 | |||||
Totaal apparaatsuitgaven | 87.382 | 110.488 | 109.568 | 102.656 | 616.876 | 648.350 | – 31.474 | |
Totaal uitgaven | 729.483 | 729.984 | 721.088 | 685.357 | 661.877 | 699.076 | – 37.199 | |
Ontvangsten | ||||||||
Totaal ontvangsten | 10.877 | 9.970 | 15.986 | 13.556 | 13.854 | 9.181 | 4.673 |
Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen
Verplichtingen
De lagere realisatie van de verplichtingen bedraagt € 72,0 miljoen. Deze lagere realisatie wordt mede verklaard door de lagere programmuitgaven (€ 5,2 miljoen) en de lagere apparaatsuitgaven van € 31,5 miljoen (er zijn minder verplichtingen aangegaan voor overige exploitatie (opleidingen), huisvesting en infrastructuur). Het restant betreft neerwaartse bijstellingen van de verplichtingen vanwege gewijzigde overeenkomsten, of afbouw en vrijgave van het restant aan verplichtingen.
Uitgaven
De realisatie van de programma-uitgaven is € 5,7 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven voor instandhouding (niet tijdige verwerving van reservedelen) en gereedstelling (minder verbruik van brandstof in het buitenland).
De realisatie van de apparaatsuitgaven is € 31,5 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door een bijstelling van de personele uitgaven (lagere aantallen) en het onderbrengen van internationaal geplaatste militairen te Fort Hood (VS) naar het CDC. De exploitatie is vooral lager door het onderbrengen van het onderhoud van de infrastructuur van de Groep Geleide Wapens van het CLSK naar het CLAS.
Ontvangsten
Bij de ontvangsten zijn er geen verschillen tussen begroting en realisatie groter dan € 5 miljoen.
Verdeling realisatie operationele doelstellingen
In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen.
Bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2012 (voor NvW) | Realisatie 2012 | Verschil |
---|---|---|---|
Operationele doelstelling 1 | 115,2 | 116,1 | 0,9 |
Operationele doelstelling 2 | 216,2 | 212,4 | – 3,7 |
Operationele doelstelling 3 | 290,4 | 282,9 | – 7,5 |
Totaal | 621,7 | 611,4 | – 10,3 |
Opmerking: de budgetten voor de operationele doelstellingen zijn exclusief staf, bijdrage SSO’s en het logistieke bedrijf LCW, omdat deze niet direct bijdragen aan het uitvoeren van de operationele doelstellingen (het totaalbedrag wijkt hierdoor af van de tabel budgettaire gevolgen).
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1: Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationeel gereedgestelde eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties om zo bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.
Operationele doelstelling 2: Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.
Om met eenheden direct te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden (specifiek) operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.
Operationele doelstelling 3: Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.
Om een aantal eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk om eenheden te laten recupereren, reorganisaties door te voeren, onderhoud uit te voeren, nieuw materieel in te voeren en het personeel opleidingen te laten volgen. Eenheden doorlopen daarna een opwerkprogramma tot het niveau «operationeel gereed» is bereikt.
Beleidsmatige informatie (realisatie operationele doelstellingen)
De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moest voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen (specifiek) operationeel gerede eenheden. Uit de volgende matrix blijkt hoeveel eenheden voor de operationele doelstellingen beschikbaar moesten zijn en hoeveel daar in werkelijkheid beschikbaar waren.
