Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 3 Koninklijke Landmacht

De Koninklijke Landmacht draagt op de grond bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen of ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

OpdrachtenDe processen van inzet, gereedstelling voor missies en stand-by-opdrachten, inclusief de voorbereiding en uitvoering van de nieuwe missie in Irak, zijn in 2020 uitgevoerd, ondanks de uitdagingen van beperkende COVID-19-maatregelen, de lage vullingsgraad en de materiële tekorten en het effect hiervan op de geoefendheid. Binnen de missies in Afghanistan en Irak zijn door COVID-19 wijzigingen opgetreden zoals het tijdelijk terug laten keren van personeel naar Nederland. De landmacht bijdrage in het buitenland was gemiddeld ruim 500 militairen. De landmacht leverde en levert voor de missie in Afghanistan tijdelijk een extra Force Protection peloton op verzoek van Framework Nation Duitsland en heeft sinds september een eenheid gereed staan voor redeployment. Sinds november 2020 levert de landmacht een beveiligingspeloton ter ondersteuning van de Belgische Luchtmacht in Jordanië. De transitie van de trainings-mentoring-missie in Irak naar een Force Protection missie en een strategisch operationele adviseringsmissie is voorbereid in 2020 en kan daardoor begin 2021 aanvangen. Door COVID-19 zijn alle overige ‘non-mission essential’ gereedstellingsactiviteiten beperkt. Ondanks deze beperkingen is er wel geoefend, maar met name in Nederland en in kleinere verbanden. Door het wegvallen of inkorten van (internationale) oefeningen voor het optreden in het hoger geweldsspectrum loopt de operationele gereedheid op dit gebied achter.

Eerste slag SOF Ground Enablers (GE) ten behoeve van KCTMet het beschikbaar gestelde budget voor de prioriteit SOF GE uit het Nationaal Plan beschikt de landmacht over initiële ondersteunende capaciteit (eerste slag dedicated SOF Support) om zogenaamde niet-voorziene operaties te kunnen uitvoeren. De organisatie van het Korps Commando Troepen (KCT) wordt over de volle breedte (materieel, infrastructuur, etc.) uitgebreid met dedicated SOF GE, die deels worden gegroepeerd binnen de nieuw te vormen SOF Support compagnie (omvorming Staf, Staf- en Verzorgingscompagnie) en deels worden ingebed bij bestaande sub-eenheden van het KCT. De SOF GE uitbreiding bestaat uit de volgende disciplines:

  • Special Operations Combat Control Team groep;

  • Special Operations Intelligence Cell;

  • Special Operations Explosieven Opruimings Dienst groep;

  • Special Operations Genie groep;

  • Multi-Purpose Combat Dog;

  • Medical Treatment Facility Role 1;

  • Bevoorrading, Herstel en Transport;

  • Opleiding & Training;

  • SOF Support compagnie;

  • Staf KCT;

  • Communicatie- en Informatiesystemen & Command en Control.

Daarnaast investeert de landmacht vanuit SOF GE in de realisatie van een dedicated Special Operations Surgical Team. De voorbereidingen daarvoor zijn begonnen in 2020 en in 2021 is de implementatie fase van het reorganisatie traject1 voorzien.

Vernieuwend SamenwerkenDe landmacht draagt met militairen, reservisten en burgers stevig bij aan de nationale respons op COVID-19. Het inmiddels operationele Territoriaal Operatiecentrum (TOC) heeft met COVID-19 direct in 2020 zijn vuurdoop gehad en vele inzetten gepland, gecoördineerd en aangestuurd in nauw overleg met civiele crisispartners. Ervaringen uit de eerste golf zijn toegepast en de samenwerking met het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) en het Landelijk Operationeel Team Corona (LOT-C) verlopen goed. Het TOC en de vele operationele capaciteiten van de landmacht blijven operationeel voor de ondersteuning van en coördinatie met civiele autoriteiten. De steunverlening beïnvloedt wel de gereedstellingsactiviteiten. Schaarse capaciteit, zoals geneeskundig personeel, kan maar op één plek tegelijk ingezet worden. De samenwerking bood en biedt daarnaast een goede basis om een meer permanente vorm van aansluiting te vinden voor interdepartementale crisisaansturing.

