Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 44 Maatschappelijke ondersteuning

1. Algemene beleidsdoelstelling

Alle burgers participeren in de samenleving.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Het participeren van alle burgers in de samenleving is in 2012 bevorderd.

  • De uitvoering van de Wmo door gemeenten is goed verlopen. Burgers zijn in ruime mate tevreden over de geboden ondersteuning voor hun zelfredzaamheid en participatie.

  • Burgers hebben anderen vrijwillige ondersteuning geboden en hebben gebruik kunnen maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning.

  • Burgers met beperkingen hebben gebruik kunnen maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning.

  • Burgers met (psycho) sociale problemen hebben gebruik kunnen maken van tijdelijke ondersteuning en er zijn diverse activiteiten uitgevoerd om het gebruik van tijdelijke ondersteuning door burgers met (psycho) sociale problemen te bevorderen.

Externe factoren

Kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare maatschappelijke ondersteuning vergt een samenspel van gemeenten, burgers en anderen, zoals zorgleveranciers, woningcorporaties, kennisinstituten, organisaties voor vrijwilligers en mantelzorgers. Al deze partijen hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van sociale netwerken, die weer in belangrijke mate bijdragen aan de algemene beleidsdoelstelling.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene beleidsdoelstelling

Kengetal: Participatie van mensen met een lichamelijke beperking

Kengetal: Participatie van mensen met een lichamelijke beperking

Bron: Rapportage participatiemonitor 2011, NIVEL

Met de participatiemonitor van het Nivel, die tweejaarlijks wordt gepubliceerd, kan de participatie van mensen met een beperking (van 15 jaar en ouder) trendmatig gevolgd worden. Op basis van de participatiemonitor 2011 is in de begroting 2012 het kengetal «participatie van mensen met een lichamelijke beperking» opgenomen. Omdat de volgende participatiemonitor in 2013 zal worden uitgebracht zijn ten opzichte van de cijfers uit de begroting 2012 nog geen nieuwe cijfers beschikbaar.

2. Budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil

Verplichtingen

590.095

273.428

161.853

171.498

155.898

209.355

– 53.457

               

Uitgaven

506.394

547.681

259.607

184.913

174.436

212.152

– 37.716

               

44.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

44.745

27.065

26.373

18.445

17.728

40.783

– 23.055

44.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

40.302

48.291

75.519

94.591

97.359

85.492

11.867

44.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

68.671

62.953

60.961

66.504

54.487

59.736

– 5.249

44.4 Burgers met (psycho) sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

352.676

409.372

96.754

5.373

4.862

26.141

– 21.279

               

Ontvangsten

1.931

8.356

25.765

3.797

2.328

0

2.328

In onderstaande toelichting worden de opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar toegelicht.

Uitgaven

44.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 17,7 miljoen. Dat is circa € 23,1 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 40,8 miljoen. Dit verschil is grotendeels te verklaren doordat, als gevolg van de val van het kabinet- Rutte–Verhagen, de decentralisatie van begeleiding controversieel is verklaard waardoor een onderuitputting van € 21,0 miljoen is ontstaan.

Tevens is er in verband met de tweede evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning een budget van € 1,6 miljoen naar het Sociaal Cultureel Planbureau overgeboekt.

44.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 97,4 miljoen. Dat is circa € 11,9 miljoen hoger dan het in de begroting geraamde bedrag van € 85,5 miljoen.

Als gevolg van de continue groei van het aantal aanvragen voor een mantelzorgcompliment zijn er meer complimenten in 2012 uitgekeerd dan was voorzien in de begroting 2012 (€ 13,2 miljoen).

44.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 54,5 miljoen. Dat is circa € 5,2 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 59,7 miljoen.

Als gevolg van de verlaging van de persoonlijke kilometer budgetten is door de pashouders minder gebruik gemaakt van Valys waardoor € 3,3 miljoen minder is uitgegeven dan begroot. Van het budget voor nabetalingen van de dure woningaanpassingen is een bedrag van € 0,9 miljoen niet tot besteding gekomen. Tevens is een budget van € 0,6 miljoen overgeboekt naar artikel 43 voor een subsidie aan Vilans om de toegankelijkheid van goederen en diensten voor mensen met een beperking te vergroten. Daarnaast zijn een aantal voornemens (€ 0,3 miljoen) met betrekking tot de gelijke behandeling van gehandicapten en chronische zieken niet gerealiseerd.

