A. Tabel Budgettaire gevolgen
Realisatie | Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | Opmerkingen | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | ||
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 77.956 | ‒ 77.956 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 98.411 | ‒ 98.411 | |
Programma onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 40.873 | ‒ 40.873 | |
Apparaat onvoorzien | 42.659 | ‒ 42.659 | ||||||
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.466 | ‒ 4.466 | |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.413 | ‒ 10.413 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen (- € 78,0 mln.)
De verplichtingenrealisatie is grotendeels gelijk aan de kasuitgavenrealisatie. Belangrijkste verschil komt door de vertrekregeling bij de Belastingdienst. De gehele verplichting als gevolg van het aangaan van deze vertrekregeling is namelijk destijds direct bij het aangaan van de regeling verwerkt in de begroting. Voor 2019 zijn hiervoor derhalve geen verplichtingen gerealiseerd. Wel zijn er in 2019 kasmiddelen op artikel 10 vrijgevallen die gereserveerd waren voor de RVU-heffing, maar uiteindelijk niet betaald hoefden te worden (zie hieronder onder uitgaven).
Uitgaven
Programma onvoorzien (- € 40,9 mln.)
Per saldo is het budget van programma onvoorzien ingezet voor:
• Het budget voor de opstartkosten Invest-NL stond gereserveerd op artikel 10. Voor 2019 is in totaal € 4,5 mln. overgeheveld naar artikel 3 van deze begroting. Daarnaast is € 7 mln. doorgeschoven naar 2020 aangezien het traject rond Invest-NL-internationaal vertraagd is;
• De benodigde fiscale uitvoeringskosten (€ 5,5 mln. in 2019) voor de maatregelen uit het Regeerakkoord, het Belastingplan 2019 en overige fiscale maatregelen zijn overgeheveld van artikel 10 naar artikel 1 van deze begroting;
• Tot slot zijn, o.a. voor de fiscale uitvoeringskosten, middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Apparaat onvoorzien (- € 42,7 mln.)
Er doet zich een meevaller voor bij de RVU-heffing, omdat de uitspraak van de belastinginspecteur tot gevolg heeft dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst niet als RVU wordt aangemerkt. Hierdoor zijn de gereserveerde middelen in 2019 (€ 30,5 mln.) en 2020 (€ 43,0 mln.) vrijgevallen. Verder zijn middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Loonbijstelling (- € 4,5 mln.)
De loonbijstelling tranche 2019 is ontvangen en verdeeld binnen de begroting. Verder zijn middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
Prijsbijstelling (- € 10,4 mln.)
De prijsbijstelling tranche 2019 is ontvangen en verdeeld binnen de begroting. Verder zijn middelen in lijn gebracht met het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.