Groep | Organieke eenheid | Inzet | Totaal aantal eenheden | Totaal aantal operationeel gerede eenheden | Voortzettings-vermogen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
OD1 | OD1 + OD2 | OD3 | ||||||||
Specifiek | Organiek | |||||||||
Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | |||
Jachtvliegtuigen | F-16 | 6 | 6 | 57 | 0 | 6,4 | 17 [21]1 | 23,9 | 40 [36]1 | 26,7 |
Helikopters (Defensie Helikopter Commando) | AH-64D Apache | 21 | 0 | 7,9 | 7 | 0 | 14 | 13,1 | ||
CH-47 Chinook | 0 | 3,7 | 4 | 0 | 9→10 [10]1 | 9,3 | ||||
AS-532 Cougar | 2 | 2 | 8 | 0 | 4 | 4 | 0 | 4 | 4 | |
SH-14D Lynx | 2→0 | 2 | 5→0 | 0 | 3 | 2→0 | 0 | 3→0 | 2 | |
AB-412SP (SAR) | 1 | 2 | 3 | 2 | 1,8 | 1 | 1,2 | |||
NH-90 NFH | 0 [0→2]1 | 0 | 7→93 [7→12]1 | 0→3 [4→0]1 | 1,4 | 0 [0→5]1 | 0 | 7→6 [3→7]1 | 5,6 | |
NH-90 TNFH | 0 | |||||||||
Luchttransport | (K)-DC10 | 3 | 1,5 | 2,2 | 1,5 | 0,8 | ||||
C-130H Hercules | 4 | 0 | 0,7 | 2 | 0,9 | 2 | 2,4 | |||
Force protection | OGRV-eenheden | 0 | 1 | 3 | 0 | 0,3 | 2 | 2,4 | 1 | 0,3 |
Command en Control | 2 | 1 | 1,3 | 1 | 0,7 | |||||
Air C-4 ISR | AOCS | 1 | 0 | 1 | 0 | 0,1 | 1 | 0,9 | ||
NDMC | 1 | 0 | 1 | 0 | 0,2 | 1 | 0,7 | 0 | 0,1 | |
Kustwacht Nederland | Dornier DO-228 | 1 | 0 | 2 | 0 | 0,1 | 1 | 1,3 | 1 | 0,6 |
Doelstelling is gewijzigd bij de 1e suppletoire begroting. De getallen tussen haken geven daarbij de getallen weer zoals die in de Rijksbegroting 2012 staan vermeld;
Toelichting
Algemeen
Gedurende het jaar is door eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Inzet. De lager dan geplande realisatie over 2012 wordt veroorzaakt door een lagere vraag naar inzet van het CLSK. Het CLSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.
Operationele gereedheid
Zoals uit bovenstaande tabel in de kolom Totaal aantal operationeel gerede eenheden blijkt, heeft het CLSK een deel van de organieke gereedheidsdoelstellingen niet behaald. Organiek gereed betekent dat een eenheid het geheel van taken uit kon voeren waarvoor deze standaard is ingericht. Veelal waren deze eenheden wel specifiek operationeel gereed. Specifiek operationeel gereed betekent dat een eenheid een deel van de organieke taken kon uitvoeren. Hieronder worden die eenheden toegelicht waarvoor geldt dat de doelstelling niet volledig is gerealiseerd. Indien, zoals bij F-16, een lagere realisatie van het voortzettingsvermogen (OD3) wordt gecompenseerd door een hogere realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden (OD1+OD2) en er hiermee een hoger niveau van gereedheid is gerealiseerd dan gepland, wordt dit niet toegelicht.
Apache helikopter
Bij de gevechtshelikopters is het afgelopen jaar de realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden achtergebleven bij de planning. Door een gebrek aan reservedelen was er een lage inzetbaarheid van de Apaches. Hierdoor konden de bemanningen slechts een gedeelte van het oefenprogramma uitvoeren en niet de volledige combat ready status bereiken.
Chinook helikopter
Bij de Chinook-helikopters is het afgelopen jaar de realisatie van het aantal operationeel gerede eenheden achtergebleven bij de planning. Door een gebrek aan reservedelen was er een lage inzetbaarheid van de Chinooks. Ondanks een licht stijgende lijn in de materiële gereedheid van de Chinook waren er niet voldoende Chinooks inzetbaar om de bemanningen het gehele oefenprogramma uit te laten voeren. Hierdoor kunnen de bemanningen niet volledig combat ready worden opgeleid en getraind.
Cougar helikopter
Door onvoldoende beschikbaarheid van het ophijssysteem in de eerste helft van het jaar, is een achterstand in de combat ready status van de vliegers ontstaan. Hierdoor was de Cougar specifiek gereed in plaats van organiek gereed. Eind 2012 is deze achterstand gedeeltelijk ingelopen. De Cougar en haar bemanningen zijn wel in staat geweest om alle opdrachten in het kader van nationale en internationale inzet uit te voeren.
