Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6.146.610 | 0 | 6.146.610 | 700.889 | 6.847.499 | 44.240 | ‒ 82.493 | ‒ 2.912 | 175.569 |
Uitgaven | 6.176.615 | 0 | 6.176.615 | 670.889 | 6.847.504 | 44.240 | ‒ 82.493 | ‒ 2.912 | 175.569 |
3.1 Woningmarkt | |||||||||
Subsidies (regelingen) | |||||||||
Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 40.000 | 40.000 | 0 | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bevordering eigen woningbezit | 8.600 | 0 | 8.600 | 0 | 8.600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Woningmarkt | 3.573 | 0 | 3.573 | 4.362 | 7.935 | 817 | 231 | 223 | 223 |
Opdrachten | |||||||||
Woningmarkt | 2.916 | 0 | 2.916 | 1.682 | 4.598 | 169 | 169 | 169 | 169 |
Inkomensoverdrachten | |||||||||
Huurtoeslag | 5.081.785 | 0 | 5.081.785 | ‒ 221.623 | 4.860.162 | ‒ 100.000 | 56.900 | 131.500 | 175.000 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||||
Woningmarkt | 3.038 | 0 | 3.038 | 173 | 3.211 | 186 | 186 | 186 | 186 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||||
Grote gezinnen | 0 | 0 | 0 | 3.500 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||||
Dienst van de Huurcommissie | 8.715 | 0 | 8.715 | 4.100 | 12.815 | 1.100 | 0 | 0 | ‒ 333 |
RVO (Uitvoeringskosten BEW) | 153 | 0 | 153 | 9 | 162 | 243 | 243 | 243 | 208 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||||
Financiën (IXB) | 500 | 0 | 500 | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Infrastructuur en Waterstaat (XII) | 1.001 | 0 | 1.001 | 57 | 1.058 | 57 | 57 | 57 | 57 |
3.3 Woningbouw | |||||||||
Subsidies (regelingen) | |||||||||
Woningbouw | 73 | 0 | 73 | 283 | 356 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | |||||||||
Herplaatsingsgarantie | 0 | 0 | 0 | 20.000 | 20.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||||
Woningbouwimpuls | 100 | 0 | 100 | 6 | 106 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Volkshuisvestingsfonds | 1.000 | 0 | 1.000 | 59 | 1.059 | 59 | ‒ 941 | ‒ 894 | 0 |
Woningbouw | 2.047 | 0 | 2.047 | 1.236 | 3.283 | 96 | 97 | 0 | 0 |
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie | 8.000 | 0 | 8.000 | 5.052 | 13.052 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grootschalige woningbouwgebieden | 0 | 0 | 0 | 95 | 95 | 18 | 18 | 59 | 59 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||||
CBS | 0 | 0 | 0 | 85 | 85 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||||
Flexpools | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | 10.000 | 1.752 | 0 | 0 | 0 |
Woningbouwimpuls | 222.552 | ‒ 60.000 | 162.552 | 198.125 | 360.677 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Volkshuisvestingsfonds | 143.516 | 0 | 143.516 | 137.168 | 280.684 | 137.051 | ‒ 137.342 | ‒ 137.276 | 0 |
Ouderenhuisvesting | 18.000 | 0 | 18.000 | 27.500 | 45.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kwetsbare groepen | 38.205 | 0 | 38.205 | ‒ 2.620 | 35.585 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 0 |
Woondeals | 4.500 | 0 | 4.500 | 5.500 | 10.000 | ‒ 500 | ‒ 5.000 | 0 | 0 |
Grootschalige woningbouwgebieden | 475.000 | 0 | 475.000 | 55.000 | 530.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versnelling huisvesting | 0 | 0 | 0 | 90.670 | 90.670 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overlooplocaties | 0 | 0 | 0 | 87.800 | 87.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Start bouwimpuls | 0 | 0 | 0 | 250.000 | 250.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Coöperatieve woonvormen | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||||
RVO | 8.441 | 0 | 8.441 | ‒ 6.090 | 2.351 | ‒ 808 | ‒ 1.111 | ‒ 1.179 | 0 |
RVB | 144.900 | 0 | 144.900 | 8.760 | 153.660 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 495.600 | 0 | 495.600 | 0 | 495.600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geschatte budgetflexibiliteit
2023 | |
---|---|
juridisch verplicht | 78% |
bestuurlijk gebonden | 17% |
beleidsmatig gereserveerd | 5% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 78% juridisch verplicht.
3.1 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
Woningmarkt
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Er vindt een reallocatie plaats van € 1,9 mln. voor de verhuurdersubsidie aan de BES eilanden vanaf het instrument inkomensoverdrachten zodat dit budget op het juiste instrument verantwoord wordt. Ook wordt in er € 1,0 mln. gerealloceerd voor de ondersteuningsstructuur van het programma «een thuis voor iedereen» vanaf het instrument bijdrage agentschappen zodat dit budget op het juiste instrument verantwoord wordt.
