Het op orde houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten heeft, over voldoende zoetwater beschikt en schoon (drink)water heeft en kan blijven gebruiken, nu en in de toekomst.
(Doen) uitvoeren
Vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt bijgedragen aan het Deltafonds (zie extracomptabele verwijzingen). Vanuit het Deltafonds worden maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid (artikel 1), zoetwatervoorziening (artikel 2), beheer, onderhoud en vervanging (artikel 3) en waterkwaliteit (artikel 7) bekostigd. De rol (doen) uitvoeren heeft betrekking op taken binnen de beleidsdomeinen waterveiligheid, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit, waterkwantiteit en internationaal:
• Waterveiligheid. Het waarborgen van de bescherming door primaire waterkeringen langs het kust- en IJsselmeergebied en de rivieren volgens het wettelijk niveau; alsmede het dynamisch handhaven van de kustlijn, conform herziene basiskustlijn 2018 en handhaving kustfundament.
• Waterveiligheid en Zoetwatervoorziening. Het (doen) uitvoeren van verkenningen en planuitwerkingen.
• Waterveiligheid en Waterkwaliteit. Het (doen) uitvoeren van aanlegprojecten, zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken (alle waterveiligheid) en het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren (waterkwaliteit).
• Waterveiligheid, Waterkwantiteit en Waterkwaliteit. Het (doen) uitvoeren van beheer, onderhoud en vervanging.
• Internationaal. Kennisuitwisseling met buitenlandse partijen op het gebied van waterveiligheid, waterzekerheid en «governance» ter bevordering van de Nederlandse positie en verdienvermogen in het buitenland. Het betreft bilaterale en multilaterale samenwerking en richt zich vooral op klimaatadaptatie en water. De samenwerking is beschreven in de Internationale Waterambitie (IWA). Deze is in 2019 geactualiseerd onder de noemer Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA) waaraan in 2020 uitvoering wordt gegeven.
Regisseren
De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van het integrale waterbeleid, voor het Deltaprogramma en het toezicht op de uitvoering van de gerelateerde wet- en regelgeving. Ook is de Minister verantwoordelijk voor het verbeteren van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium ten behoeve van het waterbeleid. De rol «regisseren» heeft in dit artikel betrekking op taken binnen de beleidsdomeinen waterveiligheid, waterkwantiteit, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en innovatie, exportbevordering en internationale samenwerking (m.b.t. de Noordzee).
• Waterveiligheid. Het zorgen voor het ontwikkelen en implementeren van waterveiligheid gericht op alle primaire waterkeringen in Nederland. Tevens het zorgdragen voor de waterveiligheid van de regionale waterkeringen in het beheer van het Rijk.
Het zorgen voor wettelijke kaders en instrumentarium voor het beoordelen en ontwerpen van primaire waterkeringen. Ontwikkelen van kaders voor het toetsen op veiligheid van de regionale waterkeringen in het beheer van het Rijk. Deze aanpak is onder andere terug te vinden in het Nationaal Waterplan 2016–2021 (Kamerstukken II 2014–2015, 31 710, nr. 35) en het Beheer- en Ontwikkelprogramma voor de Rijkswateren 2016–2020.
• Waterkwantiteit en Zoetwatervoorziening. Het zorgen voor het ontwikkelen en implementeren van integraal waterbeleid in een aanpak gericht op de gebieden met grote Rijkswateren. Het realiseren van een maatschappelijk afgewogen verdeling van water en het daartoe zo te beheren hoofdwatersysteem dat wateroverlast en -tekort worden voorkomen. Het zorgen voor kaders en instrumentarium voor regionale afwegingen om het regionale watersysteem op orde te brengen en te houden. Deze aanpak is onder andere terug te vinden in het Nationaal Waterplan 2016–2021 (Kamerstukken II 2014–2015, 31 710, nr. 35) en het Beheer- en Ontwikkelprogramma voor de Rijkswateren 2016–2021. Hierbij worden maatregelpakketten geregisseerd voor waterbeschikbaarheid op de korte en lange termijn in het Deltaprogramma Zoetwater. Het betreft maatregelen voor het robuuster maken van het watersysteem (nationaal en regionaal) en om de gevolgen van langdurige droogte en lage rivierafvoeren ten gevolge van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken.
• Waterkwaliteit. Het ontwikkelen van beleid ten behoeve van het bereiken van een goede ecologische en chemische waterkwaliteit van de oppervlaktewateren en inliggende communautair te beschermen waarden in de Rijkswateren van de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems. De uitvoering gericht op het behalen van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden conform de voorschriften zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW), om in drie planperiodes uiterlijk in 2027 aan de Europese verplichtingen te voldoen. De coördinerende verantwoordelijkheid voor de KRW ligt bij de Minister van IenW, tezamen met de Minister van LNV voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren.
• Nederlands deel van de Noordzee. Het gaat hier om het ontwikkelen van beleid en het nemen van maatregelen voor het bereiken van een gezonde zee met een duurzaam gebruik in het Nederlandse deel van de Noordzee. Dit gebeurt in samenwerking en samenhang met de andere Noordzeelanden, conform de vereisten zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De coördinerende verantwoordelijkheid voor de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) ligt bij de Minister van IenW, tezamen met de Ministers van LNV en EZK voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot hun verantwoordelijkheid behoren.
• Innovatie en exportbevordering. Het ontwikkelen van beleid, onder andere ten behoeve van de Topsector Water, gericht op het ontwikkelen van kennis, het bevorderen van innovatie en het versterken van de samenwerking tussen het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid (de gouden driehoek) om de internationale concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven te versterken. De topsector Water werkt sinds 2019 samen met de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid. Hierbij wordt een sterke thuismarkt (kennis en innovatie) gekoppeld aan een concurrerend Nederland in het buitenland. Voor dit laatste gaat het daarbij onder meer om het ontvangen van buitenlandse delegaties en het organiseren en uitvoeren van bilaterale handelsmissies.