AB-412 helikopter
De AB-412 heeft de opgedragen doelstelling niet volledig gehaald. Door ingewikkelde certificeringtrajecten voor onderdelen was de onderdelenvoorziening voor de AB-412 moeizaam. Hierdoor was de materiële gereedheid niet voldoende om de doelstelling volledig te halen. De materiële gereedheid is wel voldoende geweest om de inzet voor patiëntenvervoer en SAR-taken af te dekken.
C-130 transportvliegtuig
Het C-130 transportvliegtuig heeft niet volledig kunnen voldoen aan de opgedragen doelstelling.
Door het uitblijven van operationele subsystemen om te kunnen opereren met parachutisten is de bemanning van de C-130 niet in staat om aan alle eisen van een combat ready bemanning te voldoen. De C-130 heeft in 2012 wel kunnen voldoen aan de opgedragen transporttaken.
AOCS Nieuw Millingen
De oorzaak van het niet volledig behalen van de opgedragen doelstelling is de onvolledige personele vulling (dit betreft voornamelijk het luchtverkeersleidingspersoneel). De belangrijkste oorzaken liggen in het irregulier verloop van personeel gecombineerd met specifieke en lange opleidingstrajecten.
Nationale Datalink Management Cell (NDMC)
De NDMC kan goed functioneren maar rapporteert net onder de doelstellingennorm. Dit wordt onder andere veroorzaakt door onderbezetting als gevolg van vacatures. Daarnaast wordt de NDMC beperkt doordat er onvoldoende inzetbare Link-16 radio’s beschikbaar zijn. Indien de mobiele component wordt ingezet voor ondersteuning van operaties of oefeningen op locatie, dan zal een Link-16 radio uit de statische component worden onttrokken.
4.5 Beleidsartikel 24 Commando Koninklijke Marechaussee
1. Algemene doelstelling
Het Commando Koninklijke marechaussee (CKmar) is een politieorganisatie met een militaire status die wereldwijd inzetbaar is voor vrede en veiligheid.
2. Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het CKmar heeft een bijdrage geleverd aan een veilige samenleving, door handhaving van de rechtsorde en de verlening van hulp aan hen die dat behoeven, zowel in binnen- als buitenland. Het CKmar is verantwoordelijk voor een breed takenpakket.
Het CKmar is belast met de drie hoofdtaken die zijn opgedragen aan de krijgsmacht. Daarnaast staan in artikel 6 van de Politiewet 19931 de specifieke taken van het CKmar limitatief opgesomd. De Politiewet 1993 vormt bovendien de grondslag voor de samenwerking met en bijstand aan de politie. De (opsporings-)bevoegdheden van de ambtenaren van het CKmar zijn ondermeer geregeld in het strafrecht en de vreemdelingenwet en -regelgeving.
Het CKmar heeft haar taak uitgevoerd in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels. Het takenpakket van het CKmar heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig en samenhangend geheel. Drie operationele speerpunten vormen hierbij de basis: de grenspolitietaak, bewaken en beveiligen en internationale en militaire politietaken. Het CKmar legt de nadruk op de veiligheid van de staat en speelt hierbij snel en flexibel in op wijzigende omstandigheden door accenten te leggen binnen taakvelden of tussen taakvelden, waar nodig na toestemming van de desbetreffende gezagsdragers.
3. Verantwoordelijkheid
Gedurende het verantwoordingsjaar was de minister van Defensie als beheersverantwoordelijke voor het CKmar verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CKmar. Het gezag over de marechaussee berustte naast de minister van Defensie bij de minister van Veiligheid en Justitie en, tot het aantreden van het kabinet Rutte-II, bij de minister voor Immigratie en Asiel. De gezagsdragers kunnen normen stellen waaraan het CKmar dient te voldoen. Deze kunnen liggen op het terrein van de personele gereedheid, uitrusting, infrastructuur en ICT-systemen. De uivoering is opgedragen aan de commandant van de Koninklijke marechaussee.
