Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 43 Langdurige zorg

1. Algemene beleidsdoelstelling

Zorgen dat voor mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Het kabinet heeft in 2012 maatregelen genomen om de toegankelijkheid, de kwaliteit, de veiligheid en de betaalbaarheid van de langdurige zorg te handhaven en verder te verbeteren.

Door een snelle en eenvoudige indicatiestelling is de doorstroming naar zorg verder verbeterd. Er is een groot aantal experimenten met regelarme instellingen voorbereid en bij de vermindering van administratieve lasten zijn meerdere concrete resultaten geboekt.

In 2012 zijn voorbereidingen getroffen om het Kwaliteitsinstituut per 1 januari 2013 operationeel te laten zijn als onderdeel van het College voor Zorgverzekeringen. De wetsvoorstellen Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) en de Beginselenwet zorginstellingen zijn vooralsnog aangehouden. Het kabinet zal hierover in de loop van 2013 de Tweede Kamer informeren.

De effectiviteit en veiligheid van zorg is gestimuleerd door zorgaanbieders in de ouderenzorg in staat te stellen extra medewerkers aan te nemen en op te leiden.

Bij het persoonsgebonden budget (pgb) heeft in 2012 de nadruk gelegen op het financieel beheersbaar maken van de pgb-regeling. Daarmee is een bijdrage geleverd aan het beheersbaar maken van de betaalbaarheid van de langdurige zorg.

Externe factoren

Deze maatregelen zijn ingevoerd in samenspel met veldpartijen zoals professionals, patiënten, cliënten en hun naasten, zorgaanbieders en zorgkantoren. Daarnaast zijn in 2012 de volgende partijen van groot belang geweest voor een toegankelijke en kwalitatief goede zorg:

  • Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft onafhankelijk de indicatiestelling van de AWBZ uitgevoerd op een wijze die voor cliënten helder en begrijpelijk was;

  • De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) was belast met markttoezicht, marktontwikkeling en tarief- en prestatieregulering op het terrein van de gezondheidszorg. Daarnaast heeft zij toezicht gehouden op de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de AWBZ;

  • De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft de normen voor verantwoorde zorg zoals deze door de sectoren zelf zijn vastgesteld gehandhaafd;

  • Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft een doelmatige inrichting van het systeem van prikkels en verantwoordelijkheden gehandhaafd, heeft geadviseerd over AWBZ-aanspraken en de toepassing daarvan en heeft de AWBZ brede zorgregistratie (AZR) beheerd.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene beleidsdoelstelling

De Zorgbalans (www.rivm.nl ) geeft een beeld hoe de Nederlandse zorg presteert op het terrein van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid in de curatieve, de langdurige en de preventieve zorg. In het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording leggen zorgaanbieders in de hele sector verpleging, verzorging en thuiszorg door middel van het kwaliteitskader verantwoorde zorg verantwoording af over de activiteiten in het kader van de langdurige zorg.

Het is niet mogelijk om de werking van het gehele stelsel van langdurige zorg in Nederland in één of enkele indicatoren samen te vatten. Het stelsel is daarvoor te veelzijdig.

2. Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil

Verplichtingen

5.381.014

5.651.836

6.052.910

6.330.929

6.443.138

6.366.932

76.206

               

Uitgaven

5.390.586

5.590.456

6.011.637

6.417.668

6.414.519

6.391.860

22.659

               

43.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

57.215

57.713

59.201

56.925

50.084

55.627

– 5.543

43.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

196.774

186.967

153.440

149.221

120.774

120.615

159

43.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

91.270

122.320

135.800

134.472

154.112

166.948

– 12.836

43.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

5.045.327

5.223.456

5.663.196

6.077.050

6.089.549

6.048.670

40.879

               

Ontvangsten

1.431

2.194

17.453

5.105

7.629

0

7.629

In onderstaande toelichting worden de opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar toegelicht.

Uitgaven

43.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 50,1 miljoen. Dat is circa € 5,5 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 55,6 miljoen.

De voor het Wcz-register gereserveerde middelen zijn nagenoeg niet uitgegeven, omdat de Wet cliëntenrechten zorg controversieel werd verklaard. Tevens zijn de gerealiseerde uitgaven voor Zichtbare zorg en Kiesbeter lager dan geraamd en er zijn minder subsidies verstrekt aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties.

