Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met uitzondering van de agentschappen Inspectie Leefomgeving en Transport, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en Rijkswaterstaat. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en materieel voor het kerndepartement.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | ||
Verplichtingen | 339.812 | 371.490 | 281.510 | 329.738 | 331.427 | 308.390 | 23.037 | 1 |
Uitgaven | 328.743 | 334.417 | 298.856 | 317.541 | 335.910 | 312.445 | 23.465 | |
98.01 Personele uitgaven | 226.918 | 228.170 | 220.973 | 236.880 | 262.284 | 226.294 | 35.990 | |
- waarvan eigen personeel | 196.323 | 198.489 | 193.030 | 204.931 | 224.847 | 207.373 | 17.474 | 2 |
- waarvan externe inhuur | 20.962 | 21.853 | 20.999 | 25.722 | 31.740 | 12.164 | 19.576 | 3 |
- waarvan overige personele uitgaven | 9.633 | 7.828 | 6.944 | 6.227 | 5.697 | 6.757 | ‒ 1.060 | 4 |
98.02 Materiele uitgaven | 101.825 | 106.247 | 77.883 | 80.661 | 73.626 | 86.151 | ‒ 12.525 | |
- waarvan ICT | 21.454 | 21.817 | 20.308 | 21.495 | 25.614 | 18.383 | 7.231 | 5 |
- waarvan bijdrage aan SSO's | 60.872 | 66.555 | 48.798 | 50.308 | 38.224 | 40.896 | ‒ 2.672 | 6 |
- waarvan overige materiële uitgaven | 19.499 | 17.875 | 8.777 | 8.858 | 9.788 | 26.872 | ‒ 17.084 | 7 |
Ontvangsten | 19.323 | 18.224 | 14.667 | 21.274 | 12.754 | 5.430 | 7.324 | 8 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere verplichtingen worden overwegend verklaard door de hogere uitgaven die hierna nader worden toegelicht en eerder aangegane verplichtingen.
2. De hogere personele uitgaven betreft voornamelijk de uitgekeerde loon-en prijsbijstelling (€ 6,9 miljoen) en de toevoeging van de generale toegekende middelen ter compensatie voor de invoering van het Individueel Keuze Budget (€ 6,2 miljoen vanuit centrale reservering hiervoor op het materiële budget). Tevens is de bedrijfsvoeringstaken van ILT zijn structureel overgeboekt naar de Bestuurskern (€ 2,3 mijoen). Daarnaast betreft het de inzet voor extra onderzoeksopdrachten voor LNV en EZ door PBL (€ 0,8 miljoen) en extra inzet voor de oprichting van een WOB-unit en voor het inrichten van een meerjaren-wetgevingsprogramma voor de modernisering, beheer en onderhoud van wetgevingscomplexen en juridische kaders (€ 0,9 miljoen). Tot slot betreft het extra inzet voor PFAS en Stikstofproblematiek (€ 0,5 miljoen).
3. De extra uitgaven externe inhuur betreft voor een deel overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het IF en DF voor inhuur op programma’s Duurzame Mobiliteit, Mobiliteit en Gebieden en Innovatie en Mobiliteit (€ 4,2 miljoen), de voorbereidingen van de Vrachtwagenheffing (€ 2,4 miljoen) en de activiteiten voor de Global Commission on Adaptation (GCA) (€ 1,4 miljoen). Vanuit 2019 is met de Eindejaarsmarge (€ 1,1 miljoen) toegevoegd. Tevens betreft het bijdragen vanuit programmabudgetten die worden ingezet voor o.a. PFAS, Circulaire Economie, Plan MER en het Klimaatakkoord (€ 1,7 miljoen). Er is extra inhuur ingezet voor projecten Opvolging Bedrijfsvoeringssysteem SAP (€ 2,8 miljoen), Luchtruimherziening (€ 0,8 miljoen) en PMO Luchtvaart (€ 0,9 miljoen) en de ZBOvorming van Prorail (€ 0,5 miljoen). Als gevolg van capaciteitsproblemen bij inkoop, juridische ondersteuning en Standaard Platform is er aanvullend ingehuurd (€ 2,7 miljoen). Tot slot heeft een herschikking van detachering naar inhuur plaatsgevonden en is er Loon- en prijsbijstelling uitgekeerd (€ 1,0 miljoen)
4. De uitgaven voor overige personele kosten waren lager dan begroot. Dit komt omdat door de verzekeringsmaatschappijen lagere kosten voor post-actieven in rekening zijn gebracht bij IenW dan voorzien (€ 1 miljoen).
