Base description which applies to whole site

4.6 Beleidsartikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

De kwaliteit van het onderwijs wordt gewaarborgd door de beschikbaarheid van voldoende personeel van voldoende kwaliteit voor alle onderwijsdeelnemers.

De Minister is verantwoordelijk voor een onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele leerlingen/studenten en bij de behoefte van de maatschappij. De leraar en de schoolleider zijn daarbij cruciaal.

Financieren

De Minister draagt bij aan het lerarenbeleid op scholen door het (mee)financieren van (mogelijkheden tot) professionalisering. Dit gebeurt via aanvullende bekostiging en subsidies.

Stimuleren

De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van directe stimuleringsmaatregelen ten behoeve van de ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van docenten en het bijdragen aan een aantrekkelijk beroep. Dit door middel van versterking van de leraar (Kamerstukken II 2018/19, 27923, nr. 345), naar een aantrekkelijke onderwijsarbeidsmarkt (Kamerstukken II 2018/19, 27923, nr. 369), de aanpak van het lerarentekort (Kamerstukken II 2019/20, 27923, nr. 381 en Kamerstukken II 2019/20, 27923, nr. 382) en het op basis daarvan met belanghebbenden afgesloten convenant.

Regisseren

De Minister draagt verantwoordelijkheid voor het borgen van de onderwijskwaliteit van scholen. Om deze verantwoordelijkheid waar te maken wordt een bijdrage geleverd aan het zorgen voor voldoende docenten van voldoende kwaliteit. Dit gebeurt door wetten en regels uit te vaardigen voor goed bestuur, door een dialoog te voeren met en toezicht te houden op belanghebbenden, en zo nodig actief regie te voeren.

Kengetallen

De indicatoren voor het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid worden beschreven in het beleidsverslag en in OCW in Cijfers.

De belangrijkste beleidsconclusies worden beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten.

Tabel 34 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 9 (bedragen x € 1.000)
           

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

152.191

138.490

178.784

173.761

153.039

163.803

‒ 10.764

                 

Uitgaven

162.367

140.384

172.073

155.273

168.823

163.803

5.020

                 

Bekostiging

27.820

26.720

29.242

38.305

40.442

43.848

‒ 3.406

Aanvullende bekostiging

27.820

26.720

29.242

38.305

40.442

43.848

‒ 3.406

 

Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

27.820

26.720

29.242

38.305

40.442

43.848

‒ 3.406

Subsidies (regelingen)

125.339

109.289

136.960

111.566

123.184

113.338

9.846

Lerarenbeurs/zij-instroom

109.945

103.380

         

Lerarenbeurs

   

77.559

50.094

58.087

46.819

11.268

Zij-instroom

   

42.540

40.901

42.901

46.846

‒ 3.945

Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo

2.625

687

         

Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

63

           

Wet Beroep leraar en Lerarenregister

   

738

1.499

568

2.945

‒ 2.377

Onderwijscoöperatie

2.945

822

         

Promotiebeurs voor leraren

3.251

           

Projecten professionalisering

3.899

1.665

         

Regionale aanpak lerarentekort

     

17.779

15.831

15.000

831

Overige projecten

2.611

2.735

16.123

1.293

5.797

1.728

4.069

Opdrachten

3.654

1.623

2.289

2.901

2.241

3.565

‒ 1.324

Onderzoek, ramingen en communicatie

2.685

1.497

2.289

2.901

2.241

3.565

‒ 1.324

Leraren- en schoolleidersregister

969

126

         

Bijdrage aan agentschappen

5.554

2.752

3.582

2.501

2.956

3.052

‒ 96

Dienst Uitvoering Onderwijs

5.554

2.752

3.582

2.501

2.956

3.052

‒ 96

                 

Ontvangsten

11.319

9.812

8.307

6.409

6.842

9.000

‒ 2.158

De realisatie van de uitgaven 2021 is € 5,0 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit komt voornamelijk door een verhoging van het budget voor de lerarenbeurs. Met het amendement Nijboer (Kamerstukken II 2020/21, 35 850 VIII, nr. 7) is er extra budget beschikbaar gesteld voor de lerarenbeurs. De realisatie van de ontvangsten is € 2,2 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Echter, bij Voorjaarsnota is de ontvangstenraming bijgesteld van € 9,0 miljoen naar € 6,5 miljoen. De verplichtingen zijn € 10,8 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verlaging van de verplichtingen op de subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort (RAP), zoals gemeld in de Tweede Suppletoire Begroting.

Bekostiging

De realisatie op de bekostiging is € 3,4 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit is voornamelijk het gevolg van een kasschuif ter hoogte van € 3,0 miljoen van 2021 naar 2023. Middels deze kasschuif sluit de begroting zo goed mogelijk aan bij de groeicurve van het aantal studenten en wordt het kasritme geoptimaliseerd. Dit is ook gemeld in de Eerste Suppletoire Begroting 2021.

Subsidies

De realisatie op de subsidies is € 9,8 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit komt voornamelijk door een hogere realisatie op de regeling lerarenbeurs ten opzichte van de vastgestelde begroting (€ 11,3 miljoen). Daarnaast is het budget voor overige projecten verhoogd met € 4,1 miljoen. Deze verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door een overboeking van artikel 1 (primair onderwijs) naar artikel 9 (arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) ten behoeve van de regeling schoolkracht (€ 5,0 miljoen) zoals toegelicht in de Eerste Suppletoire Begroting 2021.

De realisatie op de regeling zij-instroom is €3,9 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Onder de budgetreeks zij-instroom vallen meerdere subsidieregelingen, namelijk de regeling MBO-instructeursbeurs, regeling korte scholingstrajecten, regeling onderwijsassistenten opleiden tot leraar en de regeling zij-instroom. Op deze regelingen waren er minder aanvragen dan vooraf verwacht. De realisatie op Wet beroep leraar en lerarenregister is ook lager dan oorspronkelijk begroot (met € 2,4 miljoen). Dit is voornamelijk het gevolg van een overboeking naar artikel 6 en 7 (hoger onderwijs) ter dekking van de verlenging en uitbreiding van pilots met pabo-opleidingen gericht op het jonge en oudere kind. Dit is gemeld in de Eerste Suppletoire Begroting 2021.

Licence