Daarnaast heeft een aantal overboekingen plaatsgevonden binnen de VWS-begroting. Zo is voor de uitvoering van het jaarplan 2012 van het project Zichtbare Zorg € 2,6 miljoen overgeboekt naar artikel 98 Apparaatsuitgaven IGZ (operationele doelstelling 3) en is € 0,9 miljoen overgeboekt naar artikel 43 (operationele doelstelling 3), omdat vanaf 2012 de instellingssubsidie aan Per Saldo niet meer door het Fonds PGO (CIBG) wordt verstrekt, maar door VWS.

43.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar (toegankelijke zorg)

Er is nauwelijks een verschil tussen de raming in de begroting en de realisatie 2012.

Bij tweede suppletoire wet is een bedrag van € 3,4 miljoen beschikbaar gesteld in verband met een knelpunt bij het CIZ als gevolg van sociaal plankosten. Uiteindelijk is het beschikbare budget niet volledig tot besteding gekomen doordat de activiteiten voor het programma Meer tijd voor de cliënt een andere invulling hebben gekregen. Hierdoor is er € 3,2 miljoen minder uitgegeven dan geraamd.

43.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 154,1 miljoen. Dat is circa € 12,8 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 166,9 miljoen. Dit verschil kent de volgende oorzaken.

Enkele programma’s op het gebied van kwaliteit kennen een langere doorlooptijd, waardoor de gerealiseerde uitgaven in 2012 lager zijn dan geraamd (circa 7,8 miljoen). Het gaat hierbij met name om het programma «In voor zorg» en een beperkt deel van het ZonMw-programma voor kwaliteitsverbetering van palliatieve zorg.

Een deel van de invoeringsmaatregelen uit het regeerakkoord is gedekt binnen het Budgettair Kader Zorg (BKZ). De begrotingsmiddelen (circa € 8,0 miljoen) vielen hierdoor vrij en zijn ingezet voor knelpunten op de VWS-begroting.

Verder vond een aantal overboekingen binnen de VWS-begroting plaats. Zo is vanuit artikel 42 (operationele doelstelling 3) € 6,4 miljoen overgeboekt voor palliatieve zorg, die door de integrale kankercentra wordt verleend in de langdurige zorg. Voor het beheer van de AWBZ-brede zorgregistratie (AZR) door het CVZ is € 2,0 miljoen naar artikel 42 (operationele doelstelling 3) overgeboekt. Voor de uitvoering van het verbeterprogramma palliatieve zorg is € 1,3 miljoen naar artikel 41 (operationele doelstelling 2) overgeboekt.

Geraamd was voor het Stagefonds € 99,0 miljoen. De gerealiseerde uitgaven zijn € 0,1 miljoen lager.

43.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar (betaalbare zorg)

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 6.089,5 miljoen. Dat is circa € 40,9 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 6.048,7 miljoen. Dit verschil kent verscheidene oorzaken, waarvan de belangrijkste hieronder worden vermeld.

In 2012 zijn Wtcg-tegemoetkomingen over 2011 uitbetaald. De raming in de begroting 2012 bedroeg € 616,7 miljoen. In augustus 2012 is aan het beschikbare budget de prijsbijstelling tranche 2012 toegevoegd. Deze bedroeg € 14,1 miljoen. Daarnaast is bij de tweede suppletoire begroting op basis van op dat moment bekende uitvoeringsgegevens van het CAK met betrekking tot de toe te kennen Wtcg-tegemoetkomingen over toekenningjaar 2011 de inschatting gemaakt dat er in 2012 € 44,2 miljoen meer benodigd zou zijn dan geraamd. Met het oog daarop werd een bedrag van € 38 miljoen verschoven van 2013 naar 2012 en is additioneel een bedrag van € 6,2 miljoen toegevoegd aan het Wtcg-budget 2012. Uiteindelijk is het aantal beschikkingen echter lager uitgevallen dan geraamd en is een aantal betalingen doorgeschoven naar 2013. Per saldo is sprake van € 20,8 miljoen hogere uitgaven dan in de begroting was geraamd.

De beheerskosten van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) waren € 9,2 miljoen hoger dan geraamd. Incidenteel zijn extra werkzaamheden uitgevoerd in verband met wijziging van de voorwaarden van de Wtcg sinds 1 januari 2012.

