Algemene Doelstelling
Het op orde houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten heeft, over voldoende zoetwater beschikt en schoon (drink)water heeft en kan blijven gebruiken, nu en in de toekomst.
(Doen) uitvoeren
Rollen en Verantwoordelijkheden
Vanuit de begroting Hoofdstuk XII wordt bijgedragen aan het Deltafonds (zie extracomptabele verwijzingen). Vanuit het Deltafonds worden maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid (artikel 1), zoetwatervoorziening (artikel 2), beheer, onderhoud en vervanging (artikel 3) en waterkwaliteit (artikel 7) bekostigd. De rol (doen) uitvoeren heeft betrekking op taken binnen de beleidsdomeinen waterveiligheid, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit, waterkwantiteit en internationaal:
-
• Waterveiligheid. Het waarborgen van de bescherming door primaire waterkeringen langs het kust- en IJsselmeergebied en de rivieren volgens het wettelijk niveau; alsmede het dynamisch handhaven van de kustlijn, conform herziene basiskustlijn 2018 en handhaving kustfundament.
-
• Waterveiligheid en Zoetwatervoorziening. Het (doen) uitvoeren van verkenningen en planuitwerkingen.
-
• Waterveiligheid en Waterkwaliteit. Het (doen) uitvoeren van aanlegprojecten, zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken (alle waterveiligheid) en het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren (waterkwaliteit).
-
• Waterveiligheid, Waterkwantiteit en Waterkwaliteit. Het (doen) uitvoeren van beheer, onderhoud en vervanging.
-
• Internationaal. Kennisuitwisseling met buitenlandse partijen op het gebied van waterveiligheid, waterzekerheid en «governance» ter bevordering van de Nederlandse positie en verdienvermogen in het buitenland. Het betreft bilaterale en multilaterale samenwerking en richt zich vooral op klimaatadaptatie en water. De samenwerking is beschreven in de Internationale Waterambitie (IWA). Deze is in 2019 geactualiseerd onder de noemer Nederlandse Internationale Waterambitie (NIWA) waaraan in 2020 uitvoering wordt gegeven.
Regisseren
De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van het integrale waterbeleid, voor het Deltaprogramma en het toezicht op de uitvoering van de gerelateerde wet- en regelgeving. Ook is de Minister verantwoordelijk voor het verbeteren van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium ten behoeve van het waterbeleid. De rol «regisseren» heeft in dit artikel betrekking op taken binnen de beleidsdomeinen waterveiligheid, waterkwantiteit, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en innovatie, exportbevordering en internationale samenwerking (m.b.t. de Noordzee).
-
• Waterveiligheid. Het zorgen voor het ontwikkelen en implementeren van waterveiligheid gericht op alle primaire waterkeringen in Nederland. Tevens het zorgdragen voor de waterveiligheid van de regionale waterkeringen in het beheer van het Rijk.
Het zorgen voor wettelijke kaders en instrumentarium voor het beoordelen en ontwerpen van primaire waterkeringen. Ontwikkelen van kaders voor het toetsen op veiligheid van de regionale waterkeringen in het beheer van het Rijk. Deze aanpak is onder andere terug te vinden in het Nationaal Waterplan 2016–2021 (Kamerstukken II 2014–2015, 31 710, nr. 35) en het Beheer- en Ontwikkelprogramma voor de Rijkswateren 2016–20216.
-
• Waterkwantiteit en Zoetwatervoorziening. Het zorgen voor het ontwikkelen en implementeren van integraal waterbeleid in een aanpak gericht op de gebieden met grote Rijkswateren. Het realiseren van een maatschappelijk afgewogen verdeling van water en het daartoe zo te beheren hoofdwatersysteem dat wateroverlast en -tekort worden voorkomen. Het zorgen voor kaders en instrumentarium voor regionale afwegingen om het regionale watersysteem op orde te brengen en te houden. Deze aanpak is onder andere terug te vinden in het Nationaal Waterplan 2016–2021 (Kamerstukken II 2014–2015, 31 710, nr. 35) en het Beheer- en Ontwikkelprogramma voor de Rijkswateren 2016–2021. Hierbij worden maatregelpakketten geregisseerd voor waterbeschikbaarheid op de korte en lange termijn in het Deltaprogramma Zoetwater. Het betreft maatregelen voor het robuuster maken van het watersysteem (nationaal en regionaal) en om de gevolgen van langdurige droogte en lage rivierafvoeren ten gevolge van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken.
-
• Waterkwaliteit. Het ontwikkelen van beleid ten behoeve van het bereiken van een goede ecologische en chemische waterkwaliteit van de oppervlaktewateren en inliggende communautair te beschermen waarden in de Rijkswateren van de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems. De uitvoering gericht op het behalen van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden conform de voorschriften zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW), om in drie planperiodes uiterlijk in 2027 aan de Europese verplichtingen te voldoen. De coördinerende verantwoordelijkheid voor de KRW ligt bij de Minister van IenW, tezamen met de Minister van LNV voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren.