44.4 Burgers met (psycho) sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

De gerealiseerde uitgaven op deze doelstelling bedragen € 4,9 miljoen. Dat is circa € 21,3 miljoen lager dan het in de begroting geraamde bedrag van € 26,1 miljoen. Dit verschil wordt veroorzaakt door een aantal mutaties.

Enerzijds is door de vertraging bij de uitrol van de plannen van aanpak mannenopvang en vrouwenopvang, op het gebied van ouderenmishandeling, mensenhandel, minderjarige meisjes, genderdysforie en uitstel in de besluitvorming over het ZonMW kennisprogramma een onderuitputting van € 4,4 miljoen ontstaan.

Anderzijds hebben een aantal overboekingen plaatsgevonden naar andere begrotingen, zoals overboekingen naar het Gemeentefonds voor mannenopvang (€ 1,2 miljoen) en voor de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang (€ 14,0 miljoen). Tevens is € 1,7 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de opvang van slachtoffers mensenhandel en eergerelateerd geweld.

Ontvangsten

In 2012 is een bedrag van € 2,3 miljoen aan ontvangsten gerealiseerd. Dit zijn ontvangsten als gevolg van te hoog verstrekte (subsidie)voorschotten in voorgaande jaren voor het behoud van thuiszorgmedewerkers voor de zorg, voor de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers, voor de uitkering van de Mantelzorgcomplimenten, de doeluitkering vrouwenopvang en het bovenregionaal vervoer.

3. Operationele doelstellingen

44.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

Doelbereiking

De uitvoering van de Wmo door gemeenten is goed verlopen. Burgers zijn in ruime mate tevreden over de geboden ondersteuning voor hun zelfredzaamheid en participatie. In 2012 zijn diverse activiteiten uitgevoerd ter stimulering van actieve participatie van burgers.

Gemeenten hebben ondersteuning ontvangen bij de ontwikkeling en adequate uitvoering van de Wmo en aanpalende terreinen. Bijvoorbeeld door middel van het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis op het terrein van de Wmo door Movisie. Verder is in 2012 door het TransitieBureau begeleiding een vervolg gegeven aan de ondersteuning aan gemeenten, aanbieders en cliëntorganisaties ter voorbereiding op de decentralisatie van begeleiding naar de Wmo. Het TransitieBureau bracht diverse handreikingen uit en organiseerde bijeenkomsten over inkoop, toegang en signalering. Er is een netwerk van projectleiders Wmo bij gemeenten opgestart om de voortgang in beeld te krijgen. Het TransitieBureau heeft de koepels van zorg- en welzijnsaanbieders in staat gesteld de aanbieders van zorg en ondersteuning te informeren en voor te bereiden. Ook is het programma Aandacht voor iedereen gestart om leden van de Wmo-raden en de lokale en regionale belangenbehartigers te informeren en hen te adviseren over hun rol in de decentralisaties.

In 2012 is samen met het Sociaal Cultureel Planbureau een pilot voor een financiële Wmo-monitor ontwikkeld, die inzicht dient te geven in de relatie tussen de uitvoering van de Wmo en de uitgaven in de AWBZ op gemeentelijk niveau.

De innovatie in de Wmo heeft met het programma Welzijn Nieuwe Stijl een belangrijke impuls gekregen. De uitvoering van dit programma door gemeenten loopt goed en is ook door welzijnsinstellingen in hun werkwijze opgenomen. De subsidiering van het tweejarige programma is in 2012 afgerond. Voorbeelden van het werken volgens de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn niet alleen verspreid onder de deelnemers maar ook onder overige gemeenten en zorg- en welzijnsaanbieders. De lessen uit Welzijn Nieuwe Stijl en de Kanteling hebben geleid tot de publicatie Bondgenoten in de decentralisaties, die bruikbaar is voor de voorbereidingen op de komende decentralisaties in het sociale domein.