Per 1 januari 2009 is de regeling tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU-regeling) vervangen door de regeling tegemoetkoming specifieke zorgkosten (TSZ-regeling). De verwachting is dat er tot in 2015 kasuitgaven TBU plaatsvinden als gevolg van afgehandelde beschikkingen door de Belastingdienst. De totale uitgaven voor de TBU-regeling in 2012 waren € 18,9 miljoen.

Voor de TSZ-regeling waren de uitgaven € 52,1 miljoen. Dat is € 10,8 miljoen meer dan geraamd. De Belastingdienst neemt op grond van de aangifte van iemand de beslissing of een aftrek in het kader van de specifieke zorgkosten is toegestaan. Indien dat het geval is, wordt door de belastingdienst nagegaan of er voldoende belasting betaald wordt om de specifieke zorgkosten te verzilveren. Is dit niet het geval, dan zal automatisch een tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten worden toegekend.

De uitgaven in het kader van de Bijdrage In de Kosten van Kortingen (BIKK) waren in 2012 € 18,1 miljoen lager dan geraamd. De BIKK wordt gestort in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Bijstelling van de BIKK vindt plaats aan de hand van de ramingen van het Centraal Planbureau (CEP en MEV).

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten op artikel 43 bedragen € 7,6 miljoen. Begroot was nihil. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door lager vastgestelde (project)subsidies. Het betreft ontvangsten als gevolg van vaststellingen van aan patiënten en gehandicaptenorganisaties verleende subsidies (circa € 2,4 miljoen), terugvordering van niet bestede projectgelden van het CIZ (2,9 miljoen) en lager vastgestelde (project)subsidies op het gebied van kwaliteit (€ 2,1 miljoen).

3. Operationele doelstellingen

43.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Doelbereiking

In 2012 is de positie van de burger in het zorgstelsel versterkt door informatie over zorgaanbieders en zorgverzekeraars beter toegankelijk en vergelijkbaar te maken, instrumenten te ontwikkelen om de continuïteit van de zorg te waarborgen en de rechtspositie van de burger in het zorgstelsel te verbeteren.

Transparante informatievoorziening en keuzevrijheid

Zichtbare Zorg

In het transparantieprogramma Zichtbare Zorg (ZiZo) is sinds 2007 in een aantal sectoren gewerkt aan het ontwikkelen van indicatoren voor het meten van de geleverde kwaliteit. De oogst van dit programma Zichtbare Zorg wordt ingebracht in het Kwaliteitsinstituut. In vrijwel alle sectoren worden de indicatoren inmiddels ook daadwerkelijk uitgevraagd en hebben partijen zelf initiatieven genomen om de uitvraag te organiseren. Van de sectoren ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, thuiszorg, verpleging en verzorging, kraamzorg en fysiotherapie worden de gegevens op kiesBeter.nl gepubliceerd. In opdracht van VWS is het RIVM gestart met een verbeterprogramma om de gebruikersvriendelijkheid van kiesBeter.nl te vergroten. Het Kwaliteitsinstituut zal de taak van Kiesbeter op het gebied van de keuze-informatie over kwaliteit van zorg overnemen.

Jaardocument Maatschappelijke verantwoording

Via het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) verantwoorden aanbieders van zorg zich jaarlijks. De aanbieders zijn verplicht om een aantal gegevens aan te leveren aan de hiervoor bedoelde database. Omdat bepaalde gegevens uit het JMV niet tot weinig werden gebruikt, is in 2012 bijna de helft van het aantal vragen geschrapt.

Continuïteit van zorg

Er is in 2012 een wijzigingsvoorstel ingediend bij de Tweede kamer voor aanpassing van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (WMG) in verband met het tijdig signaleren van risico’s voor de continuïteit van zorg (TK 33 253, nr. 3). Het wetsvoorstel regelt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de bevoegdheid krijgt om regels te stellen die ertoe strekken dat in de overeenkomsten tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken worden gemaakt over het tijdig signaleren (early warning systeem) van die risico’s. De regels zijn beperkt tot vormen van zorg waarvan de overheid de continuïteit wil waarborgen wanneer een zorgaanbieder failliet gaat en er na het faillissement geen vervangend aanbod gevonden kan worden door de zorgverzekeraar of het zorgkantoor.