-
• Nederlands deel van de Noordzee. Het gaat hier om het ontwikkelen van beleid en het nemen van maatregelen voor het bereiken van een gezonde zee met een duurzaam gebruik in het Nederlandse deel van de Noordzee. Dit gebeurt in samenwerking en samenhang met de andere Noordzeelanden, conform de vereisten zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De coördinerende verantwoordelijkheid voor de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) ligt bij de Minister van IenW, tezamen met de Ministers van LNV en EZK voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot hun verantwoordelijkheid behoren.
-
• Innovatie en exportbevordering. Het ontwikkelen van beleid, onder andere ten behoeve van de Topsector Water, gericht op het ontwikkelen van kennis, het bevorderen van innovatie en het versterken van de samenwerking tussen het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid (de gouden driehoek) om de internationale concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven te versterken. De topsector Water werkt sinds 2019 samen met de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid. Hierbij wordt een sterke thuismarkt (kennis en innovatie) gekoppeld aan een concurrerend Nederland in het buitenland. Voor dit laatste gaat het daarbij onder meer om het ontvangen van buitenlandse delegaties en het organiseren en uitvoeren van bilaterale handelsmissies. Daarnaast regisseert de Minister de afstemming van het waterbeheer met de landen rondom de Noordzee en met de buurlanden bovenstrooms gelegen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems. Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op de beleidsterreinen waterkwantiteit en waterkwaliteit (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).
Waterkwantiteit
Indicatoren en Kengetallen
Hieronder zijn de beleidsmatige indicatoren en kengetallen voor waterkwantiteit opgenomen. In productartikelen 1, 2 en 3 van het Deltafonds zijn de aan dit beleidsartikel gerelateerde productindicatoren en/of -kengetallen opgenomen.
Ongeveer 60% van ons land zou regelmatig onder water staan als er geen dijken en duinen zouden zijn. In dit gebied wonen negen miljoen mensen en wordt 70% van ons BNP verdiend. Maatschappelijk gezien is aandacht voor de waterveiligheid dus van cruciaal belang voor de leefbaarheid en de economie van Nederland (Kamerstukken II 2015–2016, 34 436, nr. 3).
Indicator één en twee: waterveiligheid (droge voeten)
Conform de Waterwet wordt periodiek beoordeeld of de primaire waterkeringen voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. Deze beoordeling wordt door de beheerder (RWS) uitgevoerd volgens het door de Minister vastgestelde wettelijk beoordelingsinstrumentarium. Indien een kering niet aan de norm voldoet, worden maatregelen getroffen.
In 2017 is de «nieuwe ronde beoordelen op veiligheid» gestart, gebaseerd op de nieuwe normering (Kamerstukken II 2015–2016, 34 436, nr. 2). In 2023 zal over de uitkomsten aan de Eerste en Tweede Kamer worden gerapporteerd. In het waterveiligheidsportaal7 wordt de voortgang van de beoordeling en het veiligheidsoordeel van de dijktrajecten gegeven. Ook wordt aangegeven waar versterkingsprojecten van het HWBP plaatsvinden.
In de begroting 2019 is aangegeven dat in de begroting 2020 een nieuwe indicator voor artikel 11 zal komen die de groei van het percentage bescherming tegen overstroming (overstromingskans) beter weergeeft. Deze indicator is nog in ontwikkeling en zal beschikbaar komen voor de begroting 2021.
Tot de volgende begroting worden onderstaande indicatoren gehanteerd, die weergeven hoe het is gesteld met het aantal kilometers dijken en duinen en het aantal kunstwerken die zorgen voor waterveiligheid in Nederland. De cijfers zijn gebaseerd op de toetsronden uit 2001, 2006, 2011 en de verlengde derde toetsing uit 2014.
Dijken en duinen (km)
Bron: Inspectie Leefomgeving en Transport, 2014
Kunstwerken (aangemerkt als primaire waterkering in aantallen)
Bron: Inspectie Leefomgeving en Transport, 2014
Waterkwaliteit (schoon (drink)water)
Over de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde en Eems, en het bereiken van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden, wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via De Staat van Ons Water. Omdat de Kaderrichtlijn Water werkt met planperiodes, is een volledige beschrijving van de toestand alleen om de zes jaar mogelijk. Het PBL rapporteert op verzoek van de Minister van IenW in het Compendium voor de Leefomgeving jaarlijks op basis van de beschikbare gegevens over waterkwaliteit.