4. Externe factoren
Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het hebben van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel en van de beschikbaarheid van voldoende materieel dat voldoet aan de operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te trainen. In 2012 zijn geen externe factoren geweest die de realisatie van de operationele doelstellingen in gevaar hebben gebracht. Voor het behalen van een groot deel van de operationele doelstellingen is het CKmar afhankelijk van de vraag naar de diensten van het CKmar. Met name de nationale taken van het CKmar – zoals grenstoezicht, opsporing en bijzondere beveiliging – hebben een sterk vraaggestuurd karakter.
5. Budgettaire gevolgen van het beleid
De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2012.
Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Begroting 2012 incl NvW | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 381.054 | 399.720 | 381.059 | 398.677 | 388.505 | 372.144 | 16.361 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
Operationele taakvelden | 344.723 | 372.890 | 369.403 | 366.835 | 7.140 | 6.385 | 755 | |
Totaal programma-uitgaven | 344.723 | 372.890 | 369.403 | 366.835 | 7.140 | 6.385 | 755 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Koninklijke Marechaussee | 31.355 | 30.184 | 30.427 | 30.662 | 11.786 | 11.949 | – 163 | |
Operationele eenheden | 370.233 | 350.913 | 19.320 | |||||
Bijdragen aan SSO’s | 4.357 | 4.200 | 3.584 | 2.959 | 3.167 | 2.897 | 270 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 289.364 | 278.207 | 11.157 | |||||
huisvesting | 28.146 | 29.263 | – 1.117 | |||||
ICT | 20.810 | 16.970 | 3.840 | |||||
overige exploitatie | 46.866 | 41.319 | 5.547 | |||||
Totaal apparaatsuitgaven | 35.712 | 34.384 | 34.011 | 33.621 | 385.186 | 365.759 | 19.427 | |
Totaal uitgaven | 380.435 | 407.274 | 403.414 | 400.456 | 392.326 | 372.144 | 20.182 | |
Ontvangsten | ||||||||
Totaal ontvangsten | 4.839 | 8.301 | 5.941 | 6.219 | 8.074 | 4.652 | 3.422 |
Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen
Verplichtingen
De hogere realisatie van de verplichtingen bedraagt € 16,4 miljoen. Deze hogere realisatie wordt vooral verklaard door de hogere apparaatsuitgaven van € 19,4 miljoen.
Uitgaven
De realisatie van de apparaatsuitgaven is € 19,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door een convenant tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Defensie. Voor de beveiliging van ambassades (door personeel van het CKmar) is € 16,1 miljoen aan defensiebudget overgeheveld (€ 13,4 miljoen heeft betrekking op CKmar uitgaven en het overige is voor de pensioenlasten bij het centraal apparaat). De overige bijstellingen betreffen de wijziging van de ABP- premie, sociale lasten en de prijsbijstelling.
Ontvangsten
Bij de ontvangsten zijn er geen verschillen tussen begroting en realisatie groter dan € 5 miljoen.
Verdeling realisatie operationele doelstellingen
In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden gerealiseerde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen:
Bedragen x € 1 miljoen | Begroting 2012 | Realisatie 2012 | Verschil |
---|---|---|---|
Operationele doelstelling 1 (Beveiliging) | 89,3 | 92,3 | 3,0 |
Operationele doelstelling 2 (Vreemdelingenwetgeving) | 167,9 | 185,5 | 17,6 |
Operationele doelstelling 3 (Militaire politietaken) | 50,0 | 37,9 | – 12,1 |
Operationele doelstelling 4 (Politietaken burgerluchtvaart) | 28,6 | 27,5 | – 1,1 |
Operationele doelstelling 5 (Assistentie, bijstand en samenwerking) | 3,6 | 11,1 | 7,5 |
Operationele doelstelling 6 (internationale crisis en humanitaire operaties) | 17,9 | 23,1 | 5,2 |
Totaal | 357,3 | 377,4 | 20,1 |
Opmerking: de budgetten voor de operationele doelstellingen zijn exclusief staf Koninklijke Marechaussee en de bijdragen aan SSO’s, omdat deze niet direct bijdragen aan het uitvoeren van de operationele doelstellingen (het totaalbedrag wijkt hierdoor af van de tabel budgettaire gevolgen).
Operationele doelstelling 1: Handhaving veiligheidsniveau in overeenstemming met de geldende veiligheidsconcepten.