• Daarnaast regisseert de Minister de afstemming van het waterbeheer met de landen rondom de Noordzee en met de buurlanden bovenstrooms gelegen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems. Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op de beleidsterreinen waterkwantiteit en waterkwaliteit (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).
Waterkwantiteit
Hieronder zijn de beleidsmatige indicatoren en kengetallen voor waterkwantiteit opgenomen. In productartikelen 1, 2 en 3 van het Deltafonds zijn de aan dit beleidsartikel gerelateerde productindicatoren en/of -kengetallen opgenomen.
Ongeveer 60% van ons land zou regelmatig onder water staan als er geen dijken en duinen zouden zijn. In dit gebied wonen negen miljoen mensen en wordt 70% van ons BNP verdiend. Maatschappelijk gezien is aandacht voor de waterveiligheid dus van cruciaal belang voor de leefbaarheid en de economie van Nederland (Kamerstukken II 2015–2016,34 436, nr. 3).
Indicator één en twee: waterveiligheid (droge voeten)
In 2020 zijn de werkzaamheden afgerond om te komen tot een nieuwe indicator voor artikel 11. Deze nieuwe indicator geeft de toename van de bescherming tegen overstroming (overstromingskans) beter weer en is in de begroting van 2021 opgenomen.
In 2020 zijn nog de onderstaande indicatoren gehanteerd, die weergeven hoe het is gesteld met het aantal kilometers dijken en duinen en het aantal kunstwerken die zorgen voor waterveiligheid in Nederland. De cijfers zijn gebaseerd op de toetsronden uit 2001, 2006, 2011 en de verlengde derde toetsing uit 2014.
In 2017 is de nieuwe ronde beoordelen op veiligheid gestart, gebaseerd op de nieuwe normering (Kamerstukken II, 2015/16, 34 436, nr. 2). Over de resultaten van deze beoordeling wordt in 2023 gerapporteerd aan de Eerste en Tweede Kamer.
Figuur 3 Dijken en duinen (km)
Bron: Inspectie Leefomgeving en Transport, 2014
Figuur 4 Kunstwerken (aangemerkt als primaire waterkering in aantallen)
Bron: Inspectie Leefomgeving en Transport, 2014
Waterkwaliteit (schoon (drink)water)
Over de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems, en het bereiken van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden, wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via De Staat van Ons Water. Omdat de Kaderrichtlijn Water werkt met planperiodes, is een volledige beschrijving van de toestand alleen om de zes jaar mogelijk. Het PBL rapporteert op verzoek van de Minister van IenW in het Compendium voor de Leefomgeving jaarlijks op basis van de beschikbare gegevens over waterkwaliteit. In de motie Schonis heeft de Kamer verzocht om indicatoren te testen waarmee een beter beeld van de voortgang van onder meer waterkwaliteit kan worden gegeven (Kamerstukken II, 2019-2020, 35 300 XII, nr. 11). Zie hiervoor de indicatoren die een beeld geven van de maatregelen die in Nederland worden genomen in de jaarlijkse rapportage «De Staat van Ons Water» (Kamerstukken 2018-2019, 27625 nr. 470).
Integraal waterbeleid
In De Staat van Ons Water wordt vanaf 2016 jaarlijks integraal door de partners van het Bestuursakkoord Water (BAW) gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid in het voorgaande jaar.
Sinds 2019 is de Staat van Ons Water specifiek gericht op het informeren van de Tweede Kamer. De burger wordt ingelicht middels de website onswater.nl. De Staat van Ons Water rapporterend over 2019 is op 20 mei 2020 door de Minister aan de Tweede Kamer aangeboden en openbaar beschikbaar gemaakt.
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen en liggen op koers, ondanks de impact van Covid-19. Het betreft financiering van het werk aan waterveiligheid, de Kaderrichtlijn Water, Grote Wateren en de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Deels worden deze activiteiten ook bekostigd vanaf het Deltafonds. Er zijn geen grote afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Dit blijkt ook uit «De Staat van Ons Water» en de brief voor het wetgevingsoverleg Water van november 2020 over de voortgang van klimaatadaptatie, droogte en grondwater; drinkwater en waterkwaliteit; waterveiligheid en de Noordzee, Wadden en grote wateren. (Kamerstukken II, 2020/2021, 27625, nr. 523)
Eind 2020 is de Impulsregeling klimaatadaptatie afgerond en zal per 1 januari 2021 in werking getreden. Via deze regeling kunnen gemeenten, provincies en waterschappen een bijdrage van het Rijk krijgen voor de uitvoering van maatregelen tegen wateroverlast, droogte of ter beperking van gevolgen van overstromingen.
De verbetering van de Houtribdijk is opgeleverd, het laatste rijksproject uit het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (kamerstuk II, 2020/2021, 32698, nr. 54). Uniek is de versterking van een waterkering gelegen in het binnenwater met grote hoeveelheden zand en de aanleg van natuureilanden met bij de zandwinning vrijgekomen materiaal. Er resteren binnen het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma nog twee complexe projecten, te weten Markermeerdijk Hoorn - Edam – Amsterdam en Eemdijken en Zuidelijke Randmeren .
Renovatie van het stuwenensemble in de Neder-Rijn en Lek is in 2020 afgerond, zodat deze 3 stuwen hun belangrijke watermanagementtaken weer veilig en betrouwbaar kunnen blijven vervullen. Het stuwensemble Nederrijn en Lek zorgt voor voldoende (zoet) water in het rivierengebied en het IJsselmeer en vlotte en veilige scheepvaart in de Rijntakken Nederrijn en Lek, en IJssel.