Integraal waterbeleid
In De Staat van Ons Water wordt vanaf 2016 jaarlijks integraal door de partners van het Bestuursakkoord Water (BAW) gerapporteerd over de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid in het voorgaande jaar. De Stuurgroep Water heeft in december 2018 besloten dat vanaf 2019 De Staat van Ons Water zal worden ingekort en uitsluitend op de Tweede Kamer als doelgroep zal worden gericht. Communicatie naar de burger zal plaatsvinden via de website onswater.nl.
Beleidswijzigingen
Op dit artikel hebben geen beleidswijzigingen plaatsgevonden met een effect op de begroting 2020.
Budgettaire gevolgen van beleid
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 36.485 | 43.549 | 33.376 | 31.047 | 41.203 | 39.159 | 38.954 | |
Uitgaven | 44.251 | 53.675 | 53.480 | 47.803 | 42.702 | 39.124 | 38.919 | |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 91% | |||||||
11.01 | Algemeen waterbeleid | 33.035 | 41.245 | 41.429 | 35.980 | 31.315 | 27.737 | 27.532 |
11.01.01 | Opdrachten | 5.022 | 5.445 | 9.124 | 6.037 | 7.076 | 4.998 | 4.793 |
– Intensivering Ruimtelijke Adaptie | 0 | 659 | 3.869 | 850 | 0 | 0 | 0 | |
– Overige Opdrachten | 5.022 | 4.786 | 5.255 | 5.187 | 7.076 | 4.998 | 4.793 | |
11.01.02 | Subsidies | 12.700 | 16.651 | 14.282 | 13.062 | 10.362 | 8.862 | 8.862 |
– Incidentele subsidie WKB | 1.180 | 1.550 | 1.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– Blue Deal (HGIS) | 700 | 1.200 | 1.400 | 1.400 | 1.500 | 0 | 0 | |
– Partners voor Water (HGIS) | 10.773 | 13.841 | 11.602 | 11.602 | 8.802 | 8.802 | 8.802 | |
– Overige Subsidies | 47 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 | |
11.01.03 | Bijdragen aan agentschappen | 15.263 | 15.491 | 14.006 | 13.865 | 13.877 | 13.877 | 13.877 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI | 722 | 874 | 514 | 373 | 372 | 372 | 372 | |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 14.541 | 14.617 | 13.492 | 13.492 | 13.505 | 13.505 | 13.505 | |
11.01.04 | Bijdragen aan medeoverheden | 50 | 3.658 | 4.017 | 3.016 | 0 | 0 | 0 |
11.02 | Waterveiligheid | 2.584 | 3.330 | 3.444 | 3.500 | 3.499 | 3.499 | 3.499 |
11.02.01 | Opdrachten | 2.584 | 3.330 | 3.444 | 3.500 | 3.499 | 3.499 | 3.499 |
11.03 | Grote oppervlaktewateren | 2.303 | 1.715 | 1.615 | 1.615 | 1.515 | 1.285 | 1.515 |
11.03.01 | Opdrachten | 2.303 | 1.715 | 1.615 | 1.615 | 1.515 | 1.285 | 1.515 |
11.04 | Waterkwaliteit | 6.329 | 7.385 | 6.992 | 6.708 | 6.373 | 6.603 | 6.373 |
11.04.01 | Opdrachten | 3.997 | 4.982 | 4.302 | 4.563 | 4.683 | 4.913 | 4.683 |
11.04.02 | Subsidies | 436 | 400 | 400 | 400 | 0 | 0 | 0 |
11.04.04 | Bijdragen aan medeoverheden | 325 | 500 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11.04.05 | Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties | 1.571 | 1.503 | 1.790 | 1.745 | 1.690 | 1.690 | 1.690 |
Ontvangsten | 580 | 12.465 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extracomptabele verwijzingen
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 1 Investeren in Waterveiligheid | 290.036 | 271.210 | 475.255 | 295.003 | 386.352 | |
Andere ontvangsten van artikel 1 Investeren in Waterveiligheid | 172.412 | 150.710 | 159.396 | 149.819 | 148.700 | |
Totale uitgaven op artikel 1 Investeren in Waterveiligheid | 462.448 | 421.920 | 634.651 | 444.822 | 535.052 | |
waarvan | ||||||
01.01 | Grote projecten waterveiligheid | 168.599 | 113.998 | 80.074 | 101.734 | 51.801 |
01.02 | Overige aanlegprojecten waterveiligheid | 282.880 | 299.710 | 546.877 | 335.406 | 476.374 |
01.03 | Studiekosten | 10.969 | 8.212 | 7.700 | 7.682 | 6.877 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening | 27.520 | 32.966 | 2.978 | 3.835 | 3.158 | |
Andere ontvangsten van artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening | ||||||
Totale uitgaven op artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening | 27.520 | 32.966 | 2.978 | 3.835 | 3.158 | |
waarvan | ||||||
02.02 | Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 24.435 | 28.866 | 1.878 | 2.469 | 2.058 |
02.03 | Studiekosten | 3.085 | 4.100 | 1.100 | 1.366 | 1.100 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging | 133.253 | 141.608 | 139.296 | 166.857 | 168.074 | |
Andere ontvangsten van artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging | ||||||
