Base description which applies to whole site

4.9 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Het Ministerie van BZK geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:

  • het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;

  • het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.

Uitvoeren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:

  • het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;

  • ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.

De Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken en de Koning hebben gezamenlijk de beschikking over circa 250.000 m2 bruto vloeroppervlak, waarop onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Omdat is besloten om de verhuizing van de gebruikers van het Binnenhof met één jaar tot de zomer van 2021 uit te stellen (Kamerstukken II 2019/20, 34293, nr. 85) zijn de onderhoudswerkzaamheden gecontinueerd. In 2020 is verder gegaan met de werkzaamheden voor het gereed maken van de tijdelijke huisvesting voor de gebruikers.

In het kader van bijdragen aan (een doelmatige werking van de) rijkshuisvesting heeft het RVB diverse activiteiten gerealiseerd:

Programma Groene Technologieën

Het Programma Groene Technologieën test innovatieve technologieën om langs deze weg bij te dragen aan sneller en goedkoper beschikbaar komen van innovaties die ook als vliegwiel kunnen fungeren om de duurzaamheidsdoelen van de Rijksoverheid te behalen. Het gaat hierbij om innovatieve duurzame technologieën en circulaire bouwwijzen/producten die bijdragen aan energiebesparing, CO2-vermindering en circulaire bouw. Zo is in 2020 gestart met het ontwerp van de thermische energievoorziening via oppervlaktewater voor het Rijkskantorencomplex op de Kop van Zuid en voor het hoofdkantoor van Rijkswaterstaat. Inzake circulariteit zijn er een impactanalyse voor de toepassing van biobased materialen en een protocol voor hergebruik van afgedankte betonnen kanaalplaten afgerond

Bouwcampus

Op de Bouwcampus heeft het RVB bijgedragen aan de opgave 'Verduurzaming Gebouwen en Omgeving'. Dit is één van de drie maatschappelijke opgaven waarop De Bouwcampus zich sinds 2019 richt. Samen met opdrachtnemers, kennisinstellingen, vrijdenkers en andere opdrachtgevers wordt gezocht naar integrale en repeteerbare oplossingen voor vraagstukken die samenhangen met de vertaalslag van de routekaarten, die de basis vormen hoe gebouwen en gronden te gaan verduurzamen. Het RVB neemt de uitkomsten mee in concrete marktuitvragen. Binnen de opgave «Verduurzaming Gebouwen en Omgeving» hebben de Bouwcampus en het RVB in 2020 twee trajecten uitgevoerd: Defensie revitalisering vastgoed (afgerond) en hoogbouw in hout (ontwikkeling project de Monarch IV in Den haag).

Atelier Rijksbouwmeester

Het Atelier Rijksbouwmeester (ARbm) en het College van Rijksadviseurs (CRa) hebben ook in 2020 hun activiteiten en samenwerking verder geïntensiveerd op het programma Panorama Nederland. Met dit Panorama heeft het CRa gewerkt aan een samenhangend perspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, dat laat zien hoe de grote maatschappelijke vraagstukken van nu de sleutel kunnen zijn voor structurele verbeteringen in de toekomst. Panorama Nederland bestaat uit een fysiek panorama en een publicatie waarin de keuzes en principes om daar te komen worden toegelicht.

Omdat Covid-19 naast een medisch en sociaaleconomisch ook een ruimtelijk vraagstuk is, is het CRa door BZK begin april gevraagd met voorstellen te komen hoe de 1,5 meter samenleving in te richten. Ook werd gevraagd welke effecten deze pandemie mogelijk heeft op de woningbouw en de infrastructuur op de wat langere termijn. Op die punten is in april door het CRa advies aan BZK uitgebracht, mede als input voor een Kabinetssessie over Corona begin mei. Dat advies is daarna ook breed naar buiten gecommuniceerd (websites, social media) om gemeenten te helpen hoe protocollen in te richten voor de openbare ruimte. Ook zijn de CRa- adviezen die al in de maak waren over «Ruimte voor Lopen» en «Schaalsprong voor de Fiets» versneld uitgebracht. Ze hebben een directe link naar de pandemie en het aanpassen van de publieke ruimte in de stad.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid, beleidsartikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

170.868

102.003

115.700

118.271

128.909

128.168

741

        

Uitgaven

167.431

105.319

117.433

118.271

122.909

128.168

‒ 5.259

        

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

67.357

44.673

48.954

50.295

51.595

64.606

‒ 13.011

Bijdrage aan agentschappen

       

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en AZ)1

52.224

31.760

38.544

0

0

0

0

waarvan:

       

begroting I, de Koning

15.129

11.686

13.130

0

0

0

0

begroting IIA, Tweede Kamer en Eerste Kamer

0

5.664

0

0

0

0

0

begroting IIB, Overige Hoge College's van Staat

0

8.453

0

0

0

0

0

begroting III,

0

5.434

0

0

0

0

0

overig

0

523

25.414

0

0

0

0

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

0

0

0

13.823

12.655

15.922

‒ 3.267

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

0

0

0

22.373

25.293

35.724

‒ 10.431

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

0

0

0

2.198

2.740

3.518

‒ 778

RVB (Bijdrage voor monumenten)

7.161

5.344

3.811

4.809

2.870

2.870

0

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

7.972

7.569

6.599

7.093

8.037

6.572

1.465

        

9.2 Beheer materiële activa

100.074

60.646

68.479

67.976

71.314

63.562

7.752

Opdrachten

       

Onderhoud- en beheerkosten

13.829

4.779

7.462

0

0

0

0

Bekostiging

       

Zakelijke lasten

65.497

44.142

49.296

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

       

RVB

20.748

11.725

11.721

11.926

13.304

11.807

1.497

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

0

0

0

7.092

10.272

4.717

5.555

RVB (Zakelijke lasten)

0

0

0

48.958

47.738

47.038

700

        

Ontvangsten

390.783

134.313

224.364

127.681

169.771

121.690

48.081

1

Deze regeling is vanaf de eerste suppletoire begroting 2019 gesplitst in drie nieuwe regelingen: 1) RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) 2) RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) 3) RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).