Waterschappen en Rijkswaterstaat zijn in 2020 verder aan de slag gegaan met de beoordeling van de primaire keringen aan de nieuwe waterveiligheidsnormen. Eind 2020 is 32% van de beoordelingen geheel afgerond, 12% is ingediend bij de ILT voor een afrondende conformiteitstoets en 56% is nog in uitvoering en/of moet nog worden ingediend. In afstemming met beheerders wordt gestuurd op tijdige afronding van de overige beoordelingen medio 2022 conform huidige planning en landelijke rapportage in 2023 aan de Tweede Kamer. Daar waar nodig zijn waterkeringen versterkt via het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
In 2020 is de subsidieregeling van het hoogwaterbeschermingsprogramma tussentijds geëvalueerd (Kamerstuk II, 2019/2020, 32698, nr. 50). De subsidieregeling draagt bij aan het laten voldoen van de waterkeringen aan de norm en is daardoor doeltreffend. Er zijn tevens verbeteringen mogelijk en nodig om de werking van de subsidieregeling te optimaliseren, zoals het hanteren van een eenduidig beoordelingskader voor subsidies. Hier wordt uitvoering aan gegeven.
Ten aanzien van Integraal Rivieren Management (IRM) is invulling gegeven aan de motie Schonis (Kamerstuk II, 2018-2019, 35140, nr. 9), door het naar voren halen van financiële middelen, waardoor eerder gestart wordt met pilot projecten, waaronder de dijkverlegging Paddenpol als onderdeel van de HWBP-dijkversterking Zwolle-Olst en de MIRT-onderzoeken Havikerwaard en Werkendam. Ook langs de Maas dienen zich kansen aan voor IRM-pilots.
Op het terrein van Cybersecurity is de uitvoering van de acht aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer geëvalueerd. Daarmee is de motie van de leden Von Martels en Geurts (kamerstuk II, 2018/2019, 30 821, nr. 76) uitgevoerd.
Waterkwaliteit
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen en liggen op koers. Het betreft financiering van het werk aan de Kaderrichtlijn Water, Grote Wateren en de Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Deels wordt dit ook bekostigd vanaf het Deltafonds. Er zijn geen grote afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Dit blijkt ook uit «De Staat van Ons Water» en de brief voor het wetgevingsoverleg Water van december 2020 over de voortgang van de waterkwaliteitsdossiers (Kamerstukken II, 2019/20, 27 625, nr. 487) en de Programmatische Aanpak Grote Wateren (Kamerstukken II, 2019/20, 27 635, nr. 488).
Wadden
In 2020 zijn in het Waddendossier flinke stappen gezet. De Agenda voor het Waddengebied 2050 is vastgesteld (Kamerstukken II, 2020/21, 29 684 nr. 210), de Beheerautoriteit Waddenzee is operationeel sinds maart 2020 (Kamerstukken II, 2020/21 29 684, nr. 209) en het Omgevingsberaad Waddengebied 2050 is opgericht (Kamerstukken II, 2018/19, 29 684 nr 185) en is in het voorjaar 2020 gestart met zijn overleggen.
Internationaal
Door de COVID-19 pandemie zijn veel internationale activiteiten en missies uitgesteld naar 2021. De hierdoor ontstane lagere realisatie is vooral zichtbaar op het HGIS budget (Partners voor Water, Blue Deal en CORA). Desondanks is er op afstand via videoconferenties en digitale missies een belangrijke bijdrage geleverd op het mondiale podium ten aanzien van waterzekerheid en waterveiligheid. Tevens zijn concrete bijdragen vastgelegd in relatie tot de Sustainable Development Goals per 2030 via het multilaterale programma zoals in lijn met de Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA) (Kamerstukken II, 2018/2019, 32605, nr. 217). Nederland leidt ook het Action Track voor Water en Infrastructuur. De Climate Adaptation Summit die in november 2020 voorzien was, is uitgesteld naar januari 2021.
Noordzee akkoord
Het Kabinet heeft in juni met de belangenorganisaties vanuit de sectoren, visserij, natuur en milieu, en scheepvaart en havens een Akkoord voor de Noordzee gesloten (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 68). Omdat de visserijorganisaties de meerderheid van de achterban niet achter het Noordzeeakkoord heeft kunnen krijgen, hebben deze organisaties het Akkoord verworpen. Gesprekken zijn gaande om een deel van de sector weer te laten aansluiten bij het Akkoord. In september 2020 is het geactualiseerde monitoringprogramma (KRM mariene strategie deel 2) aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 76). In november heeft de minister samen met de minister van LNV en mede namens EZK en BZK de appreciaties van het governance advies en een advies (op verzoek van de minister van LNV) van de dhr. Joustra over deelname van de visserij, aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 79).