Ter versterking van de kwaliteit en professionaliteit van het uitvoerend welzijnswerk hebben ongeveer 60 welzijnsinstellingen aan het programma REIS van de MOgroep deelgenomen om te leren methodisch te werken met behulp van effectieve interventies. Het kennisinstituut Movisie heeft het programma «Beter in Meedoen», dat is gericht op het versterken van het werken met effectieve interventies door welzijnsinstellingen, structureel geïntegreerd in het activiteitenprogramma.

De resultaten van de eerste 3-jarige projectperiode van de zes regionale Wmo-werkplaatsen, die ter versterking van de professionaliteit in het welzijnswerk onderwijs, onderzoek en uitvoerend welzijnswerk met elkaar verbinden, zijn eind 2012 opgeleverd. Er zijn twintig interventies beschreven, die zijn opgenomen in de landelijke databank Effectieve sociale interventies van Movisie en die worden gebruikt door zorg- en welzijnsinstellingen. Tevens zijn dertig onderwijsmodules ontwikkeld, die worden opgenomen in het onderwijscurriculum van de hogescholen en worden gebruikt voor bij- en nascholing van professionals en vrijwilligers.

Tot slot is voortgang geboekt met de aanpak van eenzaamheid onder ouderen. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd (TK 29 538, nr. 139).

De wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning met het oog op de decentralisatie van de functies extramurale begeleiding en kortdurend verblijf is in 2012 door de Tweede Kamer controversieel verklaard, waardoor de parlementaire behandeling is aangehouden.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

De voortgang van het beleid wordt gemeten met de volgende kengetallen:

Kengetal
 

2008

2009

2010

2011

1. Percentage cliënten Wmo dat aangeeft dat de Wmo ondersteuning bijdraagt aan het zelfstandig wonen en meedoen in de samenleving

91%

2. Percentage cliënten Wmo dat aangeeft dat de Wmo ondersteuning bijdraagt aan het langer zelfstandig blijven

81%

73%

81%

3. Percentage cliënten Wmo dat aangeeft dat de Wmo ondersteuning bijdraagt aan meedoen in de samenleving

74%

66%

78%

De vraag of de ondersteuning van de Wmo bijdraagt aan het zelfstandig kunnen blijven wonen en/of meedoen aan de maatschappij (kengetal 1) is met ingang van 2009 gesplitst in twee aparte vragen (kengetallen 2 en 3).

De trendbreuk in de cijfers in 2010 kan wellicht veroorzaakt zijn door een verandering in de volgorde van de vragen in het tevredenheidonderzoek 2010. De cijfers over 2012 zijn nog niet beschikbaar.

Bron:

1. Rapportage tevredenheidonderzoek cliënten Wmo SGBO 2008 juni 2008.

2 en 3. Rapportages tevredenheidonderzoek cliënten Wmo SGBO/BMC 2009, 2010 en 2011.

44.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

Doelbereiking

Burgers hebben anderen vrijwillige ondersteuning geboden en hebben gebruik kunnen maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning. In Nederland zijn naar schatting 3,5 miljoen mantelzorgers20. Hiervan verlenen 2,6 miljoen mensen langdurig en / of intensief mantelzorg. Daarnaast zijn er nog eens tussen de 300.000 en 450.000 vrijwilligers die ondersteuning bieden in de zorgverlening aan hun medemens. In 2012 zijn diverse activiteiten uitgevoerd ter stimulering van (het bieden van) vrijwillige ondersteuning en mantelzorg.

Om de inzet van vrijwilligers te waarderen zijn op 7 december 2012 drie landelijke «Meer dan Handen vrijwilligersprijzen» uitgereikt aan succesvolle vrijwilligersprojecten en aan een gemeente en bedrijf die vrijwilligerswerk ondersteunen. Deze prijzen zullen jaarlijks door VWS worden uitgereikt.

Met ingang van 2012 ontvangt de landelijke koepel van vrijwilligersorganisaties NOV rechtstreeks subsidie van VWS voor het behartigen van de belangen van de vrijwilligerssector, voor een betere binding tussen de vele vrijwilligersorganisaties en voor de versterking van het imago van het vrijwilligerswerk. Het kennisinstituut Movisie heeft (binnen haar reguliere subsidie) vrijwilligerscentrales ondersteund met persoonlijk advies, bijeenkomsten, publicaties en onderzoek (Movisie wordt gefinancierd vanuit artikel 44.1).