Totale uitgaven op artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging | 133.253 | 141.608 | 139.296 | 166.857 | 168.074 | |
waarvan | ||||||
03.01 | Watermanagement | 7.336 | 7.336 | 7.336 | 7.336 | 7.362 |
03.02 | Beheer onderhoud en vervanging | 125.917 | 134.272 | 131.960 | 159.521 | 160.712 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet | 13.043 | 51.259 | 50.892 | 223.355 | 61.012 | |
Andere ontvangsten van artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet | ||||||
Totale uitgaven op artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet | 13.043 | 51.259 | 50.892 | 223.355 | 61.012 | |
waarvan | ||||||
04.02 | GIV/PPS | 13.043 | 51.259 | 50.892 | 223.355 | 61.012 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit | 127.180 | 117.486 | 112.767 | 82.777 | 54.690 | |
Andere ontvangsten van artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit | 332 | 508 | ||||
Totale uitgaven op artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit | 127.512 | 117.994 | 112.767 | 82.777 | 54.690 | |
waarvan | ||||||
07.01 | Realisatieprogramma Kaderrichtlijn water | 47.612 | 81.520 | 53.873 | 50.284 | 53.690 |
07.02 | Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit | 30.424 | 26.484 | 49.444 | 23.393 | 0 |
07.03 | Studiekosten waterkwaliteit | 49.476 | 9.990 | 9.450 | 9.100 | 1.000 |
11.01 Algemeen Waterbeleid
Budgetflexibiliteit
Het opdrachtenbudget is grotendeels juridisch verplicht. Dit heeft betrekking op de betaling van verplichtingen die tot en met 2019 zijn aangegaan, waaronder de structurele uitwerking van de wettelijke taken op basis van de Waterwet, het vervolgprogramma HGIS Partners voor Water 2016–2021 en het HGIS budget voor het internationale samenwerkingsprogramma met de Unie van waterschappen onder de titel «Blue deal» en voor het programma gericht op acceleratie en implementatie van waterprojecten van de 2030 agenda, waarbij de Nederlandse inzet wordt gecompleteerd door de High Level Panel on Water (HLPW) coalitie van 11 landen, de Wereldbank en de Verenigde Naties.
Het restant heeft vooral betrekking op de uitwerking van de afspraken in het Bestuursakkoord Water (BAW). De uitgaven voor de subsidies en de agentschapsbijdragen RWS en KNMI zijn volledig juridisch verplicht. De subsidies en de bijdragen aan medeoverheden hebben een beperkte tijdshorizon en de agentschapsbijdragen hebben een structureel karakter.
11.02 Waterveiligheid
Het opdrachtenbudget is grotendeels juridisch verplicht. Dit heeft betrekking op de betaling van verplichtingen die tot en met 2019 zijn aangegaan en de uitwerking van de wettelijke taken op basis van de Waterwet, zoals onder andere werken met de nieuwe normering, regie op de kennisontwikkeling waterveiligheid, werkzaamheden ten behoeve van de Lange Termijn Ambitie Rivieren (onderzoek naar maatregelen voor Rijn, IJssel en Maas), de EU-richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) en advisering over waterkeringen en de kust.
11.03 Grote oppervlaktewateren
De uitgaven voor de opdrachten zijn deels juridisch verplicht. Dit heeft met name betrekking op de betaling van de lopende verplichtingen die aangegaan zijn tot en met 2019, waaronder de gebiedsagenda Wadden 2050, Eems-Dollard 2050 en pilot Waddenslib.
11.04 Waterkwaliteit
Een deel van het opdrachtenbudget is juridisch verplicht. Dit heeft betrekking op de betaling van diverse kleine verplichtingen die tot en met 2019 zijn aangegaan, waaronder CBS-waterstatistieken, Fishing for littering, schone zee en vervolg proefboerderij Scheveningen. De budgetten voor de subsidies, de bijdragen aan medeoverheden en de bijdragen aan internationale organisaties zijn volledig verplicht. De subsidie betreft de bijdrage aan het International Groundwater Resources Assessment Centre (IGRAC). De bijdragen aan medeoverheden zijn bestemd voor het samenwerkingsprogramma Lumbricus ten behoeve van een klimaatrobuuste inrichting van het bodem- en watersysteem. De bijdragen aan internationale organisaties zijn bestemd voor structurele jaarlijkse contributies voor de internationale riviercommissies en de Oslo en Parijs-commissie (OSPAR), die in internationale verdragen zijn opgericht. Daarnaast zijn ze bestemd voor de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Deltacoalitie Water en Diplomatie en aan de Verenigde Naties (VN), die onder andere het gevolg zijn van een tweetal Memoranda of Understanding.
