Base description which applies to whole site

5. Werkloosheid

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid en stimuleert hen het werk te hervatten.

De overheid biedt werknemers die hun baan verliezen en geheel of gedeeltelijk werkloos worden, bescherming tegen het verlies aan loon als gevolg van werkloosheid. Zij kunnen een beroep doen op een uitkering die voorziet in een tijdelijk loonvervangend inkomen om de periode van werkloosheid te overbruggen. Hiervoor zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Werkloosheidswet (WW). Door middel van instrumenten als bijvoorbeeld de sollicitatieplicht, het besluit passende arbeid en inkomensverrekening stimuleert de overheid een terugkeer naar werk.

Het actieplan perspectief voor 50-plussers is erop gericht de arbeidsmarktpositie van 50-plussers te verbeteren en het risico op (langdurige) werkloosheid te beperken. Werklozen die bij instroom in de WW 60 jaar of ouder zijn, komen na afloop van hun WW-recht in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau op grond van de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW).

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WW of IOW en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Daarnaast stimuleert de Minister met financiële instrumenten initiatieven die bijdragen aan de werking van de arbeidsmarkt. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • De vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • Het borgen van het activerend karakter van de regelingen en van hun bijdrage aan de werking van de arbeidsmarkt;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door het UWV;

  • De organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Dagloonbesluit werknemersverzekeringen

Beleidsconclusies

De wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen per 1 juli 2015 heeft geleid tot nadelige inkomensgevolgen voor WW-gerechtigden. Per 1 december 2016 zijn deze inkomensgevolgen gerepareerd. In 2017 is reeds een wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen gerealiseerd, waardoor het dagloon hoger uitkomt voor starters, herintreders, flexwerkers en werknemers die twee jaar ziek zijn geweest en aansluitend een beroep doen op de WW. De betaling van de eenmalige tegemoetkoming aan deze groepen is door het UWV uitgevoerd. Verder is het Dagloonbesluit met ingang van 1 januari 2018 ook aangepast voor de zogenoemde herlevers. Aan de herlevers (die hiervoor in aanmerking kwamen) is in 2018 tevens voor de tussenliggende periode een eenmalige tegemoetkoming verstrekt.

Ook is er gewerkt aan reparatie van het Dagloonbesluit voor WW-gerechtigden die wegens ziekte minder loon hebben ontvangen van hun werkgever in de dagloonreferteperiode of die een ZW-uitkering van minder dan 100% (van het ZW-dagloon) hebben ontvangen. Deze wijziging is medio 2018 gepubliceerd. Ook deze groep WW-gerechtigden kon in aanmerking komen voor een eenmalige tegemoetkoming. Het UWV heeft daartoe vanaf januari 2018 een registratiesysteem op zijn website opengesteld. De informatie over aantal betalingen van de tegemoetkoming en het gemiddelde bedrag volgt in de reguliere verantwoordingsrapportage van het UWV.

Conversie naar nieuwe Wwz-systematiek

Het Besluit eindconversie WW is eind november 2017 gepubliceerd. In dit besluit is opgenomen op welke manier de oude WW-uitkeringen, die toegekend zijn op grond van de WW zoals die luidde voor 1 juli 2015, worden omgezet naar de nieuwe Wwz-systematiek. Met de Wwz is inkomensverrekening ingevoerd, wat in de plaats kwam van een systeem van urenverrekening. In het besluit is onder andere bepaald dat vanaf 1 april 2018 oude WW-rechten die herleven, direct worden omgezet naar een WW-recht op grond van de systematiek zoals die vanaf 1 juli 2015 geldt. Deze eerste fase is zonder problemen verlopen. Vanaf 1 oktober 2018 zijn alle WW-uitkeringen op grond van de oude WW-systematiek omgezet naar de nieuwe WWZ-systematiek. Hiermee heeft het UWV ongeveer 2.500 WW-uitkeringen omgezet naar de nieuwe uitkeringssystematiek.

Actieplan Perspectief voor vijftigplussers

Het actieplan «Perspectief voor vijftigplussers» is erop gericht de arbeidsmarktpositie van vijftigplussers te verbeteren en het risico op (langdurige) werkloosheid te beperken.

De activiteiten uit het actieplan zijn in 2017 gestart en in 2018 voortgezet. Het gaat daarbij om activiteiten zoals de intensieve dienstverlening, werkgeversdienstverlening, betere matching en het creëren van ontmoetingen tussen werkgevers en werkzoekenden. De no-riskpolis ouderen (artikel 29d Ziektewet) is per 1 januari 2018 tijdelijk verlaagd naar 56 jaar en ouder.

