Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3. Woningmarkt

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt voor iedereen, lukt alleen door veel samen te werken en telkens goed alle belangen af te wegen. Als rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en velen anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.

De minister van BZK jaagt die samenwerking aan, door zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen, perspectief te bieden in wetten en regels en door het bewaken van de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.

Beleid en regelgeving

Onder meer via de Wet op de huurtoeslag (WHT), de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de minister van BZK verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de minister van BZK medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.

De minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de WHT.

Regisseren

  • De minister van BZK voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

  • De minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet (Wonw) gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden. De minister van BZK is verantwoordelijk geweest voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuuderheffing. Deze is inmiddels afgeschaft.

  • Tevens draagt de minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Uitvoeren

  • De minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

Duurzaam wonen voor iedereen

Volkshuisvesting is terug van weggeweest als kerntaak van de overheid. In de Nationale Woon- en Bouwagenda en de zes afzonderlijke programma’s voor de volkshuisvesting hebben we in 2023 ambitieuze doelstellingen neergezet. We willen ervoor zorgen dat er meer betaalbare woningen komen en dat woonlasten beter te dragen zijn. We willen ook zorgen voor voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen.

Een thuis voor iedereen

Het programma een Thuis voor iedereen had als doel dat voldoende betaalbare woningen beschikbaar zijn voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding.

In de woondeals is afgesproken dat er tot en met 2030 290.000 sociale huurwoningen worden gebouwd. Deze woningen zijn onder andere bedoeld voor mensen uit de aandachtsgroepen. Met de vierde tranche en tevens laatste tranche van de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen kunnen gemeenten 1.432 permanente woonruimten en 2.933 flexwoningen realiseren voor aandachtsgroepen.

Wonen en zorg voor ouderen

Met het programma «Wonen en zorg voor ouderen» willen we tot en met 2030 minstens 290.000 woningen voor ouderen realiseren (170.000 nultredenwoningen, 80.000 geclusterde woonvormen en 40.000 verpleegzorgplekken). Om dit te bereiken is er meer regie op ouderenhuisvesting gevoerd. Er zijn in elke provincie regionale actietafels ingericht, er is een aanjaagteam ingezet en is er een uitgebreid informatiepakket met verschillende partijen gedeeld. De uitkomsten van dit proces worden meegenomen in de herijking van de woondeals.

Om de bouw van zorggeschikte woningen ook in het sociale segment te stimuleren is de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen per 15 september 2023 opengesteld.

Naast een passend aanbod willen we ook de doorstroming naar een passende woning stimuleren. Hiervoor zijn een publiekscampagne voorbereid en middels verschillende handreikingen informatie verstrekt aan gemeenten en corporaties.

Huurtoeslag

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag is in de onderstaande tabel aangegeven welk aandeel van de bruto huur dat per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd.

Uit de tabel blijkt dat het aandeel van de huur dat door de huurtoeslagontvanger zelf netto nog betaald moet worden in 2023 lager is dan 2022. Deze cijfers over 2023 zijn ook lager uitgevallen dan de cijfers zoals verwacht in de ontwerpbegroting. De cijfers 2023 zijn lager, omdat voor 2023 de ophoging van de normhuur van €16,94 is komen te vervallen. Hiermee is tegemoetgekomen aan de beoogde verbetering van de koopkracht voor de huurtoeslagontvangers.

Tabel 12 Verhouding Bruto-Netto huur Huurtoeslag 2023

Verhouding Bruto-Netto huur Huurtoeslag

    

Realisatie

Begroting

Afwijking

Huishoudtype

Netto Huur

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Eenpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,8%

59,8%

59,7%

59,7%

55,4%

59,6%

‒ 4,1%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,6%

49,6%

49,5%

49,5%

46,5%

49,4%

‒ 2,9%

Netto (huur rond huurgrens)

48,9%

48,9%

48,8%

49,0%

47,0%

49,1%

‒ 2,1%

Meerpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,8%

59,8%

59,7%

59,7%

55,4%

59,6%

‒ 4,1%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

48,7%

48,6%

48,5%

48,5%

45,8%

48,5%

‒ 2,7%

Netto (huur rond huurgrens)