Uitgaven

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

In mei 2015 heeft het kabinet naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten.

Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij het jaarverslag van de Koning (I) is een extra-comptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.

De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2020 € 12,7 mln. Dit bedrag is lager dan begroot, omdat een aantal activiteiten vanwege COVID-19 niet kon worden uitgevoerd.

Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2020 heeft het RVB circa € 6,3 mln. in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen en huur. De rente en afschrijvingen zijn voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 4,2 mln. afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving circa € 2,2 mln.

Huis ten Bosch

In 2020 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd

Paleis Noordeinde

In 2020 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Het multidisciplinair bouwhistorisch onderzoek naar de Burgerzaal is in 2020 afgerond.

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Het betreft hier de kosten voor huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en voor de renovatie van het Binnenhof. Bij de renovatie betreft het instandhoudingskosten gerelateerd aan het jaar uitstel van de renovatie en ICT- kosten in het pand aan de Bezuidenhoutseweg 67. Verder is op verzoek van de opdrachtgever in 2020 capaciteit door het RVB ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart worden gefinancierd, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten.

Het budget ten opzichte van de vastgestelde begroting is verlaagd vanwege het overboeken van de niet-huisvestingskosten in relatie tot project Renovatie Binnenhof naar de begrotingen van de Staten-Generaal (IIA), de Raad van State (IIB) en het Ministerie van Algemene Zaken (III). Daarnaast is er minder uitgegeven als gevolg van het later ingaan van de gebruikersvergoeding van Bezuidenhoutseweg 67. Ook konden een aantal activiteiten vanwege COVID-19 niet worden uitgevoerd en is er minder direct afgerekend dan verwacht.

RVB (bijdrage voor huisvesting ministerie van AZ)

Het betreft hier een bijdrage voor de huisvesting van het Ministerie van Algemene Zaken. Ook betreft het instandhoudingskosten op het Binnenhof gerelateerd aan het jaar uitstel van de renovatie van het Binnenhof.

RVB (bijdrage voor monumenten)

De bijdrage is voor de kosten die het RVB maakt voor het onderhoud monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder huisvestingsfunctie. In 2020 heeft er onder meer onderhoud aan het park van Huis Doorn plaatsgevonden. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en wordt in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (bijdrage voor rijkshuisvesting)

De bijdrage aan het RVB betreft met name de bekostiging van het Atelier Rijksbouwmeester, het programma Groene Technologieën en de coördinatie van het rijksopdrachtgeverschap in de bouw. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en wordt in het jaar t+1 afgerekend.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die de Staat toebehoren. Het gaat hierbij met name om de verwerking van (erf)pachtcontracten, de verwerking van de zakelijke lasten en het beheren van onroerende zaken. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (onderhoud en beheerskosten)

Het betreft de bijdrage voor onderhoud- en beheerkosten van onroerende zaken in het bezit van het RVB voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. Het gaat bijvoorbeeld om energiekosten, bewakingskosten, transitiekosten en het onderhoud van het Staatsdomein bij het Loo en het Staatsdomein in Brabant. De bijdrage is ook voor de onderhoudskosten van de pachtboerderijen die het RVB in beheer heeft. In 2020 is het budget verhoogd waarmee de boerderijen met het meest urgente achterstallig onderhoud direct zijn aangepakt. De bijdrage wordt als voorschot versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

RVB (zakelijke lasten)

Het gaat hier om de betaling van, door gemeenten en waterschappen opgelegde, belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat, zoals met name onroerendzaak-belasting (circa 80%) en waterschaps- en rioolheffingen (circa 20%), voor zover deze kosten niet zijn toegerekend aan de rijkshuisvesting (zie baten-lastenbegroting RVB). De bijdrage wordt als voorschot is versterkt en in het jaar t+1 afgerekend.

Ontvangsten

Voor alle ontvangsten geldt dat deze via bevoorschotting/afrekening met het Ministerie van BZK worden verwerkt. Een verschil tussen begroting en realisatie wordt in jaar t+1 afgerekend.

Zakelijke lasten

Het betreft hier de terugbetalingen door de huurders van door het RVB betaalde gebruikerslasten en de terugontvangsten van betaalde zakelijke lasten op basis van bij gemeenten ingediende bezwaarschriften (totaal € 3,3 mln.).

Ingebruikgevingen

Het gaat hierbij om de ingebruikgeving van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat. Dit leidde in 2020 tot € 50,0 mln. inkomsten uit verpachting, huur en verhuur jachtgenot.

Vervreemding

Het betreft de vervreemding van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. Dit leidde in 2020 tot € 7,3 mln. inkomsten uit vervreemding van met name agrarische onroerende zaken en van overige onroerende zaken.

Generale ontvangsten

Verkoop bodemmaterialen

Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen, zoals zand (€ 16,5 mln.).

Veiling huurrechten benzinestations

Het betreft de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen (€ 80,3 mln.). De benzineveilingen in september hebben € 44,3 mln. meer opgebracht dan begroot.

Afrekeningen voorschotten 2019

Dit betreft ontvangsten naar aanleiding van het afrekenen van uitbetaalde voorschotten in 2019 (€ 12,4 mln.). Het betreft voornamelijk generale ontvangsten uit bodemmaterialen, ontvangsten uit vervreemding en onderhoud en beheerkosten.

Licence