Het niet-juridisch verplichte deel op dit artikel heeft met name betrekking op de onder de financiële instrumenten opgenomen opdrachten op het gebied van de uitvoering van een aantal activiteiten. Dat gaat om activiteiten in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Ook heeft het niet-juridisch verplichte deel betrekking op de ondersteuning van de internationale riviercommissies en OSPAR in de voorbereiding en de uitvoering van hun werkzaamheden.
11.01 Algemeen waterbeleid
Toelichting op de financiële instrumenten
11.01.01 Opdrachten
Jaarlijks worden er uitgaven gedaan voor de voortgangsrapportage De Staat van Ons Water, waarin over de uitvoering van het waterbeleid wordt gerapporteerd.
IenW ondersteunt en versterkt samen met het Ministerie van EZK het topteam van de Topsector Water en Maritiem bij het organiseren van evenementen en werkgroepen. In het Nationaal Kennis en innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) werkt IenW samen met kennisinstellingen, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), waterschappen en de Deltacommissaris. Ook is er afstemming met soortgelijke thematieken in de missiegedreven innovatieprogramma’s onder de Topsectoren. De innovatie activiteiten richten zich op het stimuleren van relevante innovaties vanuit de beleids- en opdrachtgevende rol.
In 2020 worden uitgaven gedaan voor watereducatie om het waterbewustzijn bij jongeren te stimuleren. Dit gebeurt in samenwerking met de Unie van Waterschappen en onderwijspartijen, en in afstemming met andere educatieve partijen, zoals de participatietafel Water van kennisprogramma Duurzaam Door van het Ministerie van LNV.
Aan de Helpdesk Water, onderdeel van RWS, wordt jaarlijks een bijdrage geleverd. In 2020 worden voorbereidingen getroffen om de Helpdesk Water te integreren in het Informatiepunt Omgevingswet.
Voor de uitvoering van het bestaande Omgevingsloket Online (OLO) wordt een jaarlijkse bijdrage geleverd ten behoeve van water- en omgevingsvergunningen.
In het kader van het project «duurzame financiering waterbeheer» dat met het Bestuursakkoord Water-partners is ingericht, worden samen met de Unie van Waterschappen onderzoeken verricht naar aanpassingen en moderniseringen van de zuiveringsheffing, de verontreinigingsheffing en de watersysteemheffing.
Verder worden middelen ingezet voor het programma Klimaatadaptatie voor het bevorderen van een transitie naar meer klimaatbestendig handelen door personen en organisaties. Daarnaast zijn uitgaven voorzien voor het uitvoeringsprogramma van de Nationale Adaptatie Strategie (UP-NAS). IenW heeft de coördinatie over het Nederlandse klimaatadaptatiebeleid, maar doet dit in nauwe samenwerking met andere betrokken departementen, decentrale overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Het UP NAS en het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie op het Deltafonds zijn complementair aan elkaar.
Aanvullend op het lopende stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie is in totaal € 20 miljoen (2019–2021) gereserveerd om decentrale overheden te ondersteunen bij onder andere de uitvoering van stresstesten en risicodialogen, en het uitvoeren van pilots. Van deze middelen is dit voorjaar ruim € 16 miljoen van het Deltafonds overgeheveld naar de begroting van IenW (hoofdstuk XII). Verder wordt er in 2020 uitvoering gegeven aan opdrachten in het kader van Operationalisering Resultaatgerichte aanpak die vanuit de middelen Homogene Groep Internationale Samenwerking worden gefinancierd (HGIS), zoals: Valuing Water, Global Governance, Water as leverage en de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam.
11.01.02 Subsidies
In 2020 wordt een subsidie verstrekt aan Deltares voor de bouw van een nieuwe Geocentrifuge, die onder meer gebruikt wordt voor onderzoek aan dijken, kustbescherming, offshore, aardbevingen en natte en droge infrastructuur. De subsidie van € 3,1 miljoen is in 2017 afgegeven en is gelijkmatig verdeeld over de jaren 2018, 2019 en 2020.
Ook in 2020 wordt uitvoering gegeven aan de in 2016 gestarte subsidieregeling van het programma Partners voor Water (PvW) 2016–2021 Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de (interdepartementale) Internationale Water Ambitie (IWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de drie ministeries BZ, EZK en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het PvW 2016–2021 programma is mandaat verleend aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie.
In 2018 is de subsidieregeling van start gegaan van de Blue Deal (2018–2021). Het betreft een internationaal programma van 21 waterschappen die worden aangestuurd door de Unie van Waterschappen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en IenW zijn gezamenlijk subsidieverstrekker waarvan de eerste subsidiefase loopt tot en met 2021. De Blue Deal is een programma tot en met 2030 met één duidelijk doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water. De focus ligt op het bieden van hulp, maar ook op het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
In 2020 wordt een subsidie van € 100.000 verstrekt aan het Instituut Fysieke Veiligheid voor het ontwikkelen van het programma «watercrises beheersen in een veiligheidsregio (WAVE2020)». Doel is het ontwikkelen van (boven)regionale strategieën met handelingsperspectieven en het ontwikkelen van een landelijk plan voor de beheersing van watercrises.