47,1%

47,3%

47,1%

47,8%

47,3%

48,5%

‒ 1,2%

Eenpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

59,4%

59,3%

59,2%

59,2%

55,0%

59,1%

‒ 4,1%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,3%

49,3%

49,2%

49,2%

46,2%

49,1%

‒ 2,9%

Netto (huur rond huurgrens)

48,6%

48,6%

48,6%

48,7%

46,8%

48,8%

‒ 2,1%

Meerpersoonsouderhuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

58,9%

58,8%

58,8%

58,8%

54,5%

58,7%

‒ 4,2%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

49,0%

48,9%

48,9%

48,9%

45,9%

48,8%

‒ 2,9%

Netto (huur rond huurgrens)

48,4%

48,4%

48,3%

48,5%

46,5%

48,6%

‒ 2,1%

 

Bruto Huur

100%

100%

100%

100%

100%

100%

 

Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Woningbouw

Ondanks de tegenwind door een hogere rente zijn er in 2023 88.000 nieuwe woningen toegevoegd, bijna evenveel als in 2022. Deze kabinetsperiode (2022 en 2023 samen) zijn al 180.000 van de 981.000 woningen die van 2022 tot en met 2030 nodig zijn gerealiseerd. Met de afspraken in de regionale woondeals en de nationale prestatieafspraken met woningcorporaties is het fundament gelegd voor waar, voor wie en hoeveel er gebouwd wordt. De veranderde economische omstandigheden vragen nu een maximale inzet van alle partijen om de gemaakte afspraken ook echt te gaan realiseren. De inzet zoals geformuleerd in het Programma Woningbouw is daarom verder versterkt door onder andere het aanpakken van knelpunten en de inzet op een straatje erbij in de landelijke en regionale versnellingstafels en de versterkte inzet op het beter benutten van de bestaande voorraad zoals het creëren van extra woningen door het stimuleren van het optoppen van bestaande woningen. Vanwege de veranderde economische omstandigheden is de Startbouwimpuls in het leven geroepen waarmee we op korte termijn de bouw van ruim 31.000 woningen stimuleren. Met de woningbouwimpuls wordt ingezet op enerzijds projecten met tenminste 50% betaalbare woningen, en anderzijds op projecten die binnen 10 jaar worden gerealiseerd. In 2023 is de vijfde ronde van de Woningbouwimpuls afgerond. Hiermee is € 117,6 mln. (inclusief BTW) beschikbaar gesteld. Het bedrag wordt verdeeld over 28 aanvragen, die met elkaar goed zijn voor de bouw van circa 20.000 nieuwe woningen. Daarvan valt 68% in de categorie betaalbare woningen. Daarnaast is er extra ingezet op de stimulering van de realisatie van flexwoningen. De regeling ondersteunt woningbouwprojecten met in totaal ruim 36.000 extra verplaatsbare woningen in de periode 2023-2026.

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Art.

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

4.040.201

4.625.815

5.343.930

4.985.589

6.095.934

6.146.610

‒ 50.676

         
 

Uitgaven

4.069.601

4.576.687

5.411.477

4.804.734

6.147.722

6.176.615

‒ 28.893

         

03.01

Woningmarkt

4.069.601

4.281.422

4.426.334

4.401.101

4.696.812

5.150.281

‒ 453.469

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Betaalbare Koopwoningen Starters

0

0

0

0

0

40.000

‒ 40.000

 

Bevordering eigen woningbezit

3.877

3.463

3.198

3.149

2.971

8.600

‒ 5.629

 

Huisvestingsvoorziening statushouders

100

0

0

28

0

0

0

 

Stimuleringsmiddelen wooncooporaties

0

0

0

0

176

0

176

 

Ouderenhuisvesting

0

0

0

0

10.032

0

10.032

 

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

10.000

0

20.000

0

0

0

0

 

Woningmarkt

7.161

5.689

7.804

13.833

14.257

3.573

10.684

 

Opdrachten

       
 

WSW risicovoorziening

4.654

1.105

1.099

492

61

0

61

 

NHG risicovoorziening

29.768

33.860

63.547

61.653

49.904

0

49.904

 