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | ||
Verplichtingen | 54.638 | 89.248 | 36.485 | 41.220 | 30.283 | 33.376 | ‒ 3.093 | 1 |
Uitgaven | 48.869 | 50.701 | 44.251 | 48.421 | 49.982 | 53.480 | ‒ 3.498 | |
11.01 Algemeen waterbeleid | 36.167 | 38.330 | 33.035 | 37.546 | 39.450 | 41.429 | ‒ 1.979 | |
11.01.01 Opdrachten | 6.629 | 8.624 | 5.022 | 3.648 | 2.232 | 9.124 | ‒ 6.892 | 2 |
11.01.02 Subsidies | 11.358 | 9.545 | 12.700 | 14.329 | 14.677 | 14.282 | 395 | |
- Incidentele Subsidie WKB | 50 | 200 | 1.180 | 1.567 | 1.286 | 1.220 | 66 | |
- Blue Deal (HGIS) | 700 | 1.200 | 2.900 | 1.400 | 1.500 | |||
- Partners voor Water (HGIS) | 11.308 | 9.251 | 10.760 | 11.476 | 10.297 | 11.602 | ‒ 1.305 | |
- Overige Subsidies | 0 | 94 | 60 | 86 | 194 | 60 | 134 | |
11.01.03 Bijdragen aan agentschappen | 17.325 | 19.374 | 15.263 | 15.978 | 15.343 | 14.006 | 1.337 | 3 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 16.801 | 18.874 | 14.541 | 14.707 | 14.731 | 13.492 | 1.239 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 524 | 500 | 722 | 1271 | 612 | 514 | 98 | |
11.01.04 Bijdragen aan medeoverheden | 855 | 787 | 50 | 3591 | 6.568 | 4017 | 2.551 | 4 |
11.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties | 630 | 0 | 630 | |||||
11.02 Waterveiligheid | 3.001 | 3.057 | 2.584 | 3.019 | 2.704 | 3.444 | ‒ 740 | |
11.02.01 Opdrachten | 3.001 | 3.057 | 2.584 | 3.019 | 2.704 | 3.444 | ‒ 740 | |
11.03 Grote oppervlaktewateren | 2.575 | 2.390 | 2.303 | 1.211 | 1.473 | 1.615 | ‒ 142 | |
11.03.01 Opdrachten | 2.575 | 2.390 | 2.303 | 1.211 | 1.473 | 1.615 | ‒ 142 | |
11.04 Waterkwaliteit | 7.126 | 6.924 | 6.329 | 6.645 | 6.355 | 6.992 | ‒ 637 | |
11.04.01 Opdrachten | 4.002 | 3.638 | 3.997 | 3.659 | 3.692 | 4.302 | ‒ 610 | |
11.04.02 Subsidies | 478 | 436 | 436 | 400 | 400 | 400 | 0 | |
11.04.04 Bijdrage aan medeoverheden | 972 | 350 | 325 | 500 | 500 | 500 | 0 | |
11.04.05 Bijdrage aan internationale organisaties | 1.674 | 2.500 | 1.571 | 2.086 | 1.763 | 1.790 | ‒ 27 | |
Ontvangsten | 248 | 1.226 | 580 | 12.050 | 258 | 0 | 258 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De lagere verplichtingenrealisatie van € 3,1 miljoen houdt met name verband met hier onder toegelichte de lagere uitgaven.
2. De lagere uitgaven in 2020 zijn met name als gevolg van de overheveling van € 2,9 miljoen naar het artikelonderdeel bijdrage aan medeoverheden (11.01.04) voor de specifieke uitkering aan provincies en gemeenten ten behoeve van de tweede tranche uitvoeringspilots in het kader van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Daarnaast is circa € 1 miljoen niet uitgegeven voor de operationalisering Resultaatgerichte Aanpak (CORA) en Water Internationaal, waarvoor door de uitbraak van het Covid-19 virus activiteiten in Nederland en in het buitenland niet plaats konden vinden. Het betrof onder andere activiteiten met betrekking tot de Watergezant, voor het Valuing Water programma, MSP challenge, de WAT Summit. De uitvoering is uitgesteld naar 2021. Verder is circa € 0,8 miljoen naar het Deltafonds overgeheveld voor met name onderzoek ten behoeve van het Deel Programma Ruimtelijke Adaptatie, € 0,5 miljoen naar het artikelonderdeel agentschapsbijdrage (11.01.03) voor de inzet van de loonbijstelling 2019 ten behoeve van de tarieven van RWS en ca € 0,4 miljoen naar andere ministeries voor onder andere de bijdrage aan het Omgevingsloket Online (OLO) aan het ministerie van BZK en de bijdrage voor Topsector Water en Maritiem aan het ministerie van EZK. Tenslotte bleek een reservering op artikel 11 voor de bijdrage aan de beheerskosten van het Digitaal stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) aan BZK (€ 0,3 miljoen) niet nodig en is € 0,6 miljoen ingezet voor subsidies Caribisch Nederland. De resterende € 0,4 miljoen betreft het saldo van diverse kleinere mutaties.
3. De hogere uitgaven betreft met name de loonbijstelling 2020 en de financiering van tarieven van RWS voor de uitvoering van de BOA-opdracht.
4. De hogere uitgaven hebben betrekking op de bijdrage ten behoeve van de uitvoeringspilots ruimtelijke adaptatie 2e tranche waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt aan provincies en gemeenten. De BTW is hiervoor afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.
11.01 Algemeen waterbeleid
11.01.01 Opdrachten
Jaarlijks wordt opdracht verstrekt voor de voortgangsrapportage «De Staat van Ons Water», waarin over de uitvoering van het waterbeleid wordt gerapporteerd.
IenW werkte in samenwerking met het ministerie van EZK, de Topsector Water en Maritiem en het Nationaal Kennisprogramma voor Water en Klimaat aan kennis, innovatie en expertise. Het Human Capital programma van de Topsector Water en Maritiem was gericht op het vinden, opleiden en vasthouden van gekwalificeerd personeel voor de sector. Om het bereik van het studiebeurzenprogramma te vergroten is in 2020 in samenwerking met andere partijen het zogenaamde «stroomversnellersprogramma» gestart, waardoor er nu een netwerk is met 150 studenten. Daarnaast is met andere partijen gewerkt aan arbeidsmarktonderzoek voor digitalisering en het realiseren van learning communities, en is er een challange georganiseerd. Tevens is een bijdrage geleverd aan het Nationaal Kennisprogramma voor Water en Klimaat, waar onder meer via een website informatie over diverse onderzoeken wordt gedeeld om kennisuitwisseling te bevorderen. Voor het stimuleren van innovatie heeft IenW onder meer een bijdrage geleverd aan «waterwindow», een website waar water- en klimaatprofessionals water- en klimaatoplossing voor hun specifieke waterproblemen kunnen vinden. Ook is in samenwerking met andere partijen een verkenning uitgevoerd voor de proeftuin grote wateren, die gericht is op kosteneffectief en duurzaam nat grondverzet.
In 2020 zijn uitgaven gedaan voor watereducatie om het waterbewustzijn bij jongeren te stimuleren. Dit is gebeurd in samenwerking met de Unie van Waterschappen en onderwijspartijen, en in afstemming met andere educatieve partijen, zoals de participatietafel Water van kennisprogramma Duurzaam Door van het Ministerie van LNV.