Nederland Cares heeft in 2012 een projectsubsidie ontvangen van VWS. Deze organisatie verbindt op een innovatieve manier jonge professionals aan vrijwilligersklussen (projecten), waarbij rekening wordt gehouden met de wensen van deze potentiële vrijwilligers en hun specifieke professionele vaardigheden.

Om mensen te waarderen voor hun belangeloze inzet voor anderen zijn in 2012 op grond van de Regeling maatschappelijke ondersteuning wederom mantelzorgcomplimenten toegekend.

In juni is een cliëntendag voor mantelzorgers georganiseerd. Tijdens deze dag is gesproken met ongeveer 100 mantelzorgers. De ervaringen van deze mantelzorgers worden betrokken bij de invulling van het mantelzorgbeleid.

Het programma Werk en Mantelzorg liep van 2009 tot en met 2012. Met behulp van ambassadeurs en instrumenten en diensten is het onderwerp mantelzorg en werk onder de aandacht gebracht bij onder meer werkgevers. Een mooi voorbeeld is de Vereniging Parkmanagement Bedrijventerreinen (VPB) in Emmen, die op 13 december 2012 de landelijke erkenning «Wij werken mantelzorgvriendelijk» ontving.

Het rapport «Onderzoek Mantelzorgzorgondersteuning» is op 29 maart 2012 met de beleidsbrief over mantelzorg naar de Tweede Kamer gezonden (TK 30 169, nr. 26).

In 2012 eindigde het landelijke programma «Goed voor Elkaar», waarin gemeenten vier jaar lang ondersteuning en advies konden krijgen van Movisie en de provinciale Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO’s) bij de implementatie van de Basisfuncties voor het vrijwilligerswerk- en mantelzorgbeleid. Van alle Nederlandse gemeenten heeft 93% sinds de start van het programma in 2009 hiervan gebruik gemaakt.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

De voortgang van het beleid wordt gemeten met de volgende indicatoren:

Indicatoren (outcome)
 

2002

2008

2010

Streefwaarde

≥ 2012

1. Aantal mantelzorgers (x 1 miljoen)

2,6

2,6

2. Percentage vrijwillige inzet van het aantal mensen van 18 jaar en ouder

42%

42%

44,7%

≥42%

Bron

1. Mantelzorg uit de doeken, SCP april 2010 en Mantelzorg, een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers, SCP 2007. In het SCP onderzoek is sprake van mantelzorg wanneer iemand meer dan 8 uur per week en/of meer dan 3 maanden mantelzorg verleend.

2. Toekomstverkenning Vrijwillige Inzet 2015, SCP juni 2007 , Vrijwillige Inzet 2008, CBS april 2009 en Vrijwillige Inzet 2010, CBS september 2011 .

Het SCP meet iedere vijf jaar de participatie aan het vrijwilligerswerk in het kader van het Tijdsbestedingsonderzoek (Tbo). Het CBS meet iedere twee jaar de deelname aan vrijwilligerswerk in het kader van het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS).

Kengetal
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Totaal

Aantal verstrekte mantelzorgcomplimenten in

             

boekjaar 2007

29.265

0

0

0

0

0

29.265

boekjaar 2008

17.348

38.385

0

0

0

0

55.733

boekjaar 2009

318

31.048

65.436

0

0

0

96.802

boekjaar 2010

211

880

89.805

139.802

0

0

230.698

boekjaar 2011

377

743

12.047

112.221

189.510

0

314.898

boekjaar 2012

0

1.000

10.050

10.050

116.100

192.000

329.200

Totaal

47.519

72.056

177.338

262.073

305.610

192.000

1.056.596

Bron: Sociale Verzekeringsbank. Aantal verstrekte mantelzorgcomplimenten in boekjaar 2012 betreft een raming.