Woningmarkt

3.590

4.361

3.435

4.179

6.219

2.916

3.303

 

Inkomensoverdrachten

       
 

Huurtoeslag

3.996.521

4.222.655

4.311.856

4.298.568

4.592.512

5.081.785

‒ 489.273

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

Woningmarkt

2.432

630

2.791

3.313

3.377

3.038

339

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Woningmarkt

2.350

620

0

0

0

0

0

 

Grote gezinnen

0

0

0

0

1.283

0

1.283

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Dienst van de Huurcommissie

8.816

7.939

11.657

14.622

14.794

8.715

6.079

 

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

332

950

947

0

0

0

0

 

RVO (Uitvoeringskosten BEW)

0

0

0

0

0

153

‒ 153

 

Diverse bijdragen

0

150

0

199

151

0

151

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Financiën (IXB)

0

0

0

0

0

500

‒ 500

 

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

0

0

0

1065

1.075

1.001

74

03.03

Woningbouw

0

295.265

985.143

403.633

1.450.910

1.026.334

424.576

 

Subsidies (regelingen)

       
 

Woningbouw

0

0

348

532

650

73

577

 

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

0

0

22.000

0

0

0

 

Opdrachten

       
 

Woningbouwimpuls

0

118

636

176

231

100

131

 

Volkshuisvestingsfonds

0

0

743

61

403

1.000

‒ 597

 

Woningbouw

0

0

696

951

2.317

2.047

270

 

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

0

0

0

7.832

13.247

8.000

5.247

 

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

0

28

100

0

100

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

       
 

Herplaatsingsgarantie

0

0

0

0

138.100

0

138.100

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       
 

CBS

0

0

0

0

96

0

96

 

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Flexpools

0

0

14.183

34.400

8.450

10.000

‒ 1.550

 

Woningbouwimpuls

0

295.147

499.473

92.526

105.659

162.552

‒ 56.893

 

Volkshuisvestingsfonds

0

0

413.165

0

262.892

143.516

119.376

 

Ouderenhuisvesting

0

0

0

3.447

0

18.000

‒ 18.000

 

Kwetsbare groepen

0

0

49.059

48.379

34.925

38.205

‒ 3.280

 

Woondeals

0

0

0

5.135

8.772

4.500

4.272

 

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

0

0

399.998

475.000

‒ 75.002

 

Wadden

0

0

0

4.842

0

0

0

 

Versnelling huisvesting

0

0

0

86.180

10.959

0

10.959

 

Overlooplocaties

0

0

0

0

40.320

0

40.320

 

Coöperatieve woonvormen

0

0

0

0

0

10.000

‒ 10.000

 

Start-bouwimpuls

0

0

0

0

296.059

0

296.059

 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

RVO

0

0

0

217

127

8.441

‒ 8.314

 

RVB

0

0

6.840

96.927

127.605

144.900

‒ 17.295

         
 

Ontvangsten

459.522

432.243

368.749

404.785

527.254

495.600

31.654

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidie(regelingen)

Betaalbare Koopwoningen Starters

Om starters op de woningmarkt te ondersteunen wordt een Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen opgericht (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 52). De oprichting van het fonds heeft in 2023 vertraging opgelopen, waardoor dit nu gerealiseerd wordt in 2024.

Bevordering eigen woningbezit

De Wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) is gericht op de bevordering van het eigenwoningbezit onder lagere inkomensgroepen. Er is voor nieuwe toekenningen op grond van deze wet geen budget meer beschikbaar en de meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. De uitgaven aan de Wet bevordering eigenwoningbezit zijn in 2023 lager uitgevallen door hoge uitval bij de inkomenstoetsen en door verhuizingen.

Woningmarkt

Stichting Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie, heeft een instellingssubsidie en projectsubsidies ontvangen voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot trends in stad en regio, bijzondere doelgroepen en woonvormen, een toekomstbestendige woningmarkt, verduurzaming en wijk- en gebiedsgerichte aanpak.

De Woonbond heeft in 2023 subsidie gekregen in verband met een verhoogde subsidieaanvraag.