In 2022 is er een verplichting aangegaan voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen, maar vanwege een aanscherping van het voorschotritme is deze niet tot betaling gekomen. Via de eindejaarsmarge wordt € 0,6 mln. aan de begroting toegevoegd om deze verplichting in 2023 te kunnen betalen.
Er is een overboeking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van € 0,6 mln. per jaar voor de jaren 2023 en 2024 voor de uitvoering van het rapport Roemer. Voor de huisvesting van arbeidsmigranten wordt er een ondersteuningsprogramma opgezet voor gemeenten, dit wordt verzorgd door de VNG die daar subsidie voor ontvangt.
Opdrachten
Woningmarkt
Er worden middelen toegevoegd vanuit de eindejaarsmarge voor overlopende betalingen over de jaargrens heen voor de huisvesting van evacuees uit Afghanistan (€ 1,0 mln.).
Inkomensoverdrachten
Huurtoeslag
Deze mutatie betreft voornamelijk de actualisatie van de raming voor de huurtoeslag. De huurtoeslagraming is mede bijgesteld op basis van de CEP (Centraal Economisch Plan) raming van het CPB over onder andere het aantal huurtoeslagontvangers. Vanaf 2023 wordt de raming structureel verlaagd doordat de met de woningcorporaties afgesproken huurverlaging voor huurders leidt tot een lagere huurtoeslag. Vanaf 2025 zijn onder andere de verhoging van het wettelijk minimumloon en de vereenvoudiging van de huurtoeslag in de raming zijn verwerkt. Deze maatregelen, die voortkomen uit het coalitieakkoord 2021-2025, leiden tot extra uitgaven huurtoeslag. Om deze aanpassingen van de huurtoeslag te bekostigen zijn de middelen die hiervoor op de aanvullende post van het minister van Financiën stonden gereserveerd overgeboekt naar de BZK begroting.
De structurele ruimte in de raming van de huurtoeslag wordt ingezet als onderdeel van de bijdrage vanuit BZK ten behoeve van Rijksbrede dekkingsopgave.
Verder vindt er een reallocatie plaats van € 1,9 mln. voor de verhuurdersubsidie aan de BES eilanden naar het instrument subsidies zodat dit budget op het juiste instrument verantwoord wordt.
Bijdragen medeoverheden
Grote gezinnen
Er vindt een reallocatie plaats vanuit de middelen voor de regeling aandachtsgroepen (instrument bijdrage medeoverheden) van € 3,5 mln. ten behoeve van de regeling grote gezinnen voor 2023. Tevens is er bij voorjaarsnota voor de komende drie jaar € 4 mln. beschikbaar gekomen.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst van de Huurcommissie
De Huurcommissie verwacht in 2023 € 4,1 mln. meer uit te geven. Dit zijn kosten voor de extra verwachte geschillen die de Huurcommissie zal moeten behandelen als gevolg van de macro-economische ontwikkelingen zoals de inflatie en de (stijgende) energiekosten.
3.3. Woningbouw
Subsidies (regelingen)
Garanties
Herplaatsingsgarantie
Dit betreft een toevoeging van € 20 mln. voor de financiële herplaatsingsgarantie ten behoeve van flexwoningen. Zoals aangegeven in de 2e suppletoire begroting 2022 werden deze middelen doorgeschoven naar 2023.
Opdrachten
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie
Dit betreft een overlopende verplichting voor de aanbesteding voor het programma tijdelijke huisvesting. Deze is in 2022 gegund, maar de betaling vindt plaats in 2023. Hiervoor wordt de eindejaarsmarge van € 3,0 mln. ingezet.
Verder is de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 van € 2,0 mln. verwerkt.
Bijdrage aan medeoverheden
Woningbouwimpuls
Er vindt een reallocatie plaats van ‒ € 55,0 mln. van de woningbouwimpuls voor Arnhem Oost en de Binckhorst in het kader van grootschalige woningbouwlocaties naar bijdrage medeoverheden onderdeel grootschalige woningbouwgebieden.
De middelen voor de woningbouwimpuls die in 2022 niet zijn uitgegeven, € 273,1 mln, worden in 2023 aan de begroting toegevoegd via de 100% eindejaarsmarge.
Ook vinden er reallocaties plaats naar diverse instrumenten van € 20,0 mln.
Volkshuisvestingsfonds
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) is een van de zes programma's, die zijn aangekondigd in de Nationale Woon- en Bouwagenda (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 878). De doelstelling van het programma is om de leefbaarheid en veiligheid in 20 stedelijke focusgebieden in 19 steden op orde te brengen en het perspectief van de bewoners te verbeteren. De middelen (€ 10,0 mln per jaar, voor de jaren 2023 tot en met 2025) worden vanuit het Volkshuisvestingsfonds gerealloceerd naar artikel 1, omdat de overige uitgaven van het NPLV al verantwoord worden onder dit artikel.
Ook vindt er een kasschuif plaats naar 2023 en 2024 (beide jaren circa € 140,8 mln.) van 2025 (- € 133,6 mln.) en 2026 (- € 143,6 mln.) om de middelen voor het Volkshuisvestingsfonds in het juiste kasritme te zetten om zodoende een versnelling te kunnen bewerkstelligen.