(Rechts)positie van de burger

De rechten van de cliënt dienen te worden versterkt door heldere, eenduidige wetgeving. De door de vorige regering daartoe bij de Tweede Kamer ingediende voorstellen voor de Wet cliëntenrechten zorg (WcZ) en de Beginselenwet AWBZ-zorg (Baz) werden in 2012 door de Tweede Kamer controversieel verklaard.

Er zijn subsidies verstrekt aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties), zodat kennis en ervaringen van cliënten zelf optimaal benut worden voor goede zorg en ondersteuning. Om samenwerking tussen de pg-organisaties te bevorderen is in 2012 gewerkt met een systeem waarbij organisaties door middel van vouchers een stem in de invulling van thema’s, activiteiten en de uitvoering van een gezamenlijk project hebben.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

In eerdere jaren en in de begroting 2012 werd hier vermeld het percentage instellingen in de sector verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) en gehandicaptenzorg dat het zorginhoudelijke kwaliteitskader op kiesBeter.nl beschikbaar had gesteld.

In 2011 is een begin gemaakt met een nieuw kwaliteitskader en zijn indicatoren en vragenlijsten opgesteld. In 2012 is de eerste meting uitgevoerd op basis van dit nieuwe kwaliteitskader. Medio 2013 worden hiervan de resultaten verwacht.

Op basis van de op dit moment beschikbare gegevens is er daarom geen consistent beeld te schetsen. Om deze reden zijn de betreffende indicatoren uit de begroting 2012 niet meer opgenomen.

43.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar (toegankelijke zorg)

Doelbereiking

Ter handhaving en ter verbetering van de toegankelijkheid van de zorg heeft het kabinet in 2012 instrumenten ingezet die gericht zijn op het voorzien van een voldoende aanbod in zorgpersoneel en het binnen een redelijke termijn verlenen van de noodzakelijke zorg aan cliënten.

Arbeidsmarktbeleid en opleidingen

Via het Stagefonds hebben zorginstellingen, die stageplaatsen realiseren voor studenten van bepaalde zorgopleidingen, een bijdrage ontvangen voor de kosten van de stagebegeleiding. Hierdoor zijn in 2012 bijna 50.000 voltijds stageplaatsen gerealiseerd. Dit is een stijging van ruim 7% ten opzichte van 2011. Daarnaast is via andere maatregelen de in- en doorstroom van zorgopleidingen gestimuleerd (zie artikel 42).

Minder administratieve lasten en betere dienstverlening

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft in 2012, met een kortere wachttijd voor de afgifte van een besluit, ruim één miljoen indicatiebesluiten afgehandeld. Daarnaast draagt het CIZ bij aan het experimenteel verminderen van de administratieve lasten door medewerking te verlenen aan 18 van de 25 experimenten Regelarme Instellingen.

De website www.regelhulp.nl draagt bij aan het verminderen van de administratieve lasten die chronisch zieken, gehandicapten en ouderen ondervinden bij het aanvragen van hulp en voorzieningen in zorg en sociale zekerheid. Ook op het terrein van de jeugdzorg wordt Regelhulp in toenemende mate ingezet. In 2012 is Regelhulp overgedragen aan de beheerorganisaties. Coördinatie vindt nog wel vanuit VWS plaats. Daarnaast is gewerkt aan het verder inzetten van Regelhulp.

Het project Gezamenlijke beoordeling is in 2012 afgerond. Conclusie is dat de dienstverlening aan cliënten met een meervoudige hulpvraag kan worden verbeterd wanneer uitvoeringsorganisaties samenwerken bij het zoeken naar de beste oplossing voor de cliënt. Dit wordt gezamenlijk beoordelen genoemd. Op basis van de resultaten uit het evaluatieonderzoek van KPMG Plexus en de ervaringen en verworven inzichten van de lokale initiatieven en het landelijk projectteam is het «Werkmodel Gezamenlijke Beoordeling» ontwikkeld.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

De voortgang van het beleid wordt gemeten met de volgende indicatoren:

Indicatoren (outcome)
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

1. Cliënttevredenheid over indicatiestelling CIZ

7,5

7,2

7,4

≥ 8,0

2. Percentage cliënten dat wordt geholpen binnen de treeknorm

85%

85%

86%

82%

88%

91%

> 80%

92%

3. Percentage indicatieaanvragen dat is afgedaan binnen de wettelijke termijn (0 tot 6 weken)

89%

88%

86%

87%

88%

98%

89%

99%

Bron:

1. KIWA cliëntervaringsonderzoek 2010–2011 «Ervaringen van zorgvragers met indicatiestelling». Het realisatiecijfer 2012 is nog niet bekend.