In 2018 zijn ruim 1.200 ontwikkeladviezen verstrekt. Dit is minder dan vooraf is ingeschat, onder andere doordat het lastig is om oudere werknemers deel te laten nemen in trajecten gericht op ontwikkeling en door onbekendheid met het instrument. De subsidieregeling loopt in 2019 door en inmiddels is de doelgroep vergroot tot alle 45-plussers.

In het kader van het actieplan is subsidie gegeven aan AWVN, FNV en CNV voor het versterken van de duurzame inzetbaarheid in sectoren en bedrijven, waarbij een vraagbaak is ingesteld voor werkgevers met vragen over hoe zij mensen tot de AOW-gerechtigde leeftijd gezond, geschoold en mobiel kunnen krijgen en houden.

De innovatieve projecten in het kader subsidieregeling «Meer werk voor vijftigplussers» werden opgezet en uitgevoerd. Begin 2019 worden de projecten afgerond en geëvalueerd. Daarnaast zijn in het kader van de Ambachtsacademie 75 werkloze vijftigplussers gestart met de scholing naar de ambachten.

De campagne om vooroordelen over de werkloze vijftigplussers bij werkgevers weg te nemen en werkgevers en werknemers te stimuleren om te blijven investeren in de inzetbaarheid, is voortgezet.

Scholing

Sinds 1 juli 2018 is er een tijdelijk scholingsbudget voor WW-gerechtigden. Hiermee kunnen werkzoekenden met hoge kans op langdurige werkloosheid worden ondersteund bij het vinden van werk. Het gebruik van het scholingsbudget is in 2018 achtergebleven bij de verwachting. In totaal is 22% van het voor 2018 beschikbare budget uitgeput.

Alhoewel de achterblijvende uitputting deels te verklaren is door opstartproblemen, nemen SZW en het UWV gezamenlijk maatregelen om de uitputting voor 2019 en 2020 te bevorderen. Naast het intern promoten van de beschikbaarheid van de regeling onder adviseurs zullen de voorwaarden van de regeling verruimd worden zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van SZW op 28 en 29 november 2018. Zo zal de maximale duur van de scholing verhoogd worden van 1 naar 2 jaar, en zal het maximale toekenningsbedrag verruimd worden.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.5.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 5 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Verplichtingen

25.483

42.028

57.069

173.025

104.008

152.392

– 48.384

Uitgaven

25.483

42.028

56.986

166.729

108.108

156.490

– 48.382

               

Inkomensoverdrachten

20.483

29.428

40.297

157.961

98.120

137.742

– 39.622

IOW

20.480

29.403

40.280

65.037

69.600

67.640

1.960

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

3

25

17

24

20

102

– 82

Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit

0

0

0

92.900

28.500

70.000

– 41.500

               

Subsidies

5.000

12.600

16.189

7.506

4.947

18.098

– 13.151

               

Opdrachten

0

0

500

1.262

1.041

650

391

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

4.000

0

4.000

Scholing WW

0

0

0

0

4.000

0

4.000

               

Ontvangsten

627

2.961

0

1.171

3.398

0

3.398

Tabel 4.5.2 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 5 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil

Uitgaven

7.146.648

6.546.924

5.863.820

5.139.206

4.402.744

4.379.249

23.495

               

Inkomensoverdrachten

7.145.866

6.546.924

5.863.820

5.139.206

4.402.744

4.230.968

171.776

WW

7.145.866

6.546.924

5.863.820

5.139.206

4.402.744

4.230.968

171.776

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

782

0

0

0

0

0

0

Re-integratie WW

782

0

0

0

0

0

0

               

Nominaal

0

0

0

0

0

148.281

– 148.281

               

Ontvangsten

377.000

379.000

386.000

329.026

301.000

323.891

– 22.891

UFO

377.000

379.000

386.000

329.026

301.000

312.150

– 11.150

Nominaal

0

0

0

0

0

11.741

– 11.741

A. Inkomensoverdrachten

Toelichting financiële instrumenten

A1. Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

De IOW geeft werklozen die bij aanvang van de WW-uitkering 60 jaar of ouder zijn, na afloop van hun WW-uitkering recht op een vervolguitkering. Ook gedeeltelijk arbeidsongeschikten die bij aanvang van de loongerelateerde WGA-uitkering 60 jaar of ouder zijn, kunnen na afloop van hun loongerelateerde uitkering recht hebben op IOW. De IOW is een tijdelijke regeling. In het regeerakkoord is afgesproken om de IOW met vier jaar te verlengen. Daarbij zal de IOW worden aangepast door de leeftijdsgrens te laten meestijgen met de AOW-leeftijd. De IOW wordt uitgevoerd door het UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De IOW is vrijwel op het begrote bedrag uitgekomen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het volume van de IOW is licht lager uitgekomen dan ten tijde van de begroting geraamd.

Tabel 4.5.3 Kerncijfers IOW1
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Volume IOW (x 1.000 uitkeringsjaren)

1,8

2,5

3,6

5,0

5,7

5,8

– 0,1

1

UWV, jaarverslag.

