Base description which applies to whole site

Artikel 12 Kasbeheer

A. Algemene doelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. Het doel is dat publieke middelen doelmatig worden beheerd en financiële risico’s worden voorkomen. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de CW 2001103 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden104 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen en de Zorgverzekeringswet105 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen106 (voor agentschappen).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid.

Bij schatkistbankieren heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Schatkistbankieren houdt in dat instellingen hun middelen aanhouden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Publieke middelen verlaten de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Hierdoor is de externe financieringsbehoefte van het Rijk minder groot. Onder voorwaarden kunnen sommige categorieën deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen krijgen.

Ook bij het betalingsverkeer van de rijksoverheid heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Het betalingsverkeer is verdeeld in percelen die periodiek worden aanbesteed. Door de aanbesteding worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. Het Ministerie van Financiën treedt in deze aanbestedingsprocedures op als opdrachtgever.

C. Beleidsconclusies

De uitvoering van het schatkistbankieren en het betalingsverkeer is in 2018 goed verlopen. In de begroting van 2018 waren geen beleidswijzigingen voorzien. In 2018 is een eerste verkenning gedaan om een nieuw systeem (workflowmanagementsysteem) voor het schatkistbankieren in te voeren. Dit nieuwe systeem is bedoeld om de operationele processen van schatkistbankieren te vereenvoudigen en efficiënter te maken. In 2018 zijn de processen in kaart gebracht en heeft een marktconsultatie voor een nieuw systeem plaatsgevonden. De uitkomsten hiervan vormen input voor de aanbesteding, die in 2019 zal plaatsvinden. Naar aanleiding van Kamervragen107, die in 2018 zijn gesteld over het huisbankierschap, is door de Minister toegezegd dat het ministerie gaat verkennen of en zo ja welke aanvullende en aangescherpte eisen ten opzichte van het standaard Europees aanbestedingsrecht passend zijn.

D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid – artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)1
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

6.248

6.206

1.509

1.553

2.951

1.532

1.419

               

Uitgaven

6.248

6.206

1.509

1.553

2.951

1.532

1.419

               

Rente

60

60

38

29

31

32

– 1

Rentelasten

60

60

38

29

31

32

– 1

Uitgaven bij voortijdige beëindiging

0

0

0

0

0

0

0

               

Leningen

1.979

6.146

1.350

1.523

2.213

1.500

713

Verstrekte leningen

1.979

6.146

1.350

1.523

2.213

1.500

713

               

Mutaties in rekening-courant en deposito's

4.209

0

120

0

708

0

708

Agentschappen

– 506

0

120

0

0

0

0

RWT's en derden

– 192

0

0

0

0

0

0

Sociale fondsen

5.240

0

0

0

0

0

0

Decentrale Overheden

– 333

0

0

0

708

0

708

               

Ontvangsten

3.317

11.616

8.657

6.063

10.747

11.522

– 775

               

Rente

405

340

177

146

120

174

– 54

Rentebaten

404

236

174

141

118

174

– 56

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

0

105

3

4

2

0

2

               

Leningen

2.912

5.907

1.660

1.886

2.126

1.031

1.095

Ontvangen aflossingen

2.912

5.907

1.660

1.886

2.126

1.031

1.095

               

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

5.368

6.820

4.031

8.501

10.317

– 1.816

Agentschappen

0

114

0

47

209

0

209

RWT's en derden

0

296

137

805

2.015

0

2.015

Sociale fondsen

0

3.687

5.803

2.766

6.277

9.217

– 2.940

Decentrale Overheden

0

1.271

880

413

0

1.100

– 1.100

1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen en Uitgaven

Leningen (+ € 713 mln.)

Het bedrag aan verstrekte leningen is in 2018 € 713 mln. hoger dan in de begroting werd geraamd. De leningen verstrekt aan de agentschappen zijn € 447 mln. hoger uitgevallen dan begroot. De leningen verstrekt aan RWT’s zijn € 266 mln. hoger uitgevallen dan begroot.

Mutaties in rekening-courant en deposito (+ € 708 mln.)

Alle deelnemers aan het schatkistbankieren hebben één of meerdere rekeningen-courant waarop zij tegoeden aanhouden. Een daling van het saldo van de rekening-courant en deposito’s betekent een uitstroom van geld en is daarom een uitgave voor de Staat. Een stijging van het saldo leidt tot een ontvangst.

Voor 2018 werd een toename van de rekening-courant en deposito’s van de decentrale overheden verwacht van € 1.100 mln. Echter het saldo van de rekening-courant en deposito’s is € 708 mln. lager uitgevallen.

De mutaties van de agentschappen, RWT’s en derden en de sociale fondsen staan aan de ontvangstenkant en zijn in totaal € 1.816 mln. lager dan geraamd. Dit wordt vooral veroorzaakt door een lager dan verwachte toename van het rekening-courant saldo van de sociale fondsen, die € 2.940 mln. lager is dan in de begroting geraamd. Tevens werd zoals hierboven beschreven in de begroting nog uitgegaan van een toename van het saldo van decentrale overheden van € 1.100 mln., terwijl het saldo afnam. De toename van de rekening-courantstanden van de RWT’s en derden respectievelijk de agentschappen zijn daarentegen per saldo € 2.015 mln. en € 209 mln. hoger dan geraamd.

Ontvangsten

Rente (– € 54 mln.)

Rentebaten (– € 56 mln.)

De rentebaten zijn € 56 mln. lager uitgevallen dan in de begroting geraamd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de rentebaten van de sociale fondsen lager zijn dan begroot. Dit komt omdat het rentepercentage in 2018 lager is uitgevallen dan het percentage waarmee in de begroting rekening werd gehouden. Dit geldt ook voor de rentebaten van de agentschappen.

Leningen (+ € 1.095 mln.)

In 2018 is er voor € 1.095 mln. meer aan leningen afgelost dan in de begroting werd geraamd. Dit komt met name omdat deelnemers de mogelijkheid hebben om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend. In 2018 is met name door de agentschappen veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om leningen vervroegd af te lossen.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 1.816 mln.)

De toelichting op deze post bevindt zich hierboven aan de uitgavenzijde.

103

Kamerstukken II 2001–2002, 28 035, nr. A.

104

Kamerstukken II 2013–2014, 33 416, nr. G.

105

Kamerstukken II 2012–2013, 33 675, nr. 2.

107

Aanhangsel van de Handelingen, Kamerstukken II 2018–2019, nr. 662, 19 november 2018.

Licence