5. De hogere uitgaven voor ICT worden met name verklaard door de bijdrage van RWS en Buitenlandse Zaken in de beheer- en onderhoudskosten bedrijfsvoeringssysteem SAP (€ 3,6 miljoen) en de extra kosten voor de ontwikkeling van de Opvolging Bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) (€ 3,6 miljoen).
6. De lagere bijdrage aan SSO’s wordt volledig veroorzaakt door de overdracht van facilitaire dienstverlening naar BZK (-€ 10,0 miljoen). Daarnaast zijn er bijdragen vanuit RWS voor kosten FM Haaglanden, Standaard Platform en bedrijfsgeneeskundige zorg (€ 1,6 miljoen). Verder is sprake van diverse herschikkingen vanuit het materiele budget o.a. van kantoorautomatisering, bijdragen ANVS naar centrale budget huisvesting en facilitaire uitgaven (€ 5,6 miljoen)
7. De lagere reguliere materiële uitgaven zijn voornamelijk het gevolg van verdeling van de generale toegekende middelen ter compensatie voor de invoering van het Individueel Keuze Budget (€ 6,2 miljoen vanuit centrale reservering hiervoor op het materiële budget) naar de diensten. Daarnaast heeft er een overboeking plaatsgevonden van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT ter compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet (€ 4,0 miljoen). Daarnaast is sprake van diverse herschikkingen naar Rijksbrede SSO o.a. voor kantoorautomatisering en bijdragen door ANVS aan het centrale budget voor huisvesting en facilitaire uitgaven (€ 5,6 miljoen). Als gevolg van Covid-19 en vertraging in de facturering waren er minder materiële uitgaven (€ 1,3 miljoen).
8. De hogere ontvangsten betreft voornamelijk (Interne) ICT-dienstverlening m.b.t. de beheerkosten SAP (€ 4,6 miljoen). Daarnaast betreft het de verrekening van het Programma Alliantie Standaard Platform met RWS (€ 1,2 miljoen), ontvangsten van PBL uit de EU voor onderzoek (€ 0,2 miljoen) een ontvangen bijdrage van RWS voor facilitaire dienstverlening FM Haaglanden (€ 0,7 miljoen) en een bijdrage van BZ in de kosten voor de ontwikkeling van de Opvolging Bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) (€ 1,0 miljoen). Diverse detacheringsvergoedingen zijn later ontvangen (€ 0,4 miljoen).
98.01 Personele uitgaven
Dit betreft de verantwoording van alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.
98.02 Materiële uitgaven
Dit betreft de verantwoording van de materiele uitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces. Hieronder valt ook de bijdragen aan Shared Service Organisaties (o.a. PDirekt, FM-Haaglanden en het Rijksvastgoedbedrijf) en ICT uitgaven voor onderhoud en licenties.
Realisatie | Begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | |
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 2.129.243 | 2.236.560 | 2.194.882 | 2.225.359 | 1.829.472 | 2.223.495 | ‒ 394.023 |
Kerndepartement | 328.743 | 334.417 | 298.856 | 317.541 | 335.910 | 312.445 | 23.465 |
Totaal apparaatskosten batenlastendiensten | 1.200.686 | 1.246.112 | 1.291.899 | 1.377.691 | 1.493.562 | 1.373.050 | 120.512 |
ILT | 148.136 | 152.664 | 152.109 | 153.196 | 174.425 | 160.459 | 13.966 |
KNMI | 54.581 | 55.816 | 57.113 | 62.218 | 65.615 | 62.527 | 3.088 |
RWS | 991.288 | 1.031.132 | 1.082.677 | 1.162.277 | 1.253.522 | 1.150.064 | 103.458 |
NEa1 | 6.681 | 6.500 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's2 | 599.814 | 656.031 | 604.127 | 530.127 | 0 | 538.000 | 0 |
ProRail | 426.000 | 472.000 | 599.000 | 525.000 | n.n.b. | 538.000 | n.n.b. |
Kadaster3 | 169.000 | 179.000 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
StAB | 4.814 | 5.031 | 5.127 | 5.127 | ‒ | ‒ | ‒ |