Saba, Bonaire en Sint Eustatius hebben middelen ontvangen om de woonlasten van huurders in de sociale sector in 2023 te verminderen. Tevens hebben de eilanden middelen ten behoeve van (het instellen van) een huurcommissie ontvangen. Bonaire heeft middelen ontvangen voor de pilot om huurders in de particuliere sector te ondersteunen en voor de infrastructuur ten behoeve van woningbouw en voor de in 2023 afgesloten Woondeal. Sint Eustatius heeft middelen ontvangen voor de renovatie van sociale huurwoningen.

Ouderenhuisvesting

De stimuleringsregeling voor ontmoetingsruimten bij ouderenhuisvesting wordt voortaan verantwoord op artikel 3.1. Woningmarkt. (was 3.3. Woningbouw). In 2023 is voor circa € 10 mln. beroep gedaan op de regeling. Met de regeling zijn ontmoetingsruimten in geclusterde woonvormen voor ouderen gesubsidieerd. Deze subsidieregeling maakt gebruik van bevoorschotting en keert 90% van het toegekende budget uit, nadat de benodigde bewijsstukken door de aanvrager zijn aangeleverd. De € 10 mln. betreft uitgekeerde voorschotten voor de 1e tranche (2022) en 2e tranche (2023), als tegemoetkoming in de bouwkosten van ontmoetingsruimten voor ouderen.

Opdrachten

NHG Risicovoorziening

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) draagt de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) een vergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.

Woningmarkt

In 2023 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit uitgevoerd. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen, betaalbare huur, de koopsector, ouderenhuisvesting en het volkshuisvestingsbeleid op Caribisch Nederland plaatsgevonden. Tevens hebben er diverse evaluaties plaatsgevonden. Ook zijn bijdragen verstrekt voor communicatie en de website alsmede congressen.

In 2023 zijn extra uitgaven gedaan voor de tijdelijke opvang van evacuees uit Afghanistan en Sudan met een Nederlands paspoort. Inmiddels is voor ongeveer de helft van de evacuees permanente woonruimte gevonden in 2023. Voor de overige evacuees moet in 2024 verder worden gezocht naar passende woonruimte.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan worden aangevraagd als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is. In 2023 ontvingen circa 1,5 miljoen huishoudens huurtoeslag.

Aan de huurtoeslag is per saldo in 2023 minder uitgegeven dan begroot. Bij de uitgaven is € 489,3 mln. minder uitgegeven dan begroot. De lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat in 2023 minder aanvragers instroomden en de inkomens hoger en de gemiddelde huren lager waren dan verwacht. Bij de ontvangsten is € 55,2 mln. meer binnengekomen als gevolg van het weer opstarten van de tijdens corona gepauzeerde terugvorderingen van te veel uitgekeerde huurtoeslag.

De lagere uitgaven en hogere ontvangsten leiden ertoe dat de huurtoeslag in 2023 een netto positief saldo heeft van € 544,5 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting is sprake van € 319,7 mln. lagere uitgaven en € 56,2 mln. hogere ontvangsten in 2023.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Woningmarkt

Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn bijdragen verstrekt voor het WoON-onderzoek, fase 2 van het WoON-innovatie traject, het Convenant Bouwen en Wonen 2023 en het onderzoek naar de haalbaarheid van differentiatie van de huursector. Aan het Kadaster zijn bijdragen verstrekt voor het leveren van data. Ook is er een bijdrage verstrekt voor de Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie voor CPB onderzoek en aan het ICTU (inkomenstoets woningcorporaties).