Aan de Helpdesk Water, onderdeel van RWS, wordt jaarlijks een bijdrage geleverd. In 2020 zijn voorbereidingen getroffen om de Helpdesk Water te integreren in het Informatiepunt Omgevingswet.
In 2020 zijn, in samenwerking met regionale partijen, provincies en waterschappen, werkzaamheden uitgevoerd voor het totstandkoming van het ontwerp Nationaal Water Programma 2022 ‒ 2027.
Voor de uitvoering van het bestaande Omgevingsloket Online (OLO) wordt een jaarlijkse bijdrage geleverd aan het ministerie van BZK ten behoeve van water- en omgevingsvergunningen. Ook in 2020 is deze bijdrage geleverd.
Verder zijn middelen ingezet voor het programma Klimaatadaptatie voor het bevorderen van een transitie naar een meer klimaatbestendige ruimtelijke inrichting van Nederland. Daarnaast zijn uitgaven gedaan voor het uitvoeringsprogramma van de Nationale Adaptatie Strategie (UP-NAS). IenW heeft de coördinatie over het Nederlandse klimaatadaptatiebeleid. Er is nauwe samenwerking met andere betrokken departementen, decentrale overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Het UP NAS en het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie op het Deltafonds zijn complementair aan elkaar.
Aanvullend op het lopende stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (RA) zijn in 2020 zijn via SPUKS gelden aan gemeenten overgemaakt ten behoeve van Pilot projecten RA. Verwacht wordt deze projecten in 2021 af te ronden.
Vanaf de HGIS budgetten zijn opdrachten gefinancierd voor onder andere: de internationale waterambitie, evaluatie Partners voor Water en Water as Leverage.
11.01.02 Subsidies
In 2020 is het laatste deel van de subsidie verstrekt aan Deltares voor de bouw van een nieuwe Geocentrifuge, die onder meer gebruikt wordt voor onderzoek aan dijken, kustbescherming, offshore, aardbevingen en natte en droge infrastructuur. De subsidie van in totaal € 3,1 miljoen is in 2017 afgegeven en is gelijkmatig verdeeld over de jaren 2018, 2019 en 2020. De oplevering is iets vertraagd, vanwege het tijdelijk sluiten van landsgrenzen in het voorjaar 2020 vanwege Corona, waardoor specifieke onderdelen niet op tijd konden worden geleverd. De subsidievaststelling zal daarom in 2021 plaatsvinden.
Ook in 2020 is uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Internationale Water Ambitie (IWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de drie ministeries BZ, EZK en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het PvW 2016–2021 programma is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie.
In 2018 is de subsidieregeling van de Blue Deal (2018-2021) van start gegaan. Het betreft een internationaal programma van 21 waterschappen die worden aangestuurd door de Unie van Waterschappen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en IenW zijn gezamenlijk subsidieverstrekker waarvan de eerste subsidiefase loopt tot en met 2021. De Blue Deal is een programma tot en met 2030 met één duidelijk doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. Tot nu toe zijn er 16 partnerschappen van start gegaan in 14 landen wereldwijd. De focus ligt op het bieden van ondersteuning aan regionale waterbeheersorganisaties via deze partnerschappen, waarbij ook aandacht is voor het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren. Concrete acties die binnen de partnerschappen zijn genomen zijn onder andere het organiseren van stakeholderbijeenkomsten, het opstellen van waterallocatieplannen en het uitvoeren van trainingen in beheer en onderhoud van een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
In 2020 is een laatste betaling van € 50.000 gedaan ten behoeve van de subsidie (totaal € 100.000 ) die is verstrekt aan het Instituut Fysieke Veiligheid voor het ontwikkelen van het programma «watercrises beheersen in een veiligheidsregio (WAVE2020)». Doel is het ontwikkelen van (boven)regionale strategieën met handelingsperspectieven en het ontwikkelen van een landelijk plan voor de beheersing van watercrises. Door de Stuurgroep Management Watercrises en Overstromingen (SMWO) is besloten dat WAVE2020 langer doorloopt, aangezien de uitwerking meer tijd vergt, de nog beschikbare middelen voor het project zijn toereikend.
In 2019 is een subsidieverplichting aangegaan voor een totaalbedrag van € 0,5 miljoen voor het identificeren en activeren van gemeenten die nog niet of nauwelijks waren gestart met de aanpak van klimaatadaptatie (aanjaagprogramma genoemd) aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De laatste betaling voor deze subsidie heeft in 2020 plaatsgevonden.
Er is een totale subsidie van € 66.322 verstrekt aan het Omgevingsberaad Waddengebied. Het Omgevingsberaad Waddengebied is het adviesorgaan voor het Bestuurlijk Overleg Waddengebied (BOW). Het is tevens een platform waar gestructureerde discussies over het Waddengebied worden geïnitieerd en waar informatie over het Waddengebied wordt uitgewisseld. Verder is een eenmalige bijdrage verstrekt voor de Wadden Toogdag van € 28.500.
In 2020 is een subsidie verstrekt aan de Unie van Waterschappen als bijdrage in de kosten voor het onderzoek naar de mogelijke oplossingen voor knelpunten in de waterschapsbelastingen.
In het kader van het project ‘duurzame financiering waterbeheer’ dat met het Bestuursakkoord Water-partners is ingericht, worden samen met de Unie van Waterschappen onderzoeken verricht naar aanpassingen en moderniseringen van de zuiveringsheffing, de verontreinigingsheffing en de watersysteemheffing. In 2020 is aan de Unie van Waterschappen voor deze onderzoeken een subsidie verstrekt (zie subsidies) en zijn er in dit verband geen overige uitgaven gedaan.