Daarnaast is in 2019 een subsidieverplichting aangegaan voor een totaalbedrag van € 0,5 miljoen voor het identificeren en activeren van gemeenten die nog niet of nauwelijks zijn gestart met de aanpak van klimaatadaptatie (aanjaagprogramma genoemd) aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit bedrag wordt betaald in 2019 € 0,4 miljoen en in 2020 € 0,1 miljoen. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Bovendien wordt jaarlijks een bijdrage van € 60.000 verstrekt aan de provincie Friesland ten behoeve van het Regiecollege Waddengebied (RCW). Het RCW is een strategisch overleg- en afstemmingsorgaan waarin Rijk, Provincie, Gemeenten, Waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap zijn vertegenwoordigd. Het RCW draagt bij aan de doelstelling van het Rijk om te komen tot integraal beleid voor het Waddengebied. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
11.01.03 Bijdragen aan agentschappen
De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsadvisering, vertegenwoordiging in internationale werkgroepen, opstelling van rapportages en evaluaties en begeleiding van opdrachten aan de markt en aan Deltares. Hiervoor wordt jaarlijks een opdracht aan RWS verstrekt. Tot deze opdracht behoren onder andere de bijdragen aan de uitwerking van de MIRT-onderzoeken waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit.
Aan het KNMI zijn diverse onderzoeken en analyses gevraagd die betrekking hebben op Kennisontwikkeling Windklimaat, Nationale adaptatiestrategie, ontwikkeling Noordzee windklimaatatlas en transnationale samenwerking Rijn en Maas.
11.01.04 Bijdragen aan medeoverheden
In 2019 is een subsidieverplichting aangegaan voor een totaalbedrag van € 10,6 miljoen voor de subsidieverlening voor het project Restopgave Vooroeverbestortingen aan het Waterschap Scheldestromen. Dit bedrag wordt betaald in de jaren 2019–2021 voor de aanpak van 10 locaties waar de vooroevers nog moeten worden versterkt voor respectievelijk € 3,6 miljoen in 2019, € 4,0 miljoen in 2020 en € 3,0 miljoen in 2021. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
11.02 Waterveiligheid
11.02.01 Opdrachten
Conform de verplichtingen van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) wordt in de 6-jaarlijks actualisering gewerkt aan het opstellen van beoordelingen, kaarten en plannen voor het beheersen en verminderen van overstromingsrisico’s in de vier (internationale) stroomgebieden. Dit in afstemming met de Kaderrichtlijn Water. In 2020 worden voor de stroomgebieden Rijn, Maas, Schelde en Eems overstromingsrisicobeheerplannen opgesteld, inclusief doelstellingen en maatregelen om de risico’s te beheersen en zo mogelijk te verminderen in ontwerp. Hiervoor wordt in 2020 opdracht gegeven voor ondersteuning, ontwikkeling en beheer.
In 2020 wordt verder gewerkt aan het beoordelen van de primaire waterkeringen op basis van de nieuwe normen. Voor deze beoordeling worden diverse opdrachten verstrekt ter ondersteuning van de waterkeringbeheerders. Daarnaast worden opdrachten verstrekt om kennis ten aanzien van waterveiligheid te ontwikkelen en vast te leggen.
Daarnaast worden opdrachten verstrekt voor verdere kennisontwikkeling ten aanzien van de kust, onder andere over (de gevolgen van) zeespiegelstijging en de kustontwikkeling. Hierbij wordt samenwerking gezocht binnen het kader van Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK).
Voor verdere kennisontwikkeling met betrekking tot rivieren worden in 2020 opdrachten verstrekt. Onder andere over lange termijn morfologische ontwikkeling van de rivieren onder invloed van o.a. klimaatverandering, waarbij ook hier samenwerking wordt gezocht binnen het kader van het NKWK. Daarnaast wordt kennisontwikkeling ondersteund met betrekking tot het kunnen voorbereiden van de maatregelpakketten op grond van een afwegingskader en de bijdragen aan diverse MIRT-projecten in het rivierengebied voor zowel de Rijn, de IJssel als ook de Maas.
11.03 Grote oppervlaktewateren
11.03.01 Opdrachten
De opdrachtbudgetten op dit artikelonderdeel worden in 2020 ingezet voor onder andere de uitvoering van de volgende beleidsonderwerpen:
IenW neemt, vanuit haar beleidsverantwoordelijkheid voor de Grote Wateren, het initiatief om samen met collega-departementen en gebiedspartners gebiedsagenda’s te ontwikkelen voor de grote wateren. Verder wordt gewerkt aan een gezamenlijke adaptieve uitvoeringsagenda. Ook wordt gewerkt aan een gezamenlijke kennis- en innovatie-agenda.