A2. Cessantiawet (Caribisch Nederland)

Werknemers in Caribisch Nederland ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt de overheid deze verplichting over.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de Cessantiawet Caribisch Nederland zijn lager dan begroot. Bij de uitgaven aan deze regeling kunnen tussen de jaren grote verschillen bestaan, afhankelijk van het aantal bedrijven dat failliet is gegaan en het aantal betrokken werknemers.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 4.5.4 Kerncijfers Cessantiawet (Caribisch Nederland)1
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Volume Cessantiawet (x 1.000 uitkeringen)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

0

1

SZW-unit RCN.

A3. Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit

Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid kan het dagloon voor enkele groepen WW-gerechtigden lager uitkomen. Dit betrof in eerste instantie starters, herintreders, flexwerkers en werknemers die twee jaar ziek zijn geweest en aansluitend een beroep doen op de WW (1e tranche). Per 1 december 2016 is het Dagloonbesluit aangepast met voor deze groepen een dagloonverhogend effect. Over de tussenliggende periode kunnen betrokkenen in aanmerking komen voor een eenmalige tegemoetkoming. Het UWV voert deze overgangsregeling uit vanaf 1 april 2017. Daarnaast is er een groep van zogenoemde herlevers (2e tranche). Aan de herlevers die hiervoor in aanmerking kwamen is in 2018 voor de tussenliggende periode een eenmalige tegemoetkoming verstrekt. Tot slot is er een groep WW-gerechtigden die wegens ziekte minder loon hebben ontvangen van hun werkgever in de dagloonreferteperiode of die een ZW-uitkering van minder dan 100% (van het ZW-dagloon) hebben ontvangen (3e tranche). Ook voor deze groep is er – voor zover zij ervoor in aanmerking kwamen – in 2018 een eenmalige tegemoetkoming verstrekt.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit komen € 41,5 miljoen lager uit dan ten tijde van de begroting werd verwacht. De omvang van de doelgroep was ten tijde van het opstellen van de begroting zeer onzeker. Uit de realisatiecijfers blijkt dat het aantal mensen dat gebruik heeft gemaakt van de regeling lager ligt dan verwacht, uiteindelijk 12.000 in plaats van de verwachte 20.000.

Beleidsrelevante kerncijfers

De omvang van de doelgroep was ten tijde van het opstellen van de begroting zeer onzeker. Uiteindelijk kwamen veel minder mensen in aanmerking voor compensatie dan verwacht.

Tabel 4.5.5 Kerncijfers Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit (x 1.000 personen)1
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 20182

Begroting 20183

Verschil 2018

Volume Tijdelijke regeling aanpassing Dagloonbesluit (x 1.000 personen)

80,4

11,6

20

– 8,4

1

UWV, jaarverslag.

2

Aantal voor tranche 2.

3

Het deel van de raming dat betrekking heeft op tranche 2.

A4. Werkloosheidswet (WW)

De WW verzekert werknemers tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode gedeeltelijk opgevangen worden met een uitkering. De WW-uitkering duurt minimaal 3 maanden. De maximale duur wordt vanaf 2016 stapsgewijs – één maand per kwartaal – teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden. Bovendien wordt de opbouw van WW-rechten vanaf 2016 aangepast. De maximale duur is daarbij afhankelijk van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt voordat hij werkloos werd. Per jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer de eerste tien jaar één maand recht op een WW-uitkering op. Vanaf tien jaar arbeidsverleden bouwt een werknemer vanaf 2016 met elk extra gewerkt jaar een halve maand recht op WW-uitkering op. De WW wordt uitgevoerd door het UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten WW komen € 172 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 148 miljoen, in tabel 4.5.2 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 23 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de gemiddelde jaaruitkering hoger is uitgevallen dan geraamd. Dit prijseffect is groter dan het effect van een lager gerealiseerd aantal uitkeringen dat bij het opstellen van de begroting werd verwacht. Hierdoor vallen de totale uitkeringslasten per saldo hoger uit dan verwacht.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 4.5.6 toont de belangrijkste kerncijfers voor de WW. Het aantal nieuwe uitkeringen is lager uitgekomen dan bij de opstelling van de begroting 2018 werd verwacht. De uitstroom valt juist hoger uit dan verwacht. De combinatie van deze ontwikkelingen leidt ertoe dat het WW-volume eind 2018 en het volume in uitkeringsjaren lager zijn uitgevallen dan werd geraamd.