Bijdragen aan medeoverheden

Regeling huisvesting Grote Gezinnen

De gemiddelde corporatiewoning is vaak niet ruim genoeg voor grote gezinnen onder de statushouders voor wie gemeenten een woning zoeken. De Regeling huisvesting Grote Gezinnen Vergunninghouders helpt gemeenten om sneller woningen geschikt te maken door bijvoorbeeld een object aan te passen of om te bouwen. De eerste tranche van de regeling is opengegaan op 5 juli en gesloten per 1 november 2023; er is een subsidie van maximaal € 35,000 per woning beschikbaar voor woningen voor 7 tot 9 personen en maximaal € 50.000 per woning voor gezinnen vanaf 10 personen. In 2023 is ervoor circa € 1,3 mln. aan subsidie aangevraagd van de in totaal € 3 mln. beschikbaar. Mede door deze onderuitputting vindt er een evaluatie plaats om het instrument nog beter aan te laten sluiten op de vraag. Na evaluatie en aanpassing wordt de regeling in 2024 weer heropend.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Als huurders en verhuurder een geschil hebben, kunnen zij de Huurcommissie vragen daar een uitspraak over te doen. Daarnaast kan de Huurcommissie verklaringen afgeven aan gemeenten, rechtbanken en de Belastingdienst/Toeslagen. De klanten van de Huurcommissie zijn gebaat bij een snelle behandeling en een kwalitatieve uitspraak of verklaring. De Huurcommissie heeft het afgelopen jaar de werkvoorraad op peil gehouden en hard gewerkt aan het verkorten van de doorlooptijden van verzoeken. Daarnaast heeft de Huurcommissie haar dienstverlening aan de verschillende partijen sterk verbeterd. Zo is de website van de Huurcommissie gemoderniseerd, onder meer door het ontwikkelen van een klantportaal waar partijen de voortgang van hun zaak kunnen inzien en gemakkelijk stukken kunnen uploaden en inzien. Ook heeft het nieuwe klantcontactcentrum van de Huurcommissie, waar huurders en verhuurders terecht kunnen met vragen over huurregelgeving, de dienstverlening sterk verbeterd.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Infrastructuur en Waterstaat (XII)

De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport is een dienst van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De uitgaven voor het toezicht op de Wet normering topinkomens (WNT) bij woningcorporaties en voor SBR-wonen worden derhalve onder het instrument bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken verantwoord. Dit gaat in 2023 om gerealiseerde uitgaven van € 1,1 mln.

3.3 Woningbouw

Opdrachten

Woningbouwimpuls

Kosten voor onderzoek en ondersteuning zijn in 2023 onder andere gemaakt voor een onderzoek van adviesbureau Stec naar het potentieel aan toekomstige Woningbouwimpuls (Wbi) projecten bij gemeenten. Verder zijn er externe analisten ingeschakeld om te ondersteunen bij het toetsen van de businesscases in de ingediende Wbi-aanvragen.

Woningbouw

In 2023 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit uitgevoerd. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen en evaluatieonderzoek plaatsgevonden. Ook is in 2023 voor de eerste keer de dag van de volkshuisvesting georganiseerd.

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

Met de eerste suppletoire begroting is dit budget bijgesteld vanwege een overlopende verplichting voor de aanbesteding voor het programma tijdelijke huisvesting. Deze is in 2022 gegund, maar de betaling heeft in 2023 plaatsgevonden. Daarnaast zijn er met de Prinsjesdag suppletoire middelen beschikbaar gesteld om de opdracht te verlengen.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Herplaatsingsgarantie

Om de woningnood aan te pakken heeft het Kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Hiervan is in 2023 € 138,1 mln. toegevoegd aan de voor de garantie opgerichte risicovoorziening door een storting in de zogenaamde begrotingsreserve.

Bijdrage aan medeoverheden

Flexpools

In 2023 heeft het Rijk circa € 8,8 mln. uitgekeerd aan de twaalf provincies, deze bijdrage is verdeeld op basis van de woningbouwopgave per provincie. Provincies kunnen deze bijdrage direct besteden of doorbeschikken aan gemeenten t.b.v. extra capaciteit in de voorfase van woningbouw- en herstructureringsprojecten en het opstellen van integrale woon-zorgvisies. Er is ook € 1,2 mln. uitgekeerd aan Caribisch Nederland voor ditzelfde doel.