Het ministerie van IenW zal (mede namens het ministerie van LNV) een gebiedsagenda Wadden 2050 opstellen. Deze wordt in 2020 formeel opgeleverd. De gebiedsagenda Wadden 2050 zal input leveren voor onder andere de Nationale Omgevingsvisie en het overige instrumentarium van de Omgevingswet. In het regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» van 10 oktober 2017 heeft het kabinet aangekondigd dat er «één beheerautoriteit voor de Waddenzee komt die een integraal beheerplan uitvoert, waardoor betere bescherming van natuurgebieden gecombineerd wordt met beter visbeheer». In 2020 is de beheerautoriteit operationeel en wordt gestart met de opstelling van een integraal beheerplan voor de Waddenzee.
Rijk en regio werken sinds 2015 structureel samen aan ecologische verbetering van de Eems-Dollard, door samenhangende inzet van middelen, maatregelen en onderzoeken op basis van een meerjarig adaptief programma. De ambitie is dat de Eems-Dollard in 2050 voldoet aan het ecologisch streefbeeld dat is geformuleerd. Hier wordt stapsgewijs naar toegewerkt door adaptief in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en inzichten.
De drie landen die grenzen aan de Waddenzee, Nederland, Duitsland en Denemarken, vormen samen de Trilaterale samenwerkingslanden. Ze overleggen regelmatig over het vormen of aanpassen van het beschermingsbeleid van werelderfgoed Waddenzee.
In 2020 wordt de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta formeel opgeleverd. In het programma Volkerak-Zoommeer wordt de ontwikkeling van blauwalg en quaggamossel gemonitord en optimalisatieonderzoek uitgevoerd in het kader van de ontwerp-Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Voor de Oosterschelde worden in een integraal ontwikkelperspectief de bouwstenen van het MIRT-onderzoek Integrale Veiligheid Oosterschelde verbonden met het vervolgonderzoek Effecten Zeespiegelstijging Oosterschelde. Samen met het Vlaams Gewest wordt op grond van de Scheldeverdragen voor het Schelde-estuarium meerjarenonderzoek uitgevoerd in het kader van de Agenda voor de Toekomst (periode 2019–2020).
11.04 Waterkwaliteit
11.04.01 Opdrachten
Het doel is om de doelstelling met betrekking tot chemisch schoon water en een ecologisch gezond watersysteem voor duurzaam gebruik in 2027 bereikt te hebben. Ieder jaar wordt in De Staat van Ons Water de voortgang van de uitvoering van de maatregelen gerapporteerd. De toestand, doelen en maatregelen worden ieder 6 jaar vastgelegd en aan de Europese Commissie gerapporteerd middels stroomgebiedbeheerplannen onder de Kaderrichtlijn Water. De tweede stroomgebiedbeheerplannen voor Rijn, Maas, Schelde en Eems voor de periode 2016–2021 zijn eind december 2015 vastgesteld en ook in 2020 in uitvoering. De uitvoering van de tweede tranche maatregelen in het hoofdwatersysteem loopt via artikel 7 van het Deltafonds.
De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) kent, net als de Kaderrichtlijn Water (KRW), een zesjarige plancyclus. In 2020 wordt verder invulling gegeven aan de uitvoering van de beoordeling van het mariene milieu en ecosysteem geactualiseerd, alsook de goede milieutoestand en daarbij behorende beleidsdoelen en indicatoren. Deze actualisatie wordt gebaseerd op de resultaten uit het KRM-monitoringprogramma en aanvullend onderzoek op gebied van vooral onderwatergeluid, zwerfvuil en microplastics. In 2020 zullen het KRM-monitoringprogramma (Mariene Strategie deel 2) en het programma van maatregelen (deel 3) worden geactualiseerd. Daarnaast geeft het kabinet meer invulling aan zijn faciliterende rol ten aanzien van «kansen benutten» voor het samengaan van een duurzame economische groei en gebruik met een gezond systeem, en voor eventueel ecosysteemherstel. De uitvoering van de KRM vindt plaats in samenwerking met Economische Zaken en LNV. Er wordt ingezet op internationale afstemming en samenwerking (Noordzeeregio, OSPAR, EU), op samenwerking met kennisinstituten en belanghebbenden en op cofinanciering uit EU-fondsen als Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en Interreg Community Initiative (INTERREG). De actualisatie van alle 3 delen van de Mariene Strategie zullen onderdeel uitmaken van het op te stellen Programma Noordzee 2022–2027, als opvolger van het Noordzeebeleid in het huidige Nationaal Waterplan 2016–2021.