44.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

Doelbereiking

Burgers met beperkingen hebben gebruik kunnen maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning. Mensen met een mobiliteitsbeperking konden ook in 2012 gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (BRV, voorheen bekend als Valys) per (deel)taxi. Omdat de groei van het gebruik van bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer heeft geleid tot een overschrijding van de beschikbare middelen is het standaard persoonlijk kilometerbudget in 2012 verlaagd. De voorziening van het bovenregionale gehandicaptenvervoer is in 2012 opnieuw Europees aanbesteed en zal op 1 augustus 2013 operationeel worden.

Met het budget voor de cliëntenondersteuning zijn door de MEE-organisaties ongeveer 100.000 cliënten ondersteund.

De toegankelijkheid van goederen en diensten voor mensen met een beperking is vergroot door de interactieve website www.allestoegankelijk.nl . Het kenniscentrum Vilans beheert, in samenspraak met vertegenwoordigers van ondernemers, cliëntenorganisaties, overheid en kennisinstituten deze website. «Alles Toegankelijk» verspreidt goede voorbeelden uit het bedrijfsleven en bevordert daarmee de implementatie van het VN-verdrag Handicap.

Ter voorbereiding op het kabinetsbesluit over de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is in 2012 opdracht gegeven voor het uitvoeren van een impactanalyse. Met het ratificeren van het VN-verdrag wordt gelijke behandeling van personen met een handicap of chronische ziekte bevorderd. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet richting een inclusieve samenleving.

Bewustwording en kennis van het VN-verdrag Handicap wordt vergroot door het project «het Verdrag om de hoek». Dit project is gestart in 2012 en ziet een inclusieve samenleving gericht op mensen in eigen omgeving. De aanpak bestaat uit het organiseren van twaalf regionale bijeenkomsten om de uitgangspunten en inhoud van het VN-verdrag te koppelen aan de dagelijkse geleefde praktijk. De activiteiten bieden een basis voor implementatie van het verdrag op lokaal niveau.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

De voortgang van het beleid wordt gemeten met de volgende indicator en kengetallen:

Indicator (outcome)
 

2007

2008

2009

2010

2011

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Klanttevredenheid over Valys

7,1

8,0

8,5

8,6

8,7

> 8,7

8,6

Bron: Jaarlijks tevredenheidonderzoek Valys.

Doordat er in 2012 sprake is van een lichte achteruitgang op de punten informatieverstrekking en lengte afhandelingtermijn klachten en een lichte vooruitgang op de punten snelheid overzicht en geheel van de klachtenafhandeling, is er per saldo een lichte daling in de klanttevredenheid (– 0,1%) over Valys ten opzichte van 2011.

Kengetallen
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

1. Aantal pashouders met standaard pkb Valys

168.876

209.592

257.744

300.210

346.062

374.886

2. Aantal pashouders met hoog pkb Valys

6.588

7.444

8.128

8.478

9.142

9.842

3. Totaal aantal pashouders Valys

175.464

217.036

265.872

308.688

355.204

384.728

4. Percentage van het aantal Valys-pashouders dat daadwerkelijk reist met bovenregionaal vervoer gehandicapten

63,5%

59,5%

54,7%

51,9%

48,8%

44,4%

Bron: Managementinformatie Valys conform de maandelijkse facturen van de vervoerder.

pkb = persoonlijk kilometer budget

Kengetallen
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

1. Aantal cliënten MEE-organisaties

100.546

99.192

103.729

101.457

98.458

99.328

2. Aantal diensten MEE-organisaties

185.976

168.715

171.409

183.237

188.471

3. Totaal aantal MEE-organisaties

23

23

22

22

22

22

Bron: Voorjaarsmonitor 2013 MEE Nederland.

Het realisatiecijfer 2012 van het aantal diensten MEE-organisaties wordt medio 2013 bekend.

44.4 Burgers met (psycho) sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

Doelbereiking

Burgers met (psycho) sociale problemen hebben gebruik kunnen maken van tijdelijke ondersteuning en er zijn diverse activiteiten uitgevoerd om het gebruik van tijdelijke ondersteuning door burgers met (psycho) sociale problemen te bevorderen.