In de binationale samenwerking met Duitsland zijn weer stappen gezet in 2020. Naast het feit dat de landmacht met onze belangrijkste strategische partner Duitsland stand-by staan voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF), bereidt 43 Gemechaniseerde Brigade samen met 1 Panzer Division de binationale missie eFP 2021-2 voor. Het binationale 414 Tankbataljon zal hiervoor de basis vormen. De landmacht continueert het vergroten van interoperabiliteit met het Duitse leger in het kader van het Project GRIFFIN. Daarbij is de gemeenschappelijke ontwikkeling van een binationaal Strategic Communications (StratCom) Plan een belangrijk middel binnen de twee landmachten, maar ook extern. Hierdoor wordt de doelstelling «bereiken van interoperabiliteit» beter ondersteund.

Invoeren nieuwe operationele vrachtwagensDe landmacht is als coördinerend defensieonderdeel voor het programma Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) verantwoordelijk voor de uitstroom van de huidige vloot en de instroom van de nieuwe vloot aan DVOW-middelen. Een van de DVOW-projecten betreft nieuwe operationele vrachtwagens en de bijbehorende opbouwen. Het gaat om complete systemen die vervolgens door tussenkomst van de landmacht bij alle betreffende defensieonderdelen instromen. Deze instroom dient verantwoord te verlopen, met name waar het veiligheidsaspecten betreft.

Sinds 2018 zijn de randvoorwaarden voor een goed beheerste instroom van de nieuwe DVOW-2-systemen en de daarmee gepaard gaande uitstroom van de huidige systemen - defensiebreed - verder uitgewerkt. Denk hierbij aan de implementatie van prestatiecontracten om de samenwerking met de industrie te implementeren en het plannen van opleidingen. De nieuwe systemen zijn in vergelijking met de huidige vloot vaak technisch hoogwaardig. Daarnaast dienen de verschillende systemen te worden geïntegreerd. Zoals onder andere containers en de integratie van Command, Control, Communication, Computers & Intelligence (C4I) systemen. Het testen van deze C4I in combinatie met de overige nieuwe systemen dient eveneens integraal plaats te vinden.

De onderlinge afhankelijkheid van de nieuwe systemen en het succesvol afronden van de integratietesten voorafgaand aan de instroom bij de eenheden is groot. Dit heeft in 2020 geleid tot een veel geringere instroom dan initieel beoogd. Hierdoor moet veelvuldig langer gebruik worden gemaakt van de huidige vloot met meer onderhoud en een lagere materiele gereedheid tot gevolg.

Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat (VOSS)De levering van enkele duizenden smart vests voor te voet optredende militairen is vertraagd. De belangrijkste reden hiervoor is dat producten niet voldeden aan de door Defensie gestelde kwaliteitseisen, voornamelijk op het gebied van encryptie. Voor de vrijgave van de communicatie- en informatiemodule heeft de Beveiligingsautoriteit aanvullende eisen gesteld, waardoor de soldaat- en voertuigsystemen moeten worden aangepast. Als gevolg hiervan zijn het ontwerp en het contract gewijzigd. Daarnaast heeft de leverancier als gevolg van COVID-19 vertragingen in het productieproces opgelopen. Het noodzakelijke proces van inmeten voor de nieuwe gevechtsuitrusting is opgestart in 2020 en loopt door in 2021. Het is de verwachting dat in 2021 de eerste uitrusting geleverd gaat worden.