2. AWBZ-brede Zorgregistratie (AZR). Treeknormen zijn normen voor acceptabele wachttijden voor het leveren van zorg (extramuraal 6 weken, intramuraal 13 weken). Het percentage cliënten dat wordt geholpen binnen de treeknorm is een indicator voor de toegankelijkheid van de AWBZ.

3. Jaarverslag CIZ. De genoemde termijn vloeit voort uit de wettelijke termijn van maximaal 6 weken waarbinnen het CIZ op grond van de Algemene wet bestuursrecht een besluit moet nemen.

43.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

Doelbereiking

Om de effectiviteit en veiligheid van de langdurige zorg te blijven verbeteren heeft het kabinet in 2012 een aantal activiteiten ontplooid.

Kwaliteitsimpuls langdurige zorg

Het vorige kabinet heeft extra middelen beschikbaar gesteld, zodat instellingen meer financiële armslag zouden krijgen en 12.000 extra medewerkers aangenomen en opgeleid konden worden. De zorginstellingen zijn in 2012 aan de slag gegaan met het aannemen en opleiden van extra personeel en hebben hiervoor massaal plannen ingediend bij de zorgkantoren, waarin zij hebben aangegeven hoe zij hier concreet invulling aan geven. De zorgkantoren zien toe op de doelmatige aanwending van de middelen. Het ministerie van VWS monitort de realisatie van de doelstelling op macroniveau. Een nulmeting hiervan is in oktober 2012 aan de Tweede Kamer verzonden (bijlage bij TK 33 400 XVI, nr. 15). Als gevolg van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 (TK 33 280, nr. 1) is besloten om de middelen per 1 januari 2013 niet te continueren voor de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidzorg, maar wel te behouden voor de ouderenzorg.

Palliatieve zorg

Door uitvoering van de regeling palliatieve zorg zijn in 2012 circa 8.500 cliënten en hun naasten ondersteund. Voorts heeft het ZonMw-verbeterprogramma er toe geleid dat goede voorbeelden worden uitgerold, zoals de implementatie van de richtlijn palliatieve sedatie, het zorgpad stervensfase en het project palliatieve thuiszorg (PaTz) gericht op vroegsignalering door de huisarts in samenwerking met de wijkverpleging. Ook is de kinderpalliatieve zorg versterkt.

Vermindering administratieve lasten langdurige zorg

Voor zorgaanbieders is de mogelijkheid gecreëerd om voor tachtigplussers een indicatiemelding te doen, die door het CIZ zonder toetsing wordt omgezet in een indicatiebesluit. Het verloop van deze meldingen en de effecten daarvan worden gemonitord.

De voorstellen door zorgaanbieders voor experimenten met regelarme instellingen zijn uitgewerkt in plannen van aanpak, waarvan de meesten januari 2013 daadwerkelijk gestart zijn. De looptijd is maximaal twee jaar.

Naar aanleiding van de meldingen door zorgaanbieders over hinderende wet- en regelgeving is de jaarlijkse uitvraag aan zorgaanbieders in het kader van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording gehalveerd. Ook heeft de IGZ de procedure met betrekking tot de melding van valincidenten en valcalamiteiten vereenvoudigd, wordt er een alternatief ontwikkeld voor de minutenregistratie, zijn er quick wins gerealiseerd bij de AWBZ-brede zorgregistratie en komt er in de loop van 2013 een einde aan de dubbele productieverantwoording van de zorgaanbieder aan het zorgkantoor.

Innovatiebeleid langdurige zorg

Om de kwaliteit van de langdurige zorg te blijven verbeteren ondersteunt het ministerie van VWS verschillende programma’s. Daarnaast kent de NZa beleidsregels voor innovatie.

  • De gestelde doelstellingen aan «In voor zorg» zijn bereikt (zie ook www.invoorzorg.nl ). Eind 2012 hebben ruim 300 zorgaanbieders zich aangemeld voor een In voor zorgtraject. Zij krijgen hulp bij het implementeren van bewezen kennis die hen helpt meer toekomstbestendig te worden, te winnen aan doelmatigheid en cliëntgerichtheid.