Tabel 4.5.6 Kerncijfers WW1
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Begroting 2018

Verschil 2018

Volume WW (x 1.000 uitkeringsjaren)

364

339

333

291

241

251

– 10

Aantal lopende WW-uitkeringen (x 1.000, ultimo)

441

446

412

330

263

298

– 35

Aantal nieuwe WW-uitkeringen (x 1.000)

605

584

491

390

332

347

– 15

Aantal beëindigde WW-uitkeringen (x 1.000)

602

579

525

472

378

385

– 7

1

UWV, jaarverslag.

Handhaving

De kerncijfers op het gebied van preventie tonen een stabiel beeld vergeleken met voorgaande jaren, met een hoge kennis van de verplichtingen. De kerncijfers op het gebied van opsporing tonen een sterke daling in vergelijking met voorgaande jaren, aangezien het aantal overtredingen en het benadelingsbedrag is afgenomen. Dit is enerzijds het gevolg van het dalend aantal WW-uitkeringen. Anderzijds is dit veroorzaakt doordat er sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid al bij de uitkeringsverstrekking rekening wordt gehouden met de inkomsten van een WW-gerechtigde, door de inkomstenopgave te vergelijken met de informatie uit de polisadministratie.

Wat betreft de incassoratio’s is een trendbreuk zichtbaar. De methodiek voor de bepaling van de incassoratio is vanaf 2018 verbeterd en is nu gebaseerd op de complete set aan gegevens, waar voorheen de berekening werd gemaakt op basis van een representatieve steekproef.

In 2018 is fraude met de WW-uitkeringen uitgebreid voor het voetlicht geweest. In de bedrijfvoeringsparagraaf wordt hierop ingegaan.

Tabel 4.5.7 Kerncijfers WW (fraude en handhaving)
 

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Preventie1

         

Gepercipieerde detectiekans (%)

84

84

81

79

78

Kennis van de verplichtingen (%)

94

97

96

97

96

           

Opsporing2

         

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)

46

28

14

10

1,0

Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln)

63

40

22

21

5,5

           

Terugvordering2

         

Incassoratio cohort 2013 (%)

56

65

71

76

78

Incassoratio cohort 2014 (%)

23

49

60

68

68

Incassoratio cohort 2015 (%)

3

34

59

69

70

Incassoratio cohort 2016 (%)

3

3

29

52

63

Incassoratio cohort 2017 (%)

3

3

3

28

55

Incassoratio cohort 2018 (%)

3

3

3

3

30

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

2

UWV, jaarverslag.

3

Deze cijfers komen logischerwijs niet voor.

B. Subsidies

Voor subsidieregelingen vanuit het actieplan Perspectief voor vijftigplussers is in 2018 circa € 18 miljoen beschikbaar gesteld: ruim € 15 miljoen voor de subsidieregeling voor het ontwikkeladvies, training voor leidinggevenden en een centraal aanspreekpunt, € 2 miljoen voor experimenten om kansen bij werkgevers te benutten en € 1 miljoen om de Ambachtsacademie te ondersteunen.

De uitgaven aan het ontwikkeladvies zijn circa € 13 miljoen lager uitgekomen dan begroot (€ 15 miljoen). Ten eerste is bij Voorjaarsnota 2018 circa € 1 miljoen van het budget vrijgemaakt voor uitvoeringskosten van het ontwikkeladvies. Omdat het gebruik van het ontwikkeladvies in 2018 lager was dan verwacht, is bij de Begroting 2019 ruim € 9 miljoen doorgeschoven naar 2019. In de tussentijd zijn maatregelen genomen om de bekendheid te vergroten. Ondanks deze maatregelen is het gebruik van de regeling lager uitgevallen dan verwacht (€ 3 miljoen).

C. Opdrachten

Dit betreft uitgaven voor de evaluatie en de campagne van het actieplan Perspectief voor vijftigplussers. Er is in 2018 meer ingezet op campagne, waardoor € 0,4 miljoen meer is uitgegeven dan eerder begroot (€ 0,6 miljoen).

D. Bijdrage aan ZBO's/RWT's

In de begroting 2018 was er niets begroot voor de bijdrages aan ZBO’s/RWT’s, maar bij de 1e suppletoire begroting is € 4 miljoen aan middelen voor scholing WW toegevoegd.

E. Ontvangsten

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. Het UWV verhaalt de uitkeringslasten op overheidswerkgevers. Deze lasten staan als ontvangsten op dit artikel van de begroting. De realisatie van de ontvangsten is € 6 miljoen lager uitgekomen dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 12 miljoen, in tabel 4.5.2 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 18 miljoen lager dan begroot.

Daarnaast lagen de bedragen die in 2017 aan het UWV zijn bevoorschot voor de compensatieregeling dagloonbesluit en de IOW, hoger dan de gerealiseerde bedragen. Dit heeft in 2018 geleid tot een terugontvangst van € 3,2 miljoen bij de compensatieregeling dagloonbesluit en een terugontvangst van € 0,2 miljoen bij de IOW.

Licence