Woningbouwimpuls

In 2023 is circa € 117,6 mln. toegekend aan gemeenten voor Woningbouwimpuls (Wbi) projecten. Daarnaast is er ca. € 69 mln. aan middelen overgemaakt aan I&W voor afspraken Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De onderuitputting ten opzichte van de begroting, aangevuld met aanvullende middelen die gedurende het jaar zijn toegevoegd, kan worden veroorzaakt doordat gemeenten hun aanvragen voor de Woningbouwimpuls nog niet volledig gereed hadden, en door het continue karakter van de regeling een volgende tranche meer kansrijk achtten. Ook kunnen capaciteitsproblemen bij mede overheden of economische tegenwind een rol spelen. Bij de eerste suppletoire begroting zijn er voor € 20 mln. reallocaties naar diverse instrumenten gedaan. Bij de tweede suppletoire begroting is er € 50 mln. gerealloceerd naar de Startbouwimpuls.

Volkshuisvestingsfonds

Voor het Volkshuisvestingsfonds was in 2023 ca. € 263 mln. verdeeld over 38 projecten. Met dit geld worden 13.000 woningen verbeterd op het gebied van leefbaarheid en veiligheid in kwetsbare gebieden. Bij de eerste suppletoire begroting heeft er een kasschuif van € 140,8 mln. vanuit 2025 en 2026 naar 2023 plaatsgevonden om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Ook is er € 6,3 mln. aan loon- en prijsontwikkeling toegevoegd. Bij slotwet vindt er een mutatie plaats van circa € 17,1 mln. naar het BTW-compensatiefonds.

Ouderenhuisvesting

Dit budget is overgeheveld naar 3.1 woningmarkt.

Kwetsbare groepen

Met de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen is er ruim € 34,7 mln. uitgekeerd aan gemeenten waarmee kan worden bijgedragen aan de bouw van 4365 woningen voor kwetsbare groepen zoals spoedzoekers, studenten, arbeidsmigranten en statushouders. Bij Slotwet vindt er een mutatie plaats van circa € 1,3 mln. naar het BTW-compensatiefonds. 

Woondeals

Met de tweede suppletoire begroting van 2023 is er in totaal € 10 mln. vrijgemaakt voor provincies en gemeenten ondermeer voor capaciteit voor de totstandkoming en uitvoering van de woondeals. In de regionale woondeals is vastgelegd op welke locaties gebouwd kan worden, wat het aandeel betaalbare woningbouw is en voor welke doelgroep wordt gebouwd. Dit zijn afspraken tussen de minister en de medeoverheden. In een aantal woondeals hebben ook woningbouwcorporaties en in enkele gevallen marktpartijen meegetekend. Bij Slotwet vindt er een mutatie plaats van circa € 1,2 mln. naar het BTW-compensatiefonds.

Grootschalige woningbouwgebieden

In 2023 is er voor woningbouwprojecten in de zeventien grootschalige NOVEX woningbouwlocaties aan 25 gemeenten een bijdrage uitgekeerd uit het gebiedsbudget van € 454,5 mln. Deze middelen zijn bedoeld voor het (deels) afdekken van het publieke tekort op de gebiedsontwikkeling. De investeringen worden gebruikt voor o.a. de aanleg van parken en pleinen, verduurzaming en het zorgvuldig verplaatsen van belemmerende activiteiten. Over de inzet van deze middelen en het aantal te realiseren woningen zijn o.a. afspraken gemaakt in de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving in juni 2023. Voor een klein deel van de afspraken geldt dat het definitieve besluit of de middelen daadwerkelijk zullen worden uitgekeerd afhankelijk is van besluitvorming in 2024. Daarom is € 62,5 mln. van het gebiedsbudget doorgeschoven naar 2024 en € 8 mln. naar 2025. Ook is er bij de eerste suppletoire begroting € 55 mln. gerealloceerd voor de Wbi voor Arnhem-Oost en de Binckhorst. Bij Slotwet heeft er een mutatie plaats gevonden van circa € 54,5 mln. naar het BTW-compensatiefonds.

Versnellen tijdelijke huisvesting

Dit betreft de realisatie van de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen 2022, waarvan de laatste toekenning à € 11 mln. begin 2023 heeft plaatsgevonden. Met het totaalbedrag van € 100 mln. voor deze tranche wordt de bouw van ruim 8.300 woningen ondersteund. In de loop van 2023 hebben de eerste bewoners hun huizen kunnen betrekken.