11.01.03 Bijdragen aan agentschappen
De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsadvisering, vertegenwoordiging in internationale werkgroepen, opstelling van rapportages en evaluaties en begeleiding van opdrachten aan de markt en aan Deltares. Hiervoor is een opdracht aan RWS verstrekt. Tot deze opdracht behoren onder andere de bijdragen aan de uitwerking van de MIRT-onderzoeken waterveiligheid, zeespiegelstijging, integraal riviermanagement (IRM), zoetwatervoorziening en waterkwaliteit.
Het KNMI heeft in opdracht van het ministerie van IenW gewerkt aan diverse onderzoeken en analyses die betrekking hebben op Kennisontwikkeling Windklimaat, Nationale adaptatiestrategie, ontwikkeling Noordzee windklimaatatlas, transnationale samenwerking Rijn en Maas en ook zeespiegelstijging. De uitkomsten hiervan worden benut voor beleidsadvisering en- ontwikkeling, onder andere op het gebied van de ontwikkeling van het beoordelings- en ontwerpinstrumentarium (BOI) van de primaire waterkeringen, kennisprogramma zeespiegelstijging en internationaal overleg.
11.01.04 Bijdragen aan medeoverheden
In 2019 is een subsidieverplichting aangegaan voor een totaalbedrag van € 10,6 miljoen voor de subsidieverlening voor het project Restopgave Vooroeverbestortingen aan het Waterschap Scheldestromen. Deze bijdrage is bedoeld voor de aanpak van 10 locaties waar de vooroevers nog moeten worden versterkt. In 2020 is een bedrag van € 4,0 miljoen betaald.
11.01.05 Bijdragen aan internationale organisaties
In 2020 is een bijdrage gerealiseerd aan Global Center on Adaptation voor de Water Action Track van € 0,6 miljoen.
11.02 Waterveiligheid
11.02.01 Opdrachten
Conform de verplichtingen van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) is in 2020 gewerkt aan het nationale deel bij het opstellen van beoordelingen, kaarten en plannen voor het beheersen en verminderen van overstromingsrisico’s in de vier (internationale) stroomgebieden (overstromingsrisicobeheerplannen/ORBP). Dit in afstemming met de Kaderrichtlijn Water. In 2020 is ook gewerkt aan de internationale delen voor de stroomgebieden Rijn, Maas, Schelde en Eems, om per stroomgebied te komen tot het overstromingsrisicobeheerplan, inclusief doelstellingen en maatregelen om de risico’s te beheersen en zo mogelijk te verminderen.
In 2020 is verder gewerkt aan het beoordelen van de primaire waterkeringen op basis van de nieuwe normen. Voor deze beoordeling zijn diverse opdrachten verstrekt ter ondersteuning van de waterkeringbeheerders. Daarnaast zijn opdrachten verstrekt om kennis ten aanzien van waterveiligheid te ontwikkelen en vast te leggen.
Daarnaast zijn opdrachten verstrekt voor verdere kennisontwikkeling ten aanzien van de kust in het onderzoeksprogramma Kustgenese 2.0, onder andere over (de gevolgen van) zeespiegelstijging en de kustontwikkeling. Hierbij is samenwerking gezocht binnen het kader van Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK).
Voor verdere kennisontwikkeling met betrekking tot rivieren zijn in 2020 opdrachten verstrekt. Deze opdrachten hadden betrekking op onder andere de lange termijn morfologische ontwikkeling van de rivieren onder invloed van onder andere klimaatverandering. Hierbij is ook samenwerking gezocht binnen het kader van het NKWK. Daarnaast is in 2020 kennisontwikkeling ondersteund met betrekking tot het voorbereiden van de maatregelpakketten op grond van een afwegingskader en de bijdragen aan diverse MIRT-projecten in het rivierengebied voor zowel de Rijn, de IJssel als ook de Maas.
11.03 Grote oppervlaktewateren
11.03.01 Opdrachten
De opdrachtbudgetten op dit artikelonderdeel zijn in 2020 ingezet voor onder andere de gebiedsagenda's voor de grote wateren, een gezamenlijke kennis- en innovatie-agenda en de beheerautoriteit voor de Waddenzee.
In 2020 is de Agenda voor het Waddengebied 2050 opgeleverd. Daarnaast is de opdracht verstrekt om te komen tot een Uitvoeringsprogramma Waddengebied 2021-2026. De werkzaamheden hiervoor zijn gestart in 2020 en lopen door in 2021. Doel van deze gebiedsagenda is input leveren voor onder andere de Nationale Omgevingsvisie en het overige instrumentarium van de Omgevingswet.
In het regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» van 10 oktober 2017 heeft het kabinet aangekondigd dat er «één beheerautoriteit voor de Waddenzee komt die een integraal beheerplan uitvoert, waardoor betere bescherming van natuurgebieden gecombineerd wordt met beter visbeheer». In 2020 is de beheerautoriteit operationeel geworden en is gestart met de opstelling van een integraal beheerplan voor de Waddenzee.
Rijk en regio werken sinds 2015 structureel samen aan ecologische verbetering van de Eems-Dollard, door samenhangende inzet van middelen, maatregelen en onderzoeken op basis van een meerjarig adaptief programma. De ambitie is dat de Eems-Dollard in 2050 voldoet aan het ecologisch streefbeeld dat is geformuleerd. Hier wordt stapsgewijs naar toegewerkt door adaptief in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en inzichten.
In de loop van 2020 is een nieuw programmaplan opgesteld 2021-2026. Hierin spelen actuele thema’s als klimaatadaptatie, leefbaarheid en duurzame economie een grotere rol. Ook zal er nog meer verbinding worden gelegd met de opgaven voor ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in het gebied.
Op 26 november 2020 zijn in het BO MIRT ten behoeve van het Eems-Dollard gebied de volgende PAGW maatregelen genomen:
1. Voorkeursbeslissing voor het pilotproject Buitendijkse slibsedimentatie
2. Startbeslissing project Eemszijlen-Groote Polder.
De drie landen die grenzen aan de Waddenzee, Nederland, Duitsland en Denemarken, vormen samen de Trilaterale samenwerkingslanden. Ze overleggen regelmatig over het vormen of aanpassen van het beschermingsbeleid van werelderfgoed Waddenzee.