De opdrachtverlening heeft betrekking op de kaderrichtlijn water, de delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwater, op glastuinbouw, emissieregistratie en op Noordzee- en Internationaal waterbeleid.
De grote maatschappelijke opgaven tot 2030 na de planperiode van de Beleidsnota Noordzee 2016–2021 (Kamerstukken II 2014–2015, 31 710, nr. 35) zijn aanleiding voor de Ministeries van IenW en LNV om in samenwerking met EZK en BZK en met belanghebbende partijen in de samenleving te werken aan het opstellen van een Strategische Agenda Noordzee 2030 met een Uitvoeringsprogramma. Concreet gaat het vooral om het in samenhang bekijken van de voorliggende windenergieopgave voedseltransitie en de ontwikkeling van duurzame en concurrerende sectoren van de Blauwe Economie op zee en in de kustzone, met een doorkijk naar 2050. De strategie wordt in 2020 nader uitgewerkt in het Nationaal Waterprogramma in 2021. Het is ook onderdeel van de Nederlandse bijdrage aan de invulling van het Strategisch Ontwikkelingsdoel voor de zeeën en oceanen (SDG 14). Het kompas voor de lange termijn zijn de toekomstperspectieven uit de Noordzee Gebiedsagenda 2050 (Kamerstukken II 2013–2014, 33 450, nr. 24).
11.04.02 Subsidies
IenW verstrekt in 2020 subsidie aan het International Groundwater Resources Assessment Centre (IGRAC) en geeft daarmee invulling aan de ambitie die is vastgelegd in de overeenkomst tussen IHE Delft Insitute of Water Education en het Koninkrijk der Nederlanden. Medio 2016 hebben IHE en het Koninkrijk der Nederlanden een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor de jaren 2016–2022, die beantwoordt aan de toenemende grondwaterproblematiek in de wereld en met name het stedelijk gebied. Het United Nations-karakter van de taken van IGRAC bepaalt dat IGRAC (een UNESCO-categorie 2 instelling) alleen kan werken op basis van overheidsfinanciering.
11.04.04 Bijdragen aan medeoverheden
De bijdrage aan medeoverheden heeft betrekking op de uitvoering van het samenwerkingsprogramma Lumbricus door Waterschap Vechtstromen met regionale partijen. Het samenwerkingsprogramma is gericht op het geïntegreerd toepassen van innovatieve maatregelen op het gebied van bodem en water ten behoeve van een klimaatbestendige inrichting van het bodem- en watersysteem van beekdalen. In dit programma komen doelstellingen met betrekking tot waterkwaliteit, zoetwatervoorziening, bodembeheer, klimaatadaptatie en waterveiligheid samen.
11.04.05 Bijdragen aan internationale organisaties
Nederland participeert in verdragen waarin de internationale riviercommissies voor de Rijn, Maas en Schelde zijn opgericht. In deze commissies bespreekt Nederland watervraagstukken op het gebied van kwaliteit, droogte en overstroming en wordt de contributie voor deze commissies jaarlijks vastgesteld.
Tevens betaalt Nederland jaarlijks een contributie voor de uitvoering van het Oslo-Parijs (OSPAR)-verdrag, waarmee wordt ingezet op internationale samenwerking en afstemming over vraagstukken op het gebied van mariene milieu, ecologie en biodiversiteit in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, inclusief de Noordzee.
Ook in 2020 blijft Nederland werken aan het internationale profiel van Nederland als centrum voor watervraagstukken. Dit is verwoord in de Internationale Waterambitie van het kabinet. Het streven van Nederland als Centre of Excellence wordt gedeeltelijk ingevuld door middel van memoranda of Understanding (MOU) met twee internationale UNESCO-watercentra, namelijk ondersteuning capacity building door IHE-Delft en grondwater monitoring en assessment door IGRAC te Delft. Het gaat hier om ondersteuning capacity building door IHE. Water speelt een verbindende rol in de in VN-kader afgesproken Sustainable Development Goals (SDG’s). In een van de subdoelen van de SDG’s die zich richt op steden wordt specifiek de nadruk gelegd op het verminderen van risico’s van watergerelateerde rampen. In 2020 wordt uitvoering gegeven aan de implementatiefase. Ervoor wordt met internationale organisaties en platforms samengewerkt op het gebied van governance en financiering. De financiering en de wijze van besturen met toezicht hierop worden afgestemd om de implementatie van de doelen te kunnen realiseren. Zo wordt er in 2020 het Valuing Water Initiatief gestart om de aanbevelingen van het High Level Panel on Water in praktijk te brengen. Zo worden bijdragen geleverd aan onder andere het Sendai raamwerk van the UN-office for disaster risk reduction (UNISDR), aan de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) voor grensoverschrijdend waterbeheer, Wereldbank, Water Global Practice WGP, aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) inzake waterbeheer en aan Habitat for Humanity voor schoon drinkwater (HABITAT).