  • Het programma Ambient Assisted Living (AAL) is een gemeenschappelijk Europees onderzoek- en ontwikkelprogramma gericht op de uitdagingen van een vergrijzende bevolking. Het gaat om het versterken van innovatie in Europa door gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Nederland doet mee omdat het bijdraagt aan de houdbaarheid en betaalbaarheid van langdurige zorg. In september 2012 organiseerde Nederland het vierde AAL Forum. Het doel van het Forum was kennis over, ervaring met en resultaten van AAL-gerelateerde producten te verspreiden onder overheden, onderzoekers, ontwikkelaars, beleidsmakers, leveranciers, financiers en eindgebruikers en nieuwe samenwerkingsverbanden tussen Europese organisaties en stakeholders te organiseren.

  • Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) is in 2008 gestart met het doel om te komen tot geïntegreerde, doelmatige zorg voor kwetsbare ouderen. De resultaten van de projecten komen in de loop van 2013 en 2014 beschikbaar.

  • Het doel van het Plan van Aanpak Kwetsbare Personen Rotterdam was het realiseren van een integraal en toegankelijk zorgaanbod voor kwetsbare mensen. Voor enkele doelgroepen, zoals de dak- en thuislozen en kortgestrafte justitiabelen met zorgbehoefte heeft dit geleid tot een beter zorgaanbod. De samenwerking gericht op deze doelgroepen wordt voortgezet. Het overkoepelende plan van aanpak is in september 2012 gestopt, omdat ook bleek dat dit plan voor andere doelgroepen, waaronder bijvoorbeeld kwetsbare ouderen, geen meerwaarde opleverde.

  • De samenwerking van gemeenten, verzekeraar en zorgaanbieders in Friesland (Frieslab) heeft geleid tot diverse bruikbare instrumenten en methodieken waarmee bijvoorbeeld de zorg voor jonge mensen met autisme en de samenhang in zorg, welzijn en wonen op wijkniveau kunnen worden verbeterd. De resultaten waren aanleiding om het project voort te zetten tot ten minste 1 maart 2014.

  • De bekendheid met de beleidsregel «Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties» is goed. De meeste zorgkantoren maken samen met zorgaanbieders gebruik van deze experimenteermiddelen. De experimenten zijn gericht op de verbetering van de zorg voor uiteenlopende doelgroepen zoals kwetsbare ouderen, mensen met niet-aangeboren hersenletsel, mensen met lichtverstandelijke beperking en mensen met beperkingen als gevolg van een CVA of Korsakov.

  • Ook in 2012 zijn er op grond van de beleidsregel Ketenzorg Dementie kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg uitgevoerd (zie bijlage 4 bij TK 33 400 XVI, nr. 15).

Rechtsbescherming cliënten bij dwang

Het wetsvoorstel «Zorg en dwang» (TK 31 996) is nog niet tot behandeling in de Tweede Kamer gekomen. Het streven is nu om het wetsvoorstel in 2013 in werking te laten treden.

Kwaliteitsverbetering en -borging

De kwaliteit van zorg wordt gemeten met behulp van de Kwaliteitskaders verantwoorde zorg. In 2012 zijn in de gehandicaptensector voor een beperkt deel (circa 25%) de uitkomsten van de kwaliteitsmeting bekend geworden16. In 2012 is de meting verder over de hele sector uitgespreid. Voor de VVT-sector17 is in 2012 een sterk ingeperkte indicatorenset opgeleverd. Doel van de set is een aantal aspecten van kwaliteit van zorg inzichtelijk te maken. Eind 2012 is de meting onder de VVT-instellingen van start gegaan.

Het progamma «Zorg voor Beter» is, met de oplevering van de eindevaluatie18 en de organisatie van een viertal regionale bijeenkomsten voor professionals in de zorg en studenten van zorgopleidingen, in de zomer van 2012 afgesloten. Vanuit ZonMw wordt – samen met onder andere branches – ingezet op het borgen en verspreiden van de ervaringen en resultaten.