Indicatoren | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 | Realisatie 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|
Aantal illegale betredingen van het object waarbij niet tijdig is geïntervenieerd | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal teams voor persoonsbeveiliging ten behoeve van het ministerie van Buitenlandse Zaken | 4 | 4 | 4 | 0 |
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart | 100% | 100% | 100% | 0 |
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten | 100% | 100% | 100% | 0 |
Operationele doelstelling 2: Beheersing van de vreemdelingenstroom in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
Indicatoren | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 | Realisatie 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|
Burgerluchtvaart: | ||||
– administratieve en fysieke controle op in- en uitreis | 100% | 100% | 100% | 0 |
Vrachtvaart – Cruiseschepen – Ferry’s | ||||
– administratieve controle van bemanning en passagiers | 100% | 100% | 100% | 0 |
– fysieke controle (opvolging controle adviezen ZUIS) | – | 75% | – | – |
Pleziervaart – Visserij | ||||
– administratieve controle op aangemelde schepen (afkomstig van buiten Schengen) | 100% | 100% | 100% | 0 |
– landelijke controledagen pleziervaart (100% administratieve en fysieke controle) | 51 | 3 | 3 | 0 |
– landelijke controledagen visserij (100% administratieve en fysieke controle) | 51 | 2 | 2 | 0 |
Toelichting tabel
Op dit moment is het CKmar door een gebrek aan technische middelen nog niet in staat een 100% administratieve controle uit te voeren voor de burgerluchtvaart. Er is geen systeem beschikbaar voor een 100% administratieve verwerking van het aanbod van de burgerluchtvaart.
Over 2012 is geen managementinformatie beschikbaar uit de nieuwe release van het Zeescheepvaart Uitbreidbaar Informatie Systeem (ZUIS). Naar verwachting is het met ingang van 2013 weer mogelijk de gewenste gegevens te verschaffen. Het operationele grensbewakingsproces heeft in 2012 doorgang gevonden op vergelijkbare wijze als in 2011.
Operationele doelstelling 3: Handhaving van de openbare orde en strafrechtelijke rechtsorde bij de krijgsmacht en jegens militaire justitiabelen.
Indicatoren | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 | Realisatie 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|
Beschikbaarheid/bereikbaarheid | ||||
Percentage van de meldingen waarbij het CKmar binnen 30 minuten ter plaatse moet zijn | 97% | 90% | 100% | 10% |
Aantal misdrijfdossiers | ||||
1.162 | Realisatie is afhankelijk van het aanbod | 862 | – | |
50% | ||||
Percentage processen-verbaal «lik op stuk» | ||||
46% | <5% | 11% | –/–39% | |
Percentage technisch sepot | ||||
9% | 8% | 3% |
Toelichting tabel
Er zijn in 2012 862 misdrijfverbalen aangeboden aan het Openbaar Ministerie (OM) te Arnhem. Het verschil tussen de streefwaarde en de realisatie wordt grotendeels veroorzaakt door het achterblijven van het aanbod. Daarnaast heeft het CKmar binnen het Taakveld Militaire Politiedienst nog 83 misdrijfverbalen aangeboden aan andere Openbaar Ministeries. Sinds begin 2012 is in opdracht van het OM de werkwijze omtrent het lik-op-stuk beleid gewijzigd. Het toepassen van de lik-op-stuk behandeling geschiedt in overleg met de parketsecretaris van het OM en vergt met ingang van 2012 een volledig dossier. Het is niet overal mogelijk om lik-op-stuk toe te passen, waardoor de realisatie lager is dan verwacht. Projectmatige onderzoeken, onderzoeken in het buitenland en in missiegebieden en onderzoeken in het Caribisch Gebied vallen hier doorgaans buiten. Hetzelfde geldt voor interne onderzoeken, uitgevoerd door de Staf van het CKmar. In 2012 is een start gemaakt met een pilot wijkbureaus waarbij handhaving wordt ingericht en uitgevoerd op basis van wijkveiligheidsscans en lokale handhavingsconvenanten. In 2013 wordt deze werkwijze verder uitgewerkt. Zoals gemeld in het Jaarverslag 2011 is na onderzoek gebleken dat de relatieve verwijtbaarheid van het CKmar in geval van technisch sepot verwaarloosbaar is. Over 2012 zijn geen signalen dat er wijzigingen zijn in deze situatie.