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

1.284.664

1.336.389

1.417.516

1.571.278

1.576.567

1.520.832

55.735

        

Uitgaven

1.218.579

1.282.344

1.337.845

1.497.067

1.594.098

1.520.832

73.266

Waarvan juridisch verplicht

    

99%

80%

 
        

Opdrachten

170.753

201.348

197.620

241.455

345.409

272.441

72.968

- gereedstelling

52.260

53.456

57.527

61.578

46.560

74.297

‒ 27.737

- waarvan bijdragen aan SSO Paresto

10.842

5.768

5.924

    

- instandhouding materieel

118.493

147.892

140.093

179.877

298.849

198.144

100.705

Personele uitgaven

941.055

954.840

989.070

1.151.310

1.225.482

1.228.896

‒ 3.414

- waarvan eigen personeel

936.887

950.928

980.398

1.069.948

1.159.863

1.171.766

‒ 11.903

- waarvan externe inhuur

4.168

3.912

8.672

12.662

13.238

2.926

10.312

- waarvan overige personele exploitatie1

   

68.700

52.381

54.204

‒ 1.823

Materiële uitgaven

106.771

126.156

151.155

104.302

23.207

19.495

3.712

- waarvan instandhouding infrastructuur

    

701

1.374

‒ 673

- waarvan overige materiële exploitatie1

103.856

123.149

148.981

104.302

22.504

18.121

4.383

- waarvan instandhouding IT

    

2

 

2

- waarvan bijdragen aan SSO Paresto

2.915

3.007

2.174

    
        

Apparaatsontvangsten

5.769

8.016

5.063

13.380

8.662

10.375

‒ 1.713

1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

De posten met een verschil groter dan € 10,0 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn voor de landmacht € 55,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door hogere verplichtingen bij instandhouding materieel van € 91,6 miljoen (bv. € 34,4 miljoen voor infanteriegevechtsvoertuigen (IGV)2, € 19,8 miljoen voor klein kaliber wapens (KKW), € 13,5 miljoen voor inrichting werkplaats en diverse kleinere verplichtingen). Daarnaast is voor € 32,7 miljoen minder verplicht dan begroot voor gereedstelling als gevolg van COVID-19.

Uitgaven

De uitgaven bij de landmacht zijn € 73,3 miljoen hoger ten opzichte van de begroting. De belangrijkste verschillen worden hieronder toegelicht.

Opdrachten

GereedstellingDe uitgaven bij gereedstelling zijn € 27,7 miljoen lager dan begroot. De belangrijkste oorzaak ligt in verminderde oefeninspanningen als gevolg van COVID-19. Daarnaast speelt de lagere vulling van personeel een rol.

InstandhoudingDoor een grotere behoefte aan landgebonden materieel zijn de uitgaven bij instandhouding € 100,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door meeruitgaven voor het onderhoud en reservedelen (het verhogen van voorraadniveau's) van de IGV (€ 31,1 miljoen) en klein kaliber wapens (€ 19,2 miljoen). Daarnaast is er een hogere realisatie van langlopende defensiebrede behoeftestellingen in het assortiment «Werkplaatsinrichtingen» (€ 14,1 miljoen) na het realiseren van de raamovereenkomst medio 2020.

Personele uitgaven

Waarvan eigen personeelDe realisatie van de personele uitgaven is € 11,9 miljoen lager uitgevallen. Dit komt voort uit de ondervulling bij militairen (€ 51,4 miljoen) en de verminderde uitgaven aan oefentoelage door ondervulling en COVID-19 (€ 33,5 miljoen). Daar tegenover staan hogere uitgaven door het afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord van 30 juli 2019 (€ 33,9 miljoen), hogere uitgaven bij burgerpersoneel (o.a. militairen die nadienen vanwege de ondervulling (€ 30,6 miljoen)) en toelagen aan militair personeel (o.a. bindingspremies (€ 19,4 miljoen)). Waarvan externe inhuurHet budget externe inhuur staat meerjarig op ongeveer € 3 miljoen. Bij de 1e suppletoire wet is € 11,4 miljoen toegevoegd uit de onderrealisatie bij personeel en bij de 2e suppletoire wet weer vermindert € 1 miljoen. De hogere realisatie op externe inhuur van € 10,3 miljoen komt voort uit het alternatief invullen van vacatures en wordt gefinancieerd uit de ondervulling bij militairen.

Ontvangsten

Geen bijzonderheden.

1

Deze extra behoefte valt binnen de reorganisatie van INSTITUTE FOR DEFENCE AND PARTNERSHIP HOSPITALS

2

ook bekend als CV-90

Licence