Uit een effectevaluatie19 is gebleken dat na inschakeling van het Centrum voor Consultatie en Expertise bij individuele consultaties voor cliënten in de langdurige zorg het probleemgedrag, de vrijheidsbeperkende maatregelen en de handelingsverlegenheid betekenisvol en statistisch significant zijn afgenomen.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

Of en in welke mate de zorg werkelijk verbetert, wordt door meer factoren bepaald dan uitsluitend de in voorgaande begrotingen opgenomen indicatoren. De ambities op het gebied van de kwaliteit van de langdurige zorg, zoals onder andere neergelegd in de Beginselenwet vertegenwoordigen daarnaast een andere visie op wat er voor de cliënt werkelijk toe doet en hoe hij zijn zorgverlening beoordeelt. Het kwaliteitskader verantwoorde zorg, waaruit een aantal van de eerder gehanteerde indicatoren afkomstig was, is daarom toe aan een volgende fase. In de begroting en het jaarverslag 2012 zijn daarom geen indicatoren op het gebied van kwaliteit van de langdurige zorg opgenomen.

Kengetal
 

2009

2010

2011

2012

Totaal aantal personen dat door middel van de subsidieregeling palliatief terminale zorg is ondersteund in de laatste levensfase per 30 juni van een jaar

7.813

8.162

8.508

8.747

Bron: VWS, op basis van de subsidieregeling Palliatief Terminale Zorg.

De middelen uit de subsidieregeling palliatieve terminale zorg zijn bedoeld als tegemoetkoming in de kosten die organisaties maken voor de coördinatie van vrijwilligers die ingezet worden in palliatief terminale situaties. De verdeling van de middelen vindt plaats op basis van het aantal zorginzetten in de periode voorafgaand aan de aanvraag.

43.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar (betaalbare zorg)

Doelbereiking

Het kabinet heeft in 2012 maatregelen genomen om de uitgaven van de langdurige zorg beter beheersbaar te maken via het herijken van het pakket van verzekerde aanspraken en het verbeteren van het AWBZ-stelsel.

Herijken van het pakket van verzekerde aanspraken

Persoonsgebonden budget

Bij het persoonsgebonden budget (pgb) heeft in 2012 de nadruk gelegen op het financieel beheersbaar maken van de pgb-regeling. Per 1 januari 2012 zijn maatregelen ingevoerd die het beroep op de pgb-regeling beperken. Via onderzoek en in samenspraak met het pgb-expertisecentrum, waarin alle bij het persoonsgebonden budget betrokken partijen zijn vertegenwoordigd, is gemonitord of deze maatregelen tot ongewenste effecten leiden. Deze hebben zich niet voorgedaan. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd op 24 juni 2012 (TK 30 597, nr. 255).

Extramurale begeleiding en kortdurend verblijf

De wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning met het oog op de decentralisatie van de functies extramurale begeleiding en kortdurend verblijf is in 2012 door de Tweede Kamer controversieel verklaard, waardoor de parlementaire behandeling is aangehouden.

Integrale tarieven

Overeenkomstig het voornemen uit de begroting is per 2012 een start gemaakt met de geleidelijke invoering van de integrale tarieven. De voornemens om voor de lichtere zorgzwaartepakketten (ZZP’s) vanaf 2014 het scheiden van wonen en zorg door te voeren zijn vervangen (en versneld) door de afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 om de lichtere zorgzwaartepakketten (ZZP 1 t/m 3) vanaf 2013 voor nieuwe cliënten te extramuraliseren. Nieuwe cliënten krijgen – in plaats van een licht ZZP – een indicatie voor extramurale zorg en worden langer thuis in hun eigen omgeving geholpen.

Wet tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten

Eind 2012 is er voor de derde keer de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) uitgekeerd door het CAK. Dit betrof de tegemoetkomingen over berekeningsjaar 2011. Voor het recht op een tegemoetkoming over het jaar 2011 zijn de afbakeningscriteria niet gewijzigd ten opzichte 2010. Ruim twee miljoen burgers hebben een tegemoetkoming ontvangen.

Per 2012 is de bepaling van het recht op een tegemoetkoming aangepast naar draagkracht (zie TK 33 045, nr. 3). Daarnaast is het criterium fysiotherapie aangescherpt, maar is tegelijkertijd een zelfstandig afbakeningscriterium opgenomen voor levenslange hulpmiddelen (TK 31 706, nr. 53 en 54). De financiële gevolgen hiervan worden pas in 2013 zichtbaar. Dit komt doordat de tegemoetkoming over jaar t pas in jaar t+1 wordt uitgekeerd.