Operationele doelstelling 4: Handhaving van de openbare orde en de strafrechtelijke rechtsorde op de aangewezen burgerluchtvaartterreinen.
Indicatoren | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 | Realisatie 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|
Beschikbaarheid/bereikbaarheid | ||||
Percentage van de prioriteit 1 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 5 minuten ter plaatse moet zijn. | 91% | 90% | 91% | 1% |
Percentage van de prioriteit 2 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 10 minuten ter plaatse moet zijn. | 84% | 90% | 82% | –/– 8% |
Percentage van de prioriteit 3 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein waarbij het CKmar binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn. | 91% | 90% | 91 | 1% |
Toelichting tabel
Aan de doelstelling inzake de response-tijden is in 2012 niet geheel voldaan. Het gebrek aan eenduidige registratie is de voornaamste oorzaak voor de onderrealisatie. Het betrokken personeel meldt zich niet eerst bij de centrale maar gaat ter plaatse direct over tot hulpverlening.
Operationele doelstelling 5: Beschikbare operationeel gerede eenheden voor samenwerking, bijstand en assistentieverlening
Indicatoren | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 | Realisatie 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|
Aantal beschikbare eenheden | ||||
• 4 pelotons ME (Mobiele Eenheden) | 3,8 | 4 | 3 | –/– 1 |
• 3 pelotons BE (Bijstandseenheden) | 1,6 | 3 | 1,8 | –/– 1,2 |
• 1 aanhoudingseenheid | 1 | 1 | 1 | 0 |
Toelichting tabel
Zowel de Mobiele Eenheden (ME) als de Bijstandseenheden (BE) van het CKmar hebben in 2012 te maken gehad met personele tekorten in twee categorieën specialistische functies, waardoor niet volledig aan de gewenste gereedheid is voldaan. In samenhang met de huidige defensiebrede reorganisatie worden de bijstandseenheden omgevormd tot een nieuw te vormen landelijke bijstandsorganisatie Kmar. Uitgangspunt hierbij is dat de bijstandsorganisatie bestaat uit een toolbox met vier pelotons voor ME- en BE-taken en bijzondere eenheden.
Operationele doelstelling 6: Beschikbare operationele eenheden leveren voor internationale crisis- en humanitaire operaties.
Groep | Organieke eenheid | Inzet | Totaal aantal eenheden | Totaal aantal operationeel gerede eenheden | Voortzettings-vermogen | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
OD1 | OD1 + OD2 | OD3 | ||||||||
Specifiek | Organiek | |||||||||
Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | |||
DLBE/BBM | VTE’n voor politietaken Defensie | ca. 10 | 5 | 50 | 25 | 25 | 25 | 25 | ||
Alle districten | VTE’n voor civiele politiemissies | ca.116 | 82 | 256 | 128 | 128 | 128 | 128 | ||
BE/ME | Peloton voor CRC | 1 | 1 | 1 | ||||||
DLBE/BSB | VTE’n voor Close Protection Teams t.b.v. CDS | ca.131 | 11 | 26 | 13 | 13 | 13 | 13 | ||
DLBE/BSB | VTE’n voor Close Protection Teams t.b.v.BuZa | ca.302 | 30 | 120 | 30 | 30 | 90 | 90 |
Per 1 oktober 2012 is het lopende convenant met het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgebreid van 30 naar 33 VTE’n. Met het ministerie van Buitenlandse Zaken is overeengekomen dat de financiële compensaties via de suppletoire begrotingen plaatsvindt en aan de begroting van het ministerie van Defensie wordt toegevoegd. Mede hierdoor is de doelstelling niet zichtbaar in de Ontwerpbegroting 2012.
Gedurende 2012 hebben eenheden van het CKmar deelgenomen aan diverse reeds lopende crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 20 – Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties. De lager dan geplande realisatie over 2012 wordt veroorzaakt door een lagere vraag naar diensten van het CKmar. Het CKmar heeft echter aan alle inzetopdrachten voldaan en de gereedheidsdoelstellingen zijn volledig gerealiseerd.