In 2020 is vooral gewerkt aan de uitvoering van de Leeuwarden-verklaring uit 2018. Bijvoorbeeld met een rapport over de klimaatkwetsbaarheid van het Waddengebied (Climate Vulnerability Index), een gezamenlijke onderzoeksagenda en met het verder ontwikkelen van een trilateraal beheerplan (Single Integrated Management Plan).
Najaar 2020 is in het BO MIRT de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050 formeel vastgesteld. Zomer 2020 is in het kader van het Programma Volkerak-Zoommeer het onderzoek opgeleverd naar de klimaatrobuustheid van het huidige, zoete Volkerak-Zoommeer. Voor Oosterschelde en Veerse Meer is verder gewerkt aan bouwstenen voor een integraal langetermijnperspectief ten behoeve van een veilig en duurzaam beheer van deze wateren. Samen met Vlaanderen wordt op grond van de Scheldeverdragen meerjarenonderzoek uitgevoerd in het kader van de Agenda voor de Toekomst (periode 2019-2023). Speerpunten daarbij zijn: integraal sedimentbeheer, zoetwater, waterkwaliteit en ecologie.
11.03.04 Bijdragen aan medeoverheden
In 2020 is er een bijdrage gerealiseerd aan de Provincie Groningen voor Eems-Dollard van € 0,2 miljoen ten behoeve van programmamanagement van het Programma ED 2050.
11.04 Waterkwaliteit
11.04.01 Opdrachten
Het doel is om de doelstelling met betrekking tot chemisch schoon water en een ecologisch gezond watersysteem voor duurzaam gebruik in 2027 bereikt te hebben. Ieder jaar wordt in De Staat van Ons Water de voortgang van de uitvoering van de maatregelen gerapporteerd. De toestand, doelen en maatregelen worden iedere 6 jaar vastgelegd en aan de Europese Commissie gerapporteerd middels stroomgebiedbeheerplannen onder de Kaderrichtlijn Water. De tweede stroomgebiedbeheerplannen voor Rijn, Maas, Schelde en Eems voor de periode 2016–2021 zijn eind december 2015 vastgesteld en ook in 2020 in uitvoering. De uitvoering van de tweede tranche maatregelen in het hoofdwatersysteem loopt via artikel 7 van het Deltafonds.
De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) kent, net als de Kaderrichtlijn Water (KRW), een zesjarige plancyclus. In 2020 is de actualisatie van het KRM-monitoringsprogramma gerealiseerd (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 76) en gerapporteerd aan de Europese Commissie. Het monitoringprogramma beschrijft de wijze waarop IenW en LNV de komende zes jaar de middelen voor monitoring van indicatoren inzet om de milieutoestand van de Noordzee te kunnen beoordelen, mede in internationaal verband van Europa en het OSPAR-verdrag. Tevens zijn aanvullende maatregelen ontwikkeld om de goede milieutoestand te kunnen bereiken of te behouden: het geactualiseerde KRM-programma van maatregelen wordt in 2021 opgenomen het ontwerp Programma Noordzee 2022-2027 (onderdeel van het Nationaal Waterprogramma). De uitvoering van de KRM vindt plaats in samenwerking met het ministerie van LNV. Internationaal samenwerken is intrinsiek aan het mariene milieubeleid (Noordzeeregio met de buurlanden, EU, het OSPAR-verdrag), en samenwerking met kennisinstituten en belanghebbenden is belangrijk om wetenschappelijk gestoelde en door de maatschappij gedragen beleid te maken.
In het kader van het werken aan een lange termijn strategie voor de Noordzee heeft het Kabinet in juni met de belangenorganisaties vanuit de energiesectoren, visserij, natuur en milieu, en scheepvaart en havens een Akkoord voor de Noordzee gesloten (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 68). Aanvullend hebben de partijen overeenstemming bereikt over de governance van een permanent Noordzeeoverleg, op basis van een advies van het OFL. Omdat de vertegenwoordigers van de visserijsector de meerderheid van de achterban niet achter het Noordzeeakkoord hebben kunnen krijgen, hebben deze organisaties het Akkoord verworpen en zullen (nog) niet aan Noordzeeoverleg deelnemen. In november heeft de minister samen met de minister van LNV en mede namens EZK en BZK de appreciaties van het governance advies en een advies (op verzoek van de minister van LNV) van de dhr. Joustra over deelname van de visserij, aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 2019/2020, 33 450, nr. 79). Het Noordzeeakkoord en –overleg hebben tot doel de transities op gebied van energie, voedsel/visserij en natuurherstel langdurig en duurzaam met elkaar in balans te brengen, rekening houden met andere gebruik zoals scheepvaart, zandwinning, defensie en recreatie; en daarop het eigenaarschap, de samenwerking en regie te versterken. Het Noordzeeakkoord geeft samen met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) richting aan het Programma Noordzee 2022-2027 (onderdeel van het Nationaal Waterprogramma) dat in het voorjaar van 2021 in ontwerp zal worden vastgesteld. Het Programma Noordzee 2022–2027 integreert de verplichtingen uit de Europese Kaderrichtlijn Maritieme Ruimtelijke Planning om een ruimtelijk plan voor de Noordzee vast te stellen, en de actualisatie van het Programma van Maatregelen volgens de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM Mariene Strategie deel 3). Het jaarverslag van 2020 van KRM Mariene Strategie deel 3 wordt begin 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden.