In het voorjaar van 2023 heeft het kabinet aanvullend ruim € 300 mln. voor 2023 en verder beschikbaar gesteld voor een meerjarig vervolg op de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen. Hiervan is met de eerste suppletoire begroting 2023 € 90,7 mln. beschikbaar gesteld op de BZK-begroting. Met de Prinsjesdag suppletoire zijn de middelen voor de meerjarige regeling in het juiste kasritme gezet.

Overlooplocaties

Dit betreft de middelen voor de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Met de eerste suppletoire begroting zijn de in 2022 niet uitgegeven middelen, € 96 mln., aan de BZK-begroting 2023 toegevoegd. € 8,2 mln. is daarbij middels een reallocatie naar bijdrage aan agentschappen RVB ingezet voor de distributielocaties voor flexwoningen.

In 2023 zijn er met de gemeenten Goes, Enschede, Doetinchem en Apeldoorn samenwerkingsovereenkomst gesloten in het kader van de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Deze gemeenten ontvingen kregen in totaal circa € 40,3 mln. uitgekeerd via SPUK-regelingen. Daarnaast is er met één gemeente een overeenkomst gesloten, de kasuitgaven hiervoor en de overige uitgaven voor de regeling volgen in 2024. Hiertoe is bij de BZK-begroting 2024 reeds € 39,8 mln. in het juiste ritme gezet. Met de tweede suppletoire begroting is aanvullend € 6,7 mln. afgeboekt om deze toe te voegen aan de BZK-begroting 2024. Bij Slotwet vindt er een mutatie plaats van circa € 1 mln. voor het BTW-compensatiefonds.

Startbouwimpuls

In 2023 is er in totaal € 300 mln. uitgekeerd aan gemeenten met als doel projecten die door de economische omstandigheden (bouwdip) door gestegen bouwkosten en gestegen rente niet konden starten met bouwen. Tijdens de eerste suppletoire begroting is er € 250 mln. beschikbaar gesteld vanuit de Woningbouwimpulsmiddelen. Met de tweede suppletoire begroting is nog eens € 50 mln. vrijgemaakt uit de Woningbouwimpuls vanwege het groot aantal aanvragen voor de Startbouwimpuls. Bij Slotwet vindt er een mutatie plaats van circa € 3,8 mln. naar het BTW-compensatiefonds.

Met de € 300 mln. wordt bijgedragen aan bijna 31.500 woningen, verdeeld over 362 projecten in 145 gemeenten. 24 projecten zijn direct gestart, de rest in voornamelijk 2024 en een klein deel 2025.

Bijdrage aan agentschappen

RVO

De gerealiseerde uitputting wordt verklaard door diverse mutaties voor de uitvoering van de hierboven beschreven regelingen. Met de eerste suppletoire begroting is circa € 6,5 mln. gerealloceerd, grotendeels vanwege het gecentraliseerde opdrachtgeverschap. Gedurende het jaar zijn de uitvoeringskosten voor de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen toegevoegd. Hiervan is met de tweede suppletoire begroting € 1,4 mln. gerealloceerd naar het instrument begrotingsreserve voor terugstorting op de risicovoorziening. Ook is circa € 1,3 mln. voor de uitvoering van de woningbouwimpuls afgeboekt. Deze middelen worden in 2024 via de 100% eindejaarsmarge toegevoegd aan de BZK-begroting.

RVB

Dit betreft de middelen voor de inkoop van flexwoningen (circa € 140,3 mln.), de daarbij behorende apparaatskosten en de kosten voor de ontwikkelfunctie van het RVB (in totaal circa € 4,6 mln). Gedurende het jaar zijn hier middelen voor de distributielocaties, aanvullende apparaatskosten en de ontwikkelfunctie van het RVB aan toegevoegd, waardoor het totale budget op circa € 171 mln. komt. Hiervan is in 2023 circa € 127,6 mln. gerealiseerd. Bij Slotwet vindt er een mutatie plaats van ‒ € 41,8 mln. voor de ingekochte flexwoningen, waarvoor het RVB in 2023 € 98,5 mln. heeft gefactureerd. Door een latere matching met afnemers worden de uitgaven later gefactureerd dan geraamd.

Ontvangsten

De ontvangsten huurtoeslag zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag.

Licence