De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
In 2020 heeft DMO door het leveren van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie. De leverbetrouwbaarheid van de ketenlogistieke bedrijven is stabiel en op norm.
Gevolgen van COVID-19
De financiële gevolgen van de COVID-19 maatregelen zijn in 2020 voor DMO beperkt gebleven. Een groot aantal oefeningen, waaronder Frisian Flag, is geannuleerd. Mede als gevolg hiervan is minder kerosine uitgeleverd door het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB). Daarnaast is het effect van COVID-19 voor DMO zichtbaar door een onderrealisatie op de uitgaven voor overige personele exploitatie.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Verplichtingen | 759.247 | 959.296 | 1.170.733 | 1.156.092 | 985.425 | 1.013.939 | ‒ 28.514 |
Uitgaven | 806.441 | 816.269 | 919.071 | 1.071.290 | 1.120.073 | 1.020.608 | 99.465 |
Waarvan juridisch verplicht | 88% | 71% | |||||
Opdrachten | 335.058 | 318.730 | 334.300 | 368.569 | 389.265 | 381.701 | 7.564 |
- gereedstelling | 225.397 | 221.912 | 221.543 | 269.291 | 93.939 | 141.085 | ‒ 47.146 |
- instandhouding materieel | 109.661 | 96.818 | 112.757 | 99.278 | 295.326 | 240.616 | 54.710 |
Personele uitgaven | 182.900 | 191.248 | 213.900 | 408.366 | 431.648 | 394.229 | 37.419 |
- waarvan eigen personeel | 169.395 | 177.778 | 192.812 | 332.005 | 369.436 | 342.863 | 26.573 |
- waarvan externe inhuur | 13.505 | 13.470 | 21.088 | 56.717 | 49.220 | 34.334 | 14.886 |
- waarvan overige personele exploitatie1 | 19.644 | 12.992 | 17.032 | ‒ 4.040 | |||
Materiële uitgaven | 288.483 | 306.291 | 370.871 | 294.355 | 299.160 | 244.678 | 54.482 |
- waarvan instandhouding infrastructuur | 385 | 231 | |||||
- waarvan instandhouding IT | 31.688 | 52.971 | 107.198 | 220.525 | 287.796 | 230.825 | 56.971 |
- waarvan IT door SSO DMO OPS | 193.481 | 198.180 | 205.645 | ||||
- waarvan exploitatie door SSO Paresto | 405 | 437 | 268 | ||||
- waarvan overige materiële exploitatie1 | 62.909 | 54.703 | 57.760 | 73.830 | 10.979 | 13.622 | ‒ 2.643 |
Apparaatsontvangsten | 29.867 | 30.204 | 46.359 | 80.177 | 45.419 | 50.074 | ‒ 4.655 |
De posten met een verschil groter dan € 10,0 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.
Verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen is € 28,5 miljoen lager dan begroot.
De verplichtingenrealisatie bij het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB) is € 23,6 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de gunstige dollarkoers en lage olieprijs.
De verplichtingenrealisatie bij het Defensie Munitie Bedrijf (DMUNB) is € 19,2 miljoen lager dan begroot. Dit komt doordat in 2019 een aantal verplichtingen met een totaal volume van € 76,9 miljoen, dat gepland stond om in latere jaren aan te gaan, versneld is aangegaan.
De verplichtingenrealisatie bij instandhouding IT is € 50,8 miljoen hoger dan begroot. Dit heeft een directe relatie met de hogere kasrealisatie. De verplichtingenrealisatie wordt met name veroorzaakt doordat meer bestellingen zijn geplaatst dan begroot, waarbij de prijzen hoger zijn dan begroot. Dit heeft geleid tot een hogere verplichtingenrealisatie op onderhoud generieke IT-middelen (€ 16,8 miljoen), verplichtingen voor licenties (€ 20,1 miljoen) en tablets en telefoons (€ 15,7 miljoen).
Uitgaven
Opdrachten
De realisatie van de gereedstelling is € 47,1 miljoen lager dan begroot. Deze onderrealisatie is volledig veroorzaakt doordat voor brandstof € 47,1 miljoen minder is uitgegeven dan begroot. Dit is voor het grootste deel het gevolg van de lage olieprijs en de gunstige dollarkoers; het energieverbruik van Defensie (de optelsom van brandstof, elektriciteit en gas) blijkt 6 % hoger te zijn dan in 2019. De behoefte aan kerosine bleek lager omdat - als gevolg van COVID-19 - verschillende oefeningen geannuleerd moesten worden, waaronder Frisian Flag. De behoefte aan scheepsbrandstof bleek als gevolg van de extra vaardagen van Zr.Ms. Karel Doorman hoger.
De realisatie van instandhouding materieel is € 54,7 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door hogere uitgaven voor instandhouding van maritieme systemen (€ 3,3 miljoen), kleding en uitrusting (€ 11,5 miljoen) en munitie (€ 27,0 miljoen). In de tweede suppletoire begroting werd nog uitgegaan van vertraagde munitieleveringen als gevolg van de crisis. Echter, een aanzienlijk deel werd toch in 2020 ontvangen.
Personele uitgaven
De realisatie van de personele uitgaven is € 37,4 miljoen hoger dan begroot. De overrealisatie op salarisuitgaven eigen personeel van € 26,6 miljoen is een gevolg van het feit dat DMO meer gevuld is dan waarmee budgettair rekening is gehouden. De overrealisatie op inhuur van € 14,9 miljoen komt door het inhuren van personeel met specialistische kennis die in onvoldoende mate in de organisatie aanwezig is, zoals SAP-expertise. De onderrealisatie van € 4,0 miljoen op overige personele exploitatie is een gevolg van de COVID-19 maatregelen, waardoor personeel minder dienstreizen heeft gemaakt.
Materiële uitgaven
De realisatie van de IT-uitgaven is € 56,9 miljoen hoger dan begroot. Defensie wordt geconfronteerd met hogere IT uitgaven en dit is een gevolg van drie ontwikkelingen: de groeiende behoefte aan IT-middelen van de defensieonderdelen, het toegenomen belang van IT-middelen (als gevolg van COVID-19) voor operationele- en vredesbedrijfsvoering en prijsstijgingen in de IT-sector.