11.04.02 Subsidies
IenW heeft in 2020 subsidie aan het International Groundwater Resources Assessment Centre (IGRAC) verstrekt en geeft daarmee invulling aan de ambitie die is vastgelegd in de overeenkomst tussen de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) en het Koninkrijk der Nederlanden. Medio 2016 hebben UNESCO en het Koninkrijk der Nederlanden een samenwerkingsovereenkomst voor het UNESCO grondwatercentrum IGRAC opgesteld voor de jaren 2016–2022, die beantwoordt aan de toenemende grondwaterproblematiek in de wereld. Het United Nations-karakter van de taken van IGRAC bepaalt dat IGRAC (een UNESCO-categorie 2 instelling) alleen kan werken op basis van overheidsfinanciering.
11.04.04 Bijdragen aan medeoverheden
De bijdrage aan medeoverheden had betrekking op de uitvoering van het samenwerkingsprogramma Lumbricus door Waterschap Vechtstromen met regionale partijen. Het samenwerkingsprogramma is gericht op het geïntegreerd toepassen van innovatieve maatregelen op het gebied van bodem en water ten behoeve van een klimaatbestendige inrichting van het bodem- en watersysteem van beekdalen. In dit programma komen doelstellingen met betrekking tot waterkwaliteit, zoetwatervoorziening, bodembeheer, klimaatadaptatie en waterveiligheid samen. In 2020 heeft de laatste financiële bijdrage plaatsgevonden aan het programma. Inhoudelijk is het programma tot medio 2021 verlengd.
11.04.05 Bijdragen aan internationale organisaties
Nederland participeert in verdragen waarin de internationale riviercommissies voor de Rijn, Maas en Schelde zijn opgericht. In deze commissies bespreekt Nederland watervraagstukken op het gebied van kwaliteit, droogte en overstroming en wordt de contributie voor deze commissies jaarlijks vastgesteld.
Begin 2020 heeft in Nederland de Rijnministerconferentie plaatsgevonden. De Conferentie is erin geslaagd een aantal belangrijke afspraken te maken over een verantwoord gebruik van de Rijn, over het tegengaan van overstromingen en droogte en over de verbetering van de waterkwaliteit. Dit is vastgelegd in het Programma Rijn 2040.
De jaarlijkse contributie voor de uitvoering van het Oslo-Parijs (OSPAR)-verdrag is betaald. Hiermee wordt ingezet op internationale samenwerking en afstemming over vraagstukken op het gebied van mariene milieu, ecologie en biodiversiteit in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, inclusief de Noordzee.
Ook is er in 2020 gewerkt aan het internationale profiel van Nederland als centrum voor watervraagstukken. Dit is verwoord in de Internationale Waterambitie van het kabinet. Het streven van Nederland als Centre of Excellence wordt gedeeltelijk ingevuld door middel van Memoranda of Understanding (MOU) met twee internationale UNESCO-watercentra, namelijk ondersteuning capacity building door IHE-Delft en grondwater monitoring en assessment door IGRAC te Delft.
Water speelt een verbindende rol in de in VN-kader afgesproken Sustainable Development Goals (SDG’s). In 2020 is € 150.000 bijgedragen aan de implementatiefase door de UN-Water Global Acceleration Framework (GAF) voor SDG 6 te steunen en Minister IenW heeft deelgenomen aan de lancering van de GAF tijdens het High Level Political Forum (HLPF). Verder is er samengewerkt met internationale organisaties en platforms op het gebied van governance en financiering. Met als doel de financiering en de wijze van besturen af te stemmen op het bevorderen van de implementatie van de doelen. Zo is in 2020 het Valuing Water Initiatief gestart om de aanbevelingen van het High Level Panel on Water in praktijk te brengen. Verder is bijgedragen aan de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) voor grensoverschrijdend waterbeheer, aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) inzake waterbeheer, en Water as Leverage. Ook is in samenwerking met Global Centre of Adaptation (GCA) de Water Action Track ontwikkeld, als onderdeel van de agenda voor klimaatadaptatie. Deze wordt gelanceerd op weg naar Conference of the Parties 26 (COP 26) en de VN Waterconferentie in 2023.
De gerealiseerde ontvangsten betroffen met name de medegefinancierde activiteiten betreffende de Kader Richtlijn Marien (KRM) vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en bekostiging van de evaluatie van Partners voor Water door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
2020 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoodfstuk XII aan artikel 1 Investeren in waterveiligheid van het Deltafonds | 257.519 | |
Andere ontvangsten van artikel 1 Investeren in waterveiligheid | 193.910 | |
Totale uitgaven op artikel 1 Investeren in waterveiligheid | 451.429 | |
Waarvan | ||
01.01 | Grote projecten waterveiligheid | 161.763 |
01.02 | Overige aanlegprojecten waterveiligheid | 282.887 |
01.03 | Studiekosten | 6.779 |
2020 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening van het Deltafonds | 14.302 | |
Andere ontvangsten van artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening | 1.500 | |
Totale uitgaven op artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening | 15.802 | |
Waarvan | ||
02.02 | Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 14.268 |
02.03 | Studiekosten | 1.534 |
2020 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging van het Deltafonds | 143.892 | |
Andere ontvangsten van artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging | 0 | |
Totale uitgaven op artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging | 143.892 | |
Waarvan | ||
03.01 | Watermanagement | 7.458 |
03.02 | Beheer onderhoud en vervanging | 136.434 |
2020 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofstuk XII aan artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet van het Deltafonds | 74.384 | |
Andere ontvangsten van artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet | 0 | |
Totale uitgaven op artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet | 74.384 | |
Waarvan | ||
04.01 | Experimenteerprojecten | 0 |
04.02 | GIV/PPS | 74.384 |
2020 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 7 Investeren in waterkwaliteit van het Deltafonds | 52.167 | |
Andere ontvangsten van artikel 7 Investeren in waterkwaliteit | 389 | |
Totale uitgaven op artikel 7 Investeren in waterkwaliteit | 52.556 | |
Waarvan | ||
07.01 | Real. progr. Kaderrichtlijn water | 19.778 |
07.02 | Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit | 25.674 |
07.03 | Studiekosten waterkwaliteit | 7.104 |