De loon- en prijsbijstelling tranche 2023 is verwerkt, dit is € 6,3 mln per jaar voor 2023 tot en met 2026.
Ouderenhuisvesting
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Er is een overboeking van het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van € 8,0 mln. voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimte voor 2023.
In verband met de doorlooptijd bij het RVO zijn de aanvragen voor de Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting in 2022 verplicht, maar niet tot betaling gekomen. Er is € 12,0 mln. in 2023 nodig voor de betaling van deze aangegane verplichtingen, dit wordt via de eindejaarsmarge aan de begroting toegevoegd.
Er zijn extra middelen toegevoegd aan de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting die in 2022 zijn aangevraagd maar pas in 2023 worden verplicht en tot uitgaven leiden(€ 7,5 mln).
Kwetsbare groepen
Er vindt een reallocatie plaats van ‒ € 3,5 mln. ten behoeve van de regeling grote gezinnen naar het onderdeel Woningmarkt instrument bijdrage medeoverheden.
Verder is er een verplichting voor de aandachtsgroepenregeling die aangegaan is in 2022, maar niet tot betaling is gekomen. De betaling vindt nu plaats in 2023 en via de eindejaarsmarge wordt het budget voor 2023 toegevoegd aan de begroting.
Woondeals
Dit betreft een kasschuif van 2024 ( ‒ € 0,5 mln) en 2025 ( ‒ € 5,0 mln.) naar 2023 (€ 5,5 mln) om de middelen voor de woondeals naar voren te halen om zodoende een versnelling te kunnen bewerkstelligen in de realisatie van de woondeals.
Grootschalige woningbouwgebieden
Er vindt een reallocatie plaats van € 55,0 mln. voor de woningbouwimpuls voor Arnhem Oost en de Binckhorst in het kader van grootschalige woningbouwlocaties van bijdrage medeoverheden onderdeel woningbouwimpuls.
Versnelling huisvesting
Dit betreft een saldo van diverse mutaties.
Vanwege verhoogde asielinstroom en langer verblijf van een deel van de ontheemden is direct extra huisvesting nodig en is versnelling van de woningbouw in 2023 noodzakelijk, hiervoor wordt in 2023 € 46,0 mln. beschikbaar gesteld.
Op basis van een hoger bijgesteld aantal Oekraïense ontheemden wordt er nu voor 2023 additioneel 33 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt net als bij de eerdere 100 miljoen voorlopig gedekt uit de Woningbouwimpuls middelen op de Aanvullende Post. Op basis van het aantal ontheemden dat langer in Nederland verblijft (peildatum 1 januari 2024), worden deze kosten generaal gecompenseerd.
De middelen voor de versnelling van de huisvesting die in 2022 niet zijn uitgegeven, € 11,7 mln., worden in 2023 aan de begroting toegevoegd via de 100% eindejaarsmarge.
Overlooplocaties
De middelen voor de fysieke herplaatsingsgarantie ten behoeve van flexwoningen die in 2022 niet zijn uitgegeven, € 96,0 mln., worden in 2023 aan de begroting toegevoegd.
Er vindt een reallocatie plaats van ‒ € 8,2 mln. van overlooplocaties naar bijdrage aan agentschappen RVB voor de inzet van distributielocaties ten behoeve van flexwoningen.
Startbouwimpuls
De startbouwimpuls wordt vormgegeven als een specifieke uitkering aan gemeenten (SPUK) met als doel dat projecten die klaarstaan om te starten met bouwen maar door de economische tegenwind in de knel zijn gekomen toch tijdig kunnen starten. De maatregel is gericht op projecten met een onherroepbaar bestemmingsplan en waarvan is vastgesteld is dat eerdere mogelijke optimalisaties in het programma al hebben plaatsgevonden. Daarmee wordt geborgd dat alle betrokken partijen bijdragen aan het door laten gaan van het project er wordt hiervoor. Er wordt hiervoor in 2023 in € 250 mln. extra toegevoegd aan de BZK begroting uit de middelen op de Aanvullende Post voor de woningbouwimpuls.
Bijdrage aan agentschappen
RVO.nl
Er wordt € 1,0 mln. gerealloceerd voor de ondersteuningsstructuur van het programma «een thuis voor iedereen» naar het instrument subsidies zodat dit budget op het juiste instrument verantwoord wordt.
Er vinden diverse reallocaties plaats van in totaal € 5,5 mln. naar artikel 4 instrument bijdrage agentschappen RVO vanwege het gecentraliseerde opdrachtgeverschap. Dit betreft de Regeling Huisvesting aandachtsgroepen (RHA), het Expertteam Woningbouw, Volkshuisvestingsfonds, de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO), de Woning Impuls en de Ondersteuningstructuur Taskforce Nieuwbouw woningcorporaties.
RVB
Er vindt een reallocatie plaats van € 8,2 mln. naar het RVB van een deel van de middelen die bestemd waren voor de fysieke herplaatsingsgarantie. Deze reallocatie is voor de inzet van distributielocaties voor flexwoningen.