Instrumenten voor een goed werkend AWBZ-stelsel

Uitvoering AWBZ

Zorgverzekeraars zijn formeel, via de wet, verantwoordelijk voor de uitvoering van de AWBZ. In het regeerakkoord Rutte–Verhagen was opgenomen dat de taken en de risico’s van de zorgkantoren zouden worden overgenomen door de zorgverzekeraars. De voorbereiding van deze maatregel is samen met zorgverzekeraars en betrokken taakorganisaties in 2012 ter hand genomen. Het kabinet-Rutte–Verhagen heeft echter ten tijde van de demissionaire status besloten deze voorbereidingen niet voort te zetten en de beslissing over de toekomst van de uitvoering van de AWBZ aan het huidige kabinet over te laten (TK 30 597, nr. 255). Om de uitvoering van de AWBZ te continueren is de concessie aan de zorgkantoren tot 2014 verlengd (Stcrt. 2012, nr. 17683).

Verbetering informatievoorziening in de langdurige zorg

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in opdracht van VWS de pilot Azoris uitgevoerd, waarbij een prototype van een AWBZ-ketenmonitor is ontwikkeld. Doel van deze pilot was het bijeenbrengen van de (veelal versnipperde) beschikbare beleidsinformatie en het verbeteren van de managementinformatie over de AWBZ. Het doel van de Monitor Langdurige Zorg is om informatie te verschaffen over de aanspraken, gebruik, productie en kosten van de langdurige zorg die voor een reeks van gebruikers nuttig is voor het verkrijgen van inzicht in de keten van de langdurige zorg. De meerwaarde van een systeem als de Monitor Langdurige Zorg is dat gegevens uit de AWBZ-keten bij elkaar staan en gemakkelijk toegankelijk zijn.

Het CBS is gevraagd de monitor structureel vorm te geven en toegankelijk te maken.

De AWBZ-brede zorgregistratie (AZR) is een systeem voor informatie-uitwisseling in alle fasen van de AWBZ-keten: het indiceren, het toewijzen, het leveren van zorg en het opleggen van de eigen bijdrage aan cliënten. Informatie-uitwisseling met AZR is in de loop der jaren erg complex geworden. Daarom zijn voorbereidingen getroffen voor een meerjarenplan voor een grondige modernisering van de informatievoorziening. In 2012 is het programma iAWBZ gestart bij VWS, waarbij het CVZ als beheerder van het AZR een belangrijke bijdrage levert. Voor de kortere termijn is in 2012 een aantal «quick wins AZR» vastgesteld en deels geïmplementeerd. Ook is een bijdrage geleverd aan diverse analyses ten behoeve van de AZR-experimenten in het kader van «Meer Tijd voor de Cliënt».

Centraal Administratie kantoor

Het voormalige kabinet-Rutte–Verhagen heeft besloten de privaatrechtelijke ZBO-status van het Centraal Administratie kantoor (CAK) om te zetten in een publiekrechtelijke ZBO-status. De CAK-instellingswet (wijziging van de AWBZ) die deze statuswijziging regelt is niet per 1 januari 2012 (zoals oorspronkelijk de bedoeling was), maar per 1 januari 2013 in werking getreden. De statuswijziging heeft ook gevolgen voor de financiering van de beheerskosten van het CAK. Tot en met het jaar 2011 werden de beheerskosten van het CAK gefinancierd uit drie bronnen, namelijk: de premiemiddelen, het Gemeentefonds en de VWS-begroting. De CAK-instellingswet voorziet in één financieringsbron voor de beheerskosten, namelijk de VWS-begroting. Om dit te bewerkstelligen zijn in 2011 voor 2012 en volgende jaren alle gelden voor de CAK-beheerskosten vanuit de premie en het gemeentefonds overgeheveld naar de VWS-begroting.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

De voortgang van het beleid wordt gemeten met het volgende kengetal:

Kengetal
 

2007

2008

2009

2010

2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Beheerste ontwikkeling AWBZ-uitgaven langdurige zorg (x € 1 miljard)

22,4

21,8

23,2

24,1

25,2

26,0

27,5

Bron: VWS, NZa productieafspraken en (voorlopige)realisatiegegevens, CVZ (voorlopige) financieringslasten

17

Verpleeghuizen, verzorgingstehuizen en thuiszorg.

18

Eindevaluatie «Zorg voor beter 2005–2012» via www.zonmw.nl

Licence