Bijzondere aandacht was er in 2012 voor de aanpak van ouderenmishandeling. Met ingang van 2012 is € 7 miljoen structureel toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang ten behoeve van de aanpak van ouderenmishandeling. Met deze middelen kan op lokaal niveau de ketenaanpak van ouderenmishandeling verder worden verankerd.

Voorts zijn verschillende acties uit het Actieplan «Ouderen in veilige handen» uitgevoerd. Onder andere zijn een handreiking voor vrijwilligers en een e-learningmodule voor professionals over ouderenmishandeling ontwikkeld en verspreid. In het najaar van 2012 is de voorlichtingscampagne «Ouderen in veilige handen» van start gegaan. De campagne wordt uitgevoerd door ANBO, UnieKBO, PCOB en het Netwerk Ouderenorganisaties Migranten.

Tevens is in 2012 een inventarisatie onder centrumgemeenten uitgevoerd naar hun beleid op het gebied van de aanpak van ouderenmishandeling (TK 33 400 XVI, nr. 14). Mede op basis van deze inventarisatie wordt de (virtuele) handreiking voor gemeenten over de preventie en aanpak van ouderenmishandeling voorbereid.

In 2012 werden de nota naar aanleiding van het verslag, en een nota van wijziging bij de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ingediend. Als deze wet van kracht wordt, zijn de Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) het wettelijk meldpunt voor vermoedens van huiselijk geweld. Op dat moment is ook wettelijk verplicht dat SHG’s en Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) met elkaar samenwerken als sprake is van zowel huiselijk geweld als kindermishandeling. Ter voorbereiding daarop zijn daarom in 2012 maatregelen genomen: door een (structurele) toevoeging van (eveneens) € 7 miljoen aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang werden gemeenten ondersteund in hun aanpak van geweld in huiselijke kring. Zij kunnen deze middelen inzetten voor extra inzet en kwaliteit van (gemeentelijk gefinancierde) hulpverlening na een huisverbod en als investering in hun regierol richting ketenpartners. Bovendien is in 2012 een voorlichtingscampagne ingezet.

In 2012 is besloten hoe de opvang van slachtoffers van mensenhandel structureel vorm moet worden gegeven; in de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 1 februari 2012 (TK 28 638, nr. 72) is dit voor de verschillende groepen beschreven.

Het ondersteuningsprogramma zwerfjongeren is uitgevoerd, waarbij in alle deelnemende centrumgemeenten een stap vooruit wordt gezet. Het project «Zwerfjongerenversterking: Stimuleren zwerfjongerenparticipatie en kennisuitwisseling» is in 2012 van start gegaan.

Beleidsrelevante kengetallen en -indicatoren

In 2012 zijn de VNG en de Federatie Opvang (FO) het project «Geweld in huiselijke kring» gestart. Doel van dit project is om te komen tot een toekomstbestendig stelsel van hulp en opvang van alle slachtoffers van geweld in huiselijke kring. Dit project loopt tot en met 2014. Er worden onder andere regiovisies voor de aanpak van geweld in huiselijke kring opgesteld. In dat kader is het niet meer opportuun een aparte indicator voor de vrouwenopvang op te stellen.

De doelstelling inzake het percentage professionals dat werkt met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is niet gehaald. Reden daarvoor is dat het wetsvoorstel dat beoogt het gebruik van een dergelijke meldcode te verplichten nog niet is behandeld.

Het succesvolle beleid ten aanzien van maatschappelijke opvang is ook in 2012 voortgezet. Inmiddels hebben sinds de start van het plan van aanpak maatschappelijke opvang Rijk/G4 in 2006 ongeveer 14.300 daklozen een intake en individueel trajectplan gehad. De resultaten van het beleid zijn zichtbaar op straat en worden ook internationaal erkend. Zo concludeerde FEANTSA, de Europese federatie van opvanginstellingen, onlangs in haar monitorrapport over dakloosheid in Europa dat Nederland samen met Finland de enige lidstaat in de Europese Unie is waar dakloosheid in de afgelopen vijf jaar is afgenomen. Dit alles als gevolg van een duidelijke strategie21.

21

On the way home, FEANTSA Monitoring Report on Homelessness and Homeless Policies in